ECLI:NL:RBNNE:2023:5259

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
12 juli 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
188510
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van voornaam en vaststelling van geboortegegevens van verzoeker

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 18 oktober 2023 een beschikking gegeven inzake de wijziging van de voornaam van verzoeker, die in 1982 in Irak is geboren. Verzoeker, die sinds 1997 in Nederland verblijft, heeft verzocht om zijn voornaam te wijzigen, omdat hij geen contact meer heeft met zijn familie in Irak en geen geboorteakte kan overleggen. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker een zwaarwegend belang heeft bij de wijziging van zijn voornaam, die voortkomt uit zijn persoonlijke omstandigheden en de hinder die hij ondervindt in zijn dagelijks leven. De rechtbank heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag als belanghebbende aangemerkt en heeft de relevante juridische bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek toegepast. De rechtbank heeft geoordeeld dat de wijziging van de voornaam geoorloofd is en heeft de gegevens voor het opmaken van een geboorteakte vastgesteld, waarbij de ouders van verzoeker als 'onbekend' zijn aangemerkt. De beschikking is openbaar uitgesproken en hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Leeuwarden
Zaak-/rekestnummer: C/17/188510 / FA RK 23-502
beschikking van de enkelvoudige kamer d.d. 18 oktober 2023
inzake
[naam],
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen verzoeker,
advocaat mr. P.C. Schutte, kantoorhoudende te Winschoten
De rechtbank merkt ter zake de vaststelling van de geboortegegevens van verzoeker als belanghebbende aan:
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag,
die zetelt in Den Haag,
hierna te noemen "de ambtenaar".

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift van verzoeker, ontvangen op 13 maart 2023;
- een e-mail van verzoeker, ontvangen op 21 maart 2023;
- een brief van de ambtenaar, ontvangen op 5 juni 2023;
- een F9-formulier met bijlage, ontvangen op 5 september 2023 namens verzoeker;
- een F9-formulier met bijlagen, ontvangen op 19 september 2023 namens verzoeker.
1.2.
Op 13 oktober 2023 is de zaak pro forma behandeld.

2.Feiten

2.1.
Uit de Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP) blijkt dat verzoeker is ingeschreven als [naam] , [naam] , geboren op [datum] 1982 te [plaats] , Irak.
2.2.
Van verzoeker is geen geboorteakte ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag.
2.3.
Bij Koninklijk Besluit van 27 mei 2008 (nr. 08001352) heeft verzoeker de Nederlandse nationaliteit verkregen. Bij deze verkrijging van het Nederlanderschap zijn de namen van verzoeker vastgesteld. In de BRP is verzoeker geregistreerd met de Nederlandse nationaliteit.
2.4.
Verzoeker heeft de Immigratie- en Naturalisatiedienst verzocht om een origineel exemplaar van het Koninklijk Besluit Nederlanderschap. Bij brief van 19 september 2023 heeft de Immigratie- en Naturalisatiedienst verzoeker bericht dat het oorspronkelijke Koninklijk Besluit verzoeker niet zal worden toegezonden om de persoonlijke levenssfeer van de andere daarin vermelde naturalisanten te beschermen. Deze naturalisatiegegevens zijn ook opgenomen in de BRP.
2.5.
Verzoeker heeft bij het indienen van het verzoekschrift op 13 maart 2023 en ook bij separaat bericht op 5 september 2023 een (recent) BRP-uittreksel overgelegd waarop het bewijs van Nederlanderschap staat vermeld.

3.Verzoek

3.1.
Verzoeker heeft de rechtbank verzocht om wijziging van de voornaam van [naam] te gelasten in die zin dat de voornamen na wijziging zullen luiden [naam] waardoor zijn volledige naam zal luiden [naam] .
3.2.
Ter onderbouwing van het verzoek is het volgende aangevoerd. Verzoeker is in 1997 gevlucht uit Irak naar Nederland. Hij heeft op basis van politieke status asiel in Nederland verkregen en heeft sinds 1997 geen contact meer met zijn familie. Omdat verzoeker gevlucht is, is hij niet in het bezit van een geboorte- of doopakte. Verzoeker beschikt ook niet over de mogelijkheden en/of contacten in Irak om zijn geboorteakte daar op te vragen. Verzoeker stelt een zwaarwegend belang te hebben bij de wijziging van zijn voornaam. Op grond van de Islam heeft verzoeker een Islamitische voornaam gekregen. Verzoeker is al geruime tijd geen moslim meer en wenst dan ook zijn voornaam te wijzigen. Verzoeker heeft deze wens al 12 jaar. Hij ondervindt hinder van zijn voornaam in het dagelijkse leven. Vanuit zijn werk en omgeving krijgt hij klachten over zijn huidige naam.

4.Beoordeling

Ambtenaar
4.1.
De rechtbank heeft een afschrift van het verzoekschrift van 13 maart 2023 aan de ambtenaar gezonden en hem verzocht om zijn standpunt. In reactie hierop heeft de ambtenaar bij brief van 30 mei 2023 onder meer meegedeeld, dat hij ten aanzien van de verzochte voornaamswijziging geen belanghebbende is. De rechtbank onderschrijft dit en verwijst hiervoor naar het Procesreglement Familie en Jeugd en overige (Boek 1) zaken, versie 2022.
4.2.
In voormelde brief heeft de ambtenaar ten aanzien van de inschrijving geboorteakte/vaststelling geboortegegevens gesteld, dat zij wel belanghebbende zijn. Gelet op het bepaalde in afdeling 10 van het Burgerlijk Wetboek heeft de rechtbank de ambtenaar aangemerkt als belanghebbende.
Voornaamswijziging
Rechtsmacht
4.3.
De rechtbank gaat ervan uit dat verzoeker in Irak is geboren en daarmee heeft de zaak een internationaal aspect. De rechtbank moet daarom ambtshalve beslissen of de Nederlandse rechter bevoegd is de zaak te behandelen en te beslissen en welk recht van toepassing is. Nu verzoeker in Nederland woonplaats heeft, komt aan de Nederlandse rechter op grond van artikel 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bevoegdheid toe.
4.4.
De vraag welk namenrecht van toepassing is, wordt beheerst door artikel 10:20 van het Burgerlijk Wetboek (BW). In dat artikel is bepaald dat de geslachtsnaam en de voornamen van een persoon die de Nederlandse nationaliteit bezit, bepaald wordt door het Nederlandse recht, ongeacht de vraag of hij nog een andere nationaliteit heeft. Op grond daarvan is het Nederlandse recht van toepassing op het verzoek.
4.5.
Op basis van artikel 1:4 lid 4 BW kan wijziging van de voornamen op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijke vertegenwoordiger worden gelast door de rechtbank. De gevraagde voornamen mogen op grond van artikel 1:4 lid 2 BW niet ongepast zijn of overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen, tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn. Ook dient een voldoende zwaarwichtig belang te bestaan bij het verzoek.
4.6.
Op grond van wat is aangevoerd ter onderbouwing van het verzoek is de rechtbank van oordeel dat verzoeker bij zijn verzoek een voldoende zwaarwichtig belang heeft. Daarnaast komt de rechtbank tot het oordeel dat de gevraagde voornaam geoorloofd is naar de maatstaven van artikel 1:4 lid 2 BW. Het verzoek van verzoeker tot wijziging van zijn voornaam zal daarom door de rechtbank worden toegewezen.
Vaststellen geboortegegevens
4.7.
Ingevolge artikel 1:4 lid 4 BW, geschiedt de wijziging van de voornaam doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 1:20a lid 1 BW. In geval van wijziging van de voornamen van een buiten Nederland geboren persoon geeft de rechtbank die de beschikking geeft, voor zoveel nodig ambtshalve hetzij een last tot inschrijving van de akte van de geboorte, hetzij de in artikel 1:25c BW bedoelde beschikking.
4.8.
Nu de ambtenaar heeft aangegeven dat er geen geboorteakte van verzoeker is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, is de rechtbank voornemens om gebruik te maken van de ambtshalve bevoegdheid om de voor het opmaken van een geboorteakte noodzakelijke gegevens vast te stellen op basis van artikel 1:25c BW. Verzoeker heeft daarbij belang gezien de verzochte naamswijziging, die pas tot stand komt door toevoeging van een latere vermelding aan de geboorteakte. Op de inschrijving van de geboorteakte past de rechtbank Nederlands recht toe, nu het gaat om inschrijving van een akte in een Nederlands register.
4.9.
Artikel 1:25c lid 2 BW, bepaalt dat de rechtbank bij het vaststellen van de voor het opmaken van een geboorteakte noodzakelijke gegevens rekening moet houden met alle bewijzen en aanwijzingen omtrent de omstandigheden waaronder, en het tijdstip waarop de geboorte moet hebben plaatsgehad. De geslachtsnaam, de voornamen, alsmede de plaats en de dag van de geboorte van de vader en de moeder worden vastgesteld, voor zover daarvoor aanwijzingen zijn verkregen. Nu verzoeker destijds uit Irak gevlucht is, kan naar het oordeel van de rechtbank niet van hem gevergd kan worden dat hij zich tot de autoriteiten van Irak wendt om de benodigde legalisaties van het geboorteboekje te verkrijgen. De ambtenaar heeft in zijn brief van 30 mei 2023 voorgesteld om de geboortegegevens van verzoeker als volgt vast te stellen:
Naam : [naam]
Voornamen : [naam]
Dag van geboorte : [datum] 1982
Plaats van geboorte : [plaats] , Irak
Geslachtsaanduiding : (M) mannelijk
4.10.
De ambtenaar heeft aangevoerd dat er onvoldoende aanwijzingen zijn op basis waarvan de gegevens van de ouders van verzoeker zijn vast te stellen. Daarom zal de rechtbank vaststellen dat de ouders van verzoeker 'onbekend' zijn.
4.11.
Verzoeker heeft niet van bezwaren tegen voormeld voorstel van de ambtenaar doen blijken.
4.12.
De rechtbank zal de gegevens voor het opmaken van een geboorteakte van verzoeker vaststellen overeenkomstig het voorstel van de ambtenaar. Ingevolge artikel 1:25f lid 2 BW, maakt de ambtenaar van deze beschikking in zoverre een akte van inschrijving op, die geldt als een akte van geboorte in de zin van artikel 1:19 BW.
4.13.
De rechtbank zal op grond van artikel 1:20e lid 1 BW en artikel 1:25f lid 1 BW bepalen dat de griffier niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking, en voor zover daarentegen geen hoger beroep is ingesteld, een afschrift van deze beschikking zal zenden aan de ambtenaar, dit in verband met het opmaken van de akte en de toevoeging daaraan van de latere vermeldingen betreffende de vaststelling bij Koninklijk Besluit van de geslachtsnaam en de voornaam van verzoeker en de door de rechtbank gelaste wijziging van de voornaam van verzoeker.

5.Beslissing

De rechtbank:
5.1.
stelt vast dat de volgende gegevens de voor het opmaken van een geboorteakte van verzoeker noodzakelijke gegevens zijn:
Geslachtsnaam: [naam]
Voornaam: [naam]
Geboortedatum: [datum]
Geboorteplaats: [plaats] , Irak
Geslacht: mannelijk
Moeder: onbekend
Vader: onbekend
5.2.
gelast de wijziging van de voornaam van [naam] , geboren op [datum] 1982 te [plaats] , Irak, in de voornaam [naam] , zodat hij voluit zal heten:
[naam];
5.3.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag om als latere vermelding toe te voegen de wijziging van de voornaam van [naam] , geboren op [datum] 1982 te [plaats] , Irak, in de voornaam [naam] , zodat hij voluit zal heten:
[naam];
5.4.
draagt de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag na de dag van de uitspraak van deze beschikking - en indien daarentegen geen hoger beroep is ingesteld - een afschrift van deze beschikking te sturen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Teertstra, rechter, bijgestaan door de griffier en in het openbaar uitgesproken op 18 oktober 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak.
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden.
fn: 902