ECLI:NL:RBNNE:2023:610

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
23 februari 2023
Publicatiedatum
23 februari 2023
Zaaknummer
18/309760-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor seksueel corrumperen van minderjarige meisjes

Op 23 februari 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van seksueel corrumperen. De verdachte heeft op 9 juli 2021 in Zuidlaren, in het zicht van twee minderjarige meisjes, seksuele handelingen bij zichzelf verricht. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 62 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Tevens is er een taakstraf van 20 uren opgelegd, die kan worden vervangen door 10 dagen hechtenis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wist dat de meisjes, geboren in 2007 en 2008, jonger waren dan zestien jaar en dat hij hen met ontuchtig oogmerk heeft bewogen getuige te zijn van zijn seksuele handelingen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, vooral gezien de impact die dergelijke handelingen kunnen hebben op de seksuele ontwikkeling van jonge kinderen. De verdachte heeft eerder soortgelijke feiten gepleegd en de rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die op een gesloten afdeling verblijft. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd, maar de taakstraf gematigd gezien de beperkte uitvoeringsmogelijkheden van de verdachte. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de rechters de ernst van de zaak en de noodzaak van bescherming van minderjarigen in acht hebben genomen.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Assen
parketnummer 18/309760-21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 23 februari 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1945 te [geboorteplaats], wonende te [adres].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 9 februari 2023.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. R.J.J. Bosma, advocaat te Spier.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. J. Westerhof.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 9 juli 2021 te Zuidlaren, gemeente Tynaarlo, althans in Nederland, een of meer meisjes, te weten
  • [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum]-2007, en/of- [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum]-2008, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt, met ontuchtig oogmerk ertoe heeft bewogen getuige te zijn van seksuele handelingen, door een en/of meermalen
  • ( opvallend) naar die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te kijken, en/of
  • ( vervolgens) achter die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] aan te rijden, althans voornoemdemeisjes te volgen, en/of
  • ( vervolgens) in de nabijheid van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] op een bankje te gaan zittenen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te vragen of zij naast hem kwamen zitten, althans woorden van gelijke strekking, en/of
  • ( vervolgens) die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] meerdere (seksuele) vragen te stellen en/of(seksuele) opmerkingen te plaatsen, en/of
  • ( vervolgens) die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te vragen of zij seks met hem wilden en/of hemwilden aftrekken en/of hen wilden pijpen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
  • ( vervolgens) zijn broek los te knopen, en/of
  • ( vervolgens meermalen) in de nabijheid, althans in het gezichtsveld van die [slachtoffer 1] en/of[slachtoffer 2], zijn, verdachtes, (stijve) penis uit zijn, verdachtes, broek te halen en/of met een ontblote (stijve) penis te zitten en/of
  • al dan niet gelijktijdig, die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] aan te (blijven) kijken, en/of
  • ( vervolgens) in de nabijheid, althans in het gezichtsveld van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] zichzelf af te trekken en/of zichzelf over de penis te strelen/wrijven en/of zichzelf te bevredigen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 9 juli 2021 te Zuidlaren, gemeente Tynaarlo, althans in Nederland, de eerbaarheid heeft geschonden op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten de Tienelsweg, althans te Zuidlaren, door
  • aldaar zijn broek los te knopen, en/of
  • ( vervolgens meermalen) in de nabijheid, althans in het gezichtsveld van die [slachtoffer 1] en/of[slachtoffer 2], zijn, verdachtes, (stijve) penis uit zijn, verdachtes, broek heeft gehaald en/of met een ontblote (stijve) penis heeft gezeten en/of
  • ( vervolgens) in de nabijheid, althans in het gezichtsveld van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] zichzelf heeft afgetrokken en/of zichzelf over de penis te heeft gestreeld en/of gerwreven en/of zichzelf heeft bevredigd.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het primair ten laste gelegde.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van het bewijs gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 9 februari 2023 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Op 9 juli 2021 was ik in Zuidlaren. Ik ben achter de meisjes aangereden. De meisjes waren jong en stonden 2 á 3 meter van mij vandaan. Toen heb ik mijn penis uit mijn broek gehaald en ik heb met mijn hand om mijn penis bewegingen gemaakt. Het klopt dat ik de man op de in het dossier beschreven beelden ben.
2 Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 10 juli 2021, opgenomen op pagina 30 en verder van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL01002021184145 d.d. 19 oktober 2021:
V: Hoe oud schat je deze meisjes? A: Ik heb het gevraagd.(…)
V: De meisjes waren net 14 jaar en de andere weet ik zo even niet. A: Eentje 14 jaar en eentje 13.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 10 juli 2021, opgenomenop pagina 14 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1], afgelegd op vrijdag 9 juli 2021:
Aangever, geboren : 22 maart 2007
Vanmiddag ben ik samen met [naam 1], [naam 2], [naam 3] en [slachtoffer 2] op de fiets vanaf de camping "[camping]" naar de COOP in Zuidlaren gefietst. Op een gegeven moment gingen [slachtoffer 2] en ik op de fiets weg. Op dat moment sprak de man [slachtoffer 2] aan. Vervolgens ging die man ons achtervolgen met zijn scootmobiel. Wij fietsten naar de paarden die daar staan in een weiland. Wij stonden daar toen en toen kwam die man er op zijn scootmobiel aangereden. Hij stopte en stapte van zijn scootmobiel af en ging zitten op een bankje. Hij vroeg of wij naast hem kwamen zitten. Hij vroeg toen of [slachtoffer 2] en ik over seks spraken met elkaar. Wij zeiden: "Nee, niet echt, wij zijn nog jong". Toen zei hij dat het tijd werd. [slachtoffer 2] vroeg waarvoor het tijd werd. Hij zei voor seks. Hij zei dat hij seks met ons wilde. Hij vroeg of wij hem wilden aftrekken en pijpen en dat soort rare dingen. Hij zei dat wij er sexy uitzagen. Hij bleef maar vragen of wij naast hem wilden zitten. Toen zei hij of [slachtoffer 2] hem af wilde trekken en ik moest dan kijken of er iemand aankwam. Op dat moment deed hij zijn knoop van de broek los en haalde hij zijn piemel eruit. Hij liet zijn piemel zien. Daarna haalde hij zijn piemel weer uit zijn broek en vroeg opnieuw of wij hem af wilden trekken. Hij ging zichzelf aftrekken met zijn hand. Wij zagen dat.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 4 oktober 2021,opgenomen op pagina 25 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2], afgelegd op 16 september 2021:
Geboortedatum : 30 maart 2008
Ik zat op een paaltje voor de Coop en de man kwam naar mij toe. Op een gegeven moment gingen wij weg op de fiets. Hij kwam ons achterna met zijn scootmobiel. Wij gingen naar een bankje bij paarden in de buurt. Hij kwam daar toen ook. Hij ging op het bankje zitten. Hij kwam tegenover ons zitten. Hij vroeg ons steeds dingen. Hij vroeg ook of wij naast hem kwamen zitten. Hij begon over dat hij wel een relatie zou willen en dat hij wel toe was aan seks. Hij wilde ook dat wij bij hem op schoot kwamen zitten. En toen op een gegeven moment ging hij met zijn hand in zijn broek. Op een gegeven moment haalde hij zijn piemel uit zijn broek. Hij ging met zijn hand op en neer.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 juli 2021,opgenomen op pagina 23 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant]:
Tijdens het doen van de aangifte heeft aangeefster mij een drietal filmpjes toegestuurd via de email.
Filmpje 1
De man doet met zijn rechterhand zijn korte broek een beetje naar beneden en haalt met zijn linkerhand zijn penis uit zijn broek. De penis is slap. De man zegt iets onhoorbaars. Je hoort een meisjesstem zeggen: "Hoezo? De man zegt: gewoon ofzo, niet schrikken maar kijken". De man kijkt tijdens dit filmpje steeds naar de camera. Na enkele seconden doet de man zijn penis weer in zijn broek.
Ik, verbalisant, herken de man op het filmpje voor 100% als verdachte [verdachte] die ik op 10 juli 2021 heb gehoord als verdachte in deze zaak.
Filmpje 2
Op dit filmpje staat dezelfde man in dezelfde omgeving en op hetzelfde bankje als in het eerste filmpje. Het lijkt dat het filmpje start op het moment dat de man zijn penis uit zijn broek haalt. Zijn rechterhand maakt een beweging en zijn penis zwaait iets omhoog. Zijn linkerhand houdt hij vooraan bij de bovenste rand van zijn korte broek. De man gaat met zijn rechterhand op en neer over zijn penis, dit is een trekkende beweging waarbij hij zijn penis beweegt. Op het gehele filmpje is de man hier mee bezig.
Filmpje 3
Op dit filmpje staat dezelfde man in dezelfde omgeving en op hetzelfde bankje als in het eerste en tweede filmpje. Bij de start van dit filmpje is de man nog steeds bezig met de bewegingen waarbij hij zijn penis tussen zijn wijsvinger en duim beweegt.
De rechtbank is allereerst van oordeel dat verdachte wist dat aangeefster en [slachtoffer 2] onder de zestien jaar waren. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat de meisjes nog jong waren. In het politieverhoor verklaart verdachte dat hij heeft gevraagd aan de meisjes hoe oud ze waren, waarop zij antwoorden dat zij 13 en 14 jaar waren.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat verdachte het opzet heeft gehad om aangeefster en [slachtoffer 2] getuige te laten zijn van seksuele handelingen. Dit blijkt uit het feit dat verdachte een opvallende opbouw hanteert in zijn handelen. Hij rijdt achter de meisjes aan, stelt vragen over seks en nodigt hen uit om bij hem op een bankje te komen zitten en seksuele handelingen bij hem te verrichten. Wanneer de meisjes hiermee niet instemmen, haalt verdachte zelf zijn penis uit zijn broek en maakt trekkende bewegingen. Daaruit blijkt naar het oordeel van de rechtbank duidelijk het oogmerk van verdachte om de meisjes getuige te laten zijn van zijn seksuele handelingen.
Uit het voornoemde gedragingen van verdachte volgt ook dat verdachte de meisjes heeft bewogen om getuige te zijn van zijn seksuele handelingen. Uit de beschrijving van de door aangeefster gemaakte filmpjes blijkt dat verdachte hoorbaar zegt: “niet schrikken, maar kijken”, terwijl hij zijn penis uit zijn broek haalt en waarna hij met zijn hand over zijn penis trekkende bewegingen maakt. Hieruit blijkt zonder twijfel dat de opzet van verdachte tevens gericht was op het confronteren van de meisjes met concrete seksuele handelingen. Daarmee heeft verdachte met ontuchtig oogmerk twee jongminderjarige meisjes bewogen getuige te zijn van seksuele handelingen, zodat het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij op 9 juli 2021 te Zuidlaren meisjes, te weten
  • [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum]-2007, en- [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum]-2008, waarvan hij wist dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet hadden bereikt, met ontuchtig oogmerk ertoe heeft bewogen getuige te zijn van seksuele handelingen, door
  • opvallend naar die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te kijken, en
  • vervolgens achter die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aan te rijden, en
  • vervolgens in de nabijheid van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] op een bankje te gaan zitten endie [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te vragen of zij naast hem kwamen zitten, en
  • vervolgens die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] meerdere seksuele vragen te stellen en seksueleopmerkingen te plaatsen, en
  • vervolgens die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te vragen of zij seks met hem wilden en hem wildenaftrekken en hem wilden pijpen, en - vervolgens zijn broek los te knopen, en
  • vervolgens meermalen in het gezichtsveld van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], zijn penis uit zijnbroek te halen en met een ontblote penis te zitten en
  • die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aan te kijken, en
  • vervolgens in het gezichtsveld van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zichzelf af te trekken.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

1. een persoon van wie hij weet dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, met ontuchtig oogmerk ertoe bewegen getuige te zijn van seksuele handelingen, meermalen gepleegd.
Het bewezenverklaarde is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde feit wordt veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 40 uren en daarnaast een gevangenisstraf voor de duur van 62 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht in het bijzonder rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verdachte woont op een gesloten afdeling ‘[instelling]’. Op dit moment ligt er een verzoek tot afgifte van een zorg- dan wel rechterlijke machtiging, opdat verdachte de best mogelijke zorg kan krijgen. Een taakstraf kan verdachte uitvoeren, zij het dat hij zeer beperkt is in de mogelijkheden van uitvoering. De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de strafoplegging gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het reclasseringsadvies van 2 november 2022, het uittreksel uit de justitiële documentatie van 12 december 2022, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich in het zicht van twee minderjarige meisjes afgetrokken. Het kan voor willekeurige omstanders, en met name kinderen, heel vervelend en beangstigend zijn om in een openbare gelegenheid plotseling geconfronteerd te worden met een man met een ontbloot geslachtsdeel, zeker wanneer hij ook nog seksuele handelingen bij zichzelf verricht. Dergelijke handelingen kunnen een ongewenste en schadelijke invloed hebben op de seksuele ontwikkeling van jonge kinderen. Om die reden dienen jonge kinderen hiertegen beschermd te worden. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij de grenzen heeft overschreden en de kwalijkheid van zijn handelen niet inziet.
De rechtbank heeft acht geslagen op het advies van de reclassering van 2 november 2022. Hierin concludeert de reclassering dat verdachte al vele behandelingen heeft gehad in het kader van eerdere terbeschikkingstellingen en dat er geen gedragsverandering meer te verwachten is. Wat resteert is risicomanagement. De reclassering concludeert dat een dergelijk doel enkel door een rechterlijke machtiging kan worden behaald, waarna verdachte verplichte zorg ontvangt. Ter terechtzitting is gebleken dat een dergelijke procedure om een rechtelijke machtiging te verkrijgen reeds is opgestart.
De reclassering schat voorts in dat het opleggen van een (on)voorwaardelijke gevangenisstraf geen recidive beperkende werking zal hebben en adviseert een taakstraf op te leggen, hoewel de uitvoering daarvan moeizaam zal zijn.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte, zij het langer geleden, eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Ter terechtzitting heeft verdachte aangegeven voornamelijk bang te zijn voor de gevolgen die een herhaling van zijn handelen teweeg kan brengen. Een voorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen duur acht de rechtbank derhalve zinvol, teneinde te voorkomen dat verdachte nogmaals soortgelijke strafbare feiten zal plegen. Voorts benadrukt het opleggen van een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf de ernst van de feiten.
Daarnaast acht de rechtbank het noodzakelijk dat verdachte een taakstraf uitvoert. Gelet op de omstandigheid dat verdachte moeizaam een taakstraf kan uitvoeren, zal de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde taakstraf matigen.
Alles afwegende, acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 62 dagen passend en geboden. Een deel daarvan, 60 dagen, zal als voorwaardelijk deel worden opgelegd, met een proeftijd van drie jaren. De periode dat verdachte in voorarrest heeft verbleven zal in mindering worden gebracht. Daarnaast zal de rechtbank verdachte een taakstraf voor de duur van 20 uren opleggen, te vervangen door 10 dagen hechtenis.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 248d van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 62 dagen.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 60 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.

een taakstraf voor de duur van 20 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 10 dagen zal worden toegepast.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Baluah, voorzitter, mr. M.M. Spooren en mr. H. Hanssen, rechters, bijgestaan door mr. E.C. Kasper-Kerkdijk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 februari 2023.