ECLI:NL:RBNNE:2023:5251

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
13 december 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
18-045249-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tenuitvoerlegging van voorlopige hechtenis versus vrijheidsstraf

Op 13 december 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voorlopige hechtenis van een verdachte, geboren in 1994 te Suriname. De verdachte, die momenteel gedetineerd is, had een verzoek ingediend tot schorsing van zijn voorlopige hechtenis. Dit verzoek werd gedaan in het licht van zijn onherroepelijke gevangenisstraf van 27 maanden, die op 4 december 2023 was opgelegd. De rechtbank heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van de relevante wetgeving, waaronder artikel 1:2 lid 1 van het Besluit tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen en artikel 1:4 van de ministeriële Regeling tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen. Deze artikelen bepalen dat de tenuitvoerlegging van voorlopige hechtenis voorrang heeft boven de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf. De rechtbank oordeelde dat de persoonlijke belangen van de verdachte, hoewel aangevoerd, niet voldoende waren om af te wijken van deze volgorde. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen. De beslissing is genomen in raadkamer, waarbij de rechters G. Eelsing, G.H. Boekaar en H.K. de Haan aanwezig waren, samen met griffier M.M. Peters.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Groningen
parketnummer: 18-045249-23

beslissing op verzoek schorsing van de voorlopige hechtenis van de raadkamer

d.d. 13 december 2023

(artikel 80 Wetboek van Strafvordering)

in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats] (Suriname), inschrijvingsadres in de Basisregistratie Personen:
[adres] , nu gedetineerd in [instelling] .
Raadsvrouw mr. D.N.A. Brouns.

Procedure

Op 8 december 2023 is op de griffie van de rechtbank een verzoekschrift ingekomen dat strekt tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafdossier en heeft de officier van justitie en de raadsvrouw gehoord.

Beoordeling

Namens de verdachte is verzocht om schorsing van de voorlopige hechtenis, gelet op de persoonlijke belangen van de verdachte. Daartoe is aangevoerd dat hij een sinds 4 december 2023 onherroepelijke gevangenisstraf van 27 maanden wenst uit te zitten.
In artikel 1:2 lid 1 van het Besluit tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen is bepaald dat bij ministeriele regeling nadere regels worden gesteld over de volgorde waarin straffen en maatregelen ten uitvoer worden gelegd.
Ingevolge artikel 1:4 van de ministeriële Regeling tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen geldt in beginsel de executie-volgorde van vrijheidsbenemende sancties zoals daarin is bepaald. Daaruit volgt dat tenuitvoerlegging van de voorlopige hechtenis vóór gaat op tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf.
Het enkele feit dat sprake is van een verschil in detentieregime bij de executie van een onherroepelijke gevangenisstraf ten opzichte van het detentieregime bij de tenuitvoerlegging van de voorlopige hechtenis acht de rechtbank onvoldoende om af te wijken van de tenuitvoerleggingsvolgorde. Van persoonlijke belangen van verdachte die nopen tot afwijking van die volgorde, dan wel persoonlijke belangen die anderszins reden geven voor schorsing van de voorlopige hechtenis, is niet gebleken.
Gelet op bovenstaande wijst de rechtbank het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis af.

Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek tot schorsing af.
Deze beslissing is gegeven in raadkamer van deze rechtbank op 13 december 2023 door:
mr. G. Eelsing,voorzitter,
mr. G.H. Boekaar en mr. H.K. de Haan, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Peters, griffier.