ECLI:NL:RBNNE:2023:5400

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
16 oktober 2023
Publicatiedatum
15 januari 2024
Zaaknummer
18-317677-22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meerdere woninginbraken en pogingen daartoe met gevangenisstraf

Op 16 oktober 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van zeven woninginbraken en twee pogingen daartoe. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaren. De zaak kwam ter terechtzitting naar aanleiding van een onderzoek dat op 2 oktober 2023 plaatsvond. De verdachte, geboren in 1995 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was gedetineerd en werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. J.L. L'Homme. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. A.J. Kemkers.

De tenlastelegging omvatte meerdere inbraken in de periode van 20 december 2022 tot en met 28 februari 2023, waarbij de verdachte goederen heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich toegang tot de woningen heeft verschaft door middel van braak en inklimming. De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor alle ten laste gelegde feiten, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak van de meeste feiten, met uitzondering van twee inbraken die de verdachte had bekend.

De rechtbank heeft de bewijsvoering van de officier van justitie beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de herkenning van de verdachte door een verbalisant op camerabeelden niet voldeed aan de eisen van de jurisprudentie. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele ten laste gelegde feiten, maar achtte de overige feiten wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de recidive van de verdachte. De rechtbank heeft de vorderingen van benadeelde partijen toegewezen en de tenuitvoerlegging van eerdere voorwaardelijke veroordelingen gelast.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18.317677.22
vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 18.920012.20 vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 21.000906.18
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 16 oktober 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] , zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 2 oktober 2023.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J.L. L'Homme, advocaat te Amsterdam. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. A.J. Kemkers.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
hij, op één of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 20 december 2022 tot en met 28 februari 2023 te [adres] , [adres] , [adres] , [adres] (gemeente Weststellingwerf), [adres] en/of [adres] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
  • op of omstreeks 20 december 2022 uit een woning gelegen aan de [adres] te [adres] een zegelring en/of een geldbedrag (van in ieder geval 30,-), in elk geval enig goed die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of
  • op of omstreeks 24 december 2022 uit een woning gelegen aan de [adres] te [adres] sieraden, horloges en/of een geldbedrag (van in ieder geval 115,-), in elk geval enig goed die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of
  • in of omstreeks de periode 25 februari 2023 tot en met 28 februari 2023 uit een woning gelegen aan de [adres] te [adres] sieraden en/of een horloge, in elk geval enig goed die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of
  • op of omstreeks 27 februari 2023 uit een woning gelegen aan de [adres] te [adres] een kluis, paspoorten, kentekenbewijzen, sleutels, waardepapieren en/of sieraden, in elk geval enig goed die geheel of ten dele aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of
  • in of omstreeks de periode 25 februari 2023 tot en met 28 februari 2023 uit een woning gelegen aan de [adres] te [adres] een geldbedrag (ongeveer 30,-) en/of sieraden, in elk geval enig goed die geheel of ten dele aan [slachtoffer 6] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of
  • op of omstreeks 17 februari 2023 uit een woning gelegen aan de [adres] te [adres] , in de gemeente Weststellingwerf, een kluis, in elk geval enig goed die geheel of ten dele aan [slachtoffer 7] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of
  • op of omstreeks 6 januari 2023 uit een woning gelegen aan [adres] te [adres] een geldbedrag (ongeveer 2.450 en/of ƒ 62,5), sieraden, een horloge, een portemonnee, sleutels, waardepapieren, kentekenbewijs en/of randapparatuur, in elk geval enig goed die geheel of ten dele aan [slachtoffer 8] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), en/of
  • op of omstreeks 10 januari 2023 uit een woning gelegen aan de [adres] te [adres] een geldbedrag (ongeveer 580,-), in elk geval enig goed die geheel of ten dele aan [slachtoffer 9] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n),
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich telkens de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of
inklimming;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode 25 februari 2023 tot en met 28 februari 2023 uit een woning gelegen aan de
[adres] te [adres] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, sieraden en/of een horloge, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en) althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
hij, op één of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode 30 augustus 2022 tot en met 20 januari 2023 te [adres] en/of [adres] , althans in Nederland, telkens uit een woning, te weten:
  • op of omstreeks 22 oktober 2022 uit een woning gelegen aan de [adres] te [adres] (aangifte p. 383-386), en/of
  • op of omstreeks 31 augustus 2022 uit een woning gelegen aan de [adres] te [adres] (aangifte p. 410- 412), en/of
  • in of omstreeks de periode 21 december 2022 tot en met 21 januari 2023 uit een woning gelegen aan de [adres] te [adres] (aangifte p. 655-657), en/of
  • op of omstreeks 1 september 2022 uit een woning gelegen aan de [adres] te [adres] (aangifte p. 671- 673), en/of
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 10] , [slachtoffer 11] , [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en
zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die weg te nemen goederen onder hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor alle ten laste gelegde feiten. Met betrekking tot de inbraak aan de [adres] te [adres] , zoals ten laste gelegd onder feit 1, heeft de officier van justitie daartoe het volgende aangevoerd.
Een verbalisant heeft de camerabeelden van de buren bekeken waarop de daders van de inbraak te zien zijn en heeft daarbij duidelijk omschreven dat hij verdachte herkent aan zijn loopje. Gelet op de Mercedes Benz type E-klasse die eveneens op de camerabeelden te zien is, was verdachte vermoedelijk samen met [medeverdachte] betrokken bij de inbraak aan de [adres] te [adres] . Verdachte heeft ook verklaard dat hij [medeverdachte] goed kent. Verder is een schoenspoor aangetroffen op de plaats delict, mogelijk veroorzaakt door een schoen die bij de aanhouding bij verdachte is aangetroffen en waarop zijn DNA is gevonden.
Met betrekking tot de pogingen tot inbraak, zoals ten laste gelegd onder feit 2, heeft de officier van justitie het volgende aangevoerd.
Verdachte kan aan de poging tot inbraak aan de [adres] te [adres] gelinkt worden, gelet op het schoenspoor dat in de woning werd aangetroffen alsmede gelet op de zendmastgegevens van de telefoon van verdachte. Het schoenspoor dat in de woning werd aangetroffen, is zeer waarschijnlijk veroorzaakt door een bij verdachte in beslag genomen schoen. Voorts werd het DNA van verdachte aangetroffen op de veteruiteinden van die schoen. Daar komt bij dat de telefoon van verdachte op 20 januari 2023 een zendmast aanstraalt die slechts op 3,2 kilometer ligt van de woning aan de [adres] in [adres] . Met betrekking tot de poging tot inbraak aan de [adres] te [adres] is ook een schoenspoor aangetroffen die te linken is aan een schoen die bij verdachte is aangetroffen en waarbij zijn DNA op de veteruiteinden zat.
Tot slot benadrukt de officier van justitie dat ten aanzien van alle inbraken sprake was van dezelfde modus operandi, namelijk het forceren van een raam door een koevoet of schroevendraaier waarbij de inbraken voornamelijk gepleegd zijn in de avond of gedurende de nacht.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten, met uitzondering van de twee inbraken die verdachte heeft bekend. De raadsman heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Het huis waar verdachte verbleef fungeerde als een stashhuis waar het een komen en gaan was van verschillende personen. Dit wordt ondersteund door de verklaring van getuige [naam 1] en de verklaring van de vriendin van verdachte. Een aantal van die andere personen hield zich bezig met het plegen van inbraken, aldus verdachte. De schoenen die bij verdachte inbeslaggenomen zijn, betreffen dan ook niet allemaal schoenen die ook daadwerkelijk van verdachte waren of die door hem gedragen werden. Ook heeft verdachte zijn schoenen wel eens uitgeleend. Gelet op het vorenstaande kunnen de schoensporen die zijn aangetroffen in verschillende woningen niet redengevend zijn omdat niet geconcludeerd kan worden dat het verdachte moet zijn geweest die op die plekken die schoenen heeft gedragen.
Voorgaande wordt ondersteund door het DNA-onderzoek aan de schoenen waaruit blijkt dat de DNA- mengprofielen afkomstig zijn van minimaal drie donoren, sommige zelfs vier. Dit geldt ook voor het DNA- mengprofiel dat op de kei is aangetroffen in de woning aan
de [adres] , alsmede voor het DNA-mengprofiel dat is aangetroffen aan de buitenzijde van het inklimraam aan de [adres] te [adres] . Daar komt nog bij dat van meerdere ten laste gelegde inbraken niet kan worden vastgesteld dat het schoenspoor is ontstaan door één van de schoenen die bij verdachte in beslag zijn genomen, gelet op het ontbreken van karakteristieke overeenkomsten. Voorts is bij een aantal inbraken DNA van verdachte aangetroffen in een handschoenspoor. Verdachte verklaart hierover dat hij een vriend heeft geholpen met het leggen van laminaat en dat hij daarbij handschoenen droeg. Die vriend houdt zich volgens verdachte bezig met inbraken en kan daarbij de handschoenen die verdachte heeft gedragen, hebben gebruikt. Verder betreft de kei die is aangetroffen in de woning aan [adres] te [adres] en waarop het DNA van verdachte is aangetroffen, een verplaatsbaar object. Daarmee staat niet vast dat het verdachte is geweest die op dat moment gepoogd heeft in te breken. Ook de zendmastgegevens die zich in het dossier bevinden kunnen niet redengevend zijn omdat de telefoon van verdachte aanstraalt op zendmasten in de nabijheid van de woonplaats van verdachte, namelijk [adres] . Met betrekking tot de herkenning van verdachte door een verbalisant op camerabeelden van de inbraak in [adres] stelt de verdediging zich op het standpunt dat niet voldaan wordt aan de eisen die de jurisprudentie aan een herkenning stelt. De verbalisant heeft enkel geverbaliseerd verdachte te herkennen aan zijn loopje, maar heeft dat verder niet gespecificeerd. Derhalve is deze herkenning niet bruikbaar voor het bewijs. Gelet op al het vorenstaande dient verdachte vrijgesproken te worden van de ten laste gelegde inbraken en de pogingen daartoe wegens het gebrek aan wettig en overtuigend bewijs, met uitzondering van de twee inbraken die verdachte heeft bekend.
Oordeel van de rechtbank

Partiële vrijspraak

De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde feit, voor zover dat feit betrekking heeft op de inbraak in de woning aan de [adres] te [adres] , niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde feit, voor zover dat feit betrekking heeft op de poging tot inbraak aan de [adres] te [adres] en de [adres] te [adres] , niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende.
Feit 1
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de herkenning van verdachte door de verbalisant, niet voldoet aan de eisen die de jurisprudentie stelt aan een herkenning. Door verbalisant is onvoldoende geverbaliseerd op basis van welke specifieke persoonskenmerken hij verdachte heeft herkend. Derhalve kan de herkenning niet als bewijs worden gebruikt. Voorts acht de rechtbank het enkele feit dat de in de woning aangetroffen schoensporen mogelijk zijn veroorzaakt door een onder verdachte inbeslaggenomen schoen, onvoldoende om een bewezenverklaring te dragen. Ook in samenhang bezien acht de rechtbank deze omstandigheden onvoldoende om te komen tot wettig en overtuigens bewijs. De rechtbank spreekt verdachte vrij van de inbraak aan de [adres] te [adres] .
Feit 2
Met betrekking tot zowel de poging inbraak aan de [adres] te [adres] als de poging inbraak aan de [adres] te [adres] acht de rechtbank het enkele feit dat de in de woningen aangetroffen schoensporen waarschijnlijk respectievelijk zeer waarschijnlijk zijn veroorzaakt door een onder verdachte inbeslaggenomen schoen, onvoldoende om een bewezenverklaring te dragen. Derhalve spreekt de rechtbank verdachte vrij van de pogingen tot inbraak aan de [adres] te [adres] en de [adres] te [adres] .
Medeplegen
De rechtbank ziet in het dossier geen aanwijzingen dat verdachte de ten laste gelegde feiten in vereniging heeft gepleegd en spreekt verdachte daarvan vrij.

Bewezenverklaring

De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Feit 1
[adres] te [adres]
1.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 21 december 2022, opgenomen op pagina 430 en verder van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NN3R022107 (Peru) d.d. 31 juli 2023, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
Wij wonen in een vrijstaande woning aan de [adres] te [adres] binnen de gemeente [adres] . Op dinsdag 20 december 2022, omstreeks 23:30 uur, ben ik samen met mijn vrouw op bed gegaan. Op woensdag 21 december 2022, omstreeks 08:30 uur, kwamen wij tot de ontdekking van het feit. Hierna zagen wij dat het draairaam, aan de voorzijde van de woning, was beschadigd en verbroken. Ik weet dat er in ieder geval nog een biljet van twintig (20) euro en een biljet van tien (10) euro in de andere portemonnee zat. Ik zag dat er geen contant geld meer in mijn beide portemonnees zat.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 december 2022, opgenomen op pagina 434 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 2] :
Ik had een terugbelverzoek van de dochter van aangever [slachtoffer 1] . Zij wilde toevoegen dat haar ouders in de woonkamer een hele hoge bruine kast hebben staan. Hier bovenop stonden twee potjes, waarvan in één een ring zat, namelijk een gouden zegelring met een egaal zwart steentje.
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] ) d.d. 6 januari 2023, opgenomen op pagina 438 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van
verbalisant [naam 3] :
Tevens zag ik dat het raam beschadigd was. Ik zag dat het raam een draairaam betrof met in het midden een raamboom en aan de onderzijde een uitzetijzer. Ik zag dat de raamboom ontzet was. Ik zag dat de beschadiging versplinterd was en dat het hierdoor niet duidelijk was met welk werktuig de beschadiging was veroorzaakt. Aan de buitenzijde van het raam zag ik een handschoenspoor. Ik zag dat het handschoenspoor bestond uit een ribbelpatroon in de vorm van vier vingers. Dit spoor wordt gezien als dader gerelateerd spoor, omdat het past bij het inklimmen door het raam. Ten behoeve van humaan biologisch onderzoek heb ik dit handschoenspoor veiliggesteld en voorzien van SIN AAQE8713NL.
4.
Een deskundigenrapport afkomstig van het Maastricht Forensic Institute van 19 januari 2023, zaaknummer TMFI2023.0151, opgenomen op pagina 448 en verder van voornoemd dossier, opgemaakt door dr. M. Hidding, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als NRGD-geregistreerd forensisch DNA-deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
Om een uitspraak te doen over het mogelijk aanwezig zijn van celmateriaal van verdachte [verdachte] in de bemonstering ruit AAQE8713NL is de likelihood-ratio (LR) methode toegepast. Daarbij worden de resultaten bezien in het licht van twee, elkaar uitsluitende hypothesen.
Hypothese 1: de bemonstering bevat DNA van [verdachte] en één onbekende, niet verwante persoon. Hypothese 2: de bemonstering bevat DNA van twee onbekende, niet verwante personen.
De resultaten van het onderzoek aan de bemonstering zijn extreem veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 juist is dan wanneer hypothese 2 juist is.
[adres] te [adres]
5.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 28 december 2022 (met bijlage goederen), opgenomen op pagina 453 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 3] :
Ik woon aan de [adres] te [adres] . Op zondag 25 december om 01.00 uur werd ik wakker omdat ik naar het toilet moest. Toen ik uit mijn bed wilde stappen voelde ik dat mijn been tegen de lade van mijn nachtkastje aan botste. Ik vond dit erg gek want deze lades waren dicht toen ik ging slapen. Ik zag dat er een sierradenkistje weg was genomen. Vervolgens ging ik verder kijken en zag ik dat er in de andere slaapkamer in mijn woning ook twee kasten waren doorzocht. Toen ik naar beneden liep zag ik dat in de keuken mijn draairaam was opengebroken. Ik zag zand op het aanrecht en de vloer en ik zag dat de vergrendeling was verbroken en verbogen. Ik ben in totaal 115 euro geld kwijt waarvan 20 euro aan muntgeld en 95 euro aan briefgeld is weggenomen. Ook ben ik veel gouden sierraden kwijt en aan aantal van zilver.
Goednummer: PL0100-2022341871-1559215
Object: horloge
Goednummer: PLO100-2022341871-1559787
Object: horloge
6.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] ) d.d. 19 januari 2023, opgenomen op pagina 464 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 3] :
Ik zag dat het kozijn van het raam schade had en dat de beschadigingen versplinterd waren.
Aan de buitenzijde van het raam zag ik een handschoenspoor. Ik zag dat het handschoenspoor bestond uit een ribbelpatroon in de vorm van vingers. Dit spoor wordt
gezien als dader gerelateerd spoor, omdat het past bij het inklimmen door het raam. Ten behoeve van humaan biologisch onderzoek heb ik dit handschoenspoor veiliggesteld
en voorzien van SIN AALH6817NL.
7.
Een deskundigenrapport afkomstig van het Maastricht Forensic Institute van 13 januari 2023, zaaknummer TMFI2023.0102, opgenomen op pagina 474 en verder van voornoemd dossier, opgemaakt door dr. P.J. Herbergs, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als NRGD-geregistreerd forensisch DNA-deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
Om een uitspraak te doen over het mogelijk aanwezig zijn van celmateriaal van verdachte [verdachte] RAAP8942NL in de bemonstering 'buitenzijde inklimraam op ruit AALH6817NL' is de likelihood-ratio (LR) methode toegepast. Daarbij worden de resultaten bezien in het licht van twee, elkaar uitsluitende hypothesen.
Hypothese 1: de bemonstering bevat DNA van [verdachte] RAAP8942NL en één onbekende, niet verwante persoon.
Hypothese 2: de bemonstering bevat DNA van twee onbekende, niet verwante personen.
De resultaten van het onderzoek aan de bemonstering zijn extreem veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 juist is dan wanneer hypothese 2 juist is.
[adres] te [adres]
8.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 6 maart 2023 (met bijlage goederen), opgenomen op pagina 479 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 4] :
Ik woon aan de [adres] te [adres] . Mijn man en ik zijn op 25 februari 2023 om 04:00 uur op vakantie gegaan. Wij hebben onze woning afgesloten, zonder enige schade. Op 5 maart 2023 om 01:00 uur zijn wij terug gekomen in de woning. Aldaar zagen wij dat er een lade open stond van een bureau waar onze computer op stond. Ik zag dat daar meerdere kastdeuren open stonden. Ik zag ook dat de deur open stond van mijn sieradenkast. Daarnaast mis ik allemaal gouden sieraden van onder andere mijn moeder. Ik zag vervolgens dat de klapraam van slaapkamer beneden open stond. Ik zag dat deze aan de beide zijde van het raam en aan de onderzijde van het klapraam, was open gebroken.
Goednummer: PLO100-2023057509-1581753
Object: Horloge
9.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 maart 2023, opgenomen op pagina 351 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 4]:
Naar aanleiding van de aanhouding van [verdachte] ter zake seriematige woninginbraken werd er in meerdere woningen een doorzoeking ter in beslag name verricht op dinsdag 28 februari 2023. [adres] te [adres] , kamerbewoning op zolder:
De hoofdbewoner [naam 5] verklaarde mij, [naam 4] , dat hij de zolder sinds 3 maanden aan [verdachte] verhuurde voor 500 euro per maand. Tijdens de doorzoeking werden de volgende voorwerpen in beslag genomen:
Zolder/slaapkamer van [verdachte]
- 1 etui met daarin sierraden. In dat etui zaten behalve niet-verpakte sierraden ook sierraden die verpakt waren in een sok en in een stoffen doorzichtig zakje.
10.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 maart 2023, opgenomen op pagina 485 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 6] :
Op woensdag 8 maart 2023 om 13:00 uur ben ik naar de [adres] te [adres] gegaan. Enkele sieraden welke zijn getroffen bij een buiten heterdaad aangehouden verdachte [verdachte] , leken qua omschrijving heel erg op de sieraden welke vanaf dit adres bij de inbraak waren ontvreemd. Ik heb een drietal pagina's getoond met verschillende sieraden. Ik zag dat de aangeefster een kruis heeft gezet bij de sieraden welke zij herkende als haar sieraden. Dit waren ook sieraden welke de aangeefster had beschreven in haar aangifte. Daarnaast herkende de aangeefster ook sieraden welke zij niet had opgegeven. Hieronder zat ook een enkele oorbel. De aangeefster kon mij de andere tonen, welke nog bij haar in het sieradenkastje lag.
De [adres] te [adres]
11.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 1 maart 2023 (met bijlage goederen), opgenomen op pagina 498 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 5] :
Ik woon aan De [adres] in [adres] . Op zaterdag 25 februari 2023, om 08:15 uur, heb ik mijn woning verlaten. Vandaag 28 februari 2023, belde de buurman van [adres] mij op. Hij vertelde dat hij zag dat er was ingebroken bij mij in de woning. De buurman gaf aan dat hij op 27 februari 2023, omstreeks 17:30 uur, nog zag dat de woning in goede staat was.
Als je via de zijkant van de woning loopt dan kom je in de achtertuin terecht. Hier
was zichtbaar een slaapkamer kozijn van buitenaf geforceerd. In die slaapkamer op de begaande grond stond een kluis in een kast. Ik zag dat de kluis was weggenomen.
Op de begaande grond aan de voorzijde van de woning is ook zichtbaar een kozijn geforceerd. De derde slaapkamer slaap ik en ook daar zijn de kasten doorzocht. Hier zijn wel andere sierraden uit weggenomen. In de kluis zaten onder andere meerdere reservesleutels van auto's, testamenten, mijn paspoort, meerdere sierraden.
- Goednummer: PLO100-2023052801-1580392
Object: Paspoort
Bijzonderheden: Paspoort overleden partner: [naam 7] [geboortedatum] -1938
- Goednummer: PLO100-2023052801-1580394
Object: Kentekenbewijs (Tenaamstelling) Bijzonderheden: Tenaamstellingcode [kenteken]
- Goednummer: PLO100-2023052801-1580395
Object: Kentekenbewijs (Tenaamstelling) Bijzonderheden: Tenaamstelling code [kenteken]
12.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 maart 2023, opgenomen op pagina 521 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 8] :
Op woensdag 1 maart 2023 was ik belast met een surveillance voor de gemeente [adres] . Op diezelfde dag en tijd kreeg ik samen met mijn collega een melding dat melder een kluis had zien liggen in het water aan de [adres] in [adres] . Ter plaatse troffen wij inderdaad een kluis aan in het water. Ik zag dat het een grijze kluis betrof van ongeveer 50 centimeter van 40 centimeter. Ik zag dat het een draai cijferslot had. Ik zag dat de kluis zichtbaar deels opengebroken was. Ik was op dinsdag 28 februari 2023, belast met het opnemen van een aangifte van een woninginbraak gepleegd aan De [adres] in [adres] . Het was mij bekend dat bij die inbraak een soortgelijke kluis was weggenomen. In de kluis trof ik goederen aan afkomstig van de woninginbraak in [adres] . Ik zag onder andere een koopovereenkomst voor de woning De [adres] in [adres] . Uiteindelijk bleek dat de kluis er al sinds maandag 27 februari 2023, omstreeks 20:00 uur lag. De collega's hadden op dat moment al eerder een melding gekregen, echter doordat de gemeente gesloten was kon er niet direct op geacteerd worden.
13.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 maart 2023, opgenomen op pagina 528 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 9] :
Op 27 februari 2023 omstreeks 20:00 uur werd de kluis gevonden die bij de woninginbraak tussen maandag 27 februari 2023 te 17:30 uur en dinsdag 28 februari 2023 te 07:15 uur op De [adres] te [adres] werd weggenomen. De kluis werd gevonden op de GPS-locatie: [nummer] . Op dinsdag 28 februari 2023 te 09:53 uur werd op de locatie: [adres] te [adres] als verdachte aangehouden: [verdachte] .
De afstand tussen beide locaties is volgens de routeplanner van Google Maps 600 meter en is met de auto 2 minuten rijden.
14.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 maart 2023, opgenomen op pagina 351 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 4]:
Naar aanleiding van de aanhouding van [verdachte] ter zake seriematige woninginbraken werd er in meerdere woningen een doorzoeking ter in beslag name verricht op dinsdag 28 februari 2023. [adres] , kamerbewoning op zolder:
De hoofdbewoner [naam 5] verklaarde mij, [naam 4] , dat hij de zolder sinds 3 maanden aan [verdachte] verhuurde voor 500 euro per maand. Tijdens de doorzoeking werden de volgende voorwerpen in beslag genomen:
Zolder/slaapkamer van [verdachte]
- 7 paar sportschoenen,
merk Dsquared, kleur blauw/wit, maat 43 merk Dsquared, kleur zwart/wit, maat 43 merk Dsquared, kleur bruin/wit, maat 43
merk Dsquared, kleur wit en 6 strepen aan zijkant, maat 43
merk Dsquared, kleur grijs, maat 43, veter rechterschoen ontbreekt merk Nike, type Air force laag, maat 42,5
merk Dsquared, kleur wit/bruin, kleinere maat dan maat 43
- 1 etui met daarin sierraden. In dat etui zaten behalve niet-verpakte sierraden ook sierraden die verpakt waren in een sok en in een stoffen doorzichtig zakje.
15.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakte kennisgeving van inbeslagneming d.d. 28 februari 2023, opgenomen op pagina 359 en verder van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Plaats: [adres]
Datum en tijd: 28 februari 2023 te 13:00 uur
- Goednummer: PLO100-2022278715-1580167
Object: schoeisel Aantal/eenheid: 1 stuks Merk/type: Dsquared
Spoor identificatienr,: AAID8988NL
- Goednummer: PLO100-2022278715-1580173
Object: schoeisel Aantal/eenheid: 1 stuks Merk/type: Dsquared
Spoor identificatienr,: AAID8994NL
16.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 maart 2023, opgenomen op pagina 532 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 8] :
Op dinsdag 7 maart 2023, omstreeks 16:15 uur, heb ik een aantal foto's laten zien
waarop goederen staan die in beslag zijn genomen bij een huiszoeking. De genoemde goederen waren waarschijnlijk van diefstal afkomstig en hierop ben ik met
een aantal afbeeldingen van die goederen naar aangeefster gegaan of zij de getoonde
goederen herkende als zijnde haar goederen. Ik hoorde aangeefster zeggen dat er inderdaad meerdere goederen op de foto's van haar waren en dat deze zijn weggegenomen bij de inbraak. De sieraden waarbij een pijl staat geeft aangeefster aan dat het haar sieraden zijn.
Aangever
Achternaam: [slachtoffer 5]
Voornaam: [slachtoffer 5]
17.
De door verdachte ter zitting van 2 oktober 2023 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:Het klopt dat het telefoonnummer [telefoonnummer] van mij is. Ik gebruikte dat telefoonnummer.
18.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 maart 2023, opgenomen op pagina 494 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 9] :
Uit de verkeersgegevens bleek dat de mobiele telefoon met het telefoonnummer [telefoonnummer] op maandag 27 februari 2023 om 00:52, 01:24 en 01:56 uur gebruik maakte van zendmasten in [adres] . Op deze zelfde dag tussen 19:03 uur en 20:51 uur is te zien dat er diverse zendmasten ten noordoosten van [adres] werden gebruikt. Onder deze gebruikte zendmasten werden diverse zendmasten rondom [adres] gebruikt.
[adres] te [adres]
19.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 1 maart 2023, opgenomen op pagina 543 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 6] :
Pleegdatum/tijd: Tussen zaterdag 25 februari 2023 om 10:00 uur en dinsdag 28 februari 2023 om 17:45 uur. Ik woon samen met mijn partner aan de [adres] te [adres] . Op zaterdagochtend omstreeks 10.00 uur zijn wij vertrokken voor een korte vakantie. Op dinsdagavond omstreeks 17.45 uur kwamen wij weer thuis en zagen gelijk bij het inrijden van de straat, dat de situatie met betrekking tot onze woning veranderd was. Vervolgens zagen wij dat het draairaam aan de achterzijde van de woning op een kier stond. Wij zagen dat deze met geweld open gebroken was, aan de buitenzijde van het raam zijn forse beschadigingen afdrukken te zien in het kozijn en op het draairaam. De gehele woning is doorzocht echter is er enkel op onze ouder slaapkamer 30 euro weggenomen.
20.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 maart 2023, opgenomen op pagina 558 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 10] :
Op genoemde datum kreeg ik verzoek van recherche [adres] , om met een aantal foto's van sieraden, welke in beslag zijn genomen in proces 2022278715 langs de aangevers te gaan wonende [adres] te [adres] . Omstreeks 10.00 uur kwam ik ter plaatse op genoemd adres. Ik heb hierbij 3 fotobladen getoond, deze zullen bij dit proces verbaal gevoegd worden. Tevens heb ik de herkende goederen genummerd, aangevers verklaarden het volgende: "U laat mij drie pagina's aan foto's zien van sierraden. Ik herken de volgende goederen als zijnde mijn goederen:
3. Manchetknopen, waarvan 1 steentje mist.
4. Veteranen dasspeld ()
21.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] ) d.d. 7 maart 2023, opgenomen op pagina 553 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 11] :
De toegang tot de woning was verkregen aan de achterzijde van de woning. Ik zag dat een draairaam, dat toegang gaf tot de woonkamer was opengebroken. Op de vloer voor deze kast trof ik een schoenspoor aan op de tegelvloer. Ik zag dat het een streepjes profiel was. Ik heb dit profiel vergeleken met de schoenen van aangever en zijn vrouw, dit profiel kwam niet overeen met de vergeleken schoenen. Ik heb dit spoor veiliggesteld.
Schoenspoor
Sin: AAPQ3901NL
Plaats veiligstellen: Voor door dader opengemaakte kast in woonkamer.
22.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal vergelijkend schoensporenonderzoek d.d. 6 juni 2023, opgenomen op pagina 93 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 12] :
Ontvangen schoenen:
[A] een paar schoenen van het merk "Dsquared2", inbeslaggenomen onder goednummer PL0100- 2022278715-1580167 en voorzien van SIN AAID8988NL;
Ontvangen schoensporen:
[4] Een folie met een schoenafdrukspoor, veiliggesteld onder spoornummer PL0100- 2023053498-85826 en voorzien van SIN AAPQ3901NL;
Tijdens het vergelijkend onderzoek tussen enerzijds het schoenafdrukspoor [04] en anderzijds de zolen van de schoenen [A] en de hiermee vervaardigde proefsporen, is gebleken dat:
het profiel, voor zover zichtbaar, overeenkomt;
de afmetingen, voor zover zichtbaar, praktisch overeenkomen;
3 onregelmatigheden in schoenspoor [04] qua plaats en vorm globaal overeenkomen met 3 beschadigingen in de zool van de rechterschoen [A];
onverklaarbare verschillen zijn niet waargenomen.

Conclusie:

Op grond van het vergelijkend schoensporenonderzoek concludeer ik, dat het schoenafdrukspoor [04] waarschijnlijk is veroorzaakt door de inbeslaggenomen schoenen [A].

[adres]
De rechtbank acht de ten laste gelegde inbraak aan de [adres] te [adres] wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze inbraak duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 2 oktober 2023;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 22 februari 2023, opgenomen op pagina 563 en verder van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 7] .
[adres] te [adres]
De rechtbank acht de ten laste gelegde inbraak aan de [adres] te [adres]
wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze inbraak duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 2 oktober 2023;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 20 januari 2023, opgenomen op pagina 710 en verder van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 9] .
Met betrekking tot het weggenomen geldbedrag van 580,00 euro overweegt de rechtbank als volgt. De rechtbank acht de verklaring van aangever wat betreft het weggenomen geldbedrag van 580,00 euro geloofwaardig en is derhalve van oordeel dat verdachte het voornoemde geldbedrag bij de woninginbraak heeft weggenomen.
Bewijsoverwegingen
[adres] te [adres]
De rechtbank acht de inbraak aan de [adres] te [adres] op grond van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen en overweegt daartoe als volgt.
Van het handschoenspoor aangetroffen aan de buitenzijde van het inklimraam werd een bemonstering genomen. Uit deze bemonstering AAQE8713NL is een DNA-mengprofiel van minimaal twee donoren verkregen. Het DNA-profiel van verdachte komt overeen met dit DNA-mengprofiel. Het DNA-mengprofiel is
extreem veel waarschijnlijker wanneer -kort gezegd- verdachte één van de donoren is dan wanneer dit niet zo is. De rechtbank concludeert hieruit, met inachtneming van de rest van het dossier, dat verdachte donor is van een deel van het celmateriaal aangetroffen op de buitenzijde van het inklimraam.
De door verdachte aangedragen verklaring dat iemand anders de inbraak heeft gepleegd met de handschoenen die hij droeg tijdens het laminaat leggen, schuift de rechtbank als onaannemelijk ter zijde nu verdachte pas tijdens het onderzoek ter terechtzitting met die verklaring komt en die verklaring weinig concreet is en niet te verifiëren is. Daar komt bij dat verdachte ook wisselend heeft verklaard over hoe zijn DNA op het inklimraam terecht is gekomen, nu hij tijdens een eerder verhoor enkel heeft aangegeven dat het aan zijn zweethanden zou kunnen liggen.
Gelet op het voornoemde alsmede de plek waar het DNA van verdachte is aangetroffen, namelijk het inklimraam, is de rechtbank van oordeel dat het verdachte was die heeft ingebroken in de woning aan de [adres] te [adres] .
[adres] te [adres]
De rechtbank acht de inbraak aan de [adres] te [adres] op grond van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen en overweegt daartoe als volgt.
Van het handschoenspoor aan de buitenzijde van het inklimraam werd een bemonstering genomen. Uit deze bemonstering AALH6817NL is een DNA-mengprofiel van minimaal twee donoren verkregen. Het DNA- profiel van verdachte komt overeen met dit DNA-mengprofiel. Het DNA-mengprofiel is extreem veel waarschijnlijker wanneer - kort gezegd- verdachte één van de donoren is dan wanneer dit niet zo is. De rechtbank concludeert hieruit, met inachtneming van de rest van het dossier, dat verdachte donor is van een deel van het celmateriaal op het handschoenspoor aan de buitenzijde van het inklimraam. Zoals reeds overwogen schuift de rechtbank de verklaring van verdachte, dat iemand anders de inbraak heeft gepleegd met handschoenen die hij heeft gedragen, als onaannemelijk ter zijde.
Gelet op de plek waar het DNA van verdachte is aangetroffen, namelijk het inklimraam, komt de rechtbank daarom tot het oordeel dat het verdachte was die heeft ingebroken in de woning aan de [adres] te [adres] .
[adres] te [adres]
De rechtbank acht de inbraak aan de [adres] te [adres] op grond van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen en overweegt daartoe als volgt.
Bij de inbraak zijn sieraden van aangeefster gestolen. Deze sieraden zijn na de aanhouding van verdachte in zijn kamer aangetroffen aan de [adres] te [adres] . Aangeefster heeft een deel van de bij verdachte aangetroffen sieraden herkend als de hare. De verklaring van verdachte dat hij de sieraden van een jongen had gekregen, acht de rechtbank ongeloofwaardig nu verdachte pas op 16 augustus 2023 met die verklaring komt en hij niet wil zeggen wie deze persoon is. Daar komt bij dat verdachte wisselend heeft verklaard over de bij hem aangetroffen sieraden, nu verdachte tijdens eerdere verhoren heeft gezegd dat de sieraden niet van hem waren. Gelet op voornoemde feiten en omstandigheden in onderling verband en in samenhang bezien is de rechtbank van oordeel dat het verdachte was die heeft ingebroken in de woning aan de [adres] te [adres] .
De [adres] te [adres]
De rechtbank acht de inbraak aan De [adres] te [adres] op grond van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen en overweegt daartoe als volgt.
Ook met betrekking tot deze inbraak heeft aangeefster een deel van de bij verdachte aangetroffen sieraden herkent als de hare. Zoals reeds eerder overwogen acht de rechtbank de verklaring van verdachte over de bij hem aangetroffen sieraden ongeloofwaardig. Daar komt bij dat uit de historische telefoongegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer] van verdachte, blijkt dat het telefoonnummer op het tijdstip van de inbraak diverse zendmasten rondom [adres] aanstraalt. Dit plaatst
verdachte ten tijde van de inbraak in de nabije omgeving van de inbraak. Voorts is de bij de inbraak weggenomen kluis op korte afstand, namelijk zeshonderd meter, van de woning van verdachte aangetroffen. Gelet op voornoemde feiten en omstandigheden in onderling verband en in samenhang bezien is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de inbraak aan de [adres] te [adres] .
[adres] te [adres]
De rechtbank acht de inbraak aan de [adres] te [adres] op grond van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen en overweegt daartoe als volgt.
Aangeefster heeft de sieraden die zijn aangetroffen in de kamer van verdachte herkend als zijnde de sieraden die bij de woninginbraak zijn weggenomen. Daar komt bij dat de in de woning aangetroffen schoensporen volgens het schoensporenonderzoek waarschijnlijk zijn veroorzaakt door de Desquared2 schoenen die in de kamer van verdachte zijn aangetroffen. Anders dan de raadsman gaat de rechtbank uit van de situatie dat verdachte de in beslag genomen schoenen in ieder geval ook zelf droeg. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de schoenen in de kamer van verdachte zijn aangetroffen en alle schoenen de schoenmaat van verdachte betroffen. Gelet op voornoemde feiten en omstandigheden in onderling verband en in samenhang bezien is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de inbraak aan de [adres] te [adres] .
Feit 2
[adres] te [adres]
23.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 22 oktober 2022, opgenomen op pagina 383 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 13] :
Adres: [adres]
Postcode plaats: [adres]
In de vroege ochtend van zaterdag 22 oktober 2022 tussen 03.00 en 04.00 uur heeft een persoon geprobeerd zonder mijn toestemming spullen weg te nemen die geheel mijn eigendom zijn. Dit heeft deze persoon geprobeerd door mijn woning binnen te komen en daarbij mijn raam te vernielen. Ook heeft hij mijn kozijn van een ander raam aan de achterzijde vernield. Ik hoorde hen zeggen dat zij om 03.36 uur een alarm hadden gekregen vanuit mijn woning en dat er op camerabeelden vanuit mijn woning is te zien dat er iets gebeurd was in mijn woning. Dit is bij een raam aan de rechterzijde van de woning als je met je gezicht naar de voordeur staat. Dat glas is ingegooid met een grote kei en het glas is bijna volledig uit het kozijn verwijdert. In mijn huis is niks verschoven of overhoop gehaald. Ik heb ook niet kunnen zien dat er iets weg is genomen en volgens mij is dat ook niet zo.
24.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] te [adres] ) d.d. 22 oktober 2022, opgenomen op pagina 391 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 14] :
Ik zag dat aan de achterzijde van woning was geprobeerd om een uitzetraam open te breken. In de woonkamer van de woning zag ik dat de ruit van het raam vernield was en dat in de woonkamer een grote kei lag. Deze bleek afkomstig te zijn uit de tuin van deze woning. De kei werd mogelijk door de dader door de ruit gegooid. De kei werd door mij veiliggesteld voor nader DNA-onderzoek.
SIN: AAKD8686NL
Merk/type: kei
25.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 8 november 2022, opgenomen op pagina 394 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 15] :
Onderzoek tuinartikelen (overige) met SIN AAKD8686NL. Tijdens het ingestelde onderzoek werd door mij het navolgende bevonden en waargenomen: ik zag dat het een meerkleurige steen (type sierkei) betrof. Veiliggesteld spoor
SIN: AAPV7568NL
Relatie met SIN: AAKD8686NL
26.
Een deskundigenrapport afkomstig van het Maastricht Forensic Institute van 23 december 2022, zaaknummer TMFI2022.8337-1, opgenomen op pagina 403 en verder van voornoemd dossier, opgemaakt door dr. M. Hidding, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als NRGD-geregistreerd forensisch DNA-deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
Om een uitspraak te doen over het mogelijk aanwezig zijn van celmateriaal van [verdachte] in de bemonstering 'Randen/scherpe delen steen AAPV7568NL' is de likelihood-ratio (LR) methode toegepast. Daarbij worden de resultaten bezien in het licht van twee, elkaar uitsluitende hypothesen.
Hypothese 1: de bemonstering bevat DNA van verdachte [verdachte] en twee onbekende, niet verwante personen.
Hypothese 2: de bemonstering bevat DNA van drie onbekende, niet verwante personen.
De resultaten van het onderzoek aan de bemonstering zijn extreem veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 juist is dan wanneer hypothese 2 juist is.
[adres] te [adres]
27.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 31 augustus 2022, opgenomen op pagina 410 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 11] :
Op dinsdag 30 augustus ben ik om 22.30 uur gaan slapen. Ik woon aan de [adres] . Op woensdag 31 augustus werd ik om 08.15 uur wakker. Ik zag dat de twee deuren tegenover mijn slaapkamer open stonden. Ik zag dat er in de kamers kastjes open stonden. Toen ik naar mijn woonkamer liep zag ik dat hier de deur ook open stond en er sommige kastjes open stonden. Toen ik naar het raam liep aan de zijde van de [adres] zag ik dat er rechts van mijn ruit het uitzetraam was opengebroken. Ik zag dat er veel schade zat aan dit raam. Zowel aan het kozijn als aan het raam zelf. Voor zover ik nu weet is er niks weggenomen uit mijn woning.
28.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] ) d.d. 24 september 2022, opgenomen op pagina 413 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 16] :
Op de onderzijde van het raamkozijn, in de rechterhoek, zag ik een duidelijk profiel van een geweven/gebreide stof staan. Vermoedelijk heeft de dader handschoenen gedragen. Ik vroeg aangeefster hoe zij het raam die ochtend had aangetroffen. Zij vertelde mij dat het raam dicht was. Vermoedelijk heeft de dader het raam dichtgeduwd toen de woning werd verlaten. Mogelijk dat de dader met zijn/haar hand zijn/haar hoofd heeft aangeraakt waardoor er DNA in de vorm van huidepitheel is achtergebleven op de handschoen. Dit handschoenspoor heb ik bemonsterd voor een DNA vergelijkend onderzoek en voorzien van SIN AAPK5689NL.
29.
Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2022.10.18.123, d.d. 27 december 2022,
opgemaakt door dr. C.J. van Dongen, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
4. Resultaten, interpretatie en conclusie van het onderzoek
AAPK5689NL
AAPK5689NL#01
Binnenkant inklimraam kozijn, handschoenspoor
DNA kan afkomstig zijn van: Bewijskracht:
Minimaal twee personen:
- [verdachte] (zie DNA-databank) - meer dan 1 miljard
- minimaal één onbekende persoon (zie - n.v.t.
toelichting)
Toelichting:
Naast DNA dat afkomstig kan zijn van [verdachte] , bevat deze bemonstering DNA van minimaal één andere (een tweede) persoon. Het DNA-mengprofiel is ten aanzien van deze tweede persoon onvoldoende informatief om te kunnen beoordelen van wie dit DNA afkomstig kan zijn.

Bewijsoverwegingen

[adres] te [adres]
De rechtbank acht de bewezen dat verdachte heeft ingebroken aan de [adres] te [adres] op grond van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen en overweegt daartoe als volgt.
Van de kei waarmee de ruit van de woning is ingegooid en die in de woonkamer van de woning is aangetroffen werd een bemonstering genomen. Uit deze bemonstering AAPV7568NL is een DNA- mengprofiel van minimaal drie donoren verkregen. Het DNA-profiel van verdachte komt overeen met dit DNA-mengprofiel. Het DNA-mengprofiel is extreem veel waarschijnlijker wanneer kort gezegd verdachte één van de donoren is dan wanneer dit niet zo is. De rechtbank concludeert hieruit, met inachtneming van de rest van het dossier, dat verdachte donor is van een deel van het celmateriaal dat op de kei is aangetroffen.
Gelet op de plek waar het DNA van verdachte is aangetroffen, namelijk de kei waarmee de ruit in de woning is ingegooid, is de rechtbank van oordeel dat verdachte verantwoordelijk is voor de poging tot inbraak aan de [adres] te [adres] . De rechtbank neemt daarbij ook in aanmerking dat verdachte geen andere aannemelijke verklaring heeft aangedragen voor het aantreffen van zijn DNA op de kei.
[adres] te [adres]
De rechtbank acht bewezen dat verdachte heeft ingebroken aan de [adres] te [adres] op grond van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen en overweegt daartoe als volgt.
Aan de binnenkant van het kozijn van het inklimraam werd van een handschoenspoor een bemonstering genomen. Uit deze bemonstering AAPK5689NL is een DNA-mengprofiel van minimaal twee donoren verkregen. Het DNA-profiel van verdachte komt overeen met dit DNA-mengprofiel. Het DNA-mengprofiel is een miljard keer waarschijnlijker wanneer kort gezegd verdachte donor is dan wanneer dit niet zo is. De rechtbank concludeert hieruit, met inachtneming van de rest van het dossier, dat verdachte donor is van een deel van het celmateriaal van het handschoenspoor aan de binnenkant van het kozijn van het inklimraam. Gelet op de plek waar het DNA van verdachte is aangetroffen, namelijk het inklimraam, is de rechtbank van oordeel dat het verdachte was die heeft ingebroken in de woning aan de [adres] te [adres] . Zoals reeds overwogen schuift de rechtbank de verklaring van verdachte, dat iemand anders de inbraak heeft gepleegd en daarbij de handschoenen droeg die hij eerder had gedragen voor het laminaat leggen, als onaannemelijk ter zijde.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. primair.
hij in de periode van 20 december 2022 tot en met 28 februari 2023 te [adres] , [adres] , [adres] , [adres] (gemeente Weststellingwerf), en [adres] , alleen,
  • op of omstreeks 20 december 2022 uit een woning gelegen aan de [adres] te [adres] een zegelring en een geldbedrag (van in ieder geval 30,-), die geheel aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] toebehoorden, en
  • op of omstreeks 24 december 2022 uit een woning gelegen aan de [adres] te [adres] sieraden, horloges en een geldbedrag (van in ieder geval 115,-), die geheel aan [slachtoffer 3] toebehoorden, en
  • in of omstreeks de periode 25 februari 2023 tot en met 28 februari 2023 uit een woning gelegen aan de [adres] te [adres] sieraden en een horloge, die geheel aan [slachtoffer 4] toebehoorden, en
  • op of omstreeks 27 februari 2023 uit een woning gelegen aan de [adres] te [adres] een kluis, paspoorten, kentekenbewijzen, sleutels, waardepapieren en sieraden, die geheel aan [slachtoffer 5] toebehoorden, en
  • in of omstreeks de periode 25 februari 2023 tot en met 28 februari 2023 uit een woning gelegen aan de [adres] te [adres] een geldbedrag (ongeveer 30,-) en sieraden, die geheel aan [slachtoffer 6] toebehoorden, en
  • op of omstreeks 17 februari 2023 uit een woning gelegen aan de [adres] te [adres] , in de gemeente Weststellingwerf, een kluis, die geheel aan [slachtoffer 7] toebehoorden, en
  • op of omstreeks 10 januari 2023 uit een woning gelegen aan de [adres] te [adres] een geldbedrag (ongeveer 580,-), die geheel aan [slachtoffer 9] toebehoorden,
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich telkens de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
hij, in de periode 30 augustus 2022 tot en met 22 oktober 2022 te [adres] , telkens uit een woning, te weten:
  • op of omstreeks 22 oktober 2022 uit een woning gelegen aan de [adres] te [adres] (aangifte p. 383-386), en
  • op of omstreeks 31 augustus 2022 uit een woning gelegen aan de [adres] te [adres] (aangifte p. 410- 412),
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om enig goed, dat geheel aan [slachtoffer 10] of [slachtoffer 11] , toebehoorden weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak en inklimming, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
primairdiefstal in een woning waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming, meermalen gepleegd
poging tot diefstal in een woning waarbij de schuldige zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming, meermalen gepleegd
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de ten laste gelegde feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor een groot voorwaardelijke strafdeel, waarbij verdachte niet langer in detentie hoeft te verblijven, in combinatie met een (onvoorwaardelijke) taakstraf.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 26 mei 2023, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan zeven woninginbraken en twee pogingen daartoe. Bij veel van de woninginbraken heeft verdachte dierbare spullen van de aangevers weggenomen. Daarnaast heeft verdachte veel materiële schade veroorzaakt doordat onder meer ramen waren opengebroken. Dergelijke strafbare feiten veroorzaken bij de slachtoffers, maar ook bij omwonenden een groot gevoel van onveiligheid. Dit terwijl een woning bij uitstek een veilige plek behoort te zijn. Dat een inbraak een grote impact heeft op de bewoners blijkt ook uit de slachtofferverklaringen van [slachtoffer 1] , [naam 17] en [slachtoffer 5] die ter terechtzitting zijn voorgedragen. Verdachte heeft zich hier geen rekenschap van gegeven en heeft met zijn handelen alleen zijn eigen financiële gewin voor ogen gehad, waarbij hij geen enkel respect heeft gehad voor andermans eigendommen. Het vorenstaande rekent de rechtbank verdachte zwaar aan. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor het grootste deel van de bewezenverklaarde feiten.
De rechtbank heeft bij het opleggen van de straf aansluiting gezocht bij de LOVS-oriëntatiepunten voor straftoemeting, waarbij als oriëntatiepunt voor een voltooide woninginbraak een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden tot uitgangspunt wordt genomen en bij recidive een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 5 maanden.
Uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij eerder is veroordeeld vanwege een woninginbraak en een poging daartoe. De rechtbank neemt dit als strafverzwarend in aanmerking. Voorts weegt de rechtbank als strafverzwarend mee dat verdachte ten tijde van de ten laste gelegde feiten in de proeftijd liep van twee eerdere veroordelingen, ook soortgelijke feiten. Het wederom opleggen van een voorwaardelijke straf aan verdachte is al daarom een gepasseerd station. Enkel een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf resteert nu nog. Daarbij heeft de rechtbank acht geslagen op het feit dat de twee pogingen enkel daarbij zijn gebleven omdat verdachte in de woningen geen goederen van zijn gading heeft gevonden.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren passend en geboden. De rechtbank komt lager uit dan de straf zoals door de officier van justitie geëist, omdat de rechtbank minder feiten bewezen acht.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Benadeelde partijen

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
[naam 17] , tot een bedrag van 1000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer 1] , tot een bedrag van 126,72 ter vergoeding van materiële schade en 1000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer 5] , tot een bedrag van 296,20 ter vergoeding van materiële schade en 700,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de bovengenoemde vorderingen tot schadevergoeding voldoende onderbouwd zijn en derhalve dienen te worden toegewezen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard gelet op de bepleitte vrijspraak.
Oordeel van de rechtbank
Materiële schade [slachtoffer 1] en [slachtoffer 5]
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partijen de gestelde materiële schade hebben geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1 bewezenverklaarde feit. De vordering, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Immateriële schade [naam 17] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 5]
De benadeelde partijen hebben vergoeding van immateriële schade gevorderd. Indien geen sprake is van lichamelijk letsel, zoals in deze gevallen, kan op grond van artikel 6:106 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek slechts een vergoeding voor immateriële schade worden toegekend indien de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Geestelijk letsel kan pas worden aangemerkt als aantasting van de persoon, indien de psychische gevolgen voldoende ernstig zijn. Gelet op de onderbouwing van de verzoeken tot schadevergoeding is voldoende aannemelijk gemaakt dat het onder 1 bewezenverklaarde feit bij de benadeelde partijen ernstige psychische schade hebben veroorzaakt. Met betrekking tot [naam 17] en [slachtoffer 1] blijkt uit de onderbouwing van de vordering dat zij kampen met PTSS als gevolg van de inbraak. Voorts blijkt uit de onderbouwde vordering van [slachtoffer 5] dat de inbraak ook voor haar psychische gevolgen heeft gehad die voldoende ernstig zijn. Gelet op het voornoemde worden de vorderingen tot vergoeding van immateriële schade dan ook toegewezen.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.

Vorderingen na voorwaardelijke veroordeling

Parketnummer 18-920012-20
Bij onherroepelijk vonnis van 21 juli 2020 van de meervoudige strafkamer in de rechtbank Noord-Nederland te Assen, is verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. De proeftijd is ingegaan op 5 augustus 2020. Daarbij is als algemene voorwaarde gesteld dat veroordeelde voor het einde van de proeftijd geen strafbare feiten zal plegen. De officier van justitie heeft bij vordering van 4 juli 2023 tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijke straf.

Parketnummer 21-000906-18

Bij onherroepelijk arrest van 21 mei 2021 van de meervoudige strafkamer in het gerechtshof Arnhem- Leeuwarden te Leeuwarden, is verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 maand voorwaardelijk met een poeftijd van 3 jaren. De proeftijd is ingegaan op 5 juni 2021. Daarbij is als algemene voorwaarde gesteld dat veroordeelde voor het einde van de proeftijd geen strafbare feiten zal plegen. De officier van justitie heeft bij vordering van 4 juli 2023 tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijke straf
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft toewijzing van de bovengenoemde vorderingen tot tenuitvoerlegging gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de vorderingen tot tenuitvoerlegging afgewezen dienen te worden. In het bijzonder merkt de verdediging op dat de zaak met parketnummer 21-000906-18 een oude zaak betreft en ziet op een andersoortig feit.
Oordeel van de rechtbank
Nu veroordeelde de bewezenverklaarde feiten heeft begaan voor het einde van de proeftijden van bovengenoemde voorwaardelijke veroordelingen, zal de rechtbank de tenuitvoerlegging gelasten van de voorwaardelijke straffen behorend bij parketnummer 18-920012-20 en parketnummer 21-000906-18.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36f, 45, 57, 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder feit 1 ten laste is gelegd voor zover dat feit ziet op de inbraak aan de [adres] te [adres] en spreekt verdachte daarom partieel vrij ten aanzien van feit 1.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder feit 2 ten laste is gelegd voor zover dat feit ziet op de poging tot inbraak aan de [adres] te [adres] en de poging inbraak aan de [adres] te [adres] en spreekt verdachte daarom partieel vrij ten aanzien van feit 2.
Verklaart het overige onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Vordering benadeelde partij
Ten aanzien van feit 1.
Benadeelde partij [naam 17]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte om aan [naam 17] te betalen:
  • het bedrag van 1000,00 (zegge: duizend euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 20 december 2022 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [naam 17] aan de Staat te betalen een bedrag van 1000,00 (zegge: duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 december 2022 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 20 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 1] te betalen:
  • het bedrag van 1126,72 (zegge: duizend honderdzesentwintig euro en tweeënzeventig cent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 20 december 2020 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat te betalen een bedrag van 1126,72 (zegge: duizend honderdzesentwintig euro en tweeënzeventig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 december 2020 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit 126,72 aan materiële schade en 1000,00 aan immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 21 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden
Benadeelde partij [slachtoffer 5]
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] toe en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 5] te betalen:
  • het bedrag van 996,20 (zegge: negenhonderdzesennegentig euro en twintig cent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 27 februari 2023 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [naam 17] aan de Staat te betalen een bedrag van 996,20 (zegge: negenhonderdzesennegentig euro en twintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 februari 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit 296,20 aan materiële schade en 700,00 aan immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 19 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.

Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer

18.920012-20

Gelast de tenuitvoerlegging van de straf voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, van 21 juli 2020, te weten: een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden.

Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer

21.000906-18

Gelast de tenuitvoerlegging van de straf voor zover voorwaardelijk opgelegd bij arrest van de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden, van 21 mei 2021, te weten: een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Baluah, voorzitter, mr. H.J. Schuth en mr. H. Supèr, rechters, bijgestaan door mr. A. Kamphuis, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 oktober 2023.
Mr. Schuth, mr. Supèr en mr. Kamphuis zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.