ECLI:NL:RBNNE:2023:5156

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
15 december 2023
Publicatiedatum
15 december 2023
Zaaknummer
18.065021.22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van mensenhandel en veroordeling voor drugshandel

Op 15 december 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van mensenhandel en drugshandel. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het medeplegen van mensenhandel en medeplichtigheid hieraan, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat er sprake was van voldoende nauwe en bewuste samenwerking met anderen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte geen (voorwaardelijk) opzet had op de seksuele uitbuiting van het slachtoffer in de ten laste gelegde periode. Echter, de verdachte werd wel schuldig bevonden aan drugshandel, waarbij hij cocaïne (crack) heeft verkocht, afgeleverd en verstrekt vanuit zijn woning. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest, dat was 18 dagen. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn psychische problemen en verslavingsproblematiek, en de aanbevelingen van de reclassering. De uitspraak is gedaan na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden van de zaak, waarbij de rechtbank ook de maatschappelijke impact van drugshandel in overweging heeft genomen.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Assen
parketnummer 18.065021.22
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 15 december 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboorte datum] 1978 te [geboorte plaats] (Nigeria), wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 13 november 2023 en 15 november 2023. Het onderzoek is gesloten op 15 december 2023, waarna diezelfde dag uitspraak is gedaan.
Ter terechtzitting van 13 en 15 november 2023 is verdachte verschenen, bijgestaan door mr. E.P. Eujen, advocaat te Hoogeveen. Het openbaar ministerie is vertegenwoordigd door mr. S.E. Eijzenga.

Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage 1 aan dit vonnis gehecht.
Aan verdachte is, tenlastegelegd, kort en feitelijk weergegeven, dat:
hij zich in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 31 december 2021 al dan niet tezamen en invereniging schuldig heeft gemaakt aan het plegen van mensenhandel ten aanzien van [slachtoffer] , subsidiair ten laste gelegd als medeplichtigheid;
hij zich in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 29 maart 2022 al dan niet tezamen en invereniging schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B/C van de Opiumwet gegeven verbod.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van feit 1 primair, het medeplegen van mensenhandel. De subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan mensenhandel acht de officier van justitie wel wettig en overtuigend bewezen. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de rol van verdachte beperkt is gebleven tot het ter beschikking stellen van zijn woning.
Voorts blijkt uit de inhoud van het strafdossier dat verdachte wetenschap had, dan wel moet hebben gehad, van de seksuele uitbuiting van [slachtoffer] vanuit zijn woning.
Verdachte kreeg in dit verband ook betaald voor het ter beschikking stellen van zijn woning.
De officier van justitie heeft daarnaast veroordeling gevorderd voor feit 2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van zowel feit 1 primair als subsidiair. Hij heeft daartoe -kort weergegeven- aangevoerd dat niet is komen vast te staan dat van de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en anderen sprake is geweest. Met betrekking tot de subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid heeft de raadsman aangevoerd dat het vereiste dubbele opzet ontbreekt.
Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte, die hoogstens als gebruiker wellicht gebruikershoeveelheden cocaïne voorhanden heeft gehad, (partieel) dient te worden vrijgesproken.
Oordeel van de rechtbank
Feit 1
De vraag die voorligt is of verdachte zich in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 31 december 2021 schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van mensenhandel ten aanzien van [slachtoffer] , dan wel medeplichtigheid hieraan.
Ten aanzien van het primair ten laste gelegde
De rechtbank acht -evenals de officier van justitie en de verdediging- het primair ten laste gelegde medeplegen van mensenhandel niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Daarbij stelt de rechtbank vast dat uit de inhoud van het strafdossier en het onderzoek terechtzitting de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] , dan wel anderen, bij de (seksuele) uitbuiting van [slachtoffer] niet is
komen vast te staan. Er is geen sprake van een gezamenlijke uitvoering en van door verdachte verrichte
uitvoeringshandelingen in het kader van de ten laste gelegde mensenhandel is de rechtbank niet gebleken.
Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde
De subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan mensenhandel acht de rechtbank evenmin wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte ook hiervan zal worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt hiertoe dat voor de bewezenverklaring van medeplichtigheid aan een misdrijf is vereist dat niet alleen wordt bewezen dat het opzet van verdachte was gericht op zijn handelingen als medeplichtige als bedoeld in art. 48, aanhef en onder 1° of 2º van het Wetboek van Strafrecht (Sr), maar ook dat zijn opzet, al dan niet in voorwaardelijke vorm, was gericht op de door anderen gepleegde (seksuele) uitbuiting van [slachtoffer] (het gronddelict).
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij zich in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 31 december
2021 schuldig zou hebben gemaakt aan medeplichtigheid door aan medeverdachte [medeverdachte] en/of [slachtoffer] (een deel van) zijn woning ter beschikking te stellen, ten behoeve van de door [slachtoffer] te verrichten prostitutiewerkzaamheden.
Uit de inhoud van het strafdossier en het onderzoek ter terechtzitting kan worden opgemaakt dat verdachte [slachtoffer] pas eind december 2021, rond oud en nieuw, heeft leren kennen op een feestje. Het verwijt dat hij zijn woning ter beschikking heeft gesteld voor de prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer] berust op een sms-bericht tussen [slachtoffer] en medeverdachte [medeverdachte 2] , waarin [slachtoffer] op 19 januari 2023 te 22:45 uur medeverdachte [medeverdachte 2] vraagt of zij kan werken in de woning van verdachte aan de [adres] in Assen.
1[slachtoffer] heeft verklaard dat zij die avond/nacht in deze woning prostitutiewerkzaamheden heeft verricht en dat zij verdachte hiervoor 40,- heeft gegeven.
2Dit alles was echter ná de ten laste gelegde periode. Dat verdachte vóór 31 december 2021 al wetenschap heeft gehad van de omstandigheid dat [slachtoffer] deze werkzaamheden verrichtte, nog daargelaten dat hij wist dat zij daarbij werd uitgebuit door (een) ander(en), én zijn woning daarvoor beschikbaar stelde, kan aan de hand van het strafdossier niet buiten redelijke twijfel worden vastgesteld.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte geen (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op de seksuele uitbuiting van [slachtoffer] in de ten laste gelegde periode. Verdachte zal daarom ook van de subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid worden vrijgesproken.
Feit 2
De rechtbank acht feit 2 wel wettig en overtuigend bewezen en past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 30 maart 2022,opgenomen op pagina 886 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met onderzoeknummer:
NNRCC21021 KOLO d.d. 2 september 2022, inhoudend als verklaring van [verdachte] :
Soms vragen mensen of ik harddrugs nodig heb. Soms bellen mensen mij of ik drugs heb om te roken. En dan heb ik niks, maar dan vragen ze mij of ik een dealer weet. Dan geef ik ze het nummer of de naam.
Misschien krijg ik daar dan een beloning voor.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 7 april 2022 metbijlagen, opgenomen op pagina 462 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
O: Een foto wordt getoond. V: Dit is [verdachte] , hij wordt ook wel [naam] of [naam] genoemd. Wat weet je van hem?
A: Hij dealt niet zelf, wel eens voor een ander. Maar dat is nooit voor hemzelf. Hij kreeg dan als beloning dat hij zelf mocht roken. Maar niet dat hij daarin zelf kon investeren.
V: Heb je wel eens bij hem gekocht?
A: Jawel. Meestal voor een tientje of twintig euro. Zo rond de 0,18 tot 0,20. Het was rommel, maar er zat wel coke in. Een keer of vijftien. Dat was vorig jaar. En dit jaar kwam ik hem een keer op straat tegen. Ik betaalde hem cash.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 30 maart 2022,opgenomen op pagina 1180 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
O: Je zou aan [naam] hebben verteld dat er vanuit de woning van [naam] gedeald zou worden. V: Hoe weet jij dit?
A: Omdat ik het zelf had gezien. Ik kwam wel eens bij [naam] thuis en ik zag dat er steeds andere mensen kwamen. Daar werd de drugs verkocht en opgerookt. Toen hij een
keer niet open deed riep ik voor de gein eens "politie open doen". Toen werden zij bang en hadden ze de drugs in de gootsteen gegooid. Toen ik binnen kwam werden ze
boos en had ik een schuld van 200 euro. Die balletjes met drugs waren in de gootsteen gevallen en wat in de prullenbak. [verdachte] moest die drugs voor [naam] verkopen.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen [naam] dealt bij [verdachte]
d.d. 17 maart 2022, opgenomen op pagina 1553 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Op 14 februari 2022 sprak wijkagent [verbalisant 2] met [naam] , die aan de [adres] woont te Assen. Zij verklaarde dat vanuit de woning op [adres] drugs wordt gedeald door [medeverdachte 2]
( [medeverdachte 2] ). Dit is een woning van het Leger des Heils waar mensen wonen onder begeleiding.
Op dit adres woont [verdachte] .
Verder wordt deze verklaring onderbouwd met meerdere tapgesprekken uit de telefoontap van [medeverdachte 2] .
(..)
Telefoongesprek [slachtoffer]
Uit onderstaand telefoongesprek tussen [slachtoffer] en een man die gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer] is het zeer aannemelijk dat [verdachte] dingetjes (drugs) verkoopt voor [medeverdachte 2] (= [medeverdachte 2] ).
Het telefoonnummer [telefoonnummer] staat op naam van [naam] , [adres] te Assen Samenvatting:
28/01/2022 te 18:04 uur
[slachtoffer] sh (M) wgd nnman0959 (NN) Letterlijk:
NN: Jo, waarom komen jullie niet hier zitten dan.
NN: Ja, je zit toch alleen met hem, kom lekker hier zitten
M: Ja, maar kan niet, kan niet. Hij verkoopt die dingetjes hier toch, dus kan hem niet mee nemen.
NN: Hij kan toch wel effe vrij nemen?
M: Nee dat kan niet, want hij werkt voor [medeverdachte 2] (fon)
NN: Ja, effetjes vrij, je weet, iedereen blij
M: Tsja ...stilte (muziek op de achtergrond te horen)
(..) M: Oké. Maar je kan ook deze kant op komen toch
NN: Ja maar je weet hoe de situatie is toch man
M: Oké, nou ik kijk wel effe, ik ga wel effe, want (onverstaanbaar) komt ook zo NN: Wie?! Wie?!
M: Ja je hebt me wel gehoord
NN: Waar komt ie
M: Hier
NN: Bij [naam] ?
M: Ja
NN: Oké is goed ik kom eraan
Bewijsoverwegingen
De rechtbank leidt uit voornoemde bewijsmiddelen af dat verdachte in de periode van
1 augustus 2021 tot en met 29 maart 2022 meerdere malen samen met, dan wel in opdracht van anderen o.a. vanuit zijn woning opzettelijk drugs heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd. Meerdere getuigen hebben verklaard dat verdachte (vanuit zijn woning) harddrugs heeft verkocht, afgeleverd en verstrekt. Verdachte heeft zelf ook verklaard dat hij wel eens een beloning kreeg voor het regelen van een drugsdealer. Verder bevindt zich in het strafdossier ook een tapgesprek tussen [slachtoffer] en een derde, waaruit kan worden afgeleid dat verdachte vanuit zijn woning harddrugs heeft verkocht voor medeverdachte [medeverdachte 2] .
De rechtbank acht feit 2 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 29 maart 2022 in Assen, meerdere malen, tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd, telkens een hoeveelheid cocaïne (crack), zijnde een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het bewezen verklaarde levert op:
2.het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1 subsidiair en feit 2 wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, mocht de rechtbank toch tot een bewezenverklaring komen, gepleit voor het toepassen van artikel 9a Sr dan wel in ieder geval niet te komen tot een langere gevangenisstraf dan de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
De raadsman heeft daarbij verzocht in het bijzonder rekening te houden met de kwetsbare persoon die verdachte is, alsmede de omstandigheid dat verdachte zich reeds 19 maanden houdt aan de aan de schorsing van zijn voorlopige hechtenis verbonden voorwaarden, hij zijn woning in Assen is kwijtgeraakt, hij al ruim een jaar woonachtig is in een begeleid wonen groep, hij meewerkt aan diverse hulpverleningstrajecten en inmiddels een baan heeft gevonden en de reclassering ook nadrukkelijk adviseert niet te komen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit feit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het advies van reclassering Verslavingszorg Noord Nederland van 8 november 2023, het uittreksel uit de justitiële documentatie van 12 oktober 2023, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich gedurende een periode van ruim een half jaar meerdere malen ) schuldig gemaakt aan het verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van cocaïne (crack) vanuit zijn woning. Het is algemeen bekend dat de verkoop van cocaïne (harddrugs) vaak gepaard gaat met criminaliteit, agressie en geweld, met schade en overlast in de samenleving als gevolg. Daarnaast is harddrugs schadelijk voor de volksgezondheid en is het gebruik ervan bezwarend voor de samenleving. Hoewel verdachte handelde in opdracht van anderen en zelf geen tot weinig geld heeft verdiend aan de drugshandel, heeft hij hiervoor wel een beloning in de vorm van drugs ontvangen. Kennelijk heeft verdachte enkel gedacht aan het bekostigen van zijn eigen drugsverslaving en heeft hij zich niet bekommerd om de schadelijke gevolgen van zijn handelen voor anderen. Dit neemt de rechtbank verdachte kwalijk.
Gelet op de oriëntatiepunten van het LOVS is voor een feit als het bewezenverklaarde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf uitgangspunt. Met betrekking tot de hoogte van de straf houdt de rechtbank rekening met de volgende omstandigheden.
Uit het advies van de reclassering VNN. volgt dat verdachte kampt met psychische problemen (schizofrenie van het paranoïde type) en verslavingsproblematiek. Verdachte is al langere tijd in beeld bij hulpverlening, hij staat onder bewind en er is inmiddels dagbesteding opgestart. Hij heeft contact met het Forensisch ACTteam van GGZ Drenthe en woont begeleid bij het Leger des Heils.
De reclassering schat het risico op recidive in als gemiddeld-hoog. Ondanks dat er problemen spelen op verschillende leefgebieden, ziet de reclassering geen meerwaarde in de inzet van interventies binnen een justitieel kader. Binnen het huidige schorsingstoezicht heeft de reclassering ondervonden dat dit geen aanvulling is op de al aanwezige hulpverlening en begeleiding die verdachte krijgt. Wanneer er geen justitiële interventies zijn, zal de huidige hulpverlening aanwezig blijven en daarbij zijn er een zorgmachtiging en WLZ-indicatie aanwezig.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte blijkens het uittreksel uit de justitiële documentatie (5 paginas) niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten, waarbij tevens wordt opgemerkt dat de laatste veroordeling in 2017 was. Daarnaast houdt de rechtbank rekening met het feit dat de voorlopige hechtenis van verdachte inmiddels ruim 19 maanden is geschorst en dat verdachte zich gedurende deze schorsing heeft gehouden aan de gestelde bijzondere voorwaarden.
Sindsdien heeft hij ook geen nieuwe strafbare feiten meer gepleegd .
Alles afwegend acht de rechtbank oplegging van een gevangenisstraf gelijk aan de duur die verdachte reeds in voorarrest (18 dagen) heeft doorgebracht, passend en geboden.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder feit 1 primair en subsidiair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder feit 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.J. Bosker, voorzitter, mr. M.B.W. Venema en mr. R.B. Maring, rechters, bijgestaan door mr. H. Wachtmeester-Koning, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 december 2023.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij (op één of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en met 31 december 2021 in Assen, althans (op meerdere locaties) in het
arrondissement Noord-Nederland, in elk geval in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een ander, te weten (mevrouw) [slachtoffer] ,
(A)
(telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die anderen in elk geval die ander, te weten die [slachtoffer] , heeft,
  • geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuitingvan die anderen in elk geval die ander, te weten die [slachtoffer] , (sub 1) en/of
  • gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten vanseksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of zijn of haar mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer] , zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard, (sub 4) en/of
  • gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of zijn of haar mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengstvan haar, te weten die [slachtoffer] , seksuele handelingen met en/of voor een derde, (sub 9) en/of
(B)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van anderen in elk geval een ander, te weten die [slachtoffer] , (sub 6) immers hebben of heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
- meerdere malen, althans eenmaal, tegen die [slachtoffer] gezegd en/of (anderszins) aan die [slachtoffer] kenbaar gemaakt, dat zij (voor verdachte en/of zijn mededader(s)) in de prostitutie moest (blijven) werken
en/of tegen betaling seksuele diensten (aan klanten) moest (blijven) verlenen, en/of
  • nadat die [slachtoffer] te kennen heeft gegeven niet voor verdachte en/of zijn mededader(s) in deprostitutie te willen (blijven) werken, tegen die [slachtoffer] gezegd dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), het huis en het kind van die [slachtoffer] zou(den) opblazen, en/of
  • ( een deur van) de schutting van de woning van die [slachtoffer] vernield, en/of
  • tegen die [slachtoffer] gezegd je moet geld voor mij verdienen, want ik heb geld nodig of woorden vangelijke strekking, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, die [slachtoffer] (anderszins) bedreigd, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, die [slachtoffer] geslagen en/of (anderszins) mishandeld, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, die [slachtoffer] toegeschreeuwd, en/of
  • ( aldus) op enigerlei (andere) wijze in de communicatieve en/of feitelijke omgang met die [slachtoffer] eensituatie gecreëerd en/of in stand gehouden, waarin verdachte en/of zijn mededader(s) door de feitelijke omstandigheden een overwicht verkreeg/verkregen over die [slachtoffer] en/of misbruik heeft/hebben gemaakt van het uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht dat verdachte en/of zijn mededader(s) over die [slachtoffer] had, door welke feiten en omstandigheden voor die [slachtoffer] een (afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen onttrekken en/of ten gevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte en/of zijn mededader(s) heeft kunnen bieden, en/of
  • een of meerdere advertenties, waarmee die [slachtoffer] zich aanbood en/of werd aangeboden voor hetverlenen van seksuele diensten aan klanten tegen betaling, op internet geplaatst en/of (door die [slachtoffer] ) laten plaatsen, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, (anderszins) klanten geregeld en/of geworven, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, contact met klanten onderhouden en/of (prijs)afspraken met klantengemaakt, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, (werk)instructies en/of advies aan de [slachtoffer] gegeven, en/of
  • ( een gedeelte van) een woning althans een verblijf geregeld en/of ter beschikking gesteld en/of latenstellen aan die [slachtoffer] , alwaar zij seksuele diensten aan klanten heeft kunnen verlenen en/of heeft verleend, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, vervoer geregeld voor die [slachtoffer] naar afspraken met klantenen/of (met) die [slachtoffer] (met een auto) naar klanten, en weer terug, (mee)gereden, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, tijdens de (seks)werkzaamheden van die [slachtoffer] in de buurt vandie [slachtoffer] verbleven en/of als bewaker gefungeerd, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, (contante) gelden, die klant(en) ten behoeve van de door die[slachtoffer] verrichte en/of te verrichten seksuele diensten heeft/hebben betaald, in ontvangst genomen en/of van die [slachtoffer] afgepakt en/of ingenomen en/of (anderszins) door die [slachtoffer] laten afstaan, terwijl die [slachtoffer] niet over eigen inkomsten beschikte en/of een beperkt
sociaal netwerk had en/of (aldus) bewerkstelligd dat die [slachtoffer] van hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) afhankelijk was en/of waardoor die [slachtoffer] werd gedwongen en/of bewogen zich te prostitueren en/of de opbrengst uit de door haar gepleegde prostitutie af te dragen aan en/of af te laten afnemen door
hem, verdachte, en/of zijn mededader(s);
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
(de heer) [medeverdachte] en/of een of meer anderen (op één of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en met 31 december 2022 in Assen, althans (op meerdere locaties) in (de provincie) Drenthe en/of Groningen, in elk geval in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een ander, te weten (mevrouw) [slachtoffer] ,
(A)
(telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die anderen in elk geval die ander, te weten die [slachtoffer] , heeft,
  • geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuitingvan die anderen in elk geval die ander, te weten die [slachtoffer] , (sub 1) en/of
  • gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten vanseksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of zijn of haar mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer] , zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard, (sub 4) en/of
  • gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of zijn of haar mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengstvan haar, te weten die [slachtoffer] , seksuele handelingen met en/of voor een derde, (sub 9) en/of
(B)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van anderen in elk geval een ander, te weten die [slachtoffer] , (sub 6) immers hebben of heeft die [medeverdachte] , althans die ander, en/of zijn mededader(s):
- meerdere malen, althans eenmaal, tegen die [slachtoffer] gezegd en/of (anderszins) aan die [slachtoffer] kenbaar gemaakt, dat zij (voor verdachte en/of zijn mededader(s)) in de prostitutie moest (blijven) werken
en/of tegen betaling seksuele diensten (aan klanten) moest (blijven) verlenen, en/of
  • nadat die [slachtoffer] te kennen heeft gegeven niet voor verdachte en/of zijn mededader(s) in deprostitutie te willen (blijven) werken, tegen die [slachtoffer] gezegd dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), het huis en het kind van die [slachtoffer] zou(den) opblazen, en/of
  • de schutting van de woning van die [slachtoffer] vernield en/of tegen die [slachtoffer] gezegd je moetgeld voor mij verdienen, want ik heb geld nodig of woorden van gelijke strekking, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, die [slachtoffer] (anderszins) bedreigd, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, die [slachtoffer] geslagen en/of (anderszins) mishandeld, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, die [slachtoffer] toegeschreeuwd, en/of
  • ( aldus) op enigerlei (andere) wijze in de communicatieve en/of feitelijke omgang met die [slachtoffer] eensituatie gecreëerd en/of in stand gehouden, waarin verdachte en/of zijn mededader(s) door de feitelijke omstandigheden een overwicht verkreeg/verkregen over die [slachtoffer] en/of misbruik heeft/hebben gemaakt van het uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht dat verdachte en/of zijn mededader(s) over die [slachtoffer] had, door welke feiten en omstandigheden voor die [slachtoffer] een (afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen onttrekken en/of ten gevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte en/of zijn mededader(s) heeft kunnen bieden, en/of
  • een of meerdere advertenties, waarmee die [slachtoffer] zich aanbood en/of werd aangeboden voor hetverlenen van seksuele diensten aan klanten tegen betaling, op internet geplaatst en/of (door die [slachtoffer] ) laten plaatsen, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, (anderszins) klanten geregeld en/of geworven, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, contact met klanten onderhouden en/of
(prijs)afspraken met klanten gemaakt, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, instructies en/of advies aan de [slachtoffer] gegeven, en/of
  • ( een gedeelte van) een woning althans een verblijf geregeld en/of ter beschikking gesteld en/of latenstellen aan die [slachtoffer] , alwaar zij seksuele diensten aan klanten heeft kunnen verlenen en/of heeft verleend, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, vervoer geregeld voor die [slachtoffer] naar afspraken met klantenen/of (met) die [slachtoffer] (met een auto) naar klanten, en weer terug, (mee)gereden, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, tijdens de (seks)werkzaamheden van die [slachtoffer] in de buurt vandie [slachtoffer] verbleven en/of als bewaker gefungeerd, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, (contante) gelden, die klant(en) ten behoeve van de door die[slachtoffer] verrichte en/of te verrichten seksuele diensten heeft/hebben betaald, in ontvangst genomen en/of van die [slachtoffer] afgepakt en/of ingenomen en/of (anderszins) door die [slachtoffer] laten afstaan, terwijl die [slachtoffer] niet over eigen inkomsten beschikte en/of een beperkt sociaal netwerk had en/of (aldus) bewerkstelligd dat die [slachtoffer] van hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) afhankelijk was en/of waardoor die [slachtoffer] werd gedwongen en/of bewogen zich te prostitueren en/of de opbrengst uit de door haar gepleegde prostitutie af te dragen aan en/of af te laten afnemen door hem, verdachte, en/of zijn mededader(s),
bij en/of tot het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en met 31 december 2021, te Assen, in elk geval in Nederland,
meerdere malen, althans eenmaal, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft,
immers heeft hij, verdachte: meerdere malen, althans eenmaal, een (slaap)kamer en/of een bed, althans
(een deel van) zijn woning of verblijf, ter beschikking gesteld aan die [medeverdachte] en/of die
[slachtoffer] , ten behoeve van de door die [slachtoffer] te verrichten althans verrichte prostitutiewerkzaamheden en/of te verlenen althans verleende seksuele diensten aan klanten;
2.
hij (op één of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en met 29 maart 2022 in Assen, in elk geval in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met één of meerdere ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (telkens) een hoeveelheid cocaïne (crack), althans een materiaal bevattende cocaïne, in elk geval (zijnde) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
pv van bevindingen tap [medeverdachte 2] d.d. 16 maart 2022, opgenomen op pagina 1114 van het strafdossier
pv van verhoor van de aangeefster Anoniem d.d. 22 april 2022, opgenomen op pagina 972 e.v. van het strafdossier