Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feiten 1, 2 en 3 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk onder de voorwaarden zoals door de reclassering d.d. 10 november 2023 geformuleerd en met een proeftijd van 3 jaren.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor een gevangenisstraf dat gelijk is aan het voorarrest in combinatie met een deels voorwaardelijke gevangenisstraf en een forse taakstraf. In die zin wordt rekening gehouden met de beperkte rol van verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de Pro Justitia psychologische rapportage d.d. 3 mei 2023, het reclasseringsrapport VNN d.d. 10 november 2023, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een diefstal met geweld en bedreiging met geweld, een wederrechtelijke vrijheidsberoving en een diefstal van een auto.
Wat begon als een gezellige avond, eindigde voor het slachtoffer in een ware nachtmerrie. Verdachte en zijn medeverdachten waren op 23 september aan het chillen bij aangever thuis. De gezellige avond sloeg om door het handelen van verdachte en zijn medeverdachten en mondde uit in een gewelddadige overval op aangever in zijn eigen woning. Aangever is door verdachte en zijn medeverdachten vastgebonden met ducttape en een telefoonsnoer terwijl geweld op hem werd uitgeoefend. Aangever werd gedwongen om geld af te geven en zijn huis werd doorzocht. Aangever kon geen kant op en heeft, in de hoop dat het geweld stopte, enige tijd gedaan alsof hij knock-out was gegaan. Verdachte en zijn medeverdachten zijn er, nadat zij tassen hadden gevuld met spullen van aangever, in de auto van aangever vandoor gegaan.
Dit zijn zeer ernstige feiten, waarbij verdachte de lichamelijke integriteit van zijn slachtoffer in vergaande mate heeft geschonden. Het handelen van de verdachte heeft bovendien een forse psychische impact gehad op aangever, zo blijkt onder meer uit de door hem ingediende vordering.
Verdachte heeft zich bij de politie beroepen op zijn zwijgrecht. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij erbij is geweest maar heeft hij zijn eigen rol zo beperkt mogelijk gehouden.
Uit voornoemd rapport van de psychologen volgt zakelijk weergegeven dat bij verdachte sprake is van een aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit, overwegend onoplettend beeld, alsmede een ernstige stoornis in alcoholgebruik en een ernstige stoornis in het gebruik van stimulantia (cocaïne). Doordat verdachte zich beriep op zijn zwijgrecht kunnen ondergetekenden geen uitspraken doen op welke wijze en in welke mate de voornoemde stoornissen van invloed waren ten tijde van het ten laste gelegde. Vanuit het bestaan van ADHD en ernstige stoornissen in middelengebruik is zorg geïndiceerd.
Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsadvies d.d. 10 november 2023, waaruit onder meer zakelijk weergegeven volgt dat een reclasseringstoezicht een bijdrage zou kunnen leveren aan een verlaging van de risicos op recidive. Het risico op recidive wordt ingeschat als gemiddeld. Er wordt een (deels) voorwaardelijke straf geadviseerd met de volgende voorwaarden: meldplicht, ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, drugsverbod, alcoholverbod en contactverbod.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten in beginsel een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is. Anderzijds ziet de rechtbank de problematiek bij verdachte waarbij behandeling en hulp noodzakelijk is om de kans op herhaling van soortgelijke feiten te verkleinen. De rechtbank zal daarom een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden aan verdachte opleggen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van 2.126,49 ter vergoeding van materiële schade en 5.500,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De raadsvrouw heeft verzocht om bij toewijzing van de vordering, dat niet hoofdelijk te doen, omdat verdachte bij betaling van de vordering dan een deel moet verhalen op de medeverdachten.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van de feiten 1, 2 en 3 onder parketnummer 18/243323-22 bewezen verklaarde. De vordering, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 23 september 2022.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachten deze al hebben betaald, en andersom. De rechtbank ziet anders dan de raadsvrouw geen aanleiding om hiervan af te wijken.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 47, 55, 57, 282, 311 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Verklaart feiten 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf , niet zal worden ten uitvoer
gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden: