ECLI:NL:RBNNE:2023:5167

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
14 december 2023
Publicatiedatum
18 december 2023
Zaaknummer
222/2016
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de omgevingsvergunning voor geluidsbelasting van een woning nabij een boterfabriek

In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland op 14 december 2023, wordt het beroep van eisers tegen de omgevingsvergunning voor de uitbreiding van een boterfabriek beoordeeld. De woning van eisers ligt binnen de geluidszone van het industrieterrein waar de fabriek zich bevindt. De rechtbank oordeelt dat het college van Gedeputeerde Staten de geluidsbelasting op de acht in de vergunning genoemde woningen in redelijkheid toereikend heeft kunnen achten. De rechtbank stelt vast dat de geluidsbelasting op de woning van eisers, die op een afstand van minstens 65 meter van de fabriek ligt, aanzienlijk lager zal zijn dan de toegestane waarden op grond van de Wet geluidhinder. De rechtbank concludeert dat het college redelijkerwijs heeft kunnen afzien van het opnemen van de woning van eisers in de tabel bij voorschrift 4.1.1 van de omgevingsvergunning, omdat de geluidsbelasting op de woning van eisers niet zal overschrijden wat is toegestaan. Het beroep van eisers wordt ongegrond verklaard, en zij krijgen geen griffierecht of proceskosten vergoed.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 22/2016

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 december 2023 in de zaak tussen

[eisers], uit [plaats], eisers

(gemachtigde: mr. A. Kwint),
en

Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen

(gemachtigde: H.S. de Vries).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: [vergunninghouder] uit [plaats] (vergunninghouder).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen de omgevingsvergunning die is verleend voor de inrichting aan de [adres] in [plaats].
1.1.
Het college heeft deze vergunning voor het uitbreiden van de productiecapaciteit en revisie van de eerder verleende omgevingsvergunningen op 31 maart 2022 verleend.
1.2.
Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 27 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eisers met hun gemachtigde en de gemachtigde van het college met H.L. Halsema. Namens vergunninghouder hebben [naam] en [naam] deelgenomen.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de omgevingsvergunning voor het uitbreiden van de productiecapaciteit en revisie van de eerder verleende omgevingsvergunningen milieu. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eisers. De gemachtigde van eisers heeft op de zitting aangegeven dat het beroep zich beperkt tot de geluidsbelasting op de woning van eisers.
3. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
4. Vergunninghouder heeft op 17 juni 2020 een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor uitbreiding van de productiecapaciteit naar 78.000 ton per jaar en voor revisie van de eerder verleende omgevingsvergunningen (milieu) voor de boterfabriek aan de [adres] in [plaats].
4.1.
Het ontwerpbesluit van de omgevingsvergunning heeft tussen 30 december 2021 en 10 februari 2022 ter inzage gelegen voor zienswijzen.
4.2.
Eisers hebben een zienswijze ingediend.
4.3.
Het college heeft de omgevingsvergunning, met een aanpassing naar aanleiding van de ingediende zienswijze, op 31 maart 2022 verleend. In voorschrift 4.1.1. van de omgevingsvergunning is de toegestane geluidsbelasting (langtijdgemiddelde beoordelingsniveau, LArLT) voor de dag, avond en nacht, voor een aantal woningen rondom de boterfabriek vastgelegd.
5. Eisers stellen voor om in de omgevingsvergunning ook de toegestane geluidsbelasting op hun woning aan de [adres] op te nemen door de tabel in voorschrift 4.1.1 van het bestreden besluit uit te breiden met:
Ontvangerpunt
Dag 07.00-19:00 (LArLT)
Avond 19:00-23:00 (LArLT)
Nacht 23:00-07:00
(LArLT)
[adres]
37.3
36
34
5.1.
De rechtbank stelt vast dat de boterfabriek op een gezoneerd industrieterrein ligt [1] . Voor het industrieterrein is op grond van de Wet geluidhinder een geluidszone vastgesteld, waarbuiten de geluidsbelasting vanwege dat terrein de waarde van 50dB(A) niet te boven mag gaan. Die vaststelling van de geluidszone is onherroepelijk. De woning van eisers ligt binnen deze zone [2] waardoor de geluidsbelasting op de woning van eisers op grond van de Wet geluidhinder, overdag 55 dB(A), in de avondperiode 50 dB(A) en in de nachtperiode 45 dB(A) mag bedragen. Voor de woning van eisers is geen afwijkende hogere waarde of maximaal toelaatbare geluidsbelasting vastgesteld.
5.2.
De rechtbank overweegt dat het college op grond van artikel 2.22 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) aan de omgevingsvergunning de voorschriften verbindt, die nodig zijn met het oog op het belang dat voor de betrokken activiteit is aangegeven in de Wabo. Bij de toepassing van die bevoegdheid om voorschriften te verbinden, heeft het college beoordelingsvrijheid.
In voorschrift 4.1.1 van de omgevingsvergunning is voor acht woningen in de directe omgeving rondom de boterfabriek het maximaal toegestane langtijdgemiddelde beoordelingsniveau voor de dag, avond en nacht voorgeschreven. Voor de woningen aan de [adressen], die net als de woning van eisers ten oosten van de boterfabriek gelegen zijn, is een maximaal langtijdgemiddelde beoordelingsniveau voorgeschreven van 51 dB(A) in de dagperiode, 44 of 45 dB(A) in de avondperiode en 43 of 44 dB(A) in de nacht. Dat is strenger dan de geluidsbelasting die op grond van de geluidszone toegestaan is op die woningen. De woningen aan de [adressen] liggen op circa acht meter afstand van de fabriek. De woning van eisers ligt op minstens 65 meter afstand van de fabriek. Het college heeft overwogen dat als wordt voldaan op de dichtstbij gelegen woningen aan de [adressen], waarvoor strengere normen gelden dan voor eisers woning, ook bij de woning van eisers wordt voldaan aan de voor eisers woning geldende normen op grond van de geluidszone.
5.3.
De rechtbank volgt het standpunt van het college en is van oordeel dat het college het vastleggen van de geluidsbelasting op de acht in de vergunning genoemde woningen, in redelijkheid toereikend heeft kunnen achten voor de beoordeling van de geluidbelasting veroorzaakt door de boterfabriek. Daarbij betrekt de rechtbank dat in het akoestisch onderzoek dat ten grondslag heeft gelegen aan de omgevingsvergunning, aan de hand van de ingevoerde brongegevens en de representatieve bedrijfssituatie berekend is dat het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau bij de woning van eisers 37.2 dB(A) in de dagperiode, 36.0 dB(A) in de avondperiode en 34.0 dB(A) in de nachtperiode zal bedragen. Naar verwachting zal de geluidsbelasting van de boterfabriek bij de woning van eisers, dus aanzienlijk lager zijn dan hetgeen is toegestaan op grond van de geluidszone.
Het college heeft, gelet op de afstand tussen eisers woning en de fabriek en het feit dat voor dichterbij gelegen woningen strengere normen voorgeschreven zijn dan voor eisers woning, redelijkerwijs kunnen afzien van het opnemen van de woning van eisers in de tabel bij voorschrift 4.1.1 in de omgevingsvergunning. Eisers hebben niet aannemelijk gemaakt dat de voorschriften zoals opgenomen in het bestreden besluit, niet afdoende zouden zijn om geluidsoverlast bij hun woning te voorkomen. Het betoog van eisers slaagt niet.
6. Voor zover eisers stellen dat de gemeten waarde op hun woning verscheidene keren 8 dB(A) hoger dan toegestaan bedroeg, is dat een kwestie van toezicht op de naleving van de voorschriften. Zoals op de zitting besproken kunnen eisers klachten over geluidsoverlast bij het bevoegd gezag melden. Op de zitting heeft ook de vergunninghouder aangegeven graag geïnformeerd te worden bij geluidsklachten.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het college in de omgevingsvergunning redelijkerwijs heeft kunnen afzien van het opnemen van een normering voor de woning van eisers. Eisers krijgen daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgen ook geen vergoeding van hun proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.M. Visser, rechter, in aanwezigheid van mr. S. G. Steenbergen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 14 december 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zie ruimtelijkeplannen.nl
2.Zie ruimtelijkeplannen.nl waaruit voor de woning van eisers de gebiedsaanduiding Geluidszone-Industrie blijkt.