ECLI:NL:RBNNE:2023:5118

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
11 december 2023
Publicatiedatum
13 december 2023
Zaaknummer
18-016287-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens diefstal met een gestolen bankpas en bankhelpdeskfraude

Op 11 december 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal van € 5.000 met een gestolen bankpas. De verdachte, geboren in 1999, was niet verschenen tijdens de zitting. Het Openbaar Ministerie, vertegenwoordigd door mr. R. Joustra, had de veroordeling gevorderd voor twee feiten: het verkrijgen van de bankpas door middel van bankhelpdeskfraude en het pinnen van het geld. De rechtbank oordeelde dat het bewijs voor de diefstal van de bankpas niet voldoende was, omdat het signalement van de verdachte niet overeenkwam met dat van de man die de pas had opgehaald. Echter, de rechtbank achtte het wel bewezen dat de verdachte het geld had gepind met de gestolen bankpas. De rechtbank baseerde haar oordeel op camerabeelden en getuigenverklaringen, waarbij de verdachte herkend werd op basis van uiterlijke kenmerken en tatoeages. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het eerste feit, maar veroordeelde hem voor het tweede feit tot een taakstraf van 120 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, het financiële leed van het slachtoffer, en het strafblad van de verdachte, die eerder veroordeeld was voor vermogensdelicten. De uitspraak benadrukt de impact van dergelijke delicten op slachtoffers, vooral op kwetsbare ouderen.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Leeuwarden
parketnummer 18-016287-23
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 11 december 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 27 november 2023.
Verdachte is niet verschenen.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R. Joustra.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 10 juli 2021 te [adres] , in de gemeente Waadhoeke, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (zaak 3, zie aangifte pagina 129) [slachtoffer] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de Rabobank en/of het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, althans van enig goed, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
  • (telefonisch) voorgedaan alszijnde [naam 1] , medewerkster van de Rabobank en/of
  • (in die hoedanigheid) die [slachtoffer] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat criminelen bezig warenom 1600 euro van zijn bankrekening af te halen en/of dat zij alles ging regelen en/of dat er iemand langs kwam om de bankpas op te halen en/of aan die [slachtoffer] de (verificatie)code 024RR gegeven en/of aangegeven dat degene die de bankpas kwam ophalen deze code zou noemen en/of
  • zich bij het (woon)adres van die [slachtoffer] gemeld en de (door die [slachtoffer] ) doorgeknipte bankpasin ontvangst genomen en/of
  • van de spaarrekening van die [slachtoffer] een overboeking van 1600 euro gedaan naar de lopenderekening van die [slachtoffer] , waardoor die [slachtoffer] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte;
2
hij op of omstreeks 10 juli 2021, te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, bij een geldautomaat aan of bij de [adres] , aldaar, een geldbedrag, te weten 5000 euro, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander of anderen toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] , heeft weggenomen, om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen geldbedrag onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door zonder toestemming van die [slachtoffer] zijn bankpas te gebruiken en met het gebruik van de bij die bankpas bijbehorende pincode de geldopname heeft/hebben verricht.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor feiten 1 en 2. Hij heeft daartoe - kort gezegd - het volgende aangevoerd. Agenten hebben verdachte herkend als degene die op 10 juli 2021 pinde met de van slachtoffer [slachtoffer] afgenomen pinpas. Hoewel de aangever degene die zijn pinpas kwam ophalen omschreef als een man van rond de 50 jaar en verdachte een stuk jonger is, maakt de rest van het gegeven signalement in combinatie met het feit dat verdachte korte tijd later met de weggenomen pinpas geld opnam dat beide feiten bewezen kunnen worden.
Standpunt van verdachte
Verdachte is niet verschenen ter zitting en werd evenmin vertegenwoordigd door een advocaat. Tijdens zijn verhoor bij de politie beriep verdachte zich grotendeels op zijn zwijgrecht. In reactie op de herkenning door agenten aan de hand van de tatoeage in zijn nek heeft verdachte verklaard dat hij niet degene is die is te zien op de camerabeelden en dat hij meer mensen kent met dezelfde tatoeage, omdat [naam 2] deze ook heeft.
Oordeel van de rechtbank
Op basis van het dossier stelt de rechtbank het volgende vast.
Op 10 juli 2021 rond 17:00 uur werd aangever [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) gebeld. Een vrouwenstem vertelde hem - kort gezegd - dat zij van de Rabobank was en dat criminelen geld van de rekening van [slachtoffer] aan het halen waren. [slachtoffer] raakte in paniek, maar de vrouw zei hem dat hij niet angstig hoefde te zijn en dat zij alles ging regelen. Ze zou iemand sturen om de bankpas te komen ophalen. Even later belde een man aan bij de woning van [slachtoffer] in [adres] . De man zei dat [slachtoffer] zijn pas moest doorknippen en aan hem mee moest geven, wat [slachtoffer] deed. [slachtoffer] gaf als signalement van deze man: 50 jaar, zwart haar, 1.70, normaal postuur, donkere jas, donkere broek en een mondkapje.
Om 19:07 uur werd bij de Geldmaat aan de [adres] in Leeuwarden 5.000,- gepind van de rekening van [slachtoffer] . Op camerabeelden van deze pintransactie herkenden agenten verdachte, omdat hij te zien is in vlogs van zijn partner, de bekende vlogger [naam 3] .
De rechtbank heeft ter zitting diverse afbeeldingen bekeken. Dit betreffen onder meer in het dossier opgenomen screenshots van degene die het geld van de rekening van aangever heeft gepind op 10 juli 2021, alsmede screenshots van filmpjes van het YouTube-account van [naam 3] . Agenten hebben laatstgenoemde screenshots aangeleverd en daarbij aangegeven dat verdachte de partner van [naam 3] is en op deze screenshots is te zien. De rechtbank constateert dat de voornaam van verdachte, [verdachte] , ook voorkomt in de omschrijving van een van de filmpjes.
De rechtbank kan zich op basis van haar eigen waarneming (hierna opgenomen onder bewijsmiddel 5) vinden in de door de diverse verbalisanten getrokken conclusie dat de man op de screenshots van de vlogs van [naam 3] dezelfde man is als de man die te zien is op de screenshots van de camerabeelden van de pintransactie van de rekening van aangever op 10 juli 2021.
De herkenning van verdachte is niet alleen gebaseerd op de bewuste tatoeage, maar ook op andere uiterlijke kenmerken, zoals zijn huidskleur, gezichtsbeharing en de vorm van zijn mond.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan feit 2; kort gezegd het pinnen van 5.000,- met de bankpas van aangever.
De rechtbank acht niet bewezen dat sprake is van medeplegen. Hoewel er ook een ander persoon op de camerabeelden van de bewuste pintransactie is te zien, is onvoldoende duidelijk of en in hoeverre sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking met deze of andere personen die ziet op het wederrechtelijk pinnen van de rekening. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van dit onderdeel van feit 2.
Ten aanzien van feit 1 spreekt de rechtbank verdachte integraal vrij. De rechtbank overweegt hiertoe dat het door de aangever gegeven signalement van de man die de pinpas bij hem kwam ophalen, niet (volledig) overeenkomt met het signalement van verdachte. Aangever omschreef degene die zijn pinpas kwam ophalen als een man van 50 jaar oud; verdachte was destijds 22 jaar oud. Ook constateert de rechtbank dat er ongeveer een uur is verstreken tussen het moment van ophalen van de bankpas in [adres] rond 18:15 uur en het moment van pinnen in Leeuwarden om 19:07 uur. Uit openbare bronnen
1volgt dat het met de auto ongeveer een kwartier rijden is van [adres] naar (het centrum van) Leeuwarden. Naar het oordeel van de rechtbank kan onder deze omstandigheden - het tijdsverloop en het niet volledig passende signalement - niet worden gesteld dat het niet anders kan dan dat verdachte ook degene was die de bankpas bij aangever heeft opgehaald.

Bewijsmiddelen

De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juli 2021, opgenomen oppagina 129 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2022024815 d.d. 2 januari 2022, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Op zaterdag 10 juli 2021 heb ik mijn bankpas aan een man gegeven. Ik hoorde deze man zeggen dat ik mijn pas door midden moest knippen. De chip in de pas moest heel blijven. Ik heb mijn bankpas doorgeknipt.
Mijn zoon heeft met de Rabobank gebeld. Ik hoorde de medewerker van de Rabobank zeggen dat er 5.000 euro gepind was. Het tijdstip was 19:07 uur op 10 juli 2021 bij Geldmaat aan de [adres] in Leeuwarden.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 7 februari 2022 opgenomenop pagina 132 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
V: Uw pas is meegenomen door een meneer en later is er geld van uw rekening gehaald via een pinautomaat. Dat kan bijna niet anders dan door middel van een pincode. Weet u zeker dat u uw pincode niet heeft afgegeven?
A: Ik ben heel lang in gesprek geweest met de dame aan de telefoon. Misschien dat ik hem per ongeluk toch heb gegeven. Ik weet wel dat ik hem aan die man heb gegeven, een keurige, Italiaans uitziende man.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 juli 2021, opgenomenop pagina 139 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant(en):
Op 10 juli 2021 is vanaf de bankpas van het slachtoffer geld gepind. Uit gegevens van de Rabobank is er totaal 5.000 euro gepind bij een pinautomaat op de Wirdumerdyk in Leeuwarden. Op de gevorderde camerabeelden is het volgende te zien.
Op 10 juli 2021 omstreeks 19:06 uur komt er een man in beeld. De man staat voor de pinautomaat. De man voert handelingen uit. Omstreeks 19:08 verdwijnt de man uit beeld.
Omschrijving man: blanke man, 29-38 jaar, zwarte baard en snor, tatoeage in de nek, zwarte pet met tekst Faylinn&Garnet, grote zwarte zonnebril, blauw mondkapje.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 oktober 2021,opgenomen op pagina 159 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant(en):
Op Bluefocus (
de rechtbank begrijpt: een intern systeem van de politie waarbinnen fotos van verdachten worden gedeeld teneinde tot een identificatie te komen) werd verzocht om herkenning van een man. Ik zie op de foto in Bluefocus een man met mondkapje, gezichtsbeharing, een donkere zonnebril met goud en een zwarte pet. Opvallend is de tattoo van een vleugel op de achterkant van de nek van de verdachte. Ik zie dat deze vleugel doorloopt tot de achterkant van het linkeroor van verdachte.
Ik zag op de filmpjes van [naam 3] een aantal filmpjes met een man, die ik herken als de man waarvoor herkenning wordt gevraagd op bluefocus. Op het filmpje: 'ik ben jou spuugzat! - [verdachte] Vlog take over
I', zie ik de man op terras zitten. Ik zie dat hij zijn nek naar de camera draait. Ik zie hier de opvallende tattoo met de vleugels zoals eerder door mij beschreven.
Ik bekijk ook een filmpje: 'ben ik vreemdgegaan'. Ik zie dat hier dezelfde man op beeld verschijnt. Ik zie op dit filmpje duidelijk de tattoo van de vleugels in de nek van de man. Ik zie hierop ook duidelijk de sprekende ogen van de man, de kleur groen die ik direct herken van de HKS foto van [verdachte] .
Voorts heb ik in BVIB gezocht op [verdachte] geboren [geboortedatum] 1999. Ik zag een HKS foto van 2018. Ik zie dat de man op de filmpjes van het kanaal van [naam 3] dezelfde man is als op de HKS foto. Ik herken hem aan de vorm van zijn gezicht, de kleur ogen, de vorm van zijn lippen en de gezichtsbeharing. Op de filmpjes van [naam 3] door mij als printscreens toegevoegd herken ik heel duidelijk de man op de foto's ter herkenning op Bluefocus. Derhalve herken ik als verdachte in deze zaak: [verdachte] .
5. Eigen waarneming van de rechtbank, gedaan door de rechtbank op de terechtzitting van 27 november 2023, zakelijk weergegeven:
Op pagina 267 van het dossier zijn screenshots opgenomen van camerabeelden. Hierop is een man te zien met een zwarte jas, een zwarte pet en een zwarte zonnebril. De man staat voor een pinautomaat.
Op de bovenste foto is de man van de achterkant te zien. In zijn nek is een tatoeage zichtbaar. Dit betreffen vleugels. Midden in die vleugels, aan de bovenkant, is een ronde vorm te zien met daarin nog een rondje. Onder dat rondje zitten enkele strepen onder elkaar. De tatoeage is niet ingekleurd. Op de onderste foto is de man van de zijkant te zien en is zichtbaar dat de punt van de linkervleugel van de tatoeage doorloopt tot vlak achter het oor.
Op pagina 141 en 142 van het dossier zijn eveneens screenshots van camerabeelden opgenomen.
Op pagina 141 is de tatoeage in de nek van de man te zien van de rechterkant. Daarop is een vleugel te zien die doorloopt tot ter hoogte van het oor. De vleugel is omlijnd en heeft daarbinnen horizontale strepen. De vleugel is niet ingekleurd.
Op pagina 142 is de tatoeage in de nek van de man te zien van de linkerkant. De vleugel loopt door tot ter hoogte van het oor. De vleugel is omlijnd en heeft daarbinnen horizontale strepen. De vleugel is niet ingekleurd.
Op pagina 162 van het dossier is een foto van verdachte opgenomen uit het HKS systeem uit 2018. Hierop is verdachte van de voorkant te zien. Hij heeft een zwarte snor die naar beneden loopt. De vorm van de snor en de lippen vertoont gelijkenissen met die van de man die te zien is op paginas 141 en 142.
Op pagina 93 en 96 van het dossier zijn screenshots opgenomen van een filmpje genaamd Couple morning routine van het YouTube-account van [naam 3] . Op pagina 93 is een man te zien van de achterkant. Er is een tatoeage van vleugels in zijn nek te zien. In het midden van de vleugels, bovenin, tegen de haargrens, is een ronde vorm te zien, met daarin nog een rondje. Ook is de linkerzijde van de nek te zien, met daarop een vleugel die doorloopt tot het oor van de man. De vleugel is niet geheel ingekleurd maar omlijnd en heeft horizontale lijntjes.
Op pagina 96 is de man ook vanaf de zijkant te zien. Op de linkerzijde van zijn nek is een getatoeëerde vleugel te zien. De vleugel is niet geheel ingekleurd maar omlijnd en heeft horizontale lijntjes.
Op pagina 164 van het dossier zijn screenshots opgenomen van een filmpje genaamd ben ik vreemdgegaan? van het YouTube-account van [naam 3] . Hierop is een man te zien van de zijkant. Op de linkerkant van de nek van de man is een tatoeage van een vleugel te zien. De vleugel loopt door tot aan het linkeroor en is niet ingekleurd, maar omlijnd, en in de vleugel zijn horizontale streepjes te zien.
Op pagina 90 is een foto van de rechterkant van de nek te zien; ook dat betreft een tatoeage die doorloopt tot aan het oor en omlijnd is.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feit 2 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij op 10 juli 2021 te Leeuwarden bij een geldautomaat aan de [adres] een geldbedrag, te weten 5000 euro, dat toebehoorde aan [slachtoffer] , heeft weggenomen, om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door zonder toestemming van die [slachtoffer] zijn bankpas te gebruiken en met het gebruik van de bij die bankpas bijbehorende pincode de geldopname heeft verricht.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaardeHet onder 2 bewezen verklaarde levert op:
Diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feiten 1 en 2 wordt veroordeeld tot een taakstraf van 150 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden met een proeftijd van twee jaren.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit de rapportage van Reclassering Nederland van 23 november 2023, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van een geldbedrag van 5.000,-. Verdachte heeft gepind met een bankpas die van een bejaarde man was afgenomen door middel van zogenoemde helpdeskfraude. Het slachtoffer was gebeld door een vrouw die zich voordeed als medewerkster van de helpdesk van de bank van het slachtoffer, die hem ervan overtuigde dat er fraude met zijn bankpas werd gepleegd en dat hij de pas moest doorknippen en meegeven aan een koerier. Hoewel de rechtbank niet bewezen acht dat verdachte degene was die de pinpas zelf bij het slachtoffer heeft opgehaald, kan het gelet op de doorgeknipte (en vermoedelijk weer aan elkaar geplakte) bankpas waarmee hij pinde niet anders dan dat hij wel wist dat deze pas was buitgemaakt bij een dergelijk naar feit. Dit heeft hem er
kennelijk niet van weerhouden om zijn eigen financiële gewin voorop te stellen en een fors bedrag buit te maken. Verdachte heeft vervolgens geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor dat wat hij heeft gedaan. De rechtbank rekent dat verdachte aan.
Dit soort feiten treft de slachtoffers in financiële zin, maar het leidt ook tot (maatschappelijke) onrust, onder ouderen in het algemeen en - zo is uit het dossier gebleken - bij het bejaarde slachtoffer en zijn kinderen. Dat het slachtoffer in kwestie dit in zijn laatste levensfase - een halfjaar na het feit is hij overleden - nog heeft moeten meemaken, maakt deze zaak des te treuriger.
De rechtbank heeft kennis genomen van het strafblad van verdachte, waaruit volgt dat hij eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten en nog in een proeftijd liep.
Gelet op de ernst van het feit, de hoogte van het buitgemaakte bedrag en het zojuist genoemde justitiële verleden van verdachte acht de rechtbank een werkstraf in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden. De rechtbank weegt tevens mee dat het feit meer dan twee jaar oud is en dat verdachte in de tussentijd niet meer in aanraking met justitie is geweest en zijn leven volgens de reclassering (inmiddels) op orde heeft.
Alles overwegend zal de rechtbank aan verdachte opleggen een taakstraf van 120 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand. De rechtbank komt tot een lagere strafoplegging dan is gevorderd door de officier van justitie aangezien de rechtbank minder feiten bewezen acht.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

Een gevangenisstraf voor de duur van een maand.

Bepaalt dat deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

Een taakstraf voor de duur van 120 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 60 dagen zal worden toegepast.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.S. Langius, voorzitter, mr. M.J. Dijkstra en
mr. M.M. Spooren, rechters, bijgestaan door mr. C.L. van der Woude, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 december 2023.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1 1 Google Maps.