In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 7 november 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Acantus en een gedaagde. De eiseres, Acantus, vorderde ontruiming van een huurwoning die door de burgemeester was gesloten vanwege de aanwezigheid van een hennepkwekerij. De gedaagde had zonder toestemming van de verhuurder een woningruil uitgevoerd en verbleef zonder recht of titel in de woning. De procedure begon met een dagvaarding op 20 oktober 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 24 oktober 2023. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende spoedeisend belang was voor de vordering van Acantus, aangezien de gedaagde zonder recht in de woning verbleef. De rechter concludeerde dat de gedaagde verantwoordelijk was voor de situatie in de woning, ook al was hij tijdelijk afwezig. De vordering tot ontruiming werd toegewezen, met de verplichting voor de gedaagde om de woning uiterlijk op 20 januari 2024 te ontruimen. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan Acantus en in de proceskosten. De rechter wees de gevorderde dwangsom af, omdat de ontruiming door een deurwaarder moest plaatsvinden. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is een belangrijke uitspraak in het civiele recht met betrekking tot huurrecht en ontruiming.