ECLI:NL:RBNNE:2023:5198

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
20 december 2023
Zaaknummer
18-136494-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige diefstallen in vereniging uit woningen en schuurtjes met vrijspraak voor een feit

Op 20 december 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere diefstallen in vereniging. De feiten vonden plaats op 2 juni 2023, waarbij de verdachte en een medeverdachte in verschillende woningen en schuurtjes inbraken en goederen, waaronder fietsen en telefoons, wegnamen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstallen, met uitzondering van één feit, waarvoor hij werd vrijgesproken. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 164 dagen geëist, waarvan 60 dagen voorwaardelijk, en de rechtbank heeft deze eis overgenomen. De rechtbank overwoog dat de verdachte en zijn medeverdachte ernstige inbreuk hebben gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers en dat hun gedrag gevoelens van onveiligheid in de omgeving heeft versterkt. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf met aftrek van het voorarrest, en de proeftijd is vastgesteld op twee jaar. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de rechters de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers in hun overwegingen hebben meegenomen.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Groningen
parketnummer 18.136494.23
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 20 december 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] ,
niet als ingezetene ingeschreven in de basisregistratie personen en zonder bekende feitelijke woon- of verblijfplaats.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 06 december 2023.
Verdachte is niet verschenen; wel is verschenen mr. N.D. Spijker, advocaat te Winschoten, die verklaard heeft uitdrukkelijk tot de verdediging te zijn gemachtigd.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R.J. Joustra.
Tenlastelegging
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 2 juni 2023 te [adres] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten een schuur behorende bij de woning aan de [adres] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), twee fietsen (te weten een blauwemountainbike en een grijze mountainbike
), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op of omstreeks 2 juni 2023 te [adres] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten een woning gelegen aan de [adres] en/of in een schuur behorende bij de woning aan de [adres] en/of in een auto welke geparkeerd stond op de oprit bij de woning aan de [adres] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), twee telefoons (te weten een Iphone en een Samsung telefoon), twee elektrische fietsen van het merk Giant met bijhorende opladers en/of een tas, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen telefoons en/of elektrische fietsen met bijhorende opladers en/of een tas onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
3. hij op of omstreeks 2 juni 2023 te [adres] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een life hammer, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4
hij op of omstreeks 2 juni 2023 te [dorp] , gemeente [adres] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten een schuur behorende bij de woning aan [adres] ,
alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), twee fietsen (te weten een damesfiets van het merk Stella en een herenfiets van het merk Batavus), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)

heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van feit 3. Voor de feiten 1, 2 en 4 heeft hij tot een veroordeling gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van feiten 1, 2, 3 en 4. Zij heeft daartoe het volgende aangevoerd. Medeverdachte heeft verklaard bij de politie dat hij de diefstallen alleen heeft gepleegd en dat hij een fiets aan verdachte heeft gegeven. Ze zijn elkaar die avond tegengekomen. De verklaringen zijn eensluidend. Het wettig en overtuigend bewijs dat verdachte zich met medeverdachte heeft schuldig gemaakt aan de diefstallen ontbreekt.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht feit 3 niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe dat er aangifte is gedaan van diefstal van slechts één life hammer en dat de medeverdachte heeft erkend dat hij een life hammer uit de auto heeft gestolen.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de feiten 1, 2 en 4 als volgt.
De medeverdachte heeft bij de rechter-commissaris en het eerste verhoor bij de politie verklaard dat hij samen met een vriend de diefstallen heeft gepleegd. Pas bij het tweede politieverhoor heeft hij verklaard dat hij de feiten alleen heeft gepleegd en verdachte later die nacht tegen het lijf is gelopen. De rechtbank acht deze laatste verklaring ongeloofwaardig, gelet op de eerdere verklaring dat hij wel samen met iemand anders was en dat je in deze omgeving in woonwijken in de nacht niet zomaar iemand treft. Daarnaast heeft verdachte bij de rechter-commissaris verklaard dat hij samen met zijn Tunesische vriend heeft ontbeten en dat zij samen een rondje zijn gaan lopen. Uit de bewijsmiddelen blijkt naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend dat verdachte samen met medeverdachte deze ten laste gelegde diefstallen heeft gepleegd.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 12 juli 2023, opgenomen op pagina 108 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PLO100-2023140379 d.d. 31 juli 2023, inhoudend de verklaring van de medeverdachte.
O: Op 5 juni 2023 ben je door de rechter-commissaris gehoord. Bij de rechter heb je verklaard dat je een telefoon hebt gestolen. En je hebt gezegd, ik citeer: :"De deur was open en we zijn naar binnen gegaan, ik en een vriend."
V: Wie is die vriend waarmee je naar binnen bent gegaan?
A: Ik ging daar alleen. (..)
O: Bij de rechter heb je verklaard dat jullie ook in een garage zijn geweest waar fietsen stonden.
V: In welke garage zijn jullie geweest?
A: Een soort garage naast het huis.
V: Het huis waar jij binnen bent geweest?
A: Ja.
V: Wat hebben jullie met de fietsen gedaan?
A: Ik heb die fietsen tussen de auto's bij de parkeerplaats gezet want die waren op slot.
V: Wat voor fietsen waren dat?
A: Electrische fietsen. Misschien zwart, ik was dronken, ik kan het me niet goed herinneren.
V: Waar stond die auto waarin jullie hebben ingebroken?
A: Naast het huis.
V: Naast het huis of voor het huis?
A: Er waren twee auto's, een voor en een naast. Ik heb al gezegd, ik heb een kapot gemaakt, daar ben ik in geweest.
V: Wie heeft auto voor het huis kapot gemaakt dan?
A: Ik.
V: Wie heeft auto naast huis kapot gemaakt?
A: Ik ging eigenlijk, ik heb dat ook gedaan. Maar dat was niet expres. Ik had die fiets uit garage gepakt en ben tegen de auto gebotst.
V: Hoeveel fietsen hebben jullie uiteindelijk die nacht weggenomen, zonder dat jullie daar toestemming voor kregen?
A: Wat ik weet, ik heb twee fietsen gevonden die op slot stonden. Die heb ik in een auto gestopt. Ik heb die gewoon verstopt achter die auto's. Die waren afgesloten. Ik dacht ik kom later terug op ze open te maken. 0: Toen jullie werden aangehouden hadden jullie twee fietsen bij jullie. Daar waar deze fietsen weg kwamen, werden twee andere fietsen aangetroffen. Hiervan bleek dat deze ook waren gestolen.
V: Waar kwamen de fietsen vandaan die jullie bij jullie hadden toen jullie werden aangehouden?
A: Ik had een fiets die was niet goed, die heb ik geruild met die elektrische fiets.
V: Hoe kwam je aan die fiets die je bij je had bij de aanhouding?
A: Uit een garage? Een garage, ik was aan het lopen en hij was open. Ik heb die fiets gezien en meegenomen. (..) ik heb die gestolen.
V: En die andere jongen?
A: Ik heb zelf die fietsen gestolen. Die persoon kwam toevallig langs en ik heb een aan hem gegeven.
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van de medeverdachte bij derechter-commissaris d.d. 5 juni 2023.
lk beken dat ik de telefoon heb gestolen. De deur was open en we zijn naar binnen gegaan, ik en de vriend van mij. We zijn ook in een garage geweest, daar stonden de fietsen. Ik ben niet in andere huizen geweest, in 1 auto hebben we ingebroken, we waren er tegenaan gereden met de fiets.
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 2 juni 2023, opgenomen oppagina 9 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
Adres: [adres] te [adres] .
In de nacht van 2 juni 2023, zijn twee fietsen weggenomen uit de schuur bij mijn woning. (..) De fietsen zijn een mountainbike en een gewone eenvoudige fiets. (..) U heb mij net via WhatsApp een afbeelding gestuurd van 2 fietsen die zijn aangetroffen. Dit zijn mijn fietsen.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 juli 2023, opgenomenop pagina 12 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten.
De fietsen op deze foto werden herkend door [slachtoffer 1] zijnde de weggenomen fietsen genoemd in de aangifte.
Deze fietsen werden aangetroffen op het adres [adres] te [dorp] , als omschreven in proces-verbaal van bevindingen PLO100-2023140318-12, zijnde:
*grijze heren mountainbike merk: Giant.
*paarse damesfiets merk: Batavus type: Navajo
5. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 2 juni 2023, opgenomen oppagina 16 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] :
Adres: [adres] te [adres] .
Vannacht omstreeks 01:50 uur (..) toen ik naar de keuken liep zag ik (..) dat alle deuren open stonden. (..) Ik zag toen dat onze beide telefoons wegwaren. Deze telefoons lagen namelijk in ons nachtkastje. (..) Wij hebben in ons huis gekeken wat er allemaal weg was, wij zijn tot het volgende gekomen:
Twee telefoons:
1. Iphone (van [slachtoffer 2] ) met een zwarthoesje. Kleur telefoon zelf is rood. (..) 1 Samsung Galaxy 6, kleur zwart, het hoesje is ook zwart. (..) Twee fietsen:
Twee fietsen uit de schuur, allebei van het merk Giant. (..) Allebei de opladers van de beide fietsen zijn ook weg.
Om bij de schuur te komen hebben ze de deur hiervan moeten verbreken. Het onderste gedeelte van de deur hebben ze kapotgetrapt. (..)
Tevens is in mijn auto, de auto van [slachtoffer 3] , ingebroken. Het kenteken van deze auto is: [nummer] , een VW Polo. Deze auto staat op de oprit. Het raampje van het rechter achterportier is ingeslagen. Daarnaast is in mijn auto, de auto van [slachtoffer 2] , ingebroken. Mijn dochter gebruikt dit voertuig. Deze auto heeft het volgende kenteken [nummer] , een Opel Corsa. Ook in dit voertuig hebben ze het rechter achterraampje ingeslagen. Wij hebben gezien dat alles in de auto overhoop is gehaald.
6. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aanvulling op de aangifte d.d. 6 juli 2023,opgenomen op pagina 29 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 3] .
In mijn auto is ingebroken. Dit is een VW Polo, voorzien van kenteken [nummer] . Mijn auto stond geparkeerd naast de woning, tussen de woningen in. De ruit van de rechterachterportier is vernield. Uit de auto is een tablet weggenomen In het mapje van deze tablet zat 4000,- euro. Ik had dit geld op de 23e en 25e voorafgaande van de diefstal opgenomen. Beide keren heb ik 2000,- euro opgenomen in coupures van 50 Euro. Ik heb bij u, de dag na de diefstal, al aangegeven dat deze tablet en geld weg was.
7. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 2 juni 2023, opgenomen oppagina 37 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 5] .
In de afgelopen nacht kwam op een gegeven moment de politie bij ons aan de deur. Wij wonen aan de [adres] in [dorp] . De politie vroeg ons of er mogelijk twee fietsen bij ons waren gestolen. Dat bleek dus inderdaad zo te zijn. In de schuur achter onze woning stonden onze fietsen. Een elektrische Stella damesfiets en een Batavus herenfiets. De politie had deze fietsen inbeslaggenomen bij twee verdachten die zij even verderop in de straat hadden aangehouden.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 juni 2023, opgenomenop pagina 39 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten.
Op vrijdag 2 juni 2023, omstreeks 02:15 uur, kregen wij, verbalisanten, het verzoek van het operationeel centrum Noord-Nederland om te gaan naar de [adres] te [adres] . (..) Op deze dag, omstreeks 02:25 uur, kwamen wij ter plaatse op genoemd adres. Hier werden wij opgewacht door melder, [slachtoffer 2] , zijn partner, [slachtoffer 3] , en zijn dochter [slachtoffer 6] . Dezen lieten ons, verbalisanten, direct zien hoe het raampje aan de achterkant van de rechterzijde van een van hun voertuigen was ingeslagen. Wij, verbalisanten, zagen dat het genoemde ruitje inderdaad kapot was, er glas aan de buitenzijde van het voertuig lag en de binnenkant van het voertuig overhoop was gehaald. (..)
Ik, verbalisant [naam] , zagdat find my phone van [slachtoffer 6] aangaf dat de telefoon van de heer [slachtoffer 2] uitstraalde op de [adres] te [dorp] en dat de telefoon niet bewoog.
Wij, verbalisanten, liepen met de personen mee om te zien waar de inbrekers allemaal geweest waren. Op de oprit zagen wij nog een voertuig waarvan een raampje kapot was geslagen. Tevens zagen wij meerdere deuren welke open stonden en braakschade hadden van twee schuren. (..)
Wij besloten achter de telefoon aan te gaan. (..) [slachtoffer 6] gaf onderweg aan dat de telefoon zich verder verplaatste richting [adres] . Uiteindelijk zagen wij aan het fietspad van de [adres] , ongeveer 100 meter na de kruising met de [adres] , twee fietsen liggen in het gras. Wij stapten uit ons voertuig en liepen naar de fietsen. Wij zagen direct achter de fietsen twee personen in het veld liggen. (..) Ik, verbalisant [naam] , bracht de transportboeien aan bij de verdachte welke later bleek te zijn [verdachte] geboren op [geboortedatum] -1995 te [Land] . Ik zag dat de verdachte blauwe latex handschoenen droeg. (..) Hierna voerde ik een opsporingsfouillering uit bij de verdachte. Bij deze fouillering trof ik een aantal goederen aan waaronder een stanleymes, een Zwitsers zakmes, een lifehammer, een roze zonnebril, een Samsung klaptelefoon en een Iphone aan. Ik, verbalisant [naam] , zag dat er in het hoesje van de Iphone een bankpas zat, welke op naam staat van [slachtoffer 2] , en een rijbewijs van [slachtoffer 2] .
Ik, verbalisant [naam] , bracht de transportboeien aan bij de verdachte welke naar later bleek te zijn [medeverdachte'] geboren op [geboortedatum] -2000 te [Land] . Hierna voerde ik een opsporingsfouillering uit bij deze verdachte. Bij de opsporingsfouillering trof ik een aantal goederen aan waaronder een Lifehammer, een Samsung telefoon, een Stanleymes en een piloten zonnebril. De Samsung telefoon welke ik aantrof of deze verdachte bleek later te zijn de telefoon te zijn van mevrouw [slachtoffer 3] . (..) Ik, verbalisant [naam] , zag dat de fietsen, welke wij aantroffen, niet de fietsen waren welke waren weggenomen bij de heer [slachtoffer 2] . Deze fietsen betroffen namelijk een Sparta en een Batavus.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 juni 2023, opgenomen op pagina 52 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten.
De eenheid [adres] deelde ons mee dat ze de verdachten hebben gelokaliseerd doordat één van de gestolen telefoons te traceren was met de app Find My Iphone. Na onderzoek bleek dat de twee fietsen niet de twee elektrische fietsen waren die bij de inbraak aan de [adres] te [adres] . Ze werden aangetroffen op de volgende fietsen:
Donker gekleurde heren fiets merk: Batavus, type Mambo.
Lila damesfiets merk Stella, type Allegra. (..)
Tijdens het opnemen van de aangifte kregen we van aangever de informatie dat uit de gegevens van de Find My Iphone app bleek dat de telefoon ter hoogte van de [adres] een poos had stilgestaan. Hierop na het opnemen van de aangifte ter plaatse gegaan naar voornoemd adres om te zoeken naar de gestolen fietsen. Ter plaatse troffen wij, verbalisanten, op het adres [adres] de volgende twee fietsen aan. De fietsen lagen plat op de grond in de voortuin. Het ging om de volgende fietsen:
*grijze heren mountainbike merk: Giant.
*paarse damesfiets Merk: Batavus type: Navajo
Naast de fietsen lagen een blauwe omhulsel van een ijsco liggen. Vervolgens zagen we op het adres van de [adres] dezelfde soort ijscoverpakking liggen in de vooruit. Hierop verder onderzoek ingesteld. Bleek dat achter uit de schuur twee fietsen waren weggenomen. Vervolgens bleek dat de fietsen waarop de verdachten waren aangetroffen de fietsen waren die van dit adres waren weggenomen.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 juni 2023, opgenomen op pagina 58 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten.
Uit dit PV blijkt dat ene [naam] op 2 juni omstreeks 08:10 uur onder andere twee elektrische fietsen van het merk Giant (en ook de opladers hiervan) zag staan op het terrein van [Bedrijf] ( [adres] ). Op het terrein werden aangetroffen:
  • Electrische fiets: Giant Ease-e, herenfiets, zwart blauw van kleur, de fiets stondop slot.
  • Electrische fiets: Giant Ease-e +, damesfiets, zwart, zwart met grijze fietstassen.
Deze stond ook afgesloten tussen de geparkeerde lease auto's.
  • Twee laders welke bij de fietsen horen.
  • Zwarte stoffen tas
  • Latex wegwerphandschoenen in het blauw en wit
  • Mondkapjes
  • Action tas
  • Leeg kartonnen doosje
  • 3 flessen met desinfectiemiddel
  • Zaag
  • Tube sparkling scrub
  • Flesje met vloeistof met etiket
  • 2 witte hydrofiele doeken
Ik hoorde de aangeefster zeggen dat de elektrische fietsen uit de schuur zijn weggenomen en dat de tas in de Polo stond.
Bij het bedrijf House-style, welke tegenover [Bedrijf] ligt, troffen wij een blauwe mountainbike aan. De aangeefster herkende deze fiets als die van haar.
De rechtbank acht feit 1, 2 en 4 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1
hij op 2 juni 2023 te [adres] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, op een besloten erf waarop een woning stond, te weten een schuur behorende bij de woning aan de [adres] , alwaar verdachte en zijn mededader zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevonden, twee fietsen (te weten een blauwemountainbike en een grijze mountainbike , die geheel aan [slachtoffer 1] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op 2 juni 2023 te [adres] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, te weten een woning gelegen aan de [adres] in een schuur behorende bij de woning aan de [adres] en in een auto welke geparkeerd stond op de oprit bij de woning aan de [adres] , alwaar verdachte en zijn mededader zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevonden, twee telefoons (te weten een Iphone en een Samsung telefoon), twee elektrische fietsen van het merk Giant met bijhorende opladers en een tas, die geheel aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen telefoons en/of elektrische fietsen met bijhorende opladers en/of een tas onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak;
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het bewezen verklaarde levert op:
1. Diefstal door twee of meer verenigde personen op een besloten erf waarop een
woning staat, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt.
2. Diefstal in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van
de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
4. Diefstal door twee of meer verenigde personen op een besloten erf waarop een
woning staat, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1, 2 en 4 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 164 dagen waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en met aftrek van het voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor vrijspraak, dan wel een gevangenisstraf voor de duur van een week voor de heling van een telefoon.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van meerdere diefstallen in vereniging uit een woning en uit schuurtjes. Alles heeft plaatsgevonden in dezelfde nacht, zodat sprake is geweest van een ware rooftocht. Door zo te handelen hebben verdachte en zijn medeverdachte ernstig inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer en het gevoel van veiligheid van aangevers. Ook is het gevoel van veiligheid van bewoners uit de directe omgeving aangetast. Verdachte en zijn medeverdachte verbleven op dat moment in het AZC Ter Apel en de bewoners uit de omgeving krijgen vaak direct of indirect te maken met dergelijke strafbare feiten die gepleegd worden door een aantal mensen die daar verblijven. Dit maakt dat gevoelens van onveiligheid in de omgeving van het aanmeldcentrum versterkt worden. De rechtbank rekent dit verdachte en zijn medeverdachte zwaar aan. Verdachte heeft er blijk van gegeven geen enkel respect te hebben voor de eigendommen van anderen.
De rechtbank kan zich vinden in de eis van de officier van justitie voor verdachte en medeverdachte, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 164 dagen waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en met aftrek van het voorarrest.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 3 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 en 4 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd,
tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Schuth, voorzitter, mr. H.K. de Haan en mr. H.R. Eising, rechters, bijgestaan door mr. L.S. Gosselaar, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 december 2023
Mr. de Haan en mr. Eising zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.