Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
2 [A] ,
3 [B]
4 [C] ,
1.De procedure
- het verzoekschrift met producties ontvangen op 2 december 2022
- het verweerschrift met producties
- aanvullende producties van de zijde van Topfysio
- de mondelinge behandeling gehouden op 16 januari 2023
- pleitaantekeningen met een productie van de zijde van Topfysio
- pleitaantekeningen van de zijde van [D] .
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer en de voorwaardelijke tegenverzoeken
5.De beoordeling
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). In dit geval is geen sprake van dergelijk ernstig verwijtbaar handelen of nalaten. Daarbij heeft de kantonrechter de volgende omstandigheden meegewogen. Het UWV heeft naar aanleiding van de eerste ontslagaanvraag van Topfysio in december 2021 de toestemming voor ontslag geweigerd, omdat Topfysio volgens het UWV niet aannemelijk had gemaakt dat zij de vestiging in Heerenveen daadwerkelijk zou gaan sluiten. Op basis daarvan kan echter niet worden geconcludeerd dat Topfysio [D] destijds ten onrechte voor ontslag heeft voorgedragen. Vast staat immers dat Topfysio de vestiging in Heerenveen per 22 april 2022 daadwerkelijk heeft gesloten. Daarnaast is hiervoor overwogen dat er sprake is van een redelijke grond voor ontbinding en dat Topfysio [D] een passend herplaatsingsaanbod heeft gedaan op de vestigingen Sneek en Leeuwarden. Topfysio heeft dus geen beëindiging van de arbeidsovereenkomst nagestreefd zonder dat daar een redelijke grond voor was.