Uitspraak
RECHTBANK Noord-Nederland
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de rolbeslissing van 13 september 2023.
2.De feiten
3.Het geschil
primairvoor recht te verklaren dat tot de nalatenschap behoort een vordering uit onrechtmatige daad op [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] , althans subsidiair [gedaagde sub 1] en meer subsidiair [gedaagde sub 2] , wegens onrechtmatige onttrekking van € 26.680,00, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, van de bij de ING Bank aangehouden bankrekening, en
subsidiairvoor recht te verklaren dat tot de nalatenschap behoort een vordering uit ongerechtvaardigde verrijking op [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] , althans subsidiair [gedaagde sub 1] en meer subsidiair [gedaagde sub 2] , betreffende de door hen gedane geldopnames en pinopnames ten behoeve van zichzelf tot aan de datum van overlijden ten bedrage van € 26.680,00, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, van de bij de ING Bank aangehouden bankrekening;
primair en subsidiair[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] te veroordelen in de proceskosten, waaronder begrepen de beslagkosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van betaling;
4.De beoordeling
Het zou best kunnen dat het iets te maken heeft met de aflossing van de lening of het gelijktrekken van de schenkingen, zoals door gedaagden wordt aangevoerd, maar dat blijkt verder nergens uit. Het kan ook de helft van de opbrengst van de woning zijn. Het is niet duidelijk waar dit bedrag voor is bedoeld. Ik handhaaf de vordering.” Bij deze stand van zaken zal de rechtbank [gedaagde sub 1] in de gelegenheid stellen om bewijs te leveren van zijn stelling dat hij met erflaatster en [eiser] heeft afgesproken dat hij de door erflaatster verstrekte geldlening zou aflossen door middel van een rechtstreekse betaling aan [eiser] via [notaris] .
5.De beslissing
woensdag 29 november 2023voor het stellen van een advocaat door [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] en voor gelijktijdige uitlating door [gedaagde sub 1] of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, hij die stukken dan direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, hij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
januaritot en met
juni 2024dan direct moeten opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,