De heer [naam] (hierna te noemen: [naam] ), een voormalige collega van [verzoeker] , heeft een getuigenverklaring afgelegd, welke door hem is ondertekend op 23 juni 2022. [naam] heeft onder meer verklaard dat hij van 29 juli 1968 tot 1 september 2017 als werknemer in dienst is geweest bij Paas.
Op vraag 5. "Waar bestaan/bestonden uw dagelijkse werkzaamheden tijdens uw dienstverband bij werkgever uit?
”heeft [naam] onder meer aangegeven:
"Als leerling kreeg je allerlei werkzaamheden.
Schuuren van Houten kozijn onderdelen.
Dompelen “ ” ” ” ” ” , met een houtbederfweerrent middel. Het maken van glaslatten op de juiste maat. Geregeld asbestplaten zagen cirkelzaag asbestpijpjes voor doorvoeren van schoorsteen lintzaag. Vanaf jaren 80 afmontage ramen-deuren-kozijnen (…)".
Op vraag 8. “Indien u samenwerkt/heeft samengewerkt met werknemer gedurende welke periode(n) is dit (geweest)?" Is geantwoord:
“Vanaf 1974
12-09-1972 -1-01-1974 heb ik mijn dienstplicht vervuld. Veel van de werkzaamheden heeft de heer [verzoeker] overgenomen die ik heb omschreven”.
Op vraag 12. "Heeft bij werkgever tijdens de dagelijkse werkzaamheden van werknemer blootstelling aan asbest plaatsgevonden?
”is door [naam] ingevuld:
"geregeld".
Op vraag 13. "Zo ja, kunt u een beschrijving geven tijdens welke werkzaamheden werknemer en op welke wijze (en eventueel op welke afdeling) hij aan asbest is blootgesteld?
”is door [naam] ingevuld:
"Het zagen van asbest stroken voor zowel de bouw als de timmerfabriek".
Op vraag 14. "Kunt u aangeven met welke asbestmaterialen werknemer tijdens het verrichten van zijn werkzaamheden in aanraking is gekomen:" is het hokje aangekruist:
"Asbestproducten (zoals vlakke platen, golfplaten, pijpen, leidingen, afzuigkap)” De woorden
“Asbestproducten (zoals vlakke platen” en “pijpen”zijn paars gearceerd.
Bij vraag 15. "Kunt u aangeven wat de intensiteit was van de asbestblootstelling tijdens de werkzaamheden van de werknemer (kwam er bijvoorbeeld veel of weinig (asbest)stof vrij tijdens de werkzaamheden?" is het deel "
kwam er bijvoorbeeld veel" paars gearceerd.
Op vraag 17. “Waren anderen in de nabijheid van werknemer werkzaam met asbesthoudende materialen?” is geantwoord “
Ja”.
Bij vraag 18. “Zo ja, welke werkzaamheden verrichtten deze personen”, is ingevuld: “
Het opsluiten van kozijnen waar men deze stroken asbest nodig had.” Bij het antwoord is een tekening opgenomen.
Bij vraag 20.“tot wanneer is werknemer aan asbest blootgesteld”, is geantwoord “
zo rond eind jaren 70 werden deze materialen verboden.”
Op de vragen 21 en 24is geantwoord dat werknemer niet beschikte over persoonlijke beschermingsmiddelen en dat het gebruik daarvan niet door de werkgever verplicht was gesteld.