ECLI:NL:RBNNE:2023:5443

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
12 december 2023
Publicatiedatum
17 januari 2024
Zaaknummer
192606
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)

Op 12 december 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging toegewezen, nadat zij kennis had genomen van het verzoekschrift en de bijlagen, waaronder medische verklaringen en eerdere machtigingen. De betrokkene, geboren op [geboortedatum 1], was aanwezig bij de zitting, bijgestaan door zijn advocaat, mr. G.P. Wempe. De mondelinge behandeling vond plaats op het verblijfadres van de betrokkene, waarbij ook een psychiater en een sociaal psychiatrisch verpleegkundige telefonisch zijn gehoord.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, met ernstige gevolgen voor zijn geestelijke en fysieke gezondheid. Ondanks de bezwaren van de betrokkene en zijn advocaat, die pleitten voor afwijzing van het verzoek en voor een kortere duur van de machtiging, oordeelde de rechtbank dat verplichte zorg noodzakelijk was. De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis waren, gezien het verleden van de betrokkene met medicatieweigering en middelengebruik. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van twee jaar, tot 12 december 2025, en stelde dat de voorgestelde zorgvormen evenredig en effectief waren.

De beschikking is mondeling gegeven en later schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie: Leeuwarden
Zaak-/rekestnr.: C/17/192606 / FA RK 23-2509
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van
12 december 2023naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats] ,
wonende [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. G.P. Wempe, kantoorhoudende te Drachten.

1.Het procesverloop

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift van de officier van justitie, ingekomen bij de griffie op 29 november 2023 en van de volgende bijlagen:
  • de medische verklaring d.d. 23 november 2023;
  • de zorgkaart d.d. 14 november 2023;
  • het zorgplan d.d. 1 november 2023;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur als bedoeld in artikel 5:15 Wvggz en het door de geneesheer-directeur opgestelde voorstel voor een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 5:17 lid 4 Wvggz d.d. 2 november 2023;
  • gegevens over een eerder voor betrokkene afgegeven machtiging op grond van de Wet Bopz;
  • gegevens over een eerder afgegeven zorgmachtiging;
  • strafvorderlijke en justitiële gegevens als bedoeld in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;
  • een verklaring van de griffie dat het curatele- en bewindregister ten aanzien van betrokkene geen gegevens bevat.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 12 december 2023, op het verblijfadres van betrokkene. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door mr. G.P. Wempe;
  • [naam] , psychiater en tevens zorgverantwoordelijke (telefonisch naar aanleiding van vragen van de raadsman);
  • [naam] , sociaal psychiatrisch verpleegkundige.
De officier van justitie is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2.De beoordeling

2.1.
De rechter kan op verzoek van de officier van justitie een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Wanneer het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, mits er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er geen minder bezwarende alternatieven zijn, het verlenen van verplichte zorg evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door een psychische stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen.
2.2.
Namens betrokkene is primair gepleit voor afwijzing van het verzoek. Betrokkene is van mening dat er geen sprake is van een psychische stoornis waar ernstig nadeel uit voortvloeit. Verder heeft de advocaat naar voren gebracht dat een zorgmachtiging niet nodig is omdat er mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. Betrokkene geeft aan dat hij de medicatie wil innemen, maar het liefst zonder een gedwongen kader. Het gedwongen kader maakt betrokkene opstandig en rebels. Hij wil het vertrouwen krijgen van de GGZ en zijn eigen verantwoordelijkheid nemen. Daarbij geeft betrokkene aan dat het bevorderend voor hem werkt wanneer hij de verantwoordelijkheid krijgt om de medicatie zelf in te nemen. Betrokkene kan zo laten zien dat er gedurende een langere periode sprake is van een stabiele situatie en hij vrijwillig meewerkt aan de behandeling. Subsidiair is gepleit voor een verkorting van de duur van de zorgmachtiging, omdat er geen psychiater aanwezig was tijdens de mondelinge behandeling om een toelichting te kunnen geven. Daarbij heeft de advocaat naar voren gebracht dat een periode van twee jaar te lang is, omdat betrokkene op een gegeven moment zijn verantwoordelijkheid moet kunnen nemen ten aanzien van het accepteren van zorg en behandeling. Een kortere periode zou beter passend zijn voor betrokkene om te kunnen laten zien dat hij zijn verantwoordelijkheid kan nemen.
De rechtbank zal hieronder waar van toepassing een toelichting geven op het verweer dat is aangevoerd namens betrokkene.
2.3.
Anders dan betrokkene is de rechtbank van oordeel dat uit de overgelegde stukken en uit hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gekomen, is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen, schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en
middelgerelateerde- en verslavingsstoornissen.
2.4.
De rechtbank is verder van oordeel dat deze stoornis wel leidt tot ernstig nadeel, dan wel een aanzienlijk risico daarop, gelegen in:
  • ernstige psychische schade;
  • immateriële schade;
  • ernstige verwaarlozing;
  • maatschappelijke teloorgang.
De rechtbank overweegt hiertoe als volgt. Betrokkene heeft in het verleden meerdere manisch psychotische episodes gehad die ontstaan vanuit een schizoaffectieve stoornis. Daarbij is er sprake van middelengebruik, wat een luxerend effect heeft op een psychotische ontregeling. Vanuit het toestandsbeeld is sprake van slechte zelfzorg, achterdocht, dreigend gedrag richting anderen, financiële problemen, isoleert betrokkene zich en heeft betrokkene wanen en hallucinaties. Betrokkene is van mening dat hij verantwoordelijk is voor cruciale gebeurtenissen in de wereld, waaronder de oorlog in Palestina en hij beweert contact te hebben met verschillende beroemdheden in Amerika en Nederland. Betrokkene wil zich richten op de toekomst en toont doorzettingsvermogen.
De psychiater heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat er sprake blijft van een kwetsbare situatie, omdat betrokkene steeds opnieuw drugs gebruikt en hij gevoelig blijft voor psychotische ontregelingen. In de afgelopen periode van 5 jaar is er niet sprake geweest van een langere periode dat het goed genoeg met betrokkene ging om de zorg af te schalen. Verder moet betrokkene de komende periode nog goed ingesteld worden op nieuwe medicatie. Betrokkene is selectief in het willen accepteren van bepaalde medicatie. Een zorgmachtiging is nodig om verdere vooruitgang te kunnen boeken de medicatie te kunnen monitoren en tijdig in te kunnen grijpen indien nodig om decompensatie te voorkomen.
2.5.
Voorgaande maakt dat betrokkene langer zorg nodig heeft voor:
  • het afwenden van ernstig nadeel;
  • het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn/ zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint;
  • het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
2.6.
Anders dan betrokkene is de rechtbank van oordeel dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene de afgelopen vijf jaar meerdere keren zijn medicatie heeft geweigerd, terwijl de behandelend arts deze medicatie wel noodzakelijk achtte om het psychisch toestandsbeeld te kunnen behandelen. Betrokkene neemt op dit moment de medicatie in, maar heeft last van bijwerkingen en is van mening dat hij geen verschil merkt in zijn gedachtes wanneer hij zijn medicatie wel of niet inneemt. Dit maakt dat - ondanks dat betrokkene tijdens de mondelinge behandeling heeft aangegeven dat hij de medicatie zal innemen - de rechtbank onvoldoende op de vrijwilligheid van betrokkene durft te vertrouwen. De rechtbank neemt daarbij mede in overweging dat betrokkene in het verleden moeilijk in de samenwerking kwam met de zorg en dat hij drugs en alcohol is blijven gebruiken. Gelet op het voorgaande is een zorgmachtiging noodzakelijk nu betrokkene niet bestendig is in zijn keuze om de noodzakelijke zorg te accepteren en daarbij is een zorgmachtiging een stok achter de deur voor betrokkene.
2.7.
De rechtbank zal aansluiten bij de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg, die zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
2.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.9.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twee jaar. De rechtbank ziet in dit geval anders dan betrokkene geen aanleiding om de zorgmachtiging in duur te beperken. De rechtbank volgt, gelet op het verleden, de verklaring van de psychiater en is van oordeel dat niet de verwachting is dat verplichte zorg in een kortere periode niet meer nodig zal zijn. De psychiater heeft nog naar voren gebracht dat de zittingen voor betrokkene veel onrust meenemen en de samenwerking niet ten goede komen. Ook dat heeft de rechtbank meegewogen. Verder gaat de rechtbank voorbij aan het verweer dat er geen psychiater aanwezig was tijdens de mondelinge behandeling om een toelichting te geven waardoor de duur van de zorgmachtiging moet worden ingekort. Hoewel de psychiater niet fysiek aanwezig was bij de mondelinge behandeling was zij wel telefonisch beschikbaar en zijn de vragen van de advocaat door de psychiater telefonisch beantwoord.
2.10.
Na de mondelinge behandeling is op 12 december 2023 een kennisgeving mondelinge uitspraak verplichte zorg Wvggz aan de zorgaanbieder uitgereikt.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum 1] , inhoudende dat gedurende de geldigheid van de machtiging bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 12 december 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven op 12 december 2023 door mr. M. Jansen, rechter, bijgestaan door de griffier en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 22 december 2023.
..
fn. 977
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.