“Ik ben [slachtoffer] en ik heb kanker polo in mijn handen” en/of
“ eerlijk geloof mij maar jongen, weet je eerlijk uiteindelijk straks jongen je gaat wel zien er is maar één kankerbaas op deze wereld en dat ben ik jongen, duidelijk” en/of
“als je mij terugbelt dan zijn er nog andere voorwaarden en je gaat een vrouw wezen of je gaat opkankeren, snap je dat en heel eerlijk je gaat je best doen voor mijn kinderen anders hoef ik je nooit meer in mijn kankerleven te zien en laat dat heel duidelijk wezen stinkerd” en/of “de enige aap die fucking is, je bent zelf in Bosnië, wie is hier de buitenlander, jij of ik niet jongen, je moet je eens gedragen he dom wijf jo je hebt kanker verstand niet in je kop” en/of “weet je wat jij kan krijgen de aller zwaarste rot kanker en mij ook niet weer bellen lelijk mokkel” en/of
“Fok jou jonge, fok jou jonge, jij komt nooit meer in mijn leven jonge, je bent nou te lang weggeweest. Meisje geloof mij maar (hij , verdachte beeld een pistool uit met zijn en houd deze de rechterzijde van zijn hoofd en zegt) Tjalla Bitch” en/of
“weet je wat jij mag, je mag mijn pik zuigen. Ik spuit je hele bek vol ”en/of
“Oh jonge, echt jonge totaal niet onder de indruk jonge, totaal niet jonge, totaal niet Gloor, want heel eerlijk anders komen er auto’s vol jong, je weet het dan maak ik ze af. Wollaj, ik ben de baas” en/of (In de periode 15 augustus 2022 tot en met 21 augustus 2022) de volgende (spraak)berichten en/of filmpjes
"Vieze hoer, ik kom nu naar je toe" en/of
“ Hoi megool. DE KKR. Kanker wijf online niet opnemen val dood" en/of
“Weet je het zeker, vraag jou één ding. Wil je oorlog zeg het maar, geen probleem ik laat me niet boos maken door jou. En nu opnemen”
“vieze gluiperd jij kan dood vallen kkr hond, mij nooit meer iets vragen vies walgelijk wijf” en/of “Je komt naar mij!” en/of
“ik wil dat de foto’s verwijderd worden van facebook, ik wil dat dat mail weggaat, anders kom ik naar je huis “ en/of
“Ik maak je mijn vrouw, je bent van mij, mis je, niet meer praten met kerels, je weet het ik ben een
[verdachte] , sloop iedereen hayati, kankerhonden er is er maar één baas, als ik ergens achter kom dan sloop ik jou ook, laptop moet leeg, Niet opnemen, val dood”,
(telkens) met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niette doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
4
hij in of omstreeks de periode 4 augustus 2022 tot en met 7 augustus te Leeuwarden en/of Sneek, althans in Nederland een persoon genaamd [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door (op 4 augustus 2022) in een telefoongesprek (via videobellen) die [slachtoffer] de woorden "Ik maak jou dood" toe te voegen en/of (tussen 4 augustus 2022 en 7 augustus 2022) via een videoboodschap en/of Messenger bericht die [slachtoffer] de woorden “Vieze hou je bek joh vieze kankervarken, je hebt nog aids aan je kut ook, vieze kankerhoer. Allah gaat je straffen en je kankerfamilie erbij, als ik een keer moet gaan komen met mijn kankerfamilie, dan zijn jullie uitgeroeid, onthoud dat heel goed”, althans telkens woorden en/of tekst van gelijke dreigende aard en/of strekking;
Parketnummer 18-1334055-22
hij op of omstreeks 2 maart 2022 te Sneek, gemeente Súdwest-Fryslân opzettelijk en wederrechtelijk een deur van de woning [adres] , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
Parketnummer 18-222621-22 Feit 1
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd van feit 1, gelet op de aangifte van mevrouw
[slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) en de verschillende getuigenverklaringen waaronder die van [getuige 1] die verklaart te hebben gezien dat verdachte [slachtoffer] vast heeft gepakt en haar wilde meesleuren de winkel uit. Getuige [getuige 1] verklaart daarbij dat [slachtoffer] zich aan de deurpost vast heeft gehouden en dat het duidelijk was dat zij niet met verdachte meewilde. De verdachte bekent [slachtoffer] te hebben opgetild met het doel haar in de auto te krijgen.
Feit 2
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd van feit 2, gelet op de aangifte van [slachtoffer] waarin zij beschrijft dat zij op haar bovenbeen is geslagen door verdachte waardoor zij diverse blauwe plekken heeft opgelopen. Bij de aangifte zijn foto’s toegevoegd van de blauwe plekken op het bovenbeen van [slachtoffer] .
Feit 3
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd van feit 3, gelet op de aangifte van [slachtoffer] , het proces verbaal van de berichten en video’s die door verdachte zijn gestuurd aan [slachtoffer] in augustus 2022, het door [slachtoffer] opgestelde logboek waarin zij een tijdlijn weergeeft van gebeurtenissen en de getuigenverklaring van [getuige 2] .
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte gedurende negen maanden op een zeer frequente basis en op verschillende manieren inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer] .
Feit 4
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd van feit 4, gelet op de aangifte van [slachtoffer] , de door verdachte opgenomen videoboodschap waarin de verdachte de ten laste gelegde bedreigende woorden heeft gezegd en de getuigenverklaring van [getuige 3] die bij [slachtoffer] was op het moment dat verdachte de bedreigingen door middel van videobellen heeft geuit.
Parketnummer 18-1334055-22
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd van het ten laste gelegde feit, onder andere gelet op de aangifte van mevrouw [benadeelde partij] (hierna: [benadeelde partij] ) en het proces verbaal waarin de verbalisanten verklaren een voicemailbericht te hebben uitgeluisterd waarin zij horen dat verdachte zegt dat de deur de volgende keer gewoon moet worden open gedaan omdat hij anders de deur weer moet intrappen.
Standpunt van de verdediging
Parketnummer 18-222621-22 Feit 1
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde feit, wegens het ontbreken van opzet. Verdachte heeft [slachtoffer] opgetild en voor de duur van enkele seconden enkele meters meegenomen naar de auto. De handelingen van verdachte zijn van dusdanig korte duur en afstand dat er niet kan worden vastgesteld dat verdachte het opzet heeft gehad op het beroven en beroofd houden van de vrijheid. Daarnaast verklaart verdachte dat zijn intentie enkel was gericht op het voeren van een gesprek met [slachtoffer] in de auto.
Feit 2
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde feit, wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Daarbij heeft de raadsman aangevoerd dat het letsel mogelijk is ontstaan door een ongelukkige samenloop van omstandigheden toen verdachte [slachtoffer] vanuit de telefoonwinkel optilde richting de auto.
Feit 3
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde feit, wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Verdachte en [slachtoffer] hebben sinds oktober 2021 een ‘knipperlichtrelatie’. Een kenmerk van een ‘knipperlichtrelatie’ is dat de relatie meermalen wordt beëindigd en weer wordt hersteld. [slachtoffer] is in de periodes waarin er sprake is geweest van een relatiebreuk niet eerder naar de politie gegaan. [slachtoffer] heeft over de ten laste gelegde periode een tijdlijn opgesteld waarin zij gebeurtenissen heeft opgenomen. Verdachte ontkent dat deze gebeurtenissen hebben plaatsgevonden op de wijze zoals zij deze heeft opgeschreven. Wanneer er objectief wordt gekeken naar de bewijsmiddelen in het dossier kan worden vastgesteld dat zowel verdachte als [slachtoffer] wisselvallig zijn in hun berichten. [slachtoffer] bevestigt daarnaast in het tapgesprek dat zij ook dingen niet goed heeft gedaan en dat zij ook leuke periodes hebben gekend samen.
Feit 4
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde feit, wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. De raadsman stelt zich op het standpunt dat de getuigenverklaring van [getuige 3] niet als objectief bewijs kan worden gezien. [getuige 3] is de neef van [slachtoffer] en er zijn geen andere bewijsmiddelen waaruit blijkt dat verdachte [slachtoffer] heeft bedreigd. Omdat er onvoldoende objectief bewijs in het dossier aanwezig is, dient de verdachte te worden vrijgesproken.
Parketnummer 18-1334055-22
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde feit, wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Verdachte ontkent het feit te hebben gepleegd en verklaart dat de deur al vernield was op het moment dat hij bij de woning aankwam. Er zijn geen getuigen van de vernieling waardoor niet zonder twijfel vast kan komen te staan dat verdachte de vernieling heeft gepleegd.
Oordeel van de rechtbank
Parketnummer 18-222621-221Bewijsmiddelen
Verdachte en [slachtoffer] hebben sinds eind 2021 een relatie.
2[slachtoffer] heeft verklaard dat zij in de nacht van 1 op 2 september 2022 in haar woning in Sneek aanwezig was.
3Rond middennacht is zij door verdachte opgehaald om met de auto naar zijn woning te Sneek te gaan. [slachtoffer] heeft verklaard dat zij in de auto door verdachte met zijn vuist op haar rechter bovenbeen is geslagen waardoor er blauwe plekken zijn ontstaan. Vervolgens heeft hij haar met een platte hand op haar achterhoofd geslagen en trok hij aan haar haren.
4De rechtbank heeft ter zitting de foto’s van de blauwe plekken op het bovenbeen van [slachtoffer] waargenomen.
5
Op 2 september 2022 zijn verdachte en [slachtoffer] samen naar een telefoonwinkel in Sneek gereden.
6[slachtoffer] had tegen verdachte gezegd dat zij haar telefoon daar had achtergelaten ter reparatie.
7Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij verdachte samen met [slachtoffer] de telefoonwinkel in zag komen. Hij merkte daarbij op dat [slachtoffer] een angstige blik in haar ogen had. Nadat ze [getuige 1] had gevraagd om haar telefoon, draaide ze zich om naar verdachte en vertelde ze dat haar telefoon in Bosnië lag. Daarop is verdachte naar [slachtoffer] toegerend en heeft haar bij haar arm gegrepen. Vervolgens greep hij haar rond haar middel en wilde haar meesleuren. [getuige 1] zag dat [slachtoffer] zich aan de deurpost vast hield en herhaaldelijk verklaarde dat ze niet met verdachte mee wilde.
8
Getuige [getuige 4] heeft verklaard dat zij zag dat verdachte [slachtoffer] van de grond heeft gepakt en heeft opgetild. Daarbij zag zij [slachtoffer] spartelen en hoorde zij haar voortdurend gillen. [getuige 4] zag dat [slachtoffer] door verdachte naar de auto toe werd getrokken.
9Getuige [getuige 5] hoorde [slachtoffer] schreeuwen dat ze niet wilde en zag dat verdachte haar met geweld vasthield en haar met kracht in de richting van de auto duwde. Zij zag dat verdachte probeerde om [slachtoffer] met dwang in de auto te zetten. Het was voor [getuige 5] duidelijk dat [slachtoffer] niet mee wilde en dat ze tegenspartelde. Vervolgens zijn er meerdere personen naar verdachte en [slachtoffer] toegekomen en is [slachtoffer] uiteindelijk door twee vrouwen meegenomen.
10Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij [slachtoffer] in de winkel heeft opgetild en enkele meters richting de auto heeft meegenomen met het doel haar in de auto te zetten om te kunnen praten.
Tijdens het aanvullend verhoor van 19 september 2022 heeft [slachtoffer] verklaard dat zij op donderdag 4 augustus 2022 samen met getuige [getuige 3] in Leeuwarden was. Vervolgens is zij door verdachte gebeld door middel van een videogesprek. [slachtoffer] hoorde verdachte onder meer tegen haar zeggen: “Ik maak jou dood.”
11[slachtoffer] heeft verklaard dat zij zich door verdachte bedreigd voelt en dat ze bang is.
12
Getuige [getuige 3] heeft verklaard in het getuigenverhoor van 12 september 2022 dat hij met zijn nichtje [slachtoffer] op het Zaailand in Leeuwarden was. Hij zag dat [slachtoffer] aan het videobellen was met haar ex-vriend.
13Op enig moment hoort hij verdachte zeggen: “ik maak jou dood.”
14
Verbalisant [verbalisant 1] heeft de chat, audio- en videobestanden van een Whatsapp gesprek tussen verdachte en [slachtoffer] in de periode 2 augustus 2022 tot 7 augustus 2022 woordelijke uitgewerkt in een proces verbaal.
Geverbaliseerd is (onder meer):
“Vieze hou je bek joh vieze kankervarken, je hebt nog aids aan je kut ook, vieze kankerhoer, Allah gaat je straffen en je kankerfamilie erbij, als ik een keer moet gaan komen met mijn kankerfamilie, dan zijn jullie uitgeroeid, onthoud dat heel goed.”
15
Bewijsoverwegingen Feit 1
Uit jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat al van wederrechtelijke vrijheidsberoving in de zin van artikel 282 Sr kan worden gesproken, indien sprake is van het iemand doen verblijven -zonder dat de dader daartoe gerechtigd is op een plaats waarvan of waaruit deze persoon zich niet op ieder gewenst ogenblik kan verwijderen, ook al bestaat bij de dader niet het opzet de toestand van vrijheidsbeneming zich te doen uitstrekken over een tijd langer dan enige minuten. Ook in dat geval is immers sprake van een situatie waarin iemand is beroofd van de vrijheid om te gaan en te staan waar zij wil door haar dat zonder enig recht te beletten.
16
Op grond van de feiten en omstandigheden zoals deze blijken uit de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte [slachtoffer] tegen haar wil heeft vastgepakt, van de grond getild heeft en met dwang naar de auto heeft bewogen. [slachtoffer] heeft op duidelijke wijze kenbaar gemaakt aan verdachte dat zij niet met hem mee wenste te gaan door onder andere om hulp te roepen, tegen te stribbelen en te schreeuwen.
De rechtbank is van oordeel dat de stelling van de raadsman dat er geen sprake was van opzet wordt weersproken door de gebruikte bewijsmiddelen, waaronder de eigen verklaring van de verdachte dat hij [slachtoffer] uit de winkel heeft opgetild en meerdere meters heeft meegenomen met het doel haar in de auto te krijgen. Dat verdachte zegt dat het alleen zijn bedoeling was om in de auto met [slachtoffer] te praten, doet niet af aan de vrijheidsbenemende handelingen die hij heeft verricht. Dat verdachte [slachtoffer] uiteindelijk niet in de auto heeft gekregen komt omdat omstanders zich met de situatie hebben bemoeid. Een en ander leidt tot de conclusie dat verdachte een begin van uitvoering heeft gemaakt door het slachtoffer vast te pakken, op te tillen en in (de richting van) de auto te duwen en dat hij, gelet op de bewijsmiddelen, gepoogd heeft [slachtoffer] wederrechtelijk van haar vrijheid te beroven.
Feit 2
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat hij op 2 september 2022 [slachtoffer] heeft mishandeld door haar op haar bovenbeen te slaan, aan haar haren te trekken en op haar achterhoofd te slaan.
Uit voornoemde bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat verdachte, ondanks zijn stellige ontkenning, zich schuldig heeft gemaakt aan het mishandelen van [slachtoffer] .
Uit de aangifte volgt dat verdachte zijn toenmalige levensgezel aan haar haren heeft getrokken en met zijn vuist op haar rechter bovenbeen heeft geslagen en met zijn platte hand op haar achterhoofd heeft geslagen. De verklaring van [slachtoffer] vindt ondersteuning in de door de rechtbank ter zitting waargenomen foto’s van de blauwe plekken op het bovenbeen van [slachtoffer] . Anders dan de raadsman heeft betoogd, acht de rechtbank voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan.
Feit 3
De rechtbank stelt voorop dat bij de beoordeling van de vraag of er sprake is van belaging als bedoeld in artikel 285b Sr moet worden vastgesteld dat er wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk is gemaakt op een iemands persoonlijke levenssfeer. Daarbij moet worden gekeken naar de aard, duur, frequentie en intensiteit van de gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijke leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer. In de kern gaat het er bij belaging om dat iemand herhaaldelijk tegen zijn of haar wil wordt lastiggevallen
.
Op grond van hetgeen ter zitting is besproken en de stukken van het dossier stelt de rechtbank vast dat verdachte [slachtoffer] tussen oktober 2021 en september 2022 een relatie hebben gehad. Zowel [slachtoffer] als verdachte spreken van een zogenaamde “knipperlichtrelatie”. [slachtoffer] heeft aangegeven dat zij zich op veel momenten zeer onprettig heeft gevoeld binnen deze relatie en heeft hiervan een beschrijving gegeven in een door haar opgestelde tijdlijn. Op grond van deze tijdlijn en de overige inhoud van het dossier, zoals de chatgesprekken tussen verdachte en [slachtoffer] en de poging tot vrijheidsberoving die bewezen is verklaard bij feit 1, staat voor de rechtbank vast dat verdachte binnen de relatie een controlerende, dwingende en dominante rol heeft aangenomen. Hoe vervelend dit ook is geweest voor aangeefster, dit is naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf echter nog niet voldoende om te kunnen spreken van belaging. Daartoe vindt rechtbank mede van belang dat de relatie tussen verdachte en [slachtoffer] ertoe heeft geleid er dat de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer] minder scherp was afgebakend, doordat partners in een relatie deel uitmaken van elkaars persoonlijke levenssfeer. Voor de momenten dat er binnen de knipperlichtrelatie tussen verdachte en [slachtoffer] geen sprake was van een relatie, moet er naar het oordeel van de rechtbank vast komen te staan dat het voor verdachte duidelijk was dat [slachtoffer] geen contact met hem wilde. Het moet voor verdachte op ondubbelzinnige wijze kenbaar zijn geweest dat [slachtoffer] geen enkel contact meer met hem wilde en dat het zoeken van verder contact met
[slachtoffer] door haar onmiskenbaar als een inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer zou worden ervaren. Zonder een dergelijke ondubbelzinnige kennisgeving kan het zijn dat het, gelet op het typerende aan/uit karakter van de ‘knipperlichtrelatie’, voor verdachte onduidelijk is geweest dat [slachtoffer] geen contact meer met hem wilde.
De rechtbank kan op grond van de beschikbare informatie niet vaststellen wanneer in de tenlastegelegde periode wel of niet sprake was van een relatie. Ook kan de rechtbank niet vaststellen dat [slachtoffer] , in de periodes dat de relatie uit was, ondubbelzinnig aan verdachte te kennen heeft gegeven dat verdachte geen contact meer met haar op mocht nemen. [slachtoffer] heeft verklaard dat zij verdachte, ondanks zijn gedrag, steeds opnieuw kansen heeft gegeven en ondanks alles weer toenadering heeft gezocht. Uit het dossier en de verklaring van verdachte ter terechtzitting kan worden afgeleid dat er op een gegeven moment kennelijk een zogenaamd “stopgesprek” zou hebben plaatsgevonden met verdachte. Verdachte heeft verklaard dat hem de bedoeling van dat gesprek niet duidelijk was. Hij heeft ter terechtzitting verklaard dat hij nooit van [slachtoffer] heeft begrepen dat zij geen contact meer met hem wilde. Zonder proces-verbaal van dit stopgesprek, kan de rechtbank slechts gissen naar de inhoud daarvan. Evenmin kan er worden vastgesteld of verdachte door middel van het bedoelde gesprek op de hoogte is geraakt van een wens van [slachtoffer] om geen contact met hem te hebben.
Ook voor de periode gelegen na 28 juni 2022 kan de rechtbank niet vaststellen dat [slachtoffer] geen contact meer wilde met verdachte en/of dat dit verdachte duidelijk was. Uit de verklaringen van verdachte en [slachtoffer] leidt de rechtbank af dat in de periode gelegen tussen 28 juni 2022 en 26 juli 2022 geen fysieke afspraken hebben plaatsgevonden. [slachtoffer] stelt in de door haar opgestelde tijdlijn dat verdachte haar gedurende die periode bleef bedreigen, mailen en op andere wijze contact met haar zocht. Uit de historische gegevens van de telefoon van verdachte stelt de rechtbank echter vast dat [slachtoffer] in de periode tussen 5 en 20 juli 2022 75 keer telefonisch contact heeft opgenomen met verdachte, zodat ook in deze periode niet bljkt dat sprake was van eenzijdig ongewenst contact door verdachte met aangeefster.
17
Uit het dossier blijkt ook dat in de periode tussen 15 augustus 2022 en 21 augustus 2022 lange berichten zijn uitgewisseld door verdachte en [slachtoffer] . Ten aanzien van de inhoud van de berichten valt het de verbalisant op dat zowel verdachte als [slachtoffer] wisselvalig overkomen.
18De berichten gaan over de status van de relatie en de verbalisant herkent, ondanks de dwingende toon, geen strafbare bedreigingen in de berichten van verdachte. Gelet op het uitwisselen van berichten en het wisselvalige karakter ervan kan ook in deze periode niet gesproken worden van lastig vallen in de zin van artikel 285 Sr.
Concluderend komt de rechtbank tot het oordeel dat niet vastgesteld kan worden dat verdachte wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer] en dat daarom niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan belaging. De rechtbank zal verdachte daarvan dan ook vrijspreken.
Feit 4
De rechtbank stelt voorop dat voor een veroordeling ter zake van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, is vereist dat de bedreigde daadwerkelijk op de hoogte is geraakt van de bedreiging en de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de bedreigde in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat zij het leven zou kunnen verliezen en dat het opzet van de verdachte daarop was gericht.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte op 4 augustus 2022 een videogesprek heeft gevoerd met [slachtoffer] . Zowel [slachtoffer] als getuige [getuige 3] hebben verdachte een bedreiging horen uiten richting [slachtoffer] . [slachtoffer] verklaart daarnaast zich door verdachte bedreigd en angstig te voelen.
De raadsman heeft aangevoerd dat de verklaring van getuige [getuige 3] niet als objectief bewijs kan worden gebruikt omdat [getuige 3] de neef is van [slachtoffer] . De rechtbank constateert dat er geen feitelijke aanwijzingen zijn waaruit zou blijken dat er, naast de verklaring van [getuige 3] , meer objectief bewijs aanwezig moet zijn om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. De verklaring van [getuige 3] is eerder afgelegd dan [slachtoffer] aangifte heeft gedaan van dit feit. Naar aanleiding van de verklaring van [getuige 3] is [slachtoffer] aanvullend gehoord. Daarnaast verklaart [getuige 3] specifiek en authentiek over de gebeurtenis. Dat [getuige 3] een familielid is van [slachtoffer] , doet daar niet aan af.
De rechtbank heeft acht geslagen op het proces verbaal van de chatberichten tussen [slachtoffer] en verdachte. Hieruit stelt de rechtbank vast dat verdachte het ten laste gelegde bericht aan [slachtoffer] heeft verzonden. Gelet op voorgaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de ten laste gelegde bedreiging heeft gepleegd.
Parketnummer 18-1334055-2219Bewijsmiddelen
In de ochtend van 2 maart 2022 werd de moeder van verdachte, [benadeelde partij] , meermalen gebeld door verdachte waarbij zij haar telefoon niet heeft opgenomen. Na de laatste oproep van verdachte hoorde [benadeelde partij] een harde knal aan de achterzijde van haar woning aan de [adres] te Sneek. Vervolgens hoort zij nog twee harde knallen waarop zij naar beneden loopt. Wanneer zij kort daarop in de berging van haar woning komt, ziet zij verdachte staan. Zij zag dat het onderste gedeelte van de achterdeur vernield was.
20
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] zien dat de kunststofplaat van de deur aan de onderzijde volledig vernield was. Verbalisant [verbalisant 1] leest op de telefoon van [benadeelde partij] dat zij in de ochtend meermalen is gebeld door het telefoonnummer van verdachte. Bij het uitluisteren van de voicemail van [benadeelde partij] herkent de verbalisant de stem van verdachte. Hij verbaliseert het bericht van verdachte als volgt:
"Ik belde je en je deed de deur niet open, ik kom wel binnen en desnoods sla ik al je ruiten eruit je hebt gemerkt dat ik snel binnen ben. Doe volgende keer de deur gewoon open, anders moet ik weer de deur intrappen".
21
Bewijsoverweging
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de verklaringen van [benadeelde partij] en de verbalisanten voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om te komen tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.
De door de verdachte ter zitting gegeven alternatieve verklaring, namelijk dat bij zijn aankomst bij de woning de deur al was vernield, vindt de rechtbank ongeloofwaardig. [benadeelde partij] heeft verklaard meermalen door de verdachte te zijn gebeld. Vervolgens hoort zij kort daarop enkele harde geluiden aan de achterzijde van haar woning en gaat zij naar beneden Wanneer zij beneden komt, treft zij verdachte aan in haar woning. Aan de achterdeur merkt zij flinke schade op. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte de voicemail van [benadeelde partij] heeft ingesproken. De verbalisanten verklaren de stem van verdachte te hebben herkend en zij horen hem zeggen dat [benadeelde partij] de volgende keer de deur moet openen, anders moet hij de volgende keer weer de deur intrappen. Gelet op voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde vernieling heeft gepleegd.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het met parketnummer 18-222621-22 onder 1, 2 en 4 en het met parketnummer 18-1334055-22 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
Parketnummer 18-222621-22