ECLI:NL:RBNNE:2023:5545
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vonnis in een strafzaak betreffende mensensmokkel met een minderjarige
Op 24 oktober 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel. De zaak kwam voort uit een onderzoek dat begon met de aanhouding van de verdachte op 4 januari 2022. De verdachte, geboren in 1977, werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A.M. Veld, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. S.E. Eijzenga. De tenlastelegging betrof het helpen van een ander, de heer [slachtoffer], bij het verkrijgen van toegang tot Nederland en Duitsland, door hem in een auto te vervoeren van Hengelo via Duitsland naar [plaats]. Tijdens de zitting op 10 oktober 2023 heeft de verdachte het feit bekend, wat leidde tot de beoordeling van het bewijs door de rechtbank.
De rechtbank oordeelde dat het feit wettig en overtuigend bewezen was, met als bewijs de verklaring van de verdachte en verschillende proces-verbaal van de Koninklijke Marechaussee. De rechtbank kwalificeerde het bewezen feit als medeplegen van mensensmokkel en oordeelde dat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid van de verdachte uitsloten. De officier van justitie had een gevangenisstraf van drie maanden geëist, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De verdediging pleitte voor een geheel voorwaardelijke straf of toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank benadrukte dat mensensmokkel het overheidsbeleid inzake illegaal verblijf ondermijnt en dat er een signaal van generale preventie moest worden afgegeven. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J.V. Nolta, voorzitter, en mr. O.J. Bosker en mr. S.T. Kooistra, rechters, en is openbaar gemaakt op 24 oktober 2023.