ECLI:NL:RBNNE:2023:5591

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
2 mei 2023
Publicatiedatum
21 juni 2024
Zaaknummer
10064558 CV EXPL 22-5051
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst en schadevergoeding na uitblijven termijnbetalingen bij verkoop van een auto

In deze civiele zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 2 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en gedaagde over de ontbinding van een koopovereenkomst betreffende een Mercedes Benz. Eiser, een taxichauffeur, heeft op 16 oktober 2016 een auto verkocht aan gedaagde, eveneens een taxichauffeur, voor een bedrag van € 6.000,00, te betalen in zes termijnen. Gedaagde heeft slechts de eerste termijn voldaan en is in gebreke gebleven met de overige betalingen. Eiser heeft de overeenkomst op 30 mei 2017 buitengerechtelijk ontbonden en gedaagde aansprakelijk gesteld voor de waarde van de auto, die hij niet kon terugleveren omdat hij deze inmiddels had gesloopt.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de ontbinding van de overeenkomst op goede gronden heeft plaatsgevonden, aangezien gedaagde zijn betalingsverplichtingen niet is nagekomen. Gedaagde voerde aan dat de vordering in strijd was met de redelijkheid en billijkheid, maar de rechter oordeelde dat betalingsonmacht geen reden is om de vordering niet toe te wijzen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde de waarde van de auto moet vergoeden, die gelijk is aan de koopsom van € 6.000,00, minus het reeds betaalde bedrag van € 1.000,00. Eiser heeft recht op een schadevergoeding van € 5.000,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Groningen
Zaak\rolnummer: 10064558 CV EXPL 22-5051
Vonnis van 2 mei 2023
inzake

[eiser] , wonende te [woonplaats 1] ,

eiser, hierna [eiser] te noemen,
gemachtigde mr. P.N. Huisman, advocaat te Groningen,
tegen

[gedaagde] , wonende te [woonplaats 2]

gedaagde, hierna [gedaagde] te noemen,
in persoon procederende.

PROCESGANG

Bij tussenvonnis van 15 november 2022 heeft de kantonrechter een comparitie van partijen gelast. Deze heeft plaatsgevonden op 21 februari 2023 in aanwezigheid van partijen en hun gemachtigden. Van het verhandelde ter zitting is aantekening gehouden door de griffier. Tenslotte is wederom vonnis bepaald. De uitspraak daarvan is nader vastgesteld op heden.

OVERWEGINGEN

De feiten
1.1.
Zowel [eiser] als [gedaagde] zijn werkzaam als zelfstandig taxichauffeur en zij kennen elkaar in die hoedanigheid.
1.2.
[eiser] heeft op 16 oktober 2016 een Mercedes Benz, type E-Klasse Avantgarde Lorinser met kenteken [kenteken] , aan [gedaagde] verkocht en geleverd tegen een koopsom van € 6000,00 na een verleende korting van € 2.500,00. Volgens de door partijen ondertekende factuur d.d. 16 oktober 2016 diende [gedaagde] de auto in zes termijnen van € 1.000,00 te voldoen, de eerste termijn vervallende uiterlijk op 30 november 2016 en de laatste termijn op uiterlijk 30 mei 2017. In de koopovereenkomst, tevens factuur, staat voor zover hier van belang nog vermeld:
“(…..).
Auto is gezien, gereden en akkoord bevonden.
Voertuig wordt verkocht zonder garantie,
Er is een korting van € 2500,- op het voertuig gedaan ivm diverse schades en storingen.
(…..).”
De factuur is ten naam gesteld van Budget Taxi Groningen, destijds de onderneming van [gedaagde] . [gedaagde] heeft de factuur ondertekend onder de vermelding “Akkoord Budget Taxi Groningen”.
1.3.
[gedaagde] heeft de eerste termijn van € 1.000,00 aan [eiser] voldaan. Op of omstreeks de maand januari 2017 is de onderhavige auto op naam van de zoon van [gedaagde] gesteld.
1.4.
[eiser] heeft de tussen hem en [gedaagde] vanaf maart 2017 plaatsgevonden Whatsapp contacten in het geding gebracht. Daarin staat onder meer vermeld:
“(…..).
{12-02-17 14:34:27} [gedaagde] : Goedemiddag [eiser] we moeten even praten want we vallen van het ene probleem in het andere nu is de automaatbak weer kapot en we hebben nu al meer dan 2900 euro aan kosten gehad ex inbouw van de bct a 2000 euro e jouw 1000 euro dat is al 5000 euro wij zijn kapot aan het gaan en het lukt ons niet meer om alles op te lossen dus ik denk dat we even rond de tafel moete. Om te kijken hoe we dit oplossen.
(….).
{23-02-17 11:56:30} [eiser] : Ik heb nagedacht over deze situatie. Ik wil de staat van de Mercedes eerst bekijken..als we er uit kunnen komen overweeg ik de auto wel terug te nemen.
{26-02-17 11:53:04} [gedaagde] : Vannacht is ie weer in de noodloopmodus gegaan weer hetzelfde probleem dus hij gaat morgen weer naar [naam] .
(…..)..
{27-02-17 14:26:03} [gedaagde] : [eiser] de auto heeft weer een versnellingsbak probleem nu schijnt het in de bak zelf te zitten reparatie is ons te duur wec hebben het geld er gewoon niet voor op dit moment want dat is gelijk afrekenen na reparatie. Reparatie vorige week was 500 en dat was ons laatste gel dus kom maar met die geinteresseerde misschien dat we er uit kunnen komen.
(….).
{27-02-17 14:45:21} [gedaagde] : Het is nu een klep in de bak volgens [naam] zij zeggen andere bak er onder vond het twijfelachtig maar zou kunnen ik heb werkelijk geen idee denk er over nogmaals een diagnose te laten stellen door een ander bedrijf.
(…..).
{27-02-17 14:48:48} [gedaagde] : Maar wil zowiezo van de auto af kan beter verlies nemen dan doorgaan het is werkelijk de slechtste auto die ik ooit gekocht heb en dat is niet om jouw af te zeiken maar deze serie staat er om bekend veel electronica problemen te hebben ja snap het ik zou ook geen auto met een kapotte bak kopen.
(……).
{27-02-17 15:08:43} [gedaagde] : Kijk we hebben aan betaalde kilometers ongeveer 4000 reparaties ongeveer 3000 euro nu andere bak tussen de 1000 en 1500 jij hebt 1000 gehad dat betekend dat inclusief inbouw bct wij al 6000 geinvesteerd hebben zonder de bak nu nog 1000 tot 1500 er bij is 7 tot 7.5 duizend jij nog 5000 is 12500 en dan is het wachten op het volgend probleem dus ja wat is wijsheid ik denk het verlies nemen en geen cent meer in stoppen.
(…..).
27-02-17 16:14:45} [eiser] : Ik zou eerst een goede diagnose laten stellen op de Mercedes. (…..).
{01-03-17 14:27:43} [gedaagde] : Hallo [eiser] het blijkt dat een van de klepjes die op het brein zitten niet goed gemonteerd is reparatiekosten bij wensink 1500 euro dat gaan we dus niet doen auto word geschorst vandaag en op non actief gezet bct word uitgebouwd daarna word ie verkocht steek er geen cent meer in de kosten die we hebben gehad totaal 4500 euro beschouw ik wel als verlies dus hij is te koop voor 5000 euro.
(….).
{01-03-17 14:37:04} [gedaagde] : Nee herstel jij moet 10000 euro hebben voor een wrak die een schop van een dood paard waard was we zien wel waar het op uit loopt anders schuif ik hem zo naar de schrootbak ben er helemaal klaar mee.
(….).
{07-03-17 14:54:34} [eiser] : Beste [gedaagde] …we zijn volwassen mensen onder elkaar. Ik heb jou uit volle vertrouwen 6000 euro geleend. Ik heb helder gecommuniceerd. Contract ondertekent. En nu na 5 maanden kom je ineens een gemolesteerde auto terug brengen? Echt…kerel die afspraken maken.? [zoon gedaagde] komt doodleuk even zeggen van haar een kapotte auto maar weer op? Jullie zetten kwaad bloed bij mij nu.
(……).
07-03-17 15:01:45} [eiser] : Ik wil naar de auto kijken. Een onafhankelijke partij moet naar de auto kijken. Daarna beslis ik of ik de auto terugneem.
(…..).”
1.5.
Voorts heeft [eiser] heeft de tussen hem en de zoon van [gedaagde] ( [zoon gedaagde] ) de vanaf maart 2017 plaatsgevonden Whatsapp contacten in het geding gebracht. Daarin staat onder meer vermeld:
“{07-03-17 09:46:07} [zoon gedaagde] : Beste [eiser] we hebben even zitten wikken en wegen maar we hebben besloten dat de auto maar terug moet naar jou en dan beschouw je de aanbetaling van 1000 euro die we hebben gedaan en de onderdelen die we hebben vervangen/laten repareren maar als huur voor de auto vandaag gaat de bct er uit en word de auto wat mij betreft geschorst of overgeschreven op jouw naam wij zien van de verdere koop van de auto af hij kost ons teveel en kunnen het niet opbrengen. Dus je kan hem komen halen vandaag of wanneer het je uitkomt kan ook blijven staan tot je een koper hebt maar dan word ie wel geschorst met vriendelijke groet [zoon gedaagde] en [gedaagde] .
{07-03-17 10:08:38} [eiser] : Zo gaan we dit niet oplossen heren..!!
{07-03-17 10:31:26} [eiser] : Jullie hebben 5 maanden de auto in bezit gehad. Bak is stuk. En wegens jullie late betalingen heb ik allemaal verhogingen en aanmaningen aan me broek. Ik ben best bereid om te kijken of ik de auto terug kan nemen. Maar wil eerst de staat zien. Ik hoef geen gemolesteerde auto terug. Jullie zetten er kwaad bloed mee bij mij door deze situatie.
(……).”
1.6.
Bij brief van 7 maart 2017 heeft [gedaagde] aan [eiser] meegedeeld dat de geleverde Mercedes zodanige gebreken heeft dat sprake is van non-conformiteit in de zin van artikel 7:17 BW. Daarbij is [eiser] in de gelegenheid gesteld om de gebreken binnen twee weken te herstellen dan wel de auto terug te nemen bij gebreke waarvan hij de gebreken op kosten van [eiser] zal laten herstellen bij een gespecialiseerde garage dan wel zal hij de ontbinding van de koopovereenkomst inroepen.
1.7.
Bij brief van 9 maart 2017 heeft [eiser] [gedaagde] tot betaling aangemaand terzake van een bedrag van € 5.000,00. Daarbij is [gedaagde] in de gelegenheid gesteld om voormeld bedrag binnen 14 dagen na bezorging van deze brief te voldoen, bij gebreke waarvan hij buitengerechtelijke incassokosten zal zijn verschuldigd.
1.8.
Bij brief van 13 maart 2017 aan [gedaagde] heeft [eiser] ontkend dat sprake is van non-conformiteit in de zin van artikel 7:17 BW, omdat sprake is van een zakelijke overeenkomst. Voorts heeft [eiser] ontkend dat hij aansprakelijk is voor de vermeende gebreken aan de auto. Tevens heeft hij gemeld dat de betalingstermijnen zijn verstreken en dat hij de zaak ter incasso uit handen zal geven.
1.9.
[eiser] heeft de vordering op of omstreeks 27 maart 2017 ter incasso uit handen gegeven aan Payt Incasso. Deze heeft [gedaagde] bij brieven van 27 maart 2017 en 24 april 2017 tot betaling aangemaand terzake van de openstaande hoofdsom vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten. Nadien heeft De Schout Gerechtsdeurwaarders [gedaagde] bij brief van 6 mei 2017 nog tot betaling aangemaand.
1.10.
Bij brief van 30 mei 2017 aan [gedaagde] heeft [eiser] de koopovereenkomst ontbonden, aangezien [gedaagde] zijn betalingsverplichting niet is nagekomen. Voorts heeft [eiser] [gedaagde] aansprakelijk gesteld voor de ontstane schade aan de auto. In de brief staat voor zover hier van belang vermeld:
“(…..).
Voor alle duidelijkheid: Vanaf dit moment zijn jullie niet meer de eigenaren van het voertuig. Jullie mogen het voertuig niet meer betreden. (….). U dient alle sleutels en documenten in te leveren aan mij. (…..). Alle documenten en sleutels dienen aangetekend op gestuurd te worden naar het adres op de factuur, doet u dit niet aangetekend bent u hier aansprakelijk als er wel iets misgaat met de post. U mag ook samen in overleg met de garagehouder [naam] waar het voertuig momenteel gestald staat om bemiddeling vragen, indien hij wil bemiddelen en ik alle zaken terugkrijg zoals genoemd ga ik ook akkoord. Zodra ik alles in ontvangst heb zal ik het voertuig onmiddellijk vrijwaren.
(…..).”
1.11.
Bij brief van 13 september 2017 heeft de voormalige gemachtigde van [gedaagde] , mr. G.B. de Jong, onder meer aan [eiser] meegedeeld:
“(…..).
Op 23 juni 2017 heb ik u een brief gestuurd namens mijn cliënt, de heer [gedaagde] . Hierbij heb ik u laten weten dat de koopovereenkomst die u op 16 oktober 2016 met mijn cliënt sloot werd ontbonden op grond van wanprestatie van uw kant. (….). Vast staat dat u tekortgeschoten bent in de nakoming van de overeenkomst. U had zelf destijds aangegeven dat nakoming niet meer zal geschieden, daar u cliënt op 13 maart 2017 per brief hebt laten weten dat de auto niet voldoet aan de verwachtingen, maar dat u geenszins een oplossing biedt en niet de reparatiekosten op zich wilde nemen. In deze brief gaf u zelf al aan ook de overeenkomst te willen ontbinden. Aldus is gebeurd. (….). Nu u geen enkele reactie heeft gegeven en het er niet op lijkt dat u de Mercedes Benz terug wil nemen en daar mijn cliënt schadeloos te stellen, is mijn cliënt genoodzaakt om afstand van de Mercedes Benz te doen. Dit mede gelet op de schadebeperkingsplicht en het feit dat de Mercedes Benz juridisch gezien weer in uw eigendom hoort te vallen door ongedaanmaking van de koopovereenkomst, maar u geen enkele actie onderneemt. Cliënt wenst de auto niet langer zelf in eigendom te hebben.
In de bijlage treft u een taxatierapport aan van Wensink, waaruit blijkt wat de staat en huidige waarde van de Mercedes Benz is (*).
(…..).”
1.12.
In voormeld taxatierapport van Wensink d.d. 17 augustus 2017 staat onder meer vermeld:
“(…..).
Totaal opknapkosten € 1300
Basiswaarde € 2181
Correctie totaal € -911
Totale waarde € 1280
Mijn waarde € 0
(…..).”
1.13.
In de nacht van 25 op 26 april 2017 heeft [eiser] tezamen met een drietal vrienden [gedaagde] overvallen in zijn taxi bij de voetbalvelden aan de Zilverlaan in Groningen. Hij is daar door [eiser] naar toe gelokt nadat hij een taxi bij [gedaagde] had besteld. Twee vrienden van [eiser] zijn op achterbank gaan zitten waarvan één een mes op het lichaam van [gedaagde] had gericht. De andere vriend heeft een draad om de hals van [gedaagde] gelegd. Een derde vriend is naast [gedaagde] gaan zitten en heeft de autosleutel en telefoon van [gedaagde] afgepakt. Beide zaken zijn meegenomen, [gedaagde] hebben ze bedreigd met de dood en ter plekke achtergelaten.
1.14.
[gedaagde] heeft dezelfde nacht nog aangifte gedaan. Het terzake opgemaakte proces-verbaal is door [eiser] in het geding gebracht.
1.15.
[eiser] is op 15 december 2017 door de meervoudige strafkamer van deze rechtbank veroordeeld voor diefstal met geweld en bedreiging met geweld, in vereniging gepleegd. Hij heeft een straf opgelegd gekregen van een jaar waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met daaraan gekoppeld algemene en bijzondere voorwaarden. Aan [gedaagde] is als benadeelde partij een schadevergoeding toegekend van € 4.320,00. In het strafvonnis is onder meer overwogen:
“Met hun handelen hebben verdachte en zijn medeverdachten niet alleen het eigendomsrecht van aangever aangetast, maar hem ook alles ontnomen wat hij voor zijn werk nodig had. Ook hebben zij het gevoel van veiligheid en vertrouwen in de medemens ernstig aangetast. Als dienstverleners die met name ook in de nachtelijke uren werkzaam zijn, vormen taxichauffeurs een kwetsbare groep. Juist zij moeten kunnen vertrouwen op de goede bedoelingen van degenen die zich bij hen als klant aanmelden. De ervaring leert dat een slachtoffer van dit soort berovingen meestal nog lange tijd gevoelens van angst houdt en daarvan veel hinder ondervindt in het dagelijks leven, vooral tijdens het werk. Verdachte en zijn medeverdachten hebben voor dit alles geen oog gehad. Het ging hen slechts om het financiële belang van één van hen.”
1.16.
Op of omstreeks 6 september 2017 heeft [gedaagde] de auto naar de sloop gebracht. Blijkens inlichtingen van het RDW staat de auto geregistreerd als geëxporteerd naar het buitenland.
1.17.
[eiser] heeft op 9 mei 2018 aangifte gedaan wegens verduistering. Vervolgens is de zaak door zijn toenmalige gemachtigde via een zogenaamde artikel 12 procedure aan het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voorgelegd. Bij beschikking van 12 juni 2019 heeft het Gerechtshof de klacht afgewezen en geoordeeld dat het geschil civielrechtelijk dient te worden beslecht.
1.18.
Ingevolge een aan [gedaagde] op 27 maart 2020 betekende sommatie heeft de gemachtigde van [eiser] aanspraak gemaakt op een bedrag van € 5.625,00.
Het standpunt van [eiser]
2.1.
[eiser] maakt in deze procedure aanspraak op een bedrag van € 5.000,00 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente berekend vanaf 30 mei 2017 en een bedrag van € 625,00 aan buitengerechtelijke incassokosten.
2.2.
[eiser] heeft in de dagvaarding nakoming van de koopovereenkomst aan de vordering ten grondslag gelegd. Ter zitting heeft hij de grondslag gewijzigd. [eiser] heeft aangevoerd dat [gedaagde] , ondanks daartoe te zijn aangemaand, zijn betalingsverplichting uit hoofde van de koopovereenkomst niet is nagekomen waarna [eiser] de overeenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden. [gedaagde] was als gevolg van de ontbinding gehouden tot teruggave van de auto. Omdat hij dat niet heeft gedaan en ook niet meer kan doen, hij heeft de auto niet meer in bezit, moet [gedaagde] de waarde van de auto vergoeden. Deze kan worden begroot op de koopsom van € 6.000,00. Omdat [gedaagde] van de koopsom € 1.000,00 heeft betaald, wordt thans het onbetaald gebleven deel van de koopsom gevorderd.
Het standpunt van [gedaagde]
3.1.
[gedaagde] voert verweer tegen de vordering. Sinds 2017 wordt hij door [eiser] gestalkt met deze vordering. Hetgeen hem door toedoen van [eiser] in de nacht van 25 op 26 april 2017 is overkomen heeft een grote wissel op hem getrokken. De gevolgen voor hem zijn enorm. Zo kampt hij met psychische klachten en durft hij niet meer te slapen. Gezien het vorenstaande is de vordering in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Bij toewijzing van de vordering zou hij onredelijk worden benadeeld en zijn positie zou onredelijk worden verzwaard. Toewijzing van de vordering is bovendien in strijd met de goede zeden en/of de openbare orde. De overeenkomst is al meer dan vijf jaar geleden ontbonden, het is in strijd met de rechtszekerheid dat [eiser] pas in 2022 een rechtsvordering heeft ingesteld.
De beoordeling
4.1.
Tussen partijen staat vast dat zij op 16 oktober 2016 een overeenkomst hebben gesloten in het kader waarvan [eiser] een auto aan [gedaagde] heeft verkocht en geleverd tegen een koopsom van € 6.000,00, te voldoen in zes maandelijkse termijnen van € 1.000,00. In de overeenkomst staat vermeld dat de auto zonder garantie is verkocht en door [gedaagde] is gezien, gereden en akkoord is bevonden. Voorts staat vast dat [gedaagde] een termijn van € 1.000,00 aan [eiser] heeft voldaan, maar dat hij met de betaling van de resterende contractueel overeengekomen termijnen in gebreke is gebleven. Zowel [eiser] (op 30 mei 2017) als [gedaagde] (op 23 juni 2017) hebben buitengerechtelijk de ontbinding van de overeenkomst ingeroepen. Wegens het uitblijven van de termijnbetalingen heeft [eiser] in beginsel de ontbinding kunnen inroepen. Dit is alleen anders als hij op dat moment in schuldeisersverzuim verkeerde. De kantonrechter begrijpt het verweer van [gedaagde] zo dat hij meent dat daarvan sprake is omdat de auto niet voldeed aan hetgeen hij daarvan mocht verwachten. Welke eigenschappen de auto niet had die [gedaagde] op basis van de koopovereenkomst wel had mogen verwachten heeft hij echter niet afdoende kenbaar gemaakt. Daartoe overweegt de kantonrechter dat het enkele feit dat [gedaagde] na aankoop te maken heeft gehad met reparaties nog niet betekent dat de auto non-conform was. Dit geldt te meer omdat hij de auto zonder garantie heeft gekocht en dat in de overeenkomst staat vermeld “auto is gezien, gereden en akkoord bevonden”. Van [gedaagde] had dan ook tenminste mogen worden verwacht dat hij uiteen had gezet op basis waarvan hij meende dat hij de problemen die zich bij de auto hebben voorgedaan niet hoefde te verwachten. Dat heeft hij echter nagelaten. Alleen al daarom strandt het beroep op schuldeisersverzuim. In de correspondentie (brief van 7 maart 2017) heeft [gedaagde] nog benoemd dat hij consumentenbescherming geniet, kennelijk doelend op artikel 7:18 BW. Er is naar het oordeel van de kantonrechter echter geen sprake van een consumentenkoop, omdat onweersproken is gebleven dat [gedaagde] de auto voor zakelijke doeleinden heeft gekocht, namelijk voor de uitoefening van zijn taxi-bedrijf. Evenwel, ook in het geval van een consumentenkoop rust op de koper de verplichting om gemotiveerd uiteen te zetten op welk punt en waarom het gekochte niet beantwoord aan het hetgeen daarvan verwacht mag worden.
4.2.
De conclusie is dat [eiser] de overeenkomst op goede gronden buitengerechtelijk heeft ontbonden. Een ontbinding brengt mee dat de contractueel overeengekomen wederzijds verrichte prestaties ongedaan moeten worden gemaakt. Aldus lag het op de weg van [gedaagde] om de auto aan [eiser] terug te leveren. Ondanks verzoeken daartoe van [eiser] , onder meer bij zijn brief van 30 mei 2017, stelt de kantonrechter vast dat [gedaagde] daarmee in gebreke is gebleven. Dat [gedaagde] de auto wel degelijk heeft willen teruggeven maar dat hij hiertoe niet in staat is gesteld door [eiser] is niet gebleken. Dit kan in ieder geval niet worden afgeleid uit de brief van 13 september 2017 van de toenmalige gemachtigde van [gedaagde] . Aangezien ter zitting bovendien is gebleken dat [gedaagde] sinds 6 september 2017 niet meer in het bezit van de auto is, dient te worden geconcludeerd dat [gedaagde] ook niet meer aan de op hem rustende ongedaanmakingsverplichting kon (en kan) voldoen. Dit betekent dat [gedaagde] op grond van artikel 6:272 BW aan [eiser] de waarde dient te vergoeden die de auto vertegenwoordigde op het moment dat hij deze van [eiser] in ontvangst nam. [eiser] heeft voor de waarde van de auto aangeknoopt bij de koopsom. [gedaagde] heeft daar tegen ingebracht dat de auto geen waarde vertegenwoordigde en heeft in dat kader verwezen naar het taxatierapport van Wensink Groningen. Dit rapport dateert echter van 17 augustus 2017. Op dat moment was er tien maanden verstreken sinds de aanschaf van de auto en stond er 8.500 kilometer meer op de meter dan ten tijde van de aankoop. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat [gedaagde] onvoldoende gemotiveerd heeft betwist dat de waarde die de auto vertegenwoordigde gelijk is aan de aankoopsom. Nu [gedaagde] een bedrag van € 1.000,00 heeft betaald dient hij nog € 5.000 aan [eiser] te vergoeden. Dit bedrag zal dan ook worden toegewezen.
4.3.
[gedaagde] heeft nog aangevoerd dat “de vordering in strijd is met de redelijkheid en billijkheid, aangezien [gedaagde] onredelijk zou worden benadeeld en zijn positie onredelijk zou worden verzwaard bij toewijzing van de vordering”. Wat [gedaagde] hier mee bedoelt is, ook ter zitting, niet helder geworden. Enkel is toegelicht dat het voor [gedaagde] in financieel opzicht erg nadelig zal zijn als de vordering wordt toegewezen. Betalingsonmacht is echter geen reden om de vordering niet toe te wijzen. Het verweer zal om die reden dan ook worden gepasseerd.
4.4.
Ten slotte heeft [gedaagde] aangevoerd dat toewijzing van de vordering in strijd is met de goede zeden en/of de openbare orde. Dit verweer treft eveneens geen doel. Niet duidelijk is op basis waarvan [gedaagde] meent dat sprake zou zijn van strijdigheid met de goede zeden en/of de openbare orde. Geconstateerd moet worden dat er een rechtsgeldige koopovereenkomst is gesloten en de auto is conform deze overeenkomst door [eiser] aan [gedaagde] geleverd. De vordering die [eiser] in de procedure heeft ingesteld omdat betaling aan de zijde van [gedaagde] is uitgebleven is ook niet in strijd met de goede zeden of openbare orde. Het feit dat [eiser] strafrechtelijk is veroordeeld voor diefstal met geweld gepleegd tegen [gedaagde] , maakt dit niet anders.
4.5.
Het voorgaande leidt ertoe dat de gevorderde hoofdsom toewijsbaar is, evenals de mee gevorderde rente, aangezien [gedaagde] met de betaling in verzuim is geraakt.
Aangezien [eiser] daarnaast voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht, zijn de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten eveneens toewijsbaar.
4.6.
[gedaagde] zal voorts, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld.

BESLISSING

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om tegen bewijs van kwijting aan [eiser] te voldoen een bedrag van € 5.625,00 vermeerderd met de wettelijke rente over € 5.000,00 te rekenen vanaf 30 mei 2017 tot de dag der algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, die aan de zijde van [eiser] tot aan deze uitspraak worden vastgesteld op € 129,74 aan explootkosten, € 86,00 aan vastrecht en € 622,00 aan salaris-gemachtigde;
5.2.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.T. de Jonge, kantonrechter, en op 2 mei 2023 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
typ: 580