ECLI:NL:RBNNE:2023:600

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
22 januari 2023
Publicatiedatum
22 februari 2023
Zaaknummer
187739
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming bijzondere curator in een familiezorgprocedure met betrekking tot minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter op 26 januari 2023 een beschikking gegeven met betrekking tot de benoeming van een bijzondere curator voor de minderjarige [de minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2005. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van ernstige loyaliteitsproblemen bij de minderjarige, die zich uiten in de verschillende verhalen die hij hoort van zijn ouders. De moeder heeft aangegeven dat zij het strafdossier van de vader aan de minderjarige wil geven, maar de kinderrechter heeft geoordeeld dat dit niet in het belang van de minderjarige is.

De kinderrechter heeft eerder op 28 oktober 2022 mevrouw M.R. Rauwerda en mevrouw R. Meinema aangesteld als bijzondere curatoren voor de minderjarige. Bij de beschikking van 26 januari 2023 is de taak van mevrouw Meinema beëindigd, terwijl de taak van mevrouw Rauwerda nog niet was afgerond. De kinderrechter heeft daarom mevrouw Meinema opnieuw benoemd als bijzondere curator, met de opdracht om de belangen van de minderjarige te behartigen in zijn zoektocht naar de waarheid en om hem te ondersteunen bij zijn loyaliteitsproblematiek.

De kinderrechter heeft de bijzondere curator opgedragen om de Leidraad werkwijze en verslag bijzondere curatoren ex artikel 1:250 BW in acht te nemen en heeft de zaak opnieuw gepland voor 27 juni 2023. De beschikking is openbaar uitgesproken en hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Leeuwarden
zaaknummer: C/17/187739 / FA RK 23-136
Datum uitspraak: 26 januari 2023
beschikking benoeming bijzondere curator
inzake de minderjarige
[de minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2005 te [plaats] ,
hierna te noemen [de minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
[namen gezinshuisouders],
hierna te noemen: de gezinshuisouders,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: de GI (Gecertificeerde Instelling),
mr. M.R. Rauwerda,
de bijzondere curator van [de minderjarige] ,
kantoorhoudende te Leeuwarden.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Bij beschikking van de kinderrechter van 28 oktober 2022 heeft de kinderrechter mevrouw Rauwerda en mevrouw R. Meinema aangesteld als bijzondere curatoren voor [de minderjarige] . Bij beslissing van 26 januari 2023 heeft de kinderrechter geoordeeld dat de taak van mevrouw Meinema, die betrekking had op de zorgregeling tussen [de minderjarige] en zijn moeder, is beëindigd. Omdat de taak van mr. Rauwerda nog niet was afgerond, loopt haar benoeming door.

2.De feiten

2.1.
Het ouderlijk gezag over [de minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
2.2.
[de minderjarige] verblijft in gezinshuis [X] .
2.3.
Bij beschikking van 12 oktober 2022 is de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] verlengd tot aan zijn meerderjarigheid, te weten tot [datum] 2023. De kinderrechter heeft bij diezelfde beschikking ook de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder 24-uurs (gezinshuis) verlengd tot [datum] 2023.

3.De beoordeling

3.1.
[de minderjarige] heeft tijdens het kindgesprek op 20 januari 2023 aangegeven dat het wisselend met hem gaat. Dit komt vooral door de verschillende verhalen die hij hoort van zijn vader en moeder over het verleden. Zoals ook op de zitting besproken, is er sprake van forse loyaliteitsproblematiek bij [de minderjarige] . De vader en moeder van [de minderjarige] hebben een verschillende kijk op het verleden. Voor [de minderjarige] is het erg belangrijk om te weten wat de waarheid is. Een groot onderwerp bij zijn zoektocht naar de waarheid zijn de strafbare feiten waarvoor zijn ouders zijn veroordeeld. De moeder wil het strafdossier aan [de minderjarige] geven zodat hij zelf kan zien welke ernstige strafbare feiten, er volgens de moeder, door de vader zijn gepleegd. Op de zitting is ook besproken dat dit niet in het belang van [de minderjarige] is. De moeder heeft wel aangegeven dat zij dit liever ook niet wil, maar ze wil ook eerlijk zijn richting [de minderjarige] .
3.2.
Ingevolge artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek kan de rechter, wanneer in aangelegenheden betreffende diens verzorging en opvoeding, dan wel het vermogen van de minderjarige, de belangen van de met het gezag belaste ouders of de voogd in strijd zijn met die van de minderjarige, een bijzondere curator benoemen om de minderjarige ter zake zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen, indien de rechter dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht, daarbij in het bijzonder de aard van de belangenstrijd in aanmerking genomen. De kinderrechter stelt vast dat [de minderjarige] ernstige loyaliteitsproblemen heeft. Zijn ouders kunnen gezamenlijk niet één verhaal vertellen aan [de minderjarige] . Er is sprake van een belangenstrijd.
3.3.
De kinderrechter ziet daarom aanleiding om ambtshalve mevrouw Meinema te benoemen als bijzondere curator en een nieuwe opdracht te geven. Nu deze ziet op een andere rechtsbelang dan die in de procedure met nummer C/17/185919 / JE RK 22-741 is een nieuwe benoeming aangewezen. De kinderrechter geeft mevrouw Meinema als taak om de belangen van [de minderjarige] te behartigen bij zijn zoektocht naar de waarheid en zijn loyaliteitsproblematiek. Ze dient beschikbaar te zijn voor [de minderjarige] als vertrouwenspersoon en dient de regie te nemen bij de beslissing of en zo ja hoe het strafdossier van de ouders met [de minderjarige] wordt gedeeld. Dit dient te gebeuren op een wijze waarbij het verhaal, wat de ouders onmogelijk gezamenlijk aan hem kunnen geven, hanteerbaar voor [de minderjarige] wordt. Ze kan daarbij ook onderzoeken of er hulp voor [de minderjarige] of voor de ouders hierbij nodig is en hierover advies uitbrengen. Op de zitting is afgesproken dat de moeder deze stukken zal overhandigen aan mevrouw Meinema en mevrouw Rauwerda.
3.4.
De kinderrechter verzoekt de bijzondere curator om de Leidraad werkwijze en verslag bijzondere curatoren ex artikel 1:250 BW in acht te nemen, te raadplegen via www.rechtspraak.nl. De kinderrechter wijst de betrokkenen erop dat zij gevolg dienen te geven aan de door de bijzondere curator te geven instructies.
3.5.
De zaak zal op 27 juni 2023 om 13.45 uur opnieuw ter zitting besproken worden met aandacht voor de bevindingen van de bijzondere curator. De kinderrechter verzoekt de bijzondere curator voorafgaand aan de volgende zitting het verslag aan de rechtbank toe te sturen.

4.Beslissing

4.1.
De rechtbank:
benoemt tot bijzondere curator over de minderjarige [de minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2005:
mevrouw R. Meinema, MfN register mediator,
[gegevens bijzondere curator]
om in deze procedure de belangen van deze minderjarige te behartigen, dit met inachtneming van hetgeen de rechtbank onder punt 3.3. heeft overwogen;
4.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.3.
verwijst de zaak naar de zitting 27 juni 2023 om 13.45 uur voor de voortgang van de werkzaamheden van de bijzondere curator;
4.4.
draagt de bijzondere curator op de rechtbank uiterlijk 20 juni 2023 schriftelijk verslag te doen, althans voor deze datum schriftelijk bericht te doen over de voortgang van de werkzaamheden;
4.5.
bepaalt dat de griffier van deze rechtbank een afschrift van het rapport van de bijzondere curator aan de moeder, de GI en de gezinshuisouders zal toezenden.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Teertstra, (kinder)rechter, bijgestaan door de griffier en in het openbaar uitgesproken op 26 januari 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak.
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden