Uitspraak
RECHTBANK Noord-Nederland
1.De procedure
- de conclusie na deskundigenbericht van [eiser] van 28 september 2022;
- de conclusie na deskundigenbericht van Gasunie van 28 september 2022.
2.De verdere beoordeling
4.UITGANGSPUNTEN
Aan het onderhavige advies liggen – met name – de navolgende uitgangspunten ten grondslag:
(…)
5.DE PERCELEN/OPPERVLAKTEN BEGREPEN IN DE SCHADEBEREKENING
6.BEANTWOORDING VAN DE ONDERZOEKSVRAGEN VAN DE RECHTBANK
De opbrengst per m2/per ha;
7.SCHADEBEREKENING
€ 9.450,00 per door uw rechtbank in aanmerking te nemen oppervlakte
(uitgewerkt in tabel paragraaf 6 onder d.)
- schade tevergeefs gemaakte inzaaikosten in totaal € 53.326,00
- exploitatieschade € 21.441,00
eersteplaats niet vinden in de aanname dat het gewicht van een bos bospeen gemiddeld 1000 gram is, dit gewicht is minder.
tweedeplaats kan [eiser] zich niet vinden in de berekening van de bespaarde kosten door de deskundigen.
derdeplaats zijn de exploitatiekosten op een te laag bedrag vastgesteld volgens [eiser] ; het uurtarief voor het spuiten van het land is hoger en er zijn meer kosten voor foliegebruik gemaakt.
eersteplaats is aangevoerd dat Gasunie zich niet kan verenigen met het standpunt van de deskundigen dat uitgegaan moet worden van vereenzelviging. Vereenzelviging ziet op een andere constellatie, Gasunie verwijst in dit verband naar het zogenaamde Rainbow-arrest van de Hoge Raad.
ter zake van de grondwaarop de werken van algemeen nut moeten plaatsvinden aanspraak kan maken op vergoeding van daardoor geleden schade. Overigens is de vordering van Tuinbouwbedrijf verjaard, uitgaande van een verjaringstermijn van vijf jaar.
tweedeplaats heeft Gasunie vanuit historisch perspectief een aantal bezwaren tegen de uitkomst van het deskundigenonderzoek:
derdeplaats plaatst Gasunie vraagtekens bij de conclusies van het deskundigenonder-zoek. [eiser] krijgt van de deskundigen te veel het voordeel van de twijfel. Er is geen aandacht besteed aan het feit dat een deel van de bospeen is ondergefreesd. Ook het feit dat een deel als industriepeen moet zijn verkocht blijkt niet uit de boekhouding dan wel het deskundigenrapport. Verder zijn de bezwaren gericht op enkele specifieke onderdelen:
- De opbrengst/aantal bossen zoals vastgesteld door de deskundigen is onjuist. De extrapolatie van de wel getaxeerde maar de (door toedoen van [eiser] ) niet-getaxeerde percelen (10,5 ha) is niet gerechtvaardigd. Blijkens bijlage 3 van mr. Vermeulen bij zijn schrijven van 25 februari 2022 is de opbrengst van [eiser] in 2010 4.099.165 bossen op 137 ha. Derhalve gaat het om 29.920 bossen per ha, terwijl de deskundigen uitgaan van 45.000 bossen per ha. Daar komt bij dat er in de betreffende periode sprake is geweest van ernstige regenval en vorst en dat Gasunie uit eigen wetenschap bekend is dat er percelen zijn ondergefreesd en als industriepeen is afgevoerd.
- Wat betreft de tarra problematiek gaan de deskundigen uit van 20%. Zij hebben dit percentage echter niet goed in het gewicht per bos verwerkt. Als dit percentage wordt toegepast op de getaxeerde oppervlakte, resteert een opbrengst van 35.488 bossen per hectare, met een rekengewicht per bos van 1000 gram. Voorts weegt een bos peen met loof 1000 tot 1200 gram. Betwist wordt dat, zoals de deskundigen lijken te stellen, de peen verkocht wordt in standaardgewichten van 600 of 750 gram zonder loof.
- Met betrekking tot de facturen en overzichten plaatst Gasunie vraagtekens. Uit de paar stukken die Gasunie kan beoordelen blijkt volgens haar meteen dat het niet juist is dat peen altijd voor € 0,68, € 0,72 en € 0,78 per bos is verkocht. Peen heeft -net als andere gewassen - ook gewoon een dagprijs.
- Over de vraag of en zo ja hoe de gemiste opbrengst op de schadepercelen door [eiser] had kunnen worden afgezet is niets concreets naar voren gebracht. Er is dus ook geen enkel concreet aanknopingspunt om te veronderstellen dat de gemiste opbrengst door [eiser] kon worden afgezet en terwijl, als dat wel had gekund, rijst de vraag waarom dat is nagelaten. Het valt op dat de inkoop van peen van [eiser] in het jaar 2010 min of meer gelijke tred houdt met die in de daaraan voorafgaande jaren en 2011.
- Ten aanzien van de exploitatieschade hebben de deskundigen aangenomen dat sprake is van wegsnijden en weggooien van folie. Dit had bewaard kunnen worden.
- Met betrekking tot de vernatting en het rapport van Tauw is Gasunie van mening dat dit rapport geen houvast geeft voor de stelling dat de vernatting op perceel sub c (totaal 5.30.42 ha) door het handelen van Gasunie is veroorzaakt.
- Met betrekking tot het perceel sub b (3.60.00 ha) heeft de rechtbank al in rechtsoverweging 5.30. van het tussenvonnis van 10 februari 2021 overwogen dat deze niet kan worden meegenomen. Er is geen reden anders te beslissen.
- De kosten van inzaaien komen niet in aanmerking voor vergoeding.
Rainbow-arrest) heeft de Hoge Raad overwogen dat de omstandigheden van het geval evenwel ook zo uitzonderlijk van aard kunnen zijn dat vereenzelviging van de betrokken rechtspersonen – het volledig wegdenken van het identiteitsverschil – de meest aangewezen vorm van redres is. Men spreekt in dit verband dan van een directe doorbraak van de aansprakelijkheid.
van de grondrecht op schadevergoeding als gevolg van de gedoogplicht van de werkzaamheden als de onderhavige op of in die grond.
€ 26.309,60
14.864,50(3,5 punt × tarief VIII € 4.247,00)