ECLI:NL:RBNNE:2023:5490

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
29 december 2023
Publicatiedatum
7 februari 2024
Zaaknummer
18-292990-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor oplichting via Marktplaats.nl, meermalen gepleegd

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 29 december 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting via de website Marktplaats.nl. De verdachte heeft in de periode van 1 november 2017 tot en met 31 juli 2018 meerdere slachtoffers opgelicht door goederen aan te bieden die hij niet kon leveren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte door het aannemen van een valse hoedanigheid en het gebruik van listige kunstgrepen, slachtoffers heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig verklaard voor oplichting, meermalen gepleegd, en medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd. De officier van justitie had vrijspraak gevorderd voor het primair ten laste gelegde, maar de rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de bewezenverklaring van de feiten. De rechtbank heeft rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn en de toepassing van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, en heeft besloten om de verdachte schuldig te verklaren zonder oplegging van straf of maatregel. De rechtbank heeft ook vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte verplicht werd om schadevergoeding te betalen aan de slachtoffers van zijn oplichtingspraktijken. De rechtbank heeft de vorderingen van enkele benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze niet voldeden aan de vereisten.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Leeuwarden
parketnummer 18.292990.21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 29 december 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 15 december 2023.
Verdachte is niet verschenen; wel is verschenen mr. B. Hartman, advocaat te Amsterdam-Duivendrecht, die verklaard heeft uitdrukkelijk tot de verdediging te zijn gemachtigd.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. D.P. Menting.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 november 2017 tot en met 31 juli 2018 te Groningen, in het arrondissement Noord-Nederland, in elk geval in Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door één of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, hierna te noemen aangevers/gedupeerden, te weten:
a. a) [slachtoffer 1] ( 125,- voor een Dyson Cyclone (stofzuiger), aangifte 269)
[slachtoffer 2] ( 256,50 voor een VR bril, aangifte 279)
[slachtoffer 3] ( 256,95 voor een Dyson Cyclone V10 (stofzuiger), aangifte 302)
[slachtoffer 4] ( 220,- voor een metaaldector Garret ace 400 i, aangifte
323)
[slachtoffer 5] ( 375,- voor een bol cadeaubon, aangifte 333)
[slachtoffer 6] ( 270,- voor een robotstofzuiger, aangifte 339)
[slachtoffer 7] ( 283,95 voor een MP Dyson fohn, aangifte 347)
[slachtoffer 8] ( 307,- voor een Nikon D5300, nagestuurde aangifte)heeft/hebben bewogen tot de afgifte van bovengenoemde geldbedrag(en), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
  • zich voorgedaan als aanbieder en/of verkoper van bovengenoemde goederen, op de internetsiteMarktplaats.nl en/of
  • gebruik gemaakt van de/een (valse) identiteit
  • zich voorgedaan als bonafide verkoper en/of
  • de indruk gewekt dat hij bovengenoemde goederen in het bezit had en/of kon(den) leveren en/of
  • voornoemde aangevers/gedupeerde voorgehouden/beloofd dat hij bovengenoemde goederen zou leverenna betaling/overschrijving op zijn (bank)rekeningnummer(s) terwijl hij, verdachte niet in het bezit was van voornoemde goederen en/of die goederen niet kon leveren, waardoor bovengenoemde aangever(s) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte; subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 01 november 2017 tot en met 31 juli 2018, althans in de jaren 2017 en 2018 te Groningen, althans in Nederland, meermalen, een voorwerp, te weten
  • een geldbedrag van 260,- (blz 254) en/of
  • een geldbedrag van 125,- (blz 272) en/of
  • een geldbedrag van 256,50 (blz 283) en/of
  • een geldbedrag van 116,95 (blz 288) en/of
  • een geldbedrag van 256,95 (blz 305) en/of
  • een geldbedrag van 220,- (blz 326) en/of
  • een geldbedrag van 375,- (blz 336) en/of
  • een geldbedrag van 270,- (blz 344/345) en/of
  • een geldbedrag van 283,95 (blz 350) en/of
  • een geldbedrag van 307,- (nagestuurde aangifte)
(telkens) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet en/of gebruik heeft gemaakt terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 november 2016 tot en met 30 april 2018 te Groningen, in het arrondissement Noord-Nederland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door één of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, hierna te noemen aangevers/gedupeerden, te weten:
a. a) [slachtoffer 9] ( 126,95,50 voor Kitchen Aid, aangifte 28)
[slachtoffer 10] ( 130,- voor een hoofdtelefoon Sony, aangifte 41)
[slachtoffer 11] ( 150,- voor een mobicool (koelbox), aangifte 49)
[slachtoffer 12] ( 157,- voor een Kitchen Aid, aangifte 53)
[slachtoffer 13] ( 156,95 voor een miele Complete C3 Cat & Dog, aangifte 61)
[slachtoffer 14] ( 120,- voor een robotstofzuiger, aangifte 68)
[slachtoffer 15] ( 322,- voor een Oculus rift, aangifte 82)
[slachtoffer 16] ( 176,95 voor een Wii, aangifte 86)heeft/hebben bewogen tot de afgifte van bovengenoemde geldbedrag(en), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
  • zich voorgedaan als aanbieder(s) en/of verkoper(s) van bovengenoemde goederen, op de internetsiteMarktplaats.nl en/of
  • gebruik gemaakt van de/een (valse) identiteit en of de bank- en/of girorekening(en)(nummers) van (eenzogenoemde "katvanger"), te weten:
[slachtoffer 17]
  • zich voorgedaan als bonafide verkoper(s) en/of
  • de indruk gewekt dat hij/zij bovengenoemde goederen in het bezit had(den) en/of kon(den) leveren
  • voornoemde aangevers/gedupeerde voorgehouden/beloofd dat hij/zij bovengenoemde goederenzoud(en) leveren na betaling/overschrijving op de rekeningnummer(s) van bovengenoemde katvanger terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) niet in het bezit was/waren van voornoemde goederen en/of die goederen niet kon(den) leveren, waardoor bovengenoemde aangever(s) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
dat [slachtoffer 17] en/of een of meer onbekende personen in of omstreeks de periode van 15 november 2016 tot en met 30 april 2018 te Groningen, althans in Nederland (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door één of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, hierna te noemen aangevers/gedupeerden, te weten:
a. a) [slachtoffer 9] ( 126,95 voor Kitchen Aid, aangifte 28)
[slachtoffer 10] ( 130,- voor een hoofdtelefoon Sony, aangifte 41)
[slachtoffer 11] ( 150,- voor een mobicool (koelbox), aangifte 49)
[slachtoffer 12] ( 157,- voor een Kitchen Aid, aangifte 53)
[slachtoffer 13] ( 156,95 voor een miele Complete C3 Cat & Dog, aangifte 61)
[slachtoffer 14] ( 120,- voor een robotstofzuiger, aangifte 68)
[slachtoffer 15] ( 322,- voor een Oculus rift, aangifte 82)
[slachtoffer 16] ( 176,95 voor een Wii, aangifte 86)heeft/hebben bewogen tot de afgifte van bovengenoemde geldbedrag(en), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
  • zich voorgedaan als aanbieder(s) en/of verkoper(s) van bovengenoemde goederen, op de internetsiteMarktplaats.nl en/of
  • gebruik gemaakt van de/een (valse) identiteit
  • zich voorgedaan als bonafide verkoper(s) en/of
  • de indruk gewekt dat die [slachtoffer 17] en/of die onbekende perso(o)n(en) bovengenoemde goederenin het bezit had(den) en/of kon(den) leveren
  • voornoemde aangevers/gedupeerde voorgehouden/beloofd dat die [slachtoffer 17] en/of die onbekendeperso(o)n(en) bovengenoemde goederen zoud(en) leveren na betaling/overschrijving op het rekeningnummer van die [slachtoffer 17] en/of die onbekende perso(o)n(en)
terwijl die [slachtoffer 17] en/of die mededader(s) niet in het bezit was/waren van voornoemde goederen en/of die goederen niet kon(den) leveren, waardoor bovengenoemde aangever(s) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks 21 november 2016 tot en met 30 april
2018, te Groningen, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door (een of meer) pinpasje(s) en/of (een of meer) bankrekening(en) te regelen en/of (door derden) beschikbaar te laten stellen.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd voor het onder 1. primair ten laste gelegde en veroordeling gevorderd voor het onder 1. subsidiair en 2. primair ten laste gelegde.
Ten aanzien van het onder 1. primair ten laste gelegde heeft hij daartoe aangevoerd dat het vereiste oogmerk van de oplichting ontbreekt.
Ten aanzien van het onder 1. subsidiair ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat verdachte het geld voorhanden heeft gehad, waarbij hij op zijn minst had moeten vermoeden dat dit geld van misdrijf afkomstig was. Er kwamen op verschillende momenten geldbedragen op zijn bankrekeningen binnen en verdachte was hier ook van op de hoogte.
Ten aanzien van het onder 2. primair ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat medeplegen van oplichting bewezen kan worden, gelet op de aangiftes, de belastende verklaring van medeverdachte [slachtoffer 17] en de overboekingen van het geld naar haar bankrekening. De verklaring van de medeverdachte is concreet, authentiek en geloofwaardig, aangezien zij zichzelf ook heeft belast met deze verklaring.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde.
Ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde heeft de raadsman aangevoerd dat niet uit het dossier valt af te leiden dat verdachte de bankrekeningen waar het geld naartoe werd gestuurd, daadwerkelijk in beheer heeft gehad. Hij is niet actief betrokken geweest bij de hem verweten oplichting. Verder kan niet worden vastgesteld dat hij de geldbedragen voorhanden heeft gehad nu onvoldoende blijkt dat hij daarover beschikkingsmacht heeft gehad. Daarnaast heeft de raadsman aangevoerd dat het dossier geen enkel bewijs bevat waaruit af te leiden valt dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichtingshandelingen.
Ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde heeft de raadsman bepleit dat de verklaring van de medeverdachte niet gevolgd kan worden, omdat verdachte de bankpas van de medeverdachte heeft gekregen in de zomervakantie van 2018, terwijl de aangiftes van oplichting van vóór deze periode dateren. Bovendien volgt uit jurisprudentie van de Hoge Raad dat het opzet op oplichting niet afgeleid kan worden uit het enkel verstrekken van bankrekeningen of pinpassen.
Oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde:
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Aangever [slachtoffer 1] heeft verklaard dat hij op 8 juli 2018 via Marktplaats.nl een prijs van
125,- voor een Dyson Cyclone (stofzuiger) is overeengekomen. De advertentietitel betrof: Dyson Cyclone
V10 Animal (Stofzuiger). Afgesproken is dat hij het bedrag overmaakte naar bankrekeningnummer [nummer] , tenaamstelling [verdachte] . Op 8 juli 2018 heeft hij het geld overgemaakt en daarna niets meer gehoord. Aangever heeft opgemerkt dat hij met behulp van een ander account opnieuw interesse heeft getoond in hetzelfde product en dat dit account hetzelfde product opnieuw wilde verkopen.
Aangever [slachtoffer 2] heeft verklaard dat hij op 1 mei 2018 via Marktplaats.nl een prijs van 256,50 voor een VR bril is overeengekomen met [naam] . De advertentietitel betrof: Oculus Rift VR Bril Met Sensoren en Controller. Afgesproken is dat hij het bedrag overmaakte naar bankrekeningnummer [nummer] . Op 1 mei 2018 heeft hij het geld overgemaakt en daarna niets meer gehoord.
Aangever [slachtoffer 3] heeft verklaard dat hij op 9 juli 2018 via Marktplaats.nl een prijs van 256,95 voor een Dyson Cyclone (stofzuiger) is overeengekomen. De advertentietitel betrof: Dyson Cyclone V10 Animal (stofzuiger). Afgesproken is dat hij het bedrag overmaakte naar bankrekeningnummer [nummer] , tenaamstelling [verdachte] . Op 9 juli 2018 heeft hij het geld overgemaakt en daarna de stofzuiger nooit ontvangen.
Aangever [slachtoffer 4] heeft verklaard dat hij op 22 mei 2018 op Marktplaats.nl een advertentie zag van [naam] voor een metaaldetector. De advertentietitel betrof: Garret ace 400 i nieuw in de doos met garantie. Er is een prijs afgesproken van 220,-, inclusief verzendkosten. Hij heeft betaald, maar niets ontvangen. Het geld is overgemaakt naar rekeningnummer [nummer] , tenaamstelling [verdachte] .
Aangever [slachtoffer 5] heeft verklaard dat hij op 30 november 2017 op Marktplaats.nl een advertentie zag van [naam] voor een cadeaubon ter waarde van 500,-. De advertentietitel betrof: bol cadeaubon twv 500 euro mag weg voor 400. Er is een prijs afgesproken van 375,-. Hij heeft betaald, maar niets ontvangen. Het geld is overgemaakt naar rekeningnummer [nummer] , tenaamstelling [verdachte] .
Aangever [slachtoffer 6] heeft verklaard dat hij op 5 juli 2018 op Marktplaats.nl een advertentie zag voor een robotstofzuiger. De advertentietitel betrof: Irobot roomba 960. Er is een prijs afgesproken van 270,-.
Afgesproken is dat hij het bedrag overmaakte naar bankrekeningnummer [nummer] , tenaamstelling [verdachte] . Op 5 juli 2018 heeft hij het geld overgemaakt en daarna niets meer gehoord.
Aangeefster [slachtoffer 7] heeft verklaard dat zij op 29 november 2017 op Marktplaats.nl een advertentie zag voor een föhn. De advertentietitel betrof: Dyson supersonische haardroger sealed in doos.
Aangeefster heeft een bedrag van 283,95 overgemaakt naar rekeningnummer [nummer] , tenaamstelling [verdachte] . Aangeefster heeft het product niet ontvangen en heeft met behulp van een ander account opnieuw gereageerd op het product. Het product bleek nog steeds beschikbaar te zijn.
Aangeefster [slachtoffer 8] heeft verklaard dat zij op 26 april 2018 op Marktplaats.nl gereageerd heeft op een advertentie voor een fotocamera. De advertentietitel betrof: Nikon D5300 met AF-S DX 18-55mm // Garantie. Aangeefster heeft een bedrag van 307,- overgemaakt naar rekeningnummer [nummer] , op naam van [naam] . Aangeefster heeft het product niet ontvangen en niks meer van de verkoper gehoord.
De verdachte heeft op 18 december 2018 bij de politie verklaard dat hij bankpasjes van de rekeningnummers [nummer] en [nummer] in zijn bezit heeft gehad. Tevens heeft hij verklaard dat hij wist dat er geld op zijn rekeningen werd gestort en dat hij wist dat dit geen zuivere koffie was en dat hij daarmee bedoelt dat het niet helemaal eerlijk was.
Bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde:
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Aangever [slachtoffer 9] heeft verklaard dat hij op 13 april 2018 een bod heeft geplaatst op een product op Marktplaats.nl, te weten een Kitchen Aid. De advertentietitel betrof: Kitchen Aid. Aangever heeft een bedrag van 126,95 overgemaakt naar rekeningnummer [nummer] , tenaamstelling [slachtoffer 17] . Het product is vervolgens niet geleverd. Aangever heeft tevens opgemerkt dat de naam en de woonplaats van de verkopende partij is gewijzigd na de berichtenwisseling.
Aangever [slachtoffer 10] heeft verklaard dat hij op 10 maart 2018 op Marktplaats.nl een advertentie zag voor een hoofdtelefoon. De advertentietitel betrof: Sony MDR 1000X koptelefoon. Aangever heeft een bedrag van 130,- overgemaakt naar rekeningnummer [nummer] , tenaamstelling [slachtoffer 17] . De aangever heeft verklaard dat de gebruikersnaam meerdere keren is gewijzigd en dat de verkopende partij nog steeds actief is.
Aangever [slachtoffer 11] heeft verklaard dat hij op 26 februari 2018 via Marktplaats.nl een prijs van 150,voor een koelbox is overeengekomen met [naam] uit Groningen. De advertentietitel betrof: Mobicool B40
Koelbox nieuw in de doos. Aangever heeft een bedrag van 150,- overgemaakt naar rekeningnummer [nummer] , tenaamstelling [naam] . Het product is niet geleverd. De advertentie is vervolgens verwijderd van Marktplaats.nl en op dezelfde avond onder een andere naam, te weten [naam] uit Groningen, opnieuw geplaatst op Marktplaats.nl.
Aangeefster [slachtoffer 12] heeft verklaard dat zij op 10 maart 2018 op Marktplaats.nl gereageerd heeft op een advertentie voor een keukenmixer. De advertentietitel betrof: Kitchenaid Artisan-nieuw met garantie. Aangeefster heeft een bedrag van 157,- overgemaakt naar rekeningnummer [nummer] , op naam van [slachtoffer 17] . Aangeefster heeft het product niet ontvangen en niks meer van de verkoper gehoord.
Aangeefster [slachtoffer 13] heeft verklaard dat zij op 10 maart 2018 op Marktplaats.nl gereageerd heeft op een advertentie voor een stofzuiger. De advertentietitel betrof: miele Complete C3 Cat & Dog. Aangeefster heeft een bedrag van 156,95 overgemaakt naar rekeningnummer [nummer] , op naam van [naam] . Aangeefster heeft het product niet ontvangen.
Aangever [slachtoffer 14] heeft verklaard dat hij op 23 februari 2018 op Marktplaats.nl een advertentie zag van [naam] voor een stofzuiger. De advertentietitel betrof: Lg Hom-Bot robotstofzuiger - Met de doos. Aangever heeft een bedrag van 120,- overgemaakt naar rekeningnummer [nummer] , tenaamstelling [naam] . Het product is niet geleverd en de advertentie is verwijderd van Marktplaats.nl.
Aangever [slachtoffer 15] heeft verklaard dat hij op 28 februari 2018 op Marktplaats.nl een advertentie zag voor een headset. De advertentietitel betrof: Oculus Rift Bundle - Met garantie. Aangever heeft een bedrag van 322,- overgemaakt naar rekeningnummer [nummer] , op naam van [slachtoffer 17] . Aangever heeft het product niet ontvangen, de naam van de adverteerder is veranderd en dezelfde advertentie is opnieuw op Marktplaats.nl gezet.
Aangeefster [slachtoffer 16] heeft verklaard dat zij op 14 november 2016 contact heeft gehad met een adverteerder op Marktplaats.nl. De advertentietitel betrof: Complete wii u in goede staat. Aangeefster heeft een bedrag van 176,95 overgemaakt naar rekeningnummer [nummer] , op naam van [naam] .
Aangeefster heeft het product niet ontvangen en niks meer van de verkoper gehoord.
De heer Mike Michael [slachtoffer 18] , die werd gehoord als verdachte, heeft op 17 januari 2018 bij de politie verklaard dat zijn bankpas van rekeningnummer [nummer] is gestolen door verdachte en dat verdachte ook de pincode van dit rekeningnummer wist. Ook heeft hij verklaard dat verdachte producten aanbood op Marktplaats.nl, maar deze vervolgens niet leverde.
Medeverdachte [slachtoffer 17] heeft op 17 oktober 2018 bij de politie verklaard dat zij haar pasje van haar bankrekening, met rekeningnummer [nummer] , ter beschikking heeft gesteld aan verdachte. Verdachte was ook op de hoogte van de bijbehorende pincode. Voorts heeft zij verklaard dat verdachte fraude pleegde op en via Marktplaats.nl. Verdachte heeft de medeverdachte eerst benaderd met de vraag of zij haar bankrekening beschikbaar kon stellen, zodat het geld op deze rekening werd gestort. De medeverdachte heeft hiermee ingestemd en de opbrengst werd tussen hun beiden verdeeld. Daarnaast heeft de medeverdachte een overzicht met bankoverschrijvingen overlegd, waarin zij heeft aangegeven welke gestorte geldbedragen zijn verkregen middels oplichting via Marktplaats.nl.
Nadere bewijsoverweging
Verdachte heeft gebruik gemaakt van verschillende namen en tenaamstellingen, zowel in de advertenties, de correspondentie als terzake van de gebruikte rekeningnummers en hij heeft gebruik gemaakt van de bankrekeningen van anderen om de voor hem bestemde opbrengsten op te ontvangen. Aldus heeft hij de beveiligingsmaatregelen van Marktplaats omzeild door onder wisselende namen dezelfde advertenties te plaatsen terzake de verkoop van goederen die niet in zijn bezit waren en die hij niet kon leveren en niet heeft geleverd. Bovendien heeft hij door deze handelswijze ook de benadeelden gefrustreerd in hun rechtspositie en mogelijkheden tot (civielrechtelijk) verhaal.
Op grond van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat medeverdachte
[slachtoffer 17] haar bankpasje met pincode ter beschikking heeft gesteld aan verdachte. De geldbedragen die werden overgemaakt door de aangevers werden op haar rekening gestort en de buit werd vervolgens verdeeld tussen haar en verdachte. De rechtbank gaat uit van haar verklaring omdat zij deze authentiek en betrouwbaar acht. Zij heeft niet alleen verdachte maar ook zichzelf belast en heeft concreet aangegeven welke bedragen van oplichting afkomstig waren. Tezamen met de voornoemde aangiftes is de rechtbank dan ook van oordeel dat verdachte zich meermalen schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 2 primair ten laste gelegde medeplegen van oplichting.
Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen blijkt dat de aangevers telkens op dezelfde wijze zijn opgelicht.
Aangevers hebben allen gereageerd op advertenties op Marktplaats.nl. Nadat er overeenstemming was bereikt over de prijs, hebben zij betaald door middel van een bankoverschrijving. Het gekochte product werd niet geleverd en zij hoorden niets meer van de aanbieder. In sommige gevallen werd de advertentie verwijderd en later onder een andere naam opnieuw aangeboden. Telkens werd er geld overgemaakt naar dezelfde bankrekeningnummers. Het betreft dezelfde modus operandi die is gehanteerd bij de feiten die de rechtbank bewezen acht bij feit 2. primair. Om die reden zal de rechtbank het bewijs van feit 2. primair gebruiken als schakelbewijs bij feit 1. primair. Dit schakelbewijs, in combinatie met de aangiftes, de verklaring van verdachte en de verklaringen van [slachtoffer 17] en [slachtoffer 18] , levert naar het oordeel van de rechtbank voldoende wettig en overtuigend bewijs op om ook te komen tot een bewezenverklaring van het onder feit 1. primair ten laste gelegde medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
De rechtbank acht de feiten 1. primair en 2. primair wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij op meer tijdstippen in de periode van 1 november 2017 tot en met 31 juli 2018, in Nederland, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, telkens door het aannemen van een valse hoedanigheid, hierna te noemen aangevers, te weten:
a. a) [slachtoffer 1] ( 125,- voor een Dyson Cyclone (stofzuiger))
[slachtoffer 2] ( 256,50 voor een VR bril)
[slachtoffer 3] ( 256,95 voor een Dyson Cyclone V10 (stofzuiger))
[slachtoffer 4] ( 220,- voor een metaaldector Garret ace 400 i)
[slachtoffer 5] ( 375,- voor een bol cadeaubon)
[slachtoffer 6] ( 270,- voor een robotstofzuiger)
[slachtoffer 7] ( 283,95 voor een MP Dyson föhn)
[slachtoffer 8] ( 307,- voor een Nikon D5300)heeft bewogen tot de afgifte van bovengenoemde geldbedragen, hebbende verdachte toen telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk
  • zich voorgedaan als aanbieder van bovengenoemde goederen op de internetsite Marktplaats.nl en
  • gebruik gemaakt van een valse identiteit
  • zich voorgedaan als bonafide verkoper en
  • de indruk gewekt dat hij bovengenoemde goederen in het bezit had en kon leveren en
  • voornoemde aangevers voorgehouden dat hij bovengenoemde goederen zou leveren na betaling op zijnbankrekeningnummers terwijl hij, verdachte, niet in het bezit was van voornoemde goederen en die goederen niet kon leveren, waardoor bovengenoemde aangevers telkens werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
hij op meer tijdstippen in de periode van 15 november 2016 tot en met 30 april 2018, in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, telkens door het aannemen van een valse hoedanigheid, hierna te noemen aangevers, te weten:
a. a) [slachtoffer 9] ( 126,95,50 voor Kitchen Aid)
[slachtoffer 10] ( 130,- voor een hoofdtelefoon Sony)
[slachtoffer 11] ( 150,- voor een mobicool (koelbox))
[slachtoffer 12] ( 157,- voor een Kitchen Aid)
[slachtoffer 13] ( 156,95 voor een miele Complete C3 Cat & Dog)
[slachtoffer 14] ( 120,- voor een robotstofzuiger)
[slachtoffer 15] ( 322,- voor een Oculus rift)
[slachtoffer 16] ( 176,95 voor een Wii)heeft bewogen tot de afgifte van bovengenoemde geldbedragen, hebbende verdachte en zijn mededader toen aldaar telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk
  • zich voorgedaan als aanbieder van bovengenoemde goederen op de internetsite Marktplaats.nl en
  • gebruik gemaakt van een valse identiteit en de bankrekeningnummer van (een zogenoemde"katvanger"), te weten:
[slachtoffer 17]
  • zich voorgedaan als bonafide verkoper en
  • de indruk gewekt dat hij bovengenoemde goederen in het bezit had en kon leveren
  • voornoemde aangevers voorgehouden dat hij bovengenoemde goederen zou leveren na betaling op derekeningnummer van bovengenoemde katvanger terwijl hij, verdachte en zijn mededader niet in het bezit waren van voornoemde goederen en die goederen niet konden leveren, waardoor bovengenoemde aangevers telkens werden bewogen tot bovenomschreven afgiften.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het bewezen verklaarde levert op:
primairoplichting, meermalen gepleegd;
primairmedeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte schuldig wordt verklaard zonder oplegging van straf of maatregel, gelet op de overschrijding van de redelijke termijn en de toepassing van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr).
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair verzocht om verdachte schuldig te verklaren zonder oplegging van straf of maatregel, gelet op de excessieve overschrijding van de redelijke termijn en de zwaarwegende toepassing van artikel 63 Sr.
Subsidiair heeft de raadsman bepleit voor de oplegging van een voorwaardelijke straf, zo nodig in combinatie met een geringe taakstraf.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het uittreksel uit de justitiële documentatie van 10 november 2023, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich beziggehouden met oplichtingspraktijken op het internet. Hij heeft meerdere slachtoffers opgelicht en bewogen tot afgifte van geld door op de website Marktplaats.nl telkens goederen aan te bieden, waarvan hij wist dat hij die niet kon en zou leveren. Door zo te handelen heeft verdachte de slachtoffers financieel benadeeld en schade toegebracht aan het vertrouwen dat in het economisch verkeer moet kunnen worden gesteld, in casu in de wijze waarop (via Marktplaats.nl) goederen worden verkocht en gekocht. De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij enkel heeft gehandeld uit eigen financieel gewin.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte. Hieruit blijkt dat verdachte in 2021 is veroordeeld tot 54 maanden gevangenisstraf. In artikel 63 Sr is bepaald dat de rechtbank rekening kan houden met de bepalingen over gelijktijdige bestraffing wanneer een verdachte na een veroordeling wordt berecht voor een strafbaar feit dat is gepleegd vóór die eerdere veroordeling. Gelet hierop, houdt de rechtbank, in strafverminderende zin, rekening met de veroordeling in 2021.
De rechtbank kent daarnaast, in strafverminderende zin, bijzonder gewicht toe aan het tijdsverloop en de aanzienlijke mate waarin de redelijke termijn voor vervolging van deze strafbare feiten is overschreden, te weten met vijf jaar.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat met het opleggen van een straf thans geen redelijk strafdoel meer is gediend.
De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat een schuldigverklaring zonder oplegging van straf of maatregel in deze zaak passend en geboden is.
De volgende personen hebben zich ten aanzien van het onder 1. primair ten laste gelegde als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
[slachtoffer 1] , tot een bedrag van 125,00 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijkerente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer 2] , tot een bedrag van 256,50 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijkerente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer 3] , tot een bedrag van 256,95 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijkerente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer 4] , tot een bedrag van 220,00 ter zake van materiële schade en 200,00 ter vergoeding vanimmateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer 5] , tot een bedrag van 375,00 ter zake van materiële schade en 375,00 ter vergoeding vanimmateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer 6] , tot een bedrag van 270,00 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijkerente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer 7] , tot een bedrag van 283,95 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijkerente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer 8] , tot een bedrag van 307,00 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijkerente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De volgende personen hebben zich ten aanzien van het onder 2. primair ten laste gelegde als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
[slachtoffer 9] , tot een bedrag van 132,50 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijkerente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan en 200,00 ter vergoeding van proceskosten;
[slachtoffer 10] , tot een bedrag van 130,00 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijkerente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer 11] , tot een bedrag van 150,00 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijkerente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer 12] , tot een bedrag van 160,00 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijkerente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer 13] , tot een bedrag van 150,00ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijkerente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer 14] , tot een bedrag van 120,00 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijkerente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer 15] , tot een bedrag van 322,00 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijkerente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer 16] , tot een bedrag van 176,95 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijkerente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Verder hebben de volgende personen zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
[slachtoffer 18] , tot een bedrag van 126,50 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijkerente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer 19] , tot een bedrag van 246,95 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijkerente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde gerekwireerd tot toewijzing van alle vorderingen van de benadeelde partijen, maar heeft aangevoerd dat de door de benadeelde partijen [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] gevorderde vergoeding van immateriële schade niet voor toewijzing vatbaar is en niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De officier van justitie heeft ten aanzien van alle vorderingen oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.
De officier van justitie heeft ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde gesteld dat de vordering van [slachtoffer 14] niet-ontvankelijk verklaard dient te worden, aangezien deze benadeelde partij geen volledig formulier heeft ingevuld en ingediend. Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 9] en [slachtoffer 12] heeft de officier van justitie gevorderd dat deze kunnen worden toegewezen tot een bedrag van 126,95 respectievelijk 157,-, waarbij het overige gedeelte nietontvankelijk verklaard dient te worden. Ten aanzien van de resterende vorderingen van de benadeelde partijen heeft de officier van justitie gerekwireerd tot volledige toewijzing van deze vorderingen. Tot slot heeft hij ten aanzien van alle vorderingen oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.
Standpunt van de verdediging
Gelet op de reeds bepleite vrijspraak van verdachte heeft de raadsman zich primair op het standpunt gesteld dat alle vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard dienen te worden. De raadsman heeft voorts benadrukt dat de benadeelde partijen [slachtoffer 18] en [slachtoffer 19] hoe dan ook niet-ontvankelijk verklaard dienen te worden, aangezien deze benadeelden niet terugkomen op de dagvaarding, waarmee niet kan worden voldaan aan het relativiteitsvereiste. Mocht de rechtbank toekomen aan de inhoudelijke behandeling van de gedane vorderingen, dan heeft de verdediging zich subsidiair op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] , voor wat betreft het immateriële schadedeel, niet voor toewijzing vatbaar zijn. Daarnaast heeft de raadsman, evenals de officier van justitie, bepleit dat de vordering van [slachtoffer 9] kan worden toegewezen tot een bedrag van 126,95. Tot slot heeft de raadsman de rechtbank verzocht om geen hoofdelijkheid uit te spreken.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is ten aanzien van alle vorderingen voldoende aannemelijk dat de benadeelde partijen de gestelde materiële schade hebben geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1. primair bewezen verklaarde. De vorderingen zullen worden toegewezen, telkens vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De benadeelde partijen [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] hebben daarnaast vergoeding van immateriële schade gevorderd. Wanneer, zoals in de onderhavige zaak, geen sprake is van lichamelijk letsel, kan op grond van artikel 6:106 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) slechts een vergoeding voor immateriële schade worden toegekend indien de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Geestelijk letsel kan pas worden aangemerkt als aantasting van de persoon, indien de psychische gevolgen voldoende ernstig zijn. Het geschaad worden in het vertrouwen vormt nog geen aantasting van de persoon als bedoeld in artikel 6:106 BW. Ernstige psychische schade, als hiervoor bedoeld, is door de benadeelde partijen niet aangevoerd. De vorderingen tot vergoeding van immateriële schade zal de rechtbank dan ook afwijzen.
De rechtbank zal, overeenkomstig het pleidooi van de raadsman van de verdachte, de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 18] en [slachtoffer 19] niet-ontvankelijk verklaren, aangezien niet wordt voldaan aan het relativiteitsvereiste. De schade vloeit niet voort uit strafbare feiten die de rechtbank ten aanzien van verdachte bewezen heeft verklaard.
Daarnaast zullen de vorderingen van [slachtoffer 9] en [slachtoffer 12] worden toegewezen tot een bedrag van 126,95 respectievelijk 157,-. Het overige gedeelte zal steeds niet-ontvankelijk worden verklaard, aangezien deze benadeelde partijen een hoger bedrag aan verzendkosten hebben gevorderd dan de daadwerkelijk gemaakte kosten, gelet op bijgevoegde bijlages bij de aangiftes. Tevens is de vordering van [slachtoffer 9] ten aanzien van de gevorderde proceskosten onvoldoende onderbouwd.
Ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer 14] is naar het oordeel van de rechtbank, anders dan het betoog van de officier van justitie, voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder feit 2. primair bewezen verklaarde. Alhoewel de benadeelde partij geen volledig ingevuld formulier met de vordering tot schadevergoeding heeft ingediend, acht de rechtbank de bijlage bij de aangifte van de benadeelde partij in het dossier voldoende om vast te stellen dat deze benadeelde partij schade heeft geleden.
Tot slot is naar het oordeel van de rechtbank ten aanzien van alle overige, nog niet besproken, vorderingen voldoende aannemelijk dat deze benadeelde partijen de gestelde schade hebben geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 2. primair bewezen verklaarde. De vorderingen zullen worden toegewezen, telkens vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De rechtbank zal verdachte telkens veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank telkens de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36f, 63 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Verklaart het onder 1. primair en 2. primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Ten aanzien van het onder 1. primair bewezen en strafbaar verklaarde:
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 1] te betalen:
  • het bedrag van 125,- (zegge: honderdvijfentwintig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 juli 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging vandeze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat te betalen een bedrag van 125,- (zegge: honderdvijfentwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 juli 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat geheel uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 3 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] toe en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 2] te betalen:
  • het bedrag van 256,50 (zegge: tweehonderdzesenvijftig euro en vijftig eurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 mei 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging vandeze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat te betalen een bedrag van 256,50 (zegge: tweehonderdzesenvijftig euro en vijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 mei 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat geheel uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 6 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] toe en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 3] te betalen:
  • het bedrag van 256,95 (zegge: tweehonderdzesenvijftig euro en vijfennegentig eurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 juli 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging vandeze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 3] aan de Staat te betalen een bedrag van 256,95 (zegge: tweehonderdzesenvijftig euro en vijfennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 juli 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat geheel uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 6 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 4] te betalen:
  • het bedrag van 220,- (zegge: tweehonderdtwintig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 mei 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging vandeze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Verklaart de vordering van [slachtoffer 4] voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 4] aan de Staat te betalen een bedrag van 220,- (zegge: tweehonderdtwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 mei 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat geheel uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 5 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 5] te betalen:
  • het bedrag van 375,- (zegge: driehonderdvijfenzeventig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 november 2017 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging vandeze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Verklaart de vordering van [slachtoffer 5] voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 5] aan de Staat te betalen een bedrag van 375,- (zegge: driehonderdvijfenzeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 november 2017 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat geheel uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 8 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6] toe en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 6] te betalen:
  • het bedrag van 270,- (zegge: tweehonderdzeventig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 juli 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging vandeze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 6] aan de Staat te betalen een bedrag van 270,- (zegge: tweehonderdzeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 juli 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat geheel uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 6 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 7] toe en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 7] te betalen:
  • het bedrag van 283,95,- (zegge: tweehonderddrieëntachtig euro en vijfennegentig eurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 november 2017 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging vandeze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 7] aan de Staat te betalen een bedrag van 283,95,- (zegge: tweehonderddrieëntachtig euro en vijfennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 november 2017 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat geheel uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 6 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 8] toe en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 8] te betalen:
  • het bedrag van 307,- (zegge: driehonderdzeven euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 26 april 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging vandeze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 8] aan de Staat te betalen een bedrag van 307,- (zegge driehonderdzeven euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 april 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat geheel uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 7 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Ten aanzien van het onder 2. primair bewezen en strafbaar verklaarde:
De rechtbank stelt vast dat de verdachte het strafbare feit samen met een andere heeft gepleegd en dat zij naar burgerlijk recht (artikel 6:166 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek) hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling van de gehele vordering en bepaalt dat indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, de verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Verklaart de vordering van [slachtoffer 18] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Verklaart de vordering van [slachtoffer 19] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9] toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 9] te betalen:
  • het bedrag van 126,95 (zegge: honderdzesentwintig euro en vijfennegentig eurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 13 april 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging vandeze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Verklaart de vordering van [slachtoffer 9] voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 9] aan de Staat te betalen een bedrag van 126,95 (zegge: honderdzesentwintig euro en vijfennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 april 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat geheel uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 3 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 10] toe en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 10] te betalen:
  • het bedrag van 130,- (zegge: honderddertig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 maart 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging vandeze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 10] aan de Staat te betalen een bedrag van 130,- (zegge: honderddertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 maart 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat geheel uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 3 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 11] toe en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 11] te betalen:
  • het bedrag van 150,- (zegge: honderdvijftig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 26 februari 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging vandeze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 11] aan de Staat te betalen een bedrag van 150,- (zegge: honderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 februari 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat geheel uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 3 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 12] toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 12] te betalen:
  • het bedrag van 157,- (zegge: honderdzevenenvijftig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 maart 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging vandeze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Verklaart de vordering van [slachtoffer 12] voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 12] aan de Staat te betalen een bedrag van 157,- (zegge: honderdzevenenvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 maart 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat geheel uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 4 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 13] toe en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 13] te betalen:
  • het bedrag van 150,- (zegge: honderdvijftig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 maart 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging vandeze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 13] aan de Staat te betalen een bedrag van 150,- (zegge: honderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 maart 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat geheel uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 3 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 14] toe en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 14] te betalen:
  • het bedrag van 120,- (zegge: honderdtwintig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 23 februari 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging vandeze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 14] aan de Staat te betalen een bedrag van 120,- (zegge: honderdtwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 februari 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat geheel uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 3 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 15] toe en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 15] te betalen:
  • het bedrag van 322,- (zegge: driehonderdtweeëntwintig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 februari 2018 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging vandeze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 15] aan de Staat te betalen een bedrag van 322,- (zegge: driehonderdtweeëntwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 februari 2018 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat geheel uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 7 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 16] toe en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 16] te betalen:
  • het bedrag van 176,95 (zegge: honderdzesenzeventig euro en vijfennegentig eurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 november 2016 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging vandeze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 16] aan de Staat te betalen een bedrag van 176,95 (zegge: honderdzesenzeventig euro en vijfennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 november 2016 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat geheel uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 4 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Brinksma, voorzitter, mr. S.T. Kooistra en mr. T.H. Kapinga, rechters, bijgestaan door mr. S.J. Boersma, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 december 2023.
Mr. Kooistra en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpaginas betreft dit delen van ambtsedige processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het dossier van Politie Noord-Nederland met BVH-nummer PL01002018241181 d.d. 4 januari 2019, digitaal doorgenummerd van pagina 1 tot en met 412.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , pagina 269.
Pagina 270.
Pagina 269.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , pagina 279.
Pagina 280.
Pagina 279.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , pagina 302.
Pagina 303.
Pagina 303.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] , pagina 323.
Pagina 324.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] , pagina 333.
Pagina 334.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] , pagina 339.
Pagina 340.
Pagina 339.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 7] , pagina 347.
Pagina 348. 20 Pagina 347.
21. Het aanvullend proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] , pagina 1.
22. Het aanvullend proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] , pagina 2.
23. Het aanvullend proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] , pagina 1.
24. Het proces-verbaal van verhoor verdachte, pagina 202.
25. Pagina 203.
26. Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpaginas betreft dit delen van ambtsedige processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het dossier van Politie Noord-Nederland met BVH-nummer PL01002018241181 d.d. 4 januari 2019, digitaal doorgenummerd van pagina 1 tot en met 412.
27. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 9] , pagina 28.
28. Pagina 31.
29. Pagina 28.
30. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 10] , pagina 41.
31. Pagina 42.
32. Pagina 41.
33. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 11] , pagina 49.
34. Pagina 50.
35.
Pagina 49.
36. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 12] , pagina 53.
37. Pagina 54.
38. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 13] , pagina 61.
39. Pagina 64.
40. Pagina 61.
41. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 14] , pagina 68.
42. Pagina 71.
43. Pagina 68.
44. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 15] , pagina 82.
45. Pagina 83.
46. Pagina 82.
47. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 16] , pagina 86.
48. Pagina 89. 49 Pagina 86.
50. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [slachtoffer 18] , pagina 245.
51. Pagina 247.
52. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [slachtoffer 17] , pagina 132.
53. Pagina 134.
54. Pagina 134.
55. Pagina 135.
56. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [slachtoffer 17] , pagina 138.