In deze zaak verzoekt Stichting Elkien de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer [A] wegens een verstoorde arbeidsrelatie. De kantonrechter heeft op 26 juli 2023 uitspraak gedaan in de procedure die op tegenspraak is gevoerd. De werknemer, [A], heeft zich verweerd tegen het verzoek en stelt dat de ontbinding moet worden afgewezen, met veroordeling van Elkien in de proceskosten. Hij heeft ook een tegenverzoek ingediend voor een transitievergoeding en een billijke vergoeding, alsook om een onafhankelijk onderzoek naar zijn discriminatieklachten. De procedure heeft een lange voorgeschiedenis van klachten van zowel de werkgever als de werknemer, waarbij [A] zich gediscrimineerd voelde en de werkgever de arbeidsrelatie als ernstig verstoord beschouwde. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding, die niet hersteld kan worden, en heeft het verzoek tot ontbinding toegewezen. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden per 1 september 2023, met toekenning van de wettelijke transitievergoeding aan [A]. De kantonrechter heeft geen billijke vergoeding toegekend, omdat er geen ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever is vastgesteld. De proceskosten worden door beide partijen zelf gedragen.