Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 december 2023 in de zaak tussen
[eisers], uit [plaats], eisers
Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
(LArLT)
In voorschrift 4.1.1 van de omgevingsvergunning is voor acht woningen in de directe omgeving rondom de boterfabriek het maximaal toegestane langtijdgemiddelde beoordelingsniveau voor de dag, avond en nacht voorgeschreven. Voor de woningen aan de [adressen], die net als de woning van eisers ten oosten van de boterfabriek gelegen zijn, is een maximaal langtijdgemiddelde beoordelingsniveau voorgeschreven van 51 dB(A) in de dagperiode, 44 of 45 dB(A) in de avondperiode en 43 of 44 dB(A) in de nacht. Dat is strenger dan de geluidsbelasting die op grond van de geluidszone toegestaan is op die woningen. De woningen aan de [adressen] liggen op circa acht meter afstand van de fabriek. De woning van eisers ligt op minstens 65 meter afstand van de fabriek. Het college heeft overwogen dat als wordt voldaan op de dichtstbij gelegen woningen aan de [adressen], waarvoor strengere normen gelden dan voor eisers woning, ook bij de woning van eisers wordt voldaan aan de voor eisers woning geldende normen op grond van de geluidszone.
Het college heeft, gelet op de afstand tussen eisers woning en de fabriek en het feit dat voor dichterbij gelegen woningen strengere normen voorgeschreven zijn dan voor eisers woning, redelijkerwijs kunnen afzien van het opnemen van de woning van eisers in de tabel bij voorschrift 4.1.1 in de omgevingsvergunning. Eisers hebben niet aannemelijk gemaakt dat de voorschriften zoals opgenomen in het bestreden besluit, niet afdoende zouden zijn om geluidsoverlast bij hun woning te voorkomen. Het betoog van eisers slaagt niet.