ECLI:NL:RBNNE:2023:645
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde vaststelling van onroerende zaak door gemeente Westerwolde
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, enkelvoudige belastingkamer, wordt het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Westerwolde beoordeeld. Eiser, eigenaar van een vrijstaande woning in [woonplaats], had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde WOZ-waarde van zijn woning per 1 januari 2020, die door verweerder was vastgesteld op € 245.000. Eiser stelde dat verweerder niet voldoende informatie had verstrekt over de KOUDV-factoren van zowel zijn woning als de referentiewoningen, en dat de waarde te hoog was vastgesteld.
De rechtbank oordeelt dat verweerder aan zijn bewijslast heeft voldaan en dat eiser zelf over voldoende informatie beschikt om een inschatting te maken van de KOUDV-factoren. De rechtbank stelt vast dat de KOUDV-factoren voor de referentiewoningen wel zijn overgelegd en dat eiser niet kan verwachten dat verweerder informatie verstrekt die hij zelf al heeft. De rechtbank concludeert dat de waarde van de woning en de aanslag niet te hoog zijn vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond. Eiser had ook verzocht om immateriële schadevergoeding, maar de rechtbank ziet hiervoor geen aanleiding, aangezien de redelijke termijn nog niet is overschreden. De uitspraak is gedaan op 24 februari 2023.