Op 12 december 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een ontnemingsbeslissing genomen in de zaak tegen een veroordeelde die betrokken was bij de handel in harddrugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat het wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde € 6.900,00 bedraagt. De officier van justitie had eerder gevorderd dat dit bedrag op € 128.861,46 zou worden vastgesteld, maar de rechtbank volgde de verdediging in hun standpunt dat het voordeel lager moest worden vastgesteld. De verdediging stelde dat de ontnemingsperiode slechts 46 dagen besloeg, van 30 september 2022 tot en met 15 november 2022, en dat de veroordeelde in die periode € 150,00 per dag verdiende aan de drugshandel. De rechtbank heeft de verklaring van de veroordeelde als geloofwaardig beschouwd en heeft de totale opbrengst berekend op € 6.900,00, zonder dat er kosten in rekening zijn gebracht. De rechtbank heeft de veroordeelde verplicht om dit bedrag aan de staat te betalen ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Tevens is de duur van de gijzeling vastgesteld op maximaal 138 dagen.