ECLI:NL:RBNNE:2023:5511

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
31 oktober 2023
Publicatiedatum
19 februari 2024
Zaaknummer
18-241393-22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging doodslag met ontoerekeningsvatbaarheid en ontslag van rechtsvervolging

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 31 oktober 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot doodslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die lijdt aan een ernstige psychotische stoornis, op 21 september 2022 een persoon genaamd [slachtoffer] heeft aangevallen met een mes en een beeldje. De verdachte heeft meermalen gestoken en gesneden, maar de rechtbank concludeert dat het bewezenverklaarde niet aan de verdachte kan worden toegerekend. De deskundigen hebben bevestigd dat de verdachte ten tijde van het delict niet toerekeningsvatbaar was, wat heeft geleid tot de beslissing om de verdachte van alle rechtsvervolging te ontslaan.

De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en vastgesteld dat er sprake was van een kennelijke omissie in de vermelding van het jaartal in de primaire variant van de tenlastelegging. Desondanks heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte voldoende op de hoogte was van de feiten en dat het ontbreken van het jaartal geen invloed heeft gehad op zijn verdediging. De rechtbank heeft de verdachte niet strafbaar verklaard en heeft de in beslag genomen goederen, waaronder een mes en een beeldje, verbeurd verklaard. De uitspraak benadrukt de rol van psychische aandoeningen in strafzaken en de noodzaak om de toerekeningsvatbaarheid van verdachten zorgvuldig te beoordelen.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
Parketnummer 18-241393-22
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 31 oktober 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1959 te [geboorteplaats] , wonende de [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 31 oktober 2023.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. B.M.J.C. van Lee, advocaat te Donkerbroek. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R. Janssens.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 21 september te [adres] , gemeente Leeuwarden, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een persoon genaamd [slachtoffer]
opzettelijk van het leven te beroven, immers heeft verdachte
-die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal gestoken en/of gesneden met een mes en/of met glas, althans een scherp voorwerp in de hals en/of het lichaam en/of de
arm(en) en/of hand(en) en/of
- met een beeldje, althans een zwaar en/of hard voorwerp (hard) op het (achter)hoofd van die [slachtoffer] geslagen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 21 september 2022 te [adres] , gemeente Leeuwarden ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen immers heeft verdachte
-die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal gestoken en/of gesneden met een mes en/of met glas, althans een scherp voorwerp in de hals en/of het lichaam en/of de
arm(en) en/of hand(en) en/of
- met een beeldje, althans een zwaar en/of hard voorwerp (hard) op het (achter)hoofd van die [slachtoffer] geslagen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op of omstreeks 21 september 2022 te [adres] , gemeente Leeuwarden, zijn echtgenote/levensgezel [slachtoffer] heeft mishandeld door
-die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal te steken en/of te snijden met een mes en/of met glas, althans een scherp voorwerp in de hals en/of het lichaam en/of de
arm(en) en/of hand(en) en/of
- met een beeldje, althans een zwaar en/of hard voorwerp (hard) op het (achter)hoofd van die [slachtoffer] te slaan;

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat een bewezenverklaring moet volgen van het primair ten laste gelegde, dat dit kan worden gekwalificeerd als poging tot doodslag, maar dat verdachte ter zake hiervan niet strafbaar zal worden verklaard vanwege ontoerekeningsvatbaarheid en hij dusdoende zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, nu verdachte geen enkele herinnering heeft aan het gebeuren op 21 september 2022. Vanwege zijn ontoerekeningsvatbaarheid is verdachte niet strafbaar zodat hij dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Oordeel van de rechtbank
Indien tegen dit verkort vonnis een rechtsmiddel wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring, opgenomen in een aanvulling op dit verkort vonnis. Die aanvulling wordt dan aan dit verkort vonnis gehecht.
De rechtbank heeft geconstateerd dat het jaartal ontbreekt bij de primaire variant in de tenlastelegging. Het jaartal is echter wel genoemd in de overige varianten. Daarbij komt dat de verdachte ter terechtzitting heeft bevestigd dat het feit heeft plaatsgevonden in 2022. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het ontbreken van het jaartal een kennelijke omissie vormt. De rechtbank ziet derhalve aanleiding om het jaartal in te lezen in het primair ten laste gelegde.
Verdachte heeft gesteld dat hij geen herinnering heeft aan het tenlastegelegde. De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier onvoldoende blijkt dat verdachte vol opzet heeft gehad op de dood van het slachtoffer. Niet blijkt dat verdachte willens en wetens heeft gehandeld en dat hij de dood van het slachtoffer heeft gewild.
De rechtbank is van oordeel dat bij verdachte sprake is geweest van voorwaardelijk opzet op de dood van het slachtoffer. Uit de handelingen van verdachte, te weten het meermalen steken met een mes en glasscherven in onder meer de hals van het slachtoffer, leidt de rechtbank af dat deze handeling naar uiterlijke verschijningsvorm is gericht op het veroorzaken van de dood van het slachtoffer. Verdachte heeft, door aldus te handelen, zich blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat het slachtoffer door zijn handelen zou komen te overlijden. De rechtbank acht het primair ten laste gelegde, te weten poging tot doodslag, dan ook wettig en overtuigend bewezen

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij op 21 september 2022 te [adres] , gemeente Leeuwarden, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een persoon genaamd [slachtoffer]
opzettelijk van het leven te beroven, immers heeft verdachte
- [ [slachtoffer] meermalen gestoken en gesneden met een mes en met glas, in de hals en het lichaam en
- met een voorwerp op het achterhoofd van [slachtoffer] geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
primair: poging tot doodslag
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

Ten aanzien van de strafbaarheid van verdachte heeft de rechtbank gelet op het psychologisch Pro Justitiarapport van 26 april 2023, opgemaakt door C.J.F. Kemperman, psychiater. Dit rapport houdt - samenvattend en voor zover van belang - het volgende in.
De psychiater concludeert dat verdachte lijdt aan een psychose die gedeeltelijk in remissie is en een post- psychotische depressie. In de persoonlijkheid vallen enkele cluster C trekken op, verhoogde angst en daarnaast (vroeger) wat antisocialiteit met vroegere tendens tot alcoholmisbruik. In het verleden was verdachte bekend met spanningsklachten, slaapproblemen en angst voor ziektes, psychoses en depressies. De laatste maanden voor het tenlastegelegde was verdachte steeds achterdochtiger geworden. Op het moment dat er bij hem een kanker aan een urineleider werd aangetroffen, is verdachte toenemend in paniek geraakt wat heeft geleid tot een floride psychose met onsamenhangendheid, angst, paniek, trillen en mutisme. In zijn psychose lijkt verdachte het tenlastegelegde zonder aanleiding te hebben gepleegd. De verklaringen van verdachte nadien passen bij een ernstig psychotisch beeld destijds.
Doordat bij verdachte ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde sprake was van een ernstige psychotische stoornis, met angst voor een ernstige ziekte, achterdocht en paniek gecombineerd met een persoonlijkheid met antisociale trekken en verhoogde angst bestond, adviseert de deskundige het tenlastegelegde aan verdachte geheel niet toe te rekenen.
De rechtbank kan zich met deze conclusie verenigen en neemt deze over en concludeert met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid van verdachte dat het bewezen verklaarde aan verdachte niet kan worden toegerekend.
De rechtbank acht verdachte derhalve niet strafbaar en zal verdachte ontslaan van alle rechtsvervolging.

In beslaggenomen goederen

De rechtbank zal de op de beslaglijst vermelde goederen (mes, aardappelschilmes en beeld) verbeurdverklaren nu met betrekking tot deze goederen de bewezenverklaarde feiten zijn begaan.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart verdachte voor het bewezene niet strafbaar en ontslaat hem van alle rechtsvervolging ter zake daarvan.

Verklaart verbeurd de in beslag genomen voorwerpen, te weten:

Mes;
Aardappelschilmes;
Beeldje.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Brinksma, voorzitter, mr. T.M.L. Wolters en mr. G.C. Koelman, rechters, bijgestaan door mr. E.A. Gaastra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 31 oktober 2023.