Uitspraak
RECHTBANK Noord-Nederland
1.DE ONBEKENDE HUURDERS,
[gedaagde],
1.De procedure
- het verzoekschrift inzake het inroepen van het huurbeding ex artikel 3:264 BW;
- de mondelinge behandeling van de zaak, gehouden op 5 juni 2023.
2.De feiten
€ 14.325,00. De totale vordering van de bank beloopt per 1 april 2023 een bedrag van
€ 616.555,15, te vermeerderen met rente en kosten.
3.Het verzoek
4.De beoordeling
19 juli 2023.
binnentwee weken na betekening van deze beschikking te ontruimen, overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Ingevolge artikel 3:264 lid 6 BW stelt de voorzieningenrechter – zo hij verlof verleent – een termijn vast waarbinnen geen ontruiming mag plaatsvinden. De gevraagde veroordeling tot ontruiming binnen een termijn kan daarom niet worden toegewezen. Aan de onbekende huurders c.q. onderhuurders zal een ontruimingstermijn van veertien dagen gegund worden.