ECLI:NL:RBNNE:2023:5168

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
14 december 2023
Publicatiedatum
18 december 2023
Zaaknummer
18-149390-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meerdere woninginbraken, opzetheling en vernieling met vrijspraak voor diefstal

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 14 december 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1982, die werd beschuldigd van meerdere woninginbraken, opzetheling, vernieling en poging tot diefstal. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de woninginbraken wegens gebrek aan bewijs, maar hem wel veroordeeld voor opzetheling en vernieling. De verdachte was aanwezig tijdens de zitting, bijgestaan door zijn advocaat, mr. T.W. Delhaye, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. R.J. Joustra. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 17 juni 2023 op een besloten erf een pak met flessen drank heeft weggenomen, en dat hij opzettelijk en wederrechtelijk een Progriszuil heeft vernield die toebehoorde aan de politie. Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat de verdachte in de periode van 22 april tot 21 juni 2023 verschillende goederen heeft verworven, waarvan hij wist dat deze van diefstal afkomstig waren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 9 maanden, met aftrek van het voorarrest. Tevens zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partij, Politie Noord-Nederland, en is de vordering van een andere benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de eerdere veroordelingen van de verdachte meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/149390-23
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 14 december 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1982 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] ,
thans gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 30 november 2023.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. T.W. Delhaye, advocaat te Leeuwarden. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R.J. Joustra.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
(aangifte p.v. blz 73 e.v.)
hij op of omstreeks 17 juni 2023 te [adres] , in elk geval in de gemeente Noardeast-Fryslân, omstreeks
3.12
uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in/uit een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, gelegen aan of bij de [adres] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de
rechthebbende bevond een pak met flesjes Flügel en/of een fles Southern Comfort en/of een fles Beerenburg en/of een fles Goldstrike, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
(aangifte p.v. blz 105 e.v.)
hij op of omstreeks 17 juni 2023 te Leeuwarden, in elk geval in de gemeente Leeuwarden opzettelijk en wederrechtelijk een zogenoemde Progriszuil, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan het Arrestantencomplex van de politie Noord-Nederland en/of de Nationale Politie, in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
3.
(aangifte p.v. blz 66 e.v.)
hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 22 april 2023 en 23 april 2023 te [adres] , in elk geval in de gemeente Tytsjerksteradiel, uit een garage aan of bij een woning (gelegen aan of bij [adres] ) een (dames)fiets (van het merk Pegasus, type Piazzae7) en/of een acculader en/of een druppellade, in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten dele aan [slachtoffer 2] en/of diens echtgenote, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 22 april 2023 tot en met 21 juni 2023 te [adres] , in elk geval in de gemeente Tytsjerksteradiel, en/of te Leeuwarden, in elk geval in de gemeente Leeuwarden, en/of een of meer (andere) plaats(en) in de provincie Friesland, in elk geval in Nederland, een (dames)fiets (van het merk Pegasus, type Piazzae7) en/of een acculader en/of een druppellader, althans een of meer goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/die goed(eren) wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een)
door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
4.
(aangifte p.v. blz 49 e.v.)
hij op of omstreeks 21 april 2023 te [adres] , in elk geval in gemeente Noardeast-Fryslân, tussen 04:43 uur en 05:02 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in/uit een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, gelegen aan of bij de
[adres] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een telefoontoestel (van het merk Samsung (Sl0e)) en/of een telefoontoestel (van het merk Apple (iPhone SE)) en/of een telefoontoestel (van het merk Samsung (A3)), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan het bedrijf [bedrijf 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of het bedrijf [bedrijf 2] , in elk geval (telkens) aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 21 april 2023 tot en met 21 juni 2023 te [adres] , in elk geval in de gemeente Noardeast-Fryslân, en/of te Leeuwarden, in elk geval in de gemeente Leeuwarden, en/of een of meer (andere) plaats(en) in de provincie Friesland, in elk geval in Nederland, een telefoontoestel (van het merk Samsung (Sl0e)) en/of een telefoontoestel (van het merk Apple (iPhone SE)) en/of een telefoontoestel (van het merk Samsung (A3)), althans een of meer goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/die goed(eren) wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
5.
(aangifte p.v. blz 61 e.v.)
hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 20 april 2023 en 21 april 2023 te [adres] , in elk geval in de gemeente Noardeast-Fryslân, tussen 23.00 uur en 05.45 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in/uit een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, aan of bij de [adres] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een telefoontoestel (van het merk Samsung (Galaxy A51)) en/of een geldkistje (inhoudende 421.40 euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 5] en/of de [stichting] , in elk geval (telkens) aan een ander toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 20 april 2023 en 21 juni 2023 te [adres] , in elk geval in de gemeente Noardeast-Fryslân, en/of te Leeuwarden, in elk geval in de gemeente Leeuwarden, en/of een of meer (andere) plaats(en) in de provincie Friesland, in elk geval in Nederland, een telefoontoestel (van het merk Samsung (Galaxy A51)), althans een
goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
6.
(aangifte p.v. blz 36 e.v.)
hij op of omstreeks 1 april 2023 te [adres] , in elk geval in de gemeente Noardeast-Fryslân,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in/uit een schuur gelegen aan of bij een woning (gelegen aan of bij de [adres] , een of meer goed(eren) van verdachtes gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 6] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, de oprit van die woning is opgelopen en/of (vervolgens) via een schuttingdeur zich de toegang tot de (achter)tuin van die woning heeft verschaft en/of (vervolgens) zich de toegang heeft verschaft tot een aldaar aanwezige schuur en/of (vervolgens) in die schuur heeft gezocht naar een of meer goed(eren) van zijn, verdachtes, gading, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
7.
(aangiftes p.v. blz 36 e.v. en 45 e.v.)
hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 31 maart 2023 en 1 april 2023 te [adres] , in elk geval in de gemeente Noardeast-Fryslân, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in/uit een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond,
te weten aan of bij de [adres] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, (elektrische) fiets (van het merk Sparta) en/of een Makita snel lader en/of 2 accu's, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 7] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) en/of te weten aan of bij de [adres] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een (elektrische) fiets (van het merk Gazelle) en/of een (elektrische) fiets (van het merk Batavus), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 8] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), (telkens) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 31 maart 2023 en 21 juni 2023 te [adres] , in elk geval in de gemeente Noardeast-Fryslân, en/of te Leeuwarden, in elk geval in de gemeente Leeuwarden, en/of een of meer (andere) plaats(en) in de provincie Friesland, in elk geval in Nederland, een (elektrische) fiets (van het merk Sparta), en/of een Makita snel lader
en/of 2 accu's, althans een of meer goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/die goed(eren) wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
8.
(aangifte p.v. blz 16 e.v.)
hij op of omstreeks 29 januari 2023 te [adres] , in elk geval in de gemeente Noardeast-Fryslân, uit een garage van een woning en/of een woning (gelegen aan of bij de [adres] )
een (elektrische) fiets (van het merk Batavus, type Milano) en/of een telefoontoestel (van het merk Samsung, type A12) en/of een Notebook (van het merk Acer, type Aspire 3) en/of een Tablet/I-pad (van het merk Apple), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 9]
en/of haar echtgenoot, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen
voornoemde goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 29 januari 2023 tot en met 21 juni 2023 te [adres] , in elk geval in de gemeente Noardeast-Fryslân, en/of te Leeuwarden, in elk geval in de gemeente Leeuwarden, en/of een of meer (andere) plaats(en) in de provincie Friesland, in elk geval in Nederland, een telefoontoestel (van het merk Samsung, type A12) en/of een Notebook (van het merk Acer, type Aspire 3), althans een of meer goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/die goed(eren) wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor feit 1, 2 en 6 primair. Feit 1 en 2 kunnen bewezen worden op grond van de aangiftes en de verklaring van verdachte. Feit 6 kan bewezen worden op grond van de aangifte en de herkenning van verdachte op de camerabeelden.
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak voor feit 3 primair, 4 primair, 5 primair, 7 primair en 8 primair, omdat niet bewezen kan worden dat verdachte deze spullen heeft gestolen uit de woningen of schuren.
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd van feit 3 subsidiair, 4 subsidiair, 5 subsidiair, 7 subsidiair en 8 subsidiair. De gestolen goederen zijn aangetroffen in de woning en bijbehorende berging van getuige [slachtoffer 10] waar verdachte toegang toe had middels een sleutel. De verdachte heeft ter zitting bekend de goederen te hebben gekocht en dat hij wist dat de goederen van diefstal afkomstig waren.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van feit 1, omdat verdachte de flessen drank niet van het erf heeft weggenomen. Verdachte heeft niet als heer en meester beschikt over de flessen drank.
Met betrekking tot feit 2 heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De raadsman heeft ten aanzien van feit 3 primair, 4 primair, 5 primair, 7, primair en 8 primair aangevoerd dat deze niet wettig en overtuigend bewezen kunnen worden wegens het ontbreken van bewijs. Het telkens subsidiair ten laste gelegde kan wel wettig en overtuigend bewezen worden als schuldheling.
Oordeel van de rechtbank Feiten 1 en 2Bewijsoverweging feit 1
Met betrekking tot feit 1 overweegt de rechtbank het volgende. Op zaterdag 17 juni 2023 heeft verdachte blijkens de aangifte en zijn eigen verklaring meerdere flessen drank uit de berging bij de woning van aangeefster [slachtoffer 1] gepakt. Verdachte heeft vervolgens de flessen bij de auto van aangeefster neergezet en is hierna in de auto van aangeefster gaan zitten. De rechtbank is van oordeel dat verdachte met het wegnemen van de flessen drank uit de berging en deze neer te zetten bij de auto op de oprit om ze op een later moment mee te nemen, als heer en meester over deze flessen heeft beschikt. Dat de flessen drank niet van het erf van aangeefster zijn geweest doet hier naar het oordeel van de rechtbank niet aan af.
Nu verdachte de feitelijke handelingen van de feiten 1 en 2 duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 30 november 2023;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 17 juni 2023, opgenomen op pagina 73 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring [slachtoffer 1] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte [naam 1] d.d. 17 juni 2023, opgenomen op pagina 105 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [naam 1] .
Feiten 3, 4, 5, 7 en 8
Vrijspraak diefstal
De rechtbank acht feit 3 primair, 4 primair, 5 primair, 7 primair en 8 primair niet wettig en overtuigend bewezen, verdachte wordt hiervan vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe dat op basis van de voorhanden zijnde stukken niet kan worden vastgesteld dat verdachte betrokken is geweest bij de diefstallen.
Veroordeling opzetheling
De rechtbank acht feit 3 subsidiair, 4 subsidiair, 5 subsidiair, 7 subsidiair en 8 subsidiair wel wettig en overtuigend bewezen. De in de tenlastelegging opgenomen gestolen goederen zijn aangetroffen in de woning en bijbehorende berging van de heer [slachtoffer 10] aan de [adres] waartoe verdachte toegang had. Verdachte heeft ter zitting bekend deze goederen te hebben gekocht terwijl hij wist dat deze van diefstal afkomstig waren. Hiermee is naar het oordeel sprake van opzetheling.
Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 30 november 2023;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 25 mei 2023, opgenomen op pagina 66 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2023156391 d.d. 13 augustus 2023, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 2] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 21 april 2023, opgenomen op pagina 49 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 4] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 21 april 2023, opgenomen op pagina 61 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 5] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 2 april 2023, opgenomen op pagina 36 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 7] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 2 februari 2023, opgenomen op pagina 16 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 9] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 juni 2023, opgenomen op pagina 95 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 juli 2023, opgenomen op pagina 100 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant.
Feit 6
Bewijsoverweging
In de nacht van 1 april 2023 is blijkens de camerabeelden een voor aangever [slachtoffer 6] onbekende manspersoon in zijn schuur geweest, zonder wetenschap van aangever. De verdachte ontkent dat hij de persoon is die te zien is op deze camerabeelden. De beelden van aangever [slachtoffer 6] zijn getoond aan meerdere verbalisanten en zij hebben verdachte op deze beelden herkend. Met deze op ambtseed opgemaakte processen-verbaal is de rechtbank van oordeel dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is dat het verdachte is geweest die op de camerabeelden is te zien. De rechtbank acht de verdachte dan ook schuldig aan de poging tot diefstal zoals ten laste gelegd onder feit 6.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 6] d.d. 2 april 2023 opgenomen op pagina 39 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 6] :
Ik ben woonachtig aan de [adres] .
Ik zag op beelden van de camera het volgende. Ik zie een manspersoon onze oprit op lopen. Dit was op 1 april 2023 omstreeks 05.16 uur. Ik zie dat deze man links van de garage naar onze achtertuin loopt.
Ik zie dat de man via de schutting deur zicht de toegang verschaft tot onze achtertuin. Ik zie dat hij rechtstreeks naar ons schuurtje loopt. Ik zie dat de man ons schuurtje binnen loopt. Een minuut later 05.17 uur zie ik deze zelfde man weer ons erf verlaten via zelfde kant als dat hij gekomen was. Ik zie op de beelden dat hij niets in zijn handen heeft.
Ik omschrijf de man als volgt:
- lange man
  • slank postuur
  • getinte huidskleur
  • muts dragend
  • handschoenen
  • Lange jas tot net over de heup
  • sportschoenen
  • zaklamp / mobiel in zijn rechterhand bij oplopen van het erf.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 november 2023, opgenomen op pagina 12 van het aanvullend proces-verbaal bij voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 2] :
Op zondag 2 april 2023 bekeek ik beelden van een insluiping aan de [adres]
. Deze beelden bekeek ik op de telefoon van de heer [slachtoffer 6] van de [adres] . Ik zag dat deze beelden zwart wit waren. Ik zag dat op
deze beelden de zelfde man te zien was als op de beelden van [naam 3] van de [adres]
. Ik herkende deze man aan de zelfde gewatteerde jas en de muts die deze man droeg.
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juli 2023, opgenomen op pagina 32 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 1] :
Ik kreeg van collega [naam 4] beelden te zien van een verdachte welke een inbraak had gepleegd. Ik bekeek de beelden en herkende daar de verdachte in die ik samen met collega's in de vroege ochtend van zaterdag 17 juni 2023 omstreeks 03:30 uur heb aangehouden.
Ik herken de verdachte als zijnde:
[verdachte] ( [verdachte] )
Geboren op [geboortedatum] -1982 (40) te [geboorteplaats] .
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt aanvullend proces-verbaal d.d. 17 november 2023, opgenomen in een aanvullend proces-verbaal bij voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 5] :
De verdachte op de beelden welke zijn gemaakt op de [adres] is herkend door de collega's [naam 1] (FRL58314) en [naam 6] (FRL46607) als zijnde de verdachte [verdachte] .

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feit 1, 2, 3 subsidiair, 4 subsidiair, 5 subsidiair, 6, 7 subsidiair, 8 subsidiair wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij op 17 juni 2023 te [adres] , op een besloten erf waarop een woning stond, gelegen aan of bij de [adres] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond een pak met flesjes Flügel en een fles Southern Comfort en een fles Beerenburg en een fles Goldstrike die geheel aan [slachtoffer 1] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op 17 juni 2023 te Leeuwarden, opzettelijk en wederrechtelijk een Progriszuil die aan het Arrestantencomplex van de politie Noord-Nederland toebehoorde, heeft vernield;
3. subsidiair
hij in de periode van 22 april 2023 tot en met 21 juni 2023 te Leeuwarden een damesfiets van het merk Pegasus, type Piazzae7, en een acculader en een druppellader voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
4. subsidiair
hij in de periode van 21 april 2023 tot en met 21 juni 2023 te Leeuwarden een telefoontoestel van het merk Samsung Sl0e en een telefoontoestel van het merk Apple iPhone SE en een telefoontoestel van het merk Samsung A3 voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
5. subsidiair
hij in de periode van 20 april 2023 en 21 juni 2023 te Leeuwarden een telefoontoestel van het merk Samsung Galaxy A51 voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
hij op 1 april 2023 te [adres] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om uit een schuur bij een woning gelegen aan de [adres] een of meer goed(eren) van verdachtes gading die geheel of ten dele aan [slachtoffer 6] toebehoorde(n), weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
de oprit van die woning is opgelopen en vervolgens via een schuttingdeur zich de toegang tot de achtertuin van die woning heeft verschaft en vervolgens zich de toegang heeft verschaft tot een daar aanwezige schuur en vervolgens in die schuur heeft gezocht naar een of meer goed(eren) van zijn gading, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
7. subsidiair
hij in de periode van 31 maart 2023 en 21 juni 2023 te Leeuwarden een elektrische fiets van het merk Sparta en een Makita snellader en 2 accu's voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
8. subsidiair
hij in de periode van 29 januari 2023 tot en met 21 juni 2023 te Leeuwarden een telefoontoestel van het merk Samsung, type A12, en een Notebook van het merk Acer, type Aspire 3, voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal, op een besloten erf waarop een woning staat, waarbij de schuldige zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt;
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
subsidiairopzetheling;
subsidiairopzetheling;
subsidiairopzetheling;
poging tot diefstal;
subsidiairopzetheling;
subsidiairopzetheling.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1, 2, 3 subsidiair, 4 subsidiair, 5 subsidiair, 6, 7 subsidiair en 8 subsidiair wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 9 maanden met aftrek van het voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten wegens het ontbreken van inkomen en een woning. Hij heeft gepleit voor een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, uittreksel uit de justitiële documentatie van 9 november 2023, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt een meerdere vermogensdelicten. Hij heeft daarmee getoond geen respect voor eigendommen van een ander te hebben en bovendien heeft hij door het plegen van opzetheling meegewerkt aan het in stand houden van een afzetmarkt voor goederen die van misdrijf afkomstig zijn. Heling van gestolen goederen leidt ertoe dat de plegers van diefstal geldelijk voordeel kunnen trekken uit de door hen gepleegde strafbare feiten, terwijl deze feiten leiden tot financiële schade, overlast en gevoelens van onveiligheid voor de eigenaren van de weggenomen goederen. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf, zoals geëist door de officier van justitie, passend en geboden is. De rechtbank ziet geen aanleiding om de duur van de gevangenisstraf te minderen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

Benadeelde partij

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
Politie Noord-Nederland, tot een bedrag van 2.820,07 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer 5] , tot een bedrag van 421,40 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft volledige toewijzing van de civiele vordering van de benadeelde partij Politie Noord-Nederland gevorderd, te vermeerderen met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
Met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat deze niet-ontvankelijk verklaard moet worden omdat verdachte voor wat betreft de diefstal van het geldkistje moet worden vrijgesproken.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij Politie Noord- Nederland onvoldoende onderbouwd is met een inkoopfactuur van 450 apparaten. Hiermee is onvoldoende geconcretiseerd wat de schade en de kosten zijn geweest voor reparatie dan wel vervanging van deze zuil.
Met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] heeft de raadsman aangevoerd dat deze niet-ontvankelijk moet worden verklaard wegens de bepleite vrijspraak van de diefstal van het geldkistje.
Oordeel van de rechtbank
Benadeelde partij Politie Noord-Nederland
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 2 bewezen verklaarde. De vordering, waarvan de hoogte door de raadsman van verdachte is betwist, zal worden toegewezen vermeerderd met wettelijke rente vanaf 17 juni 2023. Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de vordering voldoende is onderbouwd. De rechtbank acht het aannemelijk dat met de vernieling van een onderdeel van een Progiszuil, in dit geval het scherm van de zuil, de gehele zuil vervangen moet worden vanwege alle elektronica in het apparaat.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Benadeelde partij [slachtoffer 5]
De rechtbank acht feit 5 primair, waarbij het geldkistje zou zijn gestolen door verdachte, niet wettig en overtuigend bewezen. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36f, 45, 57, 310, 311, 416 van het Wetboek van Strafrecht. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 3 primair, 4 primair, 5 primair, 7 primair en 8 primair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3 subsidiair, 4 subsidiair, 5 subsidiair, 6, 7 subsidiair, 8 subsidiair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van deze hechtenis gelijk wordt aan de duur van de aan verdachte onvoorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf.
feit 2, benadeelde partij Politie Noord-Nederland
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte om aan Politie Noord-Nederland te betalen:
  • het bedrag van 2.820,07 (zegge: tweeduizend achthonderdtwintig euro en zeven eurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 juni 2023 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van Politie Noord-Nederland aan de Staat te betalen een bedrag van 2.820,07 (zegge: tweeduizend achthonderdtwintig euro en zeven eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 juni 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 38 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
feit 5 primair, benadeelde partij [slachtoffer 5]
Verklaart de vordering van [slachtoffer 5] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Brinksma, voorzitter, mr. M.E. Joha en mr. T.H. Kapinga, rechters, bijgestaan door W. van Goor, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 december 2023.
mr. T.H. Kapinga is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.