ECLI:NL:RBNNE:2023:5509

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
12 december 2023
Publicatiedatum
19 februari 2024
Zaaknummer
18-211764-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak tegen verdachte wegens meerdere diefstallen en opzettelijk bezit van MDMA

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 12 december 2023 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere (gekwalificeerde) diefstallen en het opzettelijk aanwezig hebben van MDMA. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op verschillende data goederen heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen. De verdachte is ook beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van een hoeveelheid MDMA, wat valt onder de Opiumwet. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de ten laste gelegde feiten, waarbij het strafblad van de verdachte, zijn persoonlijke omstandigheden en het recidiverisico zijn meegewogen. Gezien het ontbreken van beschermende factoren zoals begeleiding en een vaste woon- of verblijfplaats, heeft de rechtbank besloten om een ISD-maatregel van twee jaren op te leggen. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding toegewezen, waarbij de verdachte hoofdelijk aansprakelijk is voor de schade. De rechtbank heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf afgewezen, omdat de ISD-maatregel als meer opportuun werd beschouwd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
Parketnummer 18-211764-23,
ter terechtzitting gevoegde parketnummers 18-129667-23 en 18-108295-23 Vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 18-227355-20
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken

d.d. 12 december 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats] , zonder vaste woon- of verblijfplaats,
thans gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 28 november 2023.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. N.I. Dolinski, advocaat te Assen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr H. Mous.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 18-211764-231
hij op of omstreeks 23 augustus 2023 te [adres] één of meer verpakkingen gehakt en/of één of meer blikjes Redbull, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op of omstreeks 10 juli 2023 te [adres] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, een (elektrische) fiets, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander, toebehoorde(n) heeft weggenomen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij op of omstreeks 22 augustus 2023 te [adres] , in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
een hoeveelheid goederen, te weten: (elektrisch) gereedschap en/of een horloge en/of een geluidsspeaker en/of een Ring deurbel en/of een Xbox 360 en/of een Sony Playstation 3 en/of een tablet en/of 3D brillen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 22 augustus 2023 te [adres] , een hoeveelheid goederen, te weten: (elektrisch) gereedschap en/of een horloge en/of een geluidsspeaker en/of een Ring deurbel en/of een Xbox 360 en/of een Sony Playstation 3 en/of een tablet en/of 3D brillen, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Parketnummer 18-129667-23
hij op of omstreeks 20 april 2023 te [adres] , althans in de gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een elektrische fiets, merk: 'Dutch ID Cruise', in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen;
Parketnummer 18-108295-231
hij op of omstreeks 24 april 2023 te [adres] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een AX-power oplaadbare accu en/of een pot Bodymass BCAA 2:1:1 poeder en/of een of meerdere media-artikelen (onder andere: oordopjes en/of oplaadkabels) en/of een of meerdere stuks elektrische gereedschappen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de [bedrijf 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 24 april 2023 te [adres] een AX-power oplaadbare accu en/of een pot Bodymass BCAA 2:1:1 poeder en/of een of meerdere media-artikelen (onder andere: oordopjes en/of oplaadkabels) en/of een of meerdere stuks elektrische gereedschappen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de [bedrijf 2] , in elk geval aan een ander dan aan die [verdachte] en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 24 april 2023 te [adres] opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door op de uitkijk te staan en/of de wegnemingshandelingen af te schermen;
2
hij op of omstreeks 24 april 2023 te [adres] opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 12 pillen XTC, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3
hij op of omstreeks 24 april 2023 te [adres] zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen een ambtenaar, [hoofdagent 1] (hoofdagent bij de Eenheid Noord-Nederland) en/of [aspirant 1] (aspirant bij de Eenheid Noord-Nederland) en/of [aspirant 2] (aspirant bij de Eenheid Noord-Nederland) en/of [aspirant 3] (aspirant bij de Eenheid Noord-Nederland) en/of [hoofdagent 2] (hoofdagent bij de Eenheid-Noord Nederland), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, te weten ter aanhouding van verdachte [verdachte] , door:
  • weg te rennen en/of
  • over de balustrade (proberen) te springen en/of
  • met benen en/of voeten tussen de spijlen van de balustrade te klemmen en/of
  • zich fysiek in te spannen en/of zich af te duwen om los te komen en/of
  • te ontvluchten en/of
  • tijdens het transport naar het cellencomplex zijn hoofd en/of lichaam in een richting te bewegen, tegengesteld aan die waarin die [aspirant 3] hem, verdachte, trachtte te geleiden;
4
hij op of omstreeks 24 april 2023 te [adres] opzettelijk een ambtenaar, te weten [hoofdagent 1] (hoofdagent bij de Eenheid Noord-Nederland) en/of [aspirant 1] (aspirant bij de Eenheid Noord-Nederland) en/of [aspirant 2] (aspirant bij de Eenheid Noord-Nederland) en/of [aspirant 3] (aspirant bij de Eenheid Noord-Nederland) en/of [hoofdagent 2] (hoofdagent bij de Eenheid-Noord Nederland), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in zijn/haar/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar/hun de volgende woorden toe te voegen:
  • " ik neuk je/jullie kankermoeder(s)" en/of
  • " kankerwouten", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor alle bovengenoemde feiten, waarbij hij voor feit 1 onder parketnummer 18-108295-23 en feit 3 onder parketnummer 18-211764-23 telkens het primair ten laste gelegde bewezen acht.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van feit 1 onder parketnummer 18-108295-23 (diefstal bij de [bedrijf 2] ), omdat er onvoldoende bewijs zou zijn dat verdachte dit feit heeft gepleegd. De overige feiten acht zij evenals de officier van justitie bewezen. Verdachte heeft ter terechtzitting ook bekend deze feiten te hebben gepleegd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat alle ten laste gelegde feiten, waaronder ook de door verdachte ontkende diefstal bij de [bedrijf 2] , kunnen worden bewezen op grond van de gebezigde bewijsmiddelen. Uit het proces verbaal van de camerabeelden en de aangifte blijkt dat verdachte geen normaal winkelgedrag heeft vertoond. Zo hurkt verdachte enige tijd op de grond terwijl hij meerdere artikelen in zijn handen heeft.
Medeverdachte [medeverdachte] blijft daarbij staan, kijkt verschillende keren om zich heen en wisselt met verdachte goederen uit. Vervolgens staat verdachte weer op en hebben beide verdachten zichtbaar geen goederen meer in hun handen. Nadat bij het verlaten van de winkel het detectiepoortje afgaat rent verdachte de winkel uit. De rechtbank leidt uit de uiterlijke verschijningsvorm van de gedragingen van de verdachte en de medeverdachte af dat tussen hen sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking, gericht op de diefstal van goederen.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Indien tegen dit verkort vonnis een rechtsmiddel wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring, opgenomen in een aanvulling op dit verkort vonnis. Die aanvulling wordt dan aan dit verkort vonnis gehecht.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de in de zaak met parketnummer 18- 211764-23 onder 1, 2 en 3 primair ten laste gelegde feiten, het in de zaak met parketnummer 18-129667-
23 ten laste gelegde feit en de in de in zaak met parketnummer 18-108295-23 onder 1 primair, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer 18-211764-231
hij op 23 augustus 2023 te [adres] verpakkingen gehakt en blikjes Redbull die aan [bedrijf 1] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op 10 juli 2023 te [adres] , tezamen en in vereniging met een ander, een (elektrische) fiets die aan [slachtoffer 1] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3 primair
hij op 22 augustus 2023 te [adres] in een woning aan de [adres]
een Sony Playstation 3 en een tablet die aan [slachtoffer 2] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Parketnummer 18-129667-23
hij op 20 april 2023 te [adres] tezamen en in vereniging met een ander een elektrische fiets, merk: 'Dutch ID Cruise' die aan [slachtoffer 3] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Parketnummer 18-108295-23
1. primair
hij op 24 april 2023 te [adres] tezamen en in vereniging met anderen meerdere media artikelen (onder andere: oordopjes en/of oplaadkabels) en elektrische gereedschappen die aan de [bedrijf 2] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op 24 april 2023 te [adres] opzettelijk aanwezig heeft gehad 12 pillen XTC bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3
hij op 24 april 2023 te [adres] zich met geweld heeft verzet tegen een ambtenaar, [hoofdagent 1] (hoofdagent bij de Eenheid Noord-Nederland), [aspirant 1] (aspirant bij de Eenheid Noord-Nederland), [aspirant 2] (aspirant bij de Eenheid Noord-Nederland), [aspirant 3] (aspirant bij de Eenheid Noord- Nederland) en [hoofdagent 2] (hoofdagent bij de Eenheid-Noord Nederland), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, te weten ter aanhouding van verdachte [verdachte] , door:
  • weg te rennen en
  • over de balustrade (proberen) te springen en
  • met benen en voeten tussen de spijlen van de balustrade te klemmen en
  • zich fysiek in te spannen en zich af te duwen om los te komen en te ontvluchten en
  • tijdens het transport naar het cellencomplex zijn hoofd en lichaam in een richting te bewegen tegengesteld aan die waarin die [aspirant 3] hem, verdachte, trachtte te geleiden;
4
hij op 24 april 2023 te [adres] opzettelijk een ambtenaar, te weten [aspirant 3] (aspirant bij de Eenheid Noord-Nederland) en [hoofdagent 2] (hoofdagent bij de Eenheid-Noord Nederland), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hun de volgende woorden toe te voegen: jullie kankermoeder(s)" en/of "kankerwouten", althans woorden van gelijke beledigende aard en strekking.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
Parketnummer 18-211764-23
diefstal;
diefstal door twee of meer verenigde personen;
primair: diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Parketnummer 18-129667-23
1. diefstal door twee of meer verenigde personen;
Parketnummer 18-108295-23
primair: diefstal door twee of meer verenigde personen;
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod;
wederspannigheid;
belediging, terwijl het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de bewezenverklaarde feiten wordt veroordeeld tot de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: ISD- maatregel) voor twee jaren, zonder aftrek van voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft eveneens gepleit voor oplegging van de ISD-maatregel, maar dan wel met aftrek van voorarrest.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, uit de rapportage van de reclassering en het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging. De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan onder meer diverse (gekwalificeerde) diefstallen, die hij telkens pleegt om in zijn behoeften, zoals het gebruik van verdovende middelen, te kunnen voorzien. Door zijn handelen heeft verdachte te kennen gegeven geen respect te hebben voor de eigendomsrechten van anderen. Dergelijke feiten veroorzaken gevoelens van onveiligheid in de samenleving en met name bij de benadeelden. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk aanwezig hebben van een hoeveelheid MDMA. Dergelijke harddrugs vormen een ernstig gevaar voor de volksgezondheid en het gebruik ervan is bezwarend voor de samenleving, niet in de laatste plaats vanwege de daarmee gepaard gaande criminaliteit.
Uit het reclasseringsrapport van 3 november 2023 komt naar voren dat verdachte een belaste jeugd heeft gehad die gekenmerkt wordt door ernstige verwaarlozing en verblijf in verschillende (gesloten) instellingen. Als meerderjarige zijn diverse plaatsingen in voorzieningen voor begeleid wonen vroegtijdig afgebroken vanwege zijn gedrag. Hij is niet in staat gebleken een stabiel bestaan op te bouwen. De kans op herhaling is al jaren hoog en hij staat inmiddels geregistreerd als veelpleger in de provincie Friesland.
De reclassering heeft in haar advies verslag gedaan van de hulpverleningstrajecten die tot nu toe zijn ingezet, maar telkens niet het gehoopte blijvende resultaat hebben gehad. Zelfs in een klinische setting kwam behandeling nauwelijks van de grond. Binnen detentie functioneert hij wel goed. De structuur, dagbesteding en duidelijke kaders maken dat hij dan meer rust heeft, minder gebruikt en open staat voor hulp en begeleiding.
De reclassering verwacht dat door oplegging van de ISD-maatregel er meer kans van slagen is dat de situatie van verdachte stabiliseert en dat er vanuit een gecontroleerde omgeving meer perspectief geboden wordt. De ervaring leert dat elke andere strafmodaliteit weinig kans van slagen heeft om de kans op herhaling te beperken en een gedragsverandering te bewerkstelligen.
De rechtbank constateert dat aan de uit de wet en de jurisprudentie voortvloeiende eisen voor het opleggen van een ISD-maatregel is voldaan. De maatregel is gevorderd door de officier van justitie en in de onderhavige zaak gaat het mede om gepleegde feiten waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 6 november 2023, waaruit blijkt dat verdachte in de vijf jaren voorafgaand aan de huidige feiten in ieder geval drie maal is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf of een taakstraf en dat deze straffen ook volledig zijn geëxecuteerd voorafgaand aan het plegen van de huidige feiten. Daarnaast voldoet verdachte aan het criterium voor een zeer actieve veelpleger. Uit zijn strafblad blijkt dat er de afgelopen vijf jaren voor meer dan 10 misdrijven proces- verbaal tegen hem is opgemaakt, waarbij er niet meer dan twaalf maanden zitten tussen het laatste en het voorlaatste feit. De rechtbank ziet in de omstandigheden van verdachte, zoals het ontbreken van een vaste woon- of verblijfplaats, het ontbreken van begeleiding, een hardnekkige drugsverslaving en het kennelijke gemak waarmee verdachte vermogensmisdrijven pleegt, een grote kans op herhaling. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de veiligheid van goederen oplegging van de ISD-maatregel rechtvaardigt.
De rechtbank zal géén rekening houden met de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, omdat de rechtbank het noodzakelijk acht dat verdachte de volle duur van de ISD- maatregel kan benutten. De voorlopige hechtenis zal van kracht blijven tot de maatregel aanvangt.

Beslag

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert de teruggave van de in beslag genomen telefoon.
Het standpunt van de verdedigingDe raadsvrouw verzoekt dit ook.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen telefoon, merk Samsung, moet worden teruggegeven aan verdachte, omdat het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet.

Benadeelde partij

[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van 700 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering. Het gebrek aan onderbouwing staat er immers niet aan in de weg dat de rechtbank het schadebedrag schattenderwijs vaststelt. Het gevorderde bedrag komt hem niet onredelijk voor.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw stelt zich op het standpunt dat de vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard wegens het gebrek aan een deugdelijke onderbouwing in de vorm van bonnetjes en/of facturen.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het in de zaak met parketnummer 18-211764- 23 onder 2 bewezen verklaarde. Gebruikmakend van haar schattingsbevoegdheid op grond van artikel 6:97 van het Burgerlijk Wetboek schat de rechtbank de hoogte van de schade op 600. De rechtbank zal de vordering tot dit bedrag toewijzen en voor het overige deel afwijzen. De rechtbank zal tevens bepalen dat het toegewezen schadebedrag vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 10 juli 2023.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachte deze al heeft betaald, en andersom.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Vordering na voorwaardelijke veroordeling

In het dossier van de zaak met parketnummer 18-211764-23 bevindt zich een vordering na voorwaardelijke veroordeling met parketnummer 18-227335-20 van een gevangenisstraf van 162 dagen. Dit parketnummer is in de systemen van de rechtbank echter niet terug te vinden en evenmin bevindt zich een (extract)vonnis met dit parketnummer bij de stukken. De rechtbank zal daarom geen acht slaan op deze vordering en verstaan dat sprake is van een kennelijke misslag. In het dossier van de zaak met parketnummer 18-108295-23 bevindt zich namelijk de vordering na voorwaardelijke veroordeling van eveneens een gevangenisstraf voor de duur van 162 dagen nu met parketnummer 18-227355-20. Onder dit parketnummer is blijkens het extract vonnis verdachte inderdaad op 12 juli 2022 door de meervoudige strafkamer van de rechtbank Noord-Nederland te Leeuwarden veroordeeld tot -onder meer- een gevangenisstraf van 365 dagen, waarvan 162 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Dit vonnis is onherroepelijk geworden en de proeftijd is ingegaan op 27 juli 2022. Daarbij is als algemene voorwaarde gesteld dat veroordeelde voor het einde van de proeftijd geen strafbare feiten zal plegen.
De officier van justitie heeft bij vordering van 2 mei 2023 de tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijke straf.
Nu veroordeelde de bewezenverklaarde feiten heeft begaan voor het einde van de proeftijd, kan de vordering in beginsel worden toegewezen. De rechtbank is echter van oordeel dat in het zicht van de op te leggen ISD-maatregel de tenuitvoerlegging van deze gevangenisstraf niet opportuun is. De vordering zal daarom worden afgewezen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36f, 38m, 38n, 57, 63, 180, 266, 267, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart de in de zaak met parketnummer 18-211764-23 onder 1, 2 en 3 primair ten laste gelegde feiten, het in de zaak met parketnummer 18-129667-23 ten laste gelegde feit en de in de in zaak met parketnummer 18-108295-23 onder 1 primair, 2, 3 en 4 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaren.
Gelast de teruggaveaan [verdachte] van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven Samsung telefoon.
Ten aanzien van parketnummer 18-211764-23 onder 2.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan
[slachtoffer 1]te betalen:
  • het bedrag van 600 (zegge: zeshonderd euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 juli 2023 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Wijst de vordering van [slachtoffer 1] voor het overige af.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat te betalen een bedrag van 600 (zegge: zeshonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 juli 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat geheel uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 12 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 18-227355-20:
Wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf, opgelegd bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden van 12 juli 2022.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. de Ruijter, voorzitter, mr. M. Brinksma en
mr. M.E. Joha, rechters, bijgestaan door mr. E.A. Gaastra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 december 2023.