Op 30 november 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van verzoekster, die de wraking van mr. A. Nieuwenhuis, rechter in deze rechtbank, en de griffier heeft verzocht. Het wrakingsverzoek is ingediend op 14 november 2023 en de rechter heeft op 22 november 2023 schriftelijk gereageerd. Verzoekster heeft aangevoerd dat de inschrijving van de rechter en de griffier in de Kamer van Koophandel ontbreekt en dat zij niet de actieve eed of belofte van de betrokkenen heeft ontvangen. De wrakingskamer heeft geoordeeld dat het verzoek kennelijk ongegrond is, omdat er geen objectieve aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de rechter. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat een rechter alleen gewraakt kan worden op basis van bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid opleveren. De wrakingskamer heeft ook overwogen dat de beslissing van de rechter om het aanhoudingsverzoek van verzoekster af te wijzen een procedurele beslissing is en geen grond voor wraking kan vormen. Daarnaast is het verzoek tot wraking van de griffier niet-ontvankelijk verklaard, omdat de wet geen mogelijkheid biedt tot wraking van griffiers. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.