Op 30 november 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Nederland een wrakingsverzoek van een verzoeker afgewezen. Het verzoeker had de wraking ingediend tegen mr. L.E.A. Jonkers - Vellinga, de rechter die betrokken was bij zijn zaak. De verzoeker stelde dat de rechter niet geïnteresseerd was in waarheidsvinding en enkel de zaak snel wilde afhandelen. Dit zou blijken uit een verschil van mening over de tijd van de zitting en het gebrek aan medewerking van de rechter om aanvullende informatie te verstrekken over een bijzondere opsporingsambtenaar.
De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek kennelijk ongegrond was. De kamer stelde vast dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er concrete omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. De wrakingskamer concludeerde dat de verzoeker geen feiten had aangedragen die duiden op vooringenomenheid van de rechter. De rechter had in zijn schriftelijke reactie op het wrakingsverzoek aangegeven dat de zitting was gepland op 21 november 2023 en dat verzoeker had verzocht om deze te verplaatsen, wat was afgewezen. De wrakingskamer benadrukte dat de rechter in zijn regierol aanzienlijke vrijheid heeft bij het bepalen van het verloop van de procedure.
De wrakingskamer verklaarde het verzoek tot wraking kennelijk ongegrond en bepaalde dat de procedure met het zaaknummer zou worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.