In deze zaak heeft de kantonrechter te Assen op 20 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen betrokkene en zijn voormalig bewindvoerder. Betrokkene heeft een verzoek ingediend tot vaststelling van de schade die hij heeft geleden als gevolg van het door de voormalig bewindvoerder gevoerde bewind. De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift dat op 30 september 2022 is ingediend en heeft een mondelinge behandeling gehouden op 6 februari 2023, waarbij zowel betrokkene als de voormalig bewindvoerder aanwezig waren.
De feiten van de zaak zijn als volgt: bij beschikking van 13 september 2012 is er een bewind ingesteld over de goederen en gelden van betrokkene. De voormalig bewindvoerder is op 16 maart 2021 benoemd en heeft het bewind op 13 september 2022 opgeheven. Betrokkene heeft gesteld dat de voormalig bewindvoerder tijdens haar bewind onrechtmatige onttrekkingen heeft gedaan van zijn rekening, wat heeft geleid tot financiële schade. Hij heeft een schadebedrag van € 6.830,95 geclaimd.
De voormalig bewindvoerder heeft tijdens de zitting erkend dat zij tekort is geschoten in haar verplichtingen en heeft excuses aangeboden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de voormalig bewindvoerder aansprakelijk is voor de schade die betrokkene heeft geleden door de onrechtmatige onttrekkingen. De kantonrechter heeft de schade vastgesteld op een totaalbedrag van € 8.884,45, dat de voormalig bewindvoerder aan betrokkene moet vergoeden, vermeerderd met wettelijke rente. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.