ECLI:NL:RBNNE:2023:5114

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
12 december 2023
Publicatiedatum
13 december 2023
Zaaknummer
18-243319-22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met geweld, bedreiging en wederrechtelijke vrijheidsberoving in Groningen

Op 12 december 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met anderen betrokken was bij een gewelddadige overval in Groningen op 23 september 2022. De verdachte is beschuldigd van diefstal met geweld, bedreiging met geweld, en wederrechtelijke vrijheidsberoving. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met medeverdachten, de aangever in zijn woning heeft overvallen, waarbij hij werd vastgebonden met ducttape en bedreigd met geweld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. Daarnaast is de vordering van de benadeelde partij integraal toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De rechtbank heeft in haar oordeel rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op het slachtoffer, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een aandachtstekortstoornis en problematiek met middelengebruik. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte een significante bijdrage heeft geleverd aan de gepleegde feiten, ondanks zijn poging om zijn rol te minimaliseren. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de noodzaak van behandeling en toezicht om recidive te voorkomen.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Groningen
parketnummer 18/243319-22
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 12 december 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,geboren op [geboortedatum] 1997 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] , thans gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 28 november 2023. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M. Schlepers, advocaat te Groningen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L. de Graaf.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 23 september 2022 te Groningen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een woning gelegen aldaar aan de [adres] ) een laptop en/of een tablet en/of telefoons en/of autosleutels en/of (een) bankpassen en/of een hoeveelheid kleding, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf, hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, hebbende verdachte en/of verdachte mededader(s)
-ducttape op de mond van die [slachtoffer] geplakt en/of de handen (op de rug) met ducttape gebonden en/of armen en/of voeten en/of nek van die [slachtoffer] met ducttape gebonden en/of ducttape en/of een telefoonsnoer om de borstkast en/of arm(en) van die [slachtoffer] gebonden en/of -op die [slachtoffer] gezeten en/of
-dreigend aan die [slachtoffer] gevraagd "waar is je geld" en/of "als je dit vertelt vermoord ik je, we moeten je kankergeld hebben waar is je pasje" althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
-die [slachtoffer] meermalen in het gezicht en/of elders tegen het lichaam geslagen en/of
-de neus van die [slachtoffer] dichtgeknepen en/of een mes of een vork, althans een scherp en/of puntig voorwerp, bij de keel van die [slachtoffer] gehouden en/of met een mes of een vork, althans een scherp en/of puntig voorwerp, op de borst van die [slachtoffer] gekrast en/of -de keel van die [slachtoffer] dichtgeknepen; 2. hij op of omstreeks 23 september 2022 te Groningen (in een woning gelegen aldaar aan de [adres] ) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid leeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, door
-ducttape op de mond van die [slachtoffer] te plakken en/of de handen (op de rug) met ducttape te binden en/of armen en/of voeten en/of nek van die [slachtoffer] met ducttape te binden en/of ducttape en/of een telefoonsnoer om de borstkast en/of arm(en) van die [slachtoffer] te binden en/of op die [slachtoffer] te gaan zitten en/of
-die [slachtoffer] te slaan en/of te bedreigen en/of
-dreigend aan die [slachtoffer] te vragen waar zijn geld is en/of
-die [slachtoffer] niet alleen te laten en/of
-die [slachtoffer] gedurende enige tijd te beletten zijn woning te verlaten;
3.
hij op of omstreeks 23 september 2022 te Groningen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een personenauto van het merk Opel, type Astra, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) die weg te nemen personenauto onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel (te weten door diefstal verkregen autosleutels).

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor feiten 1, 2 en 3. Zij heeft daartoe het volgende aangevoerd. De aangifte in combinatie met de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] en de DNA-hit van verdachte op de ducttape welke is aangetroffen bij aangever maakt dat verdachte als medepleger aan het geheel heeft bijgedragen.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van feit 3 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De raadsvrouw heeft ten aanzien van feiten 1 en 2 het volgende aangevoerd. Verdachte wist pas in de woning van de overval op aangever, welke werd ingezet door de medeverdachten. Verdachte heeft geen geweld gebruikt tegen aangever. Het vastbinden is ook niet door verdachte gedaan. Van alle stukken ducttape is er slechts één waarop DNA van verdachte zit. Dit past bij de verklaring van verdachte dat hij aangever niet heeft vastgebonden, geslagen of geschopt. Ook is verdachte een deel van de tijd niet in de woning geweest. Verdachte is met de auto van aangever tezamen met de medeverdachten weggereden.
Verdachte heeft een dusdanige kleine rol gehad dat er hooguit sprake is geweest van medeplichtigheid.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De door verdachte ter zitting van 28 november 2023 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend: Ik wist dat [slachtoffer] werd geript. Ik was in de avond van 22 september 2022 op 23 september 2022 in de woning van [slachtoffer] . Ik heb een tas met spullen meegenomen uit de woning van [slachtoffer] . Ik was degene die reed in de auto van [slachtoffer] .
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 24 september 2022,opgenomen op pagina 14 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL01002022250984 d.d. 7 november 2022, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
We zijn terug gegaan naar mijn huis
(de rechtbank begrijpt: de [adres] te Groningen).Toen vielen ze met z'n drieën aan, terwijl ik op de bank zat. Ik kreeg ducttape over mijn mond heen, en ook een telefoonsnoer en ducttape om mijn borstkas of ook om mijn armen. En ducttape bij mijn voeten, zodat ik niet los kon
komen. Toen zeiden ze, waar ligt je geld? Ze vroegen ook waar mijn pasje was.
Die gozer op die fiets ging mij heel erg intimideren. Hij gaf mij een paar klappen. Soms drukte hij mijn neus dicht terwijl mijn mond dicht getaped had, waardoor ik geen adem kreeg. Op den duur kwam hij met een vork, en daarmee sneed hij langs mijn borst. Mijn lichaam was ontbloot. Ook kneep hij met één of twee handen mijn keel dicht. Toen kon ik op een gegeven moment mijzelf een beetje bevrijden van de tape. Ik probeerde de tape een beetje los te maken steeds omdat ik ze aan wilde vallen. [naam] en die gozer op de fiets, die stonden bij mij, ik rukte mij los en ben op ze in gaan slaan. Daarna kwam die derde gozer er aan en die ging meehelpen en toen dacht ik dit is kansloos. Dus toen liet ik mij op de grond vallen en deed ik alsof ik bewusteloos was. Ze dachten dat ik out was en gingen ze door mijn huis heen. Ik hoorde [naam] op een gegeven moment zeggen, we moeten hier weg. Ik heb even gewacht, toen ben ik opgestaan en ben ik gaan sprinten. Ik ben naar het politiebureau gesprint, daar over het hek geklommen.
V: Later zijn ze in jouw auto weg gereden, hoe kwamen ze aan de sleutel?
A: Uit mijn woning.
V: Je geeft aan dat je bankpas was meegenomen?
A: Ik heb die nu weer terug. Alle drie.
V: Waar waren ze dan?
A: Ik kreeg ze bij het politiebureau. Er kwamen allemaal tassen met kleding en telefoons uit mijn auto, een tablet, sleutels. En dat deze dus ook uit mijn auto kwamen.
V: Je gaf aan dat er drie telefoons zijn weggenomen van jou?
A: Ja, dat moet wel.
V: In de auto is ook nog een laptop aangetroffen. Van wie is die?
A: Die is van mij.
V: Lag die al in de auto?
A: Nee.
V: In de auto is ook nog een tablet aangetroffen. Van wie is die?
A: Van mij.
V: Lag die al in de auto?
A: Nee.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 september 2022,opgenomen op pagina 90 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisanten:
Wij, verbalisanten, zijn in gesprek geweest met aangever [slachtoffer] , om zijn aangifte op te nemen.
Hieronder de verklaring die de aangever tot het moment dat niet meer ging heeft afgelegd:
Ik werd gegrepen door alle 3, de gozer die ik op de fiets, die heeft mijn borstkast getaped, mond getaped, als je dit vertelt vermoord ik je, we moeten je kankergeld hebben waar is je pasje, ik zei dat ik niet wist waar die was.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 7 oktober 2022,opgenomen op pagina 143 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [medeverdachte 1] :
We deden het met zijn allen. We vroegen waar het geld was, we probeerden hem te intimideren. We zeiden dat hij gewoon mee moest werken. We zijn met zijn drieën met de auto vertrokken. Ik was bezig met het vastbinden. De anderen zaten bovenop hem.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van forensisch onderzoek woning d.d. 7 november 2022, apart opgenomen bij voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:
SINAAQC5811NL
Object:plakband Aantal:1 stuks
Verpakking: breathable bag
Bijzonderheden:ducttape om handen en polsen slit - TB+
6. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2022.10.18.131 (aanvraag 001), d.d. 21 december 2022, apart opgenomen bij voornoemd dossier, opgemaakt door dr. Y. van de Wal, op de door deskundige afgelegde algemene belofte, voor zover inhoudend als deskundige verklaring:
SIN
DNA kan afkomstig zijn van
Bewijskracht
AAQC5811NL#01
Minimaal drie personen:
- Slachtoffer [slachtoffer]
- []
- verdachte
[verdachte]
-
-
- meer dan 1 miljard
Voor deze berekening is aangenomen dat de bemonstering DNA bevat van drie niet-verwante personen.
Ook is aangenomen dat een deel van het DNA afkomstig is van het slachtoffer.
DNA-mengprofiel AAQC5811NL#01 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van slachtoffer [slachtoffer] , verdachte [verdachte] en een willekeurige onbekende persoon, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van slachtoffer [slachtoffer] en twee willekeurige onbekende personen.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Uit de bovengenoemde bewijsmiddelen volgt dat aangever in zijn eigen woning is belaagd door drie personen. De drie personen aanwezig in de woning zijn [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en verdachte. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij aangever begon vast te binden op het moment dat de andere twee, waaronder dus verdachte, bovenop aangever zaten. Dit past ook bij het feit dat er DNA van verdachte is aangetroffen op de ducttape welke aangever om de handen/polsen heeft gehad. Aangever heeft tevens verklaard dat hij een poging heeft gedaan om te vluchten, maar dat dit kansloos was omdat de daders met zijn drieën waren. Daarnaast heeft verdachte een tas vol spullen meegenomen uit de woning. Verdachte is tot slot degene geweest die de auto van aangever heeft bestuurd en waarin alle drie de verdachten zijn gevlucht. Gelet op deze feiten en omstandigheden is de rol van verdachte naar het oordeel van de rechtbank van voldoende gewicht om te kunnen spreken van medeplegen. Verdachte heeft een significante bijdrage geleverd en heeft daarbij nauw en bewust samengewerkt met de andere twee medeverdachten. Het enkele feit dat verdachte mogelijk een kleinere rol heeft gehad dan de andere twee verdachten doet hier naar het oordeel van de rechtbank niets aan af.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feiten 1, 2 en 3 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op 23 september 2022 te Groningen tezamen en in vereniging met anderen, in/uit een woning gelegen aan de [adres] een laptop en een tablet en telefoons en autosleutels en (een) bankpassen en een hoeveelheid kleding, die geheel aan [slachtoffer] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, hebbende verdachte en verdachte mededader(s)
-ducttape op de mond van die [slachtoffer] geplakt en de handen (op de rug) met ducttape gebonden en armen en voeten en nek van die [slachtoffer] met ducttape gebonden en ducttape en een telefoonsnoer om de borstkast en armen van die [slachtoffer] gebonden en
-op die [slachtoffer] gezeten en
-dreigend aan die [slachtoffer] gevraagd "waar is je geld" en "als je dit vertelt vermoord ik je, we moeten je kankergeld hebben waar is je pasje" en
-die [slachtoffer] meermalen in het gezicht en elders tegen het lichaam geslagen en
-de neus van die [slachtoffer] dichtgeknepen en een vork, bij de keel van die [slachtoffer] gehouden en met een vork, op de borst van die [slachtoffer] gekrast en -de keel van die [slachtoffer] dichtgeknepen;
2.
hij op 23 september 2022 te Groningen (in een woning gelegen aan de [adres] ) tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, door
-ducttape op de mond van die [slachtoffer] te plakken en de handen (op de rug) met ducttape te binden en armen en voeten en nek van die [slachtoffer] met ducttape te binden en ducttape en een telefoonsnoer om de borstkast en armen van die [slachtoffer] te binden en op die [slachtoffer] te gaan zitten en
-die [slachtoffer] te slaan en te bedreigen en
-dreigend aan die [slachtoffer] te vragen waar zijn geld is en
-die [slachtoffer] niet alleen te laten en
-die [slachtoffer] gedurende enige tijd te beletten zijn woning te verlaten;
3.
hij op 23 september 2022 te Groningen tezamen en in vereniging met anderen, een personenauto van het merk Opel, type Astra, die geheel aan [slachtoffer] , toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders die weg te nemen personenauto onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel (te weten door diefstal verkregen autosleutels).
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
De door verdachte gepleegde feiten 1 en 2 levert naar het oordeel van de rechtbank een eendaadse samenloop in de zin van artikel 55 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) op.
Het bewezen verklaarde levert op:
De eendaadse samenloop van
diefstal, voorafgegaan/vergezeld van geweld/bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met hetoogmerk om die diefstal voor te bereiden/die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen; en
medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven/beroofd houden;
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegangtot de plaats vanhet misdrijf heeft verschaft door middel van valsesleutels;
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feiten 1, 2 en 3 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk onder de voorwaarden zoals door de reclassering d.d. 10 november 2023 geformuleerd en met een proeftijd van 3 jaren.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor een gevangenisstraf dat gelijk is aan het voorarrest in combinatie met een deels voorwaardelijke gevangenisstraf en een forse taakstraf. In die zin wordt rekening gehouden met de beperkte rol van verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de Pro Justitia psychologische rapportage d.d. 3 mei 2023, het reclasseringsrapport VNN d.d. 10 november 2023, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een diefstal met geweld en bedreiging met geweld, een wederrechtelijke vrijheidsberoving en een diefstal van een auto.
Wat begon als een gezellige avond, eindigde voor het slachtoffer in een ware nachtmerrie. Verdachte en zijn medeverdachten waren op 23 september aan het chillen bij aangever thuis. De gezellige avond sloeg om door het handelen van verdachte en zijn medeverdachten en mondde uit in een gewelddadige overval op aangever in zijn eigen woning. Aangever is door verdachte en zijn medeverdachten vastgebonden met ducttape en een telefoonsnoer terwijl geweld op hem werd uitgeoefend. Aangever werd gedwongen om geld af te geven en zijn huis werd doorzocht. Aangever kon geen kant op en heeft, in de hoop dat het geweld stopte, enige tijd gedaan alsof hij knock-out was gegaan. Verdachte en zijn medeverdachten zijn er, nadat zij tassen hadden gevuld met spullen van aangever, in de auto van aangever vandoor gegaan.
Dit zijn zeer ernstige feiten, waarbij verdachte de lichamelijke integriteit van zijn slachtoffer in vergaande mate heeft geschonden. Het handelen van de verdachte heeft bovendien een forse psychische impact gehad op aangever, zo blijkt onder meer uit de door hem ingediende vordering.
Verdachte heeft zich bij de politie beroepen op zijn zwijgrecht. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij erbij is geweest maar heeft hij zijn eigen rol zo beperkt mogelijk gehouden.
Uit voornoemd rapport van de psychologen volgt zakelijk weergegeven dat bij verdachte sprake is van een aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit, overwegend onoplettend beeld, alsmede een ernstige stoornis in alcoholgebruik en een ernstige stoornis in het gebruik van stimulantia (cocaïne). Doordat verdachte zich beriep op zijn zwijgrecht kunnen ondergetekenden geen uitspraken doen op welke wijze en in welke mate de voornoemde stoornissen van invloed waren ten tijde van het ten laste gelegde. Vanuit het bestaan van ADHD en ernstige stoornissen in middelengebruik is zorg geïndiceerd.
Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsadvies d.d. 10 november 2023, waaruit onder meer zakelijk weergegeven volgt dat een reclasseringstoezicht een bijdrage zou kunnen leveren aan een verlaging van de risicos op recidive. Het risico op recidive wordt ingeschat als gemiddeld. Er wordt een (deels) voorwaardelijke straf geadviseerd met de volgende voorwaarden: meldplicht, ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, drugsverbod, alcoholverbod en contactverbod.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten in beginsel een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is. Anderzijds ziet de rechtbank de problematiek bij verdachte waarbij behandeling en hulp noodzakelijk is om de kans op herhaling van soortgelijke feiten te verkleinen. De rechtbank zal daarom een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden aan verdachte opleggen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van 2.126,49 ter vergoeding van materiële schade en 5.500,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De raadsvrouw heeft verzocht om bij toewijzing van de vordering, dat niet hoofdelijk te doen, omdat verdachte bij betaling van de vordering dan een deel moet verhalen op de medeverdachten.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van de feiten 1, 2 en 3 onder parketnummer 18/243323-22 bewezen verklaarde. De vordering, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 23 september 2022.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachten deze al hebben betaald, en andersom. De rechtbank ziet anders dan de raadsvrouw geen aanleiding om hiervan af te wijken.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 47, 55, 57, 282, 311 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Verklaart feiten 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf , niet zal worden ten uitvoer
gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
dat de veroordeelde zich meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering datnodig vindt. De reclassering zal contact met veroordeelde opnemen voor de eerste afspraak;
dat de veroordeelde zich laat behandelen door de forensische poli VNN, of een soortgelijke zorgverlener,te bepalen door de reclassering. De behandeling start op het moment dat de zorgverlener hier aanbod voor doet. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
dat de veroordeelde verblijft [instelling], of een andere instelling voor beschermd wonen ofmaatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start zo snel mogelijk nadat veroordeelde uit detentie komt. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
dat de veroordeelde geen drugs gebruikt en meewerkt aan controle op dit verbod. De controle gebeurtmet urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd; 5. dat de veroordeelde geen alcohol gebruikt en meewerkt aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd;
6. dat de veroordeelde op geen enkele wijze direct of indirect contact heeft of zoekt met het slachtoffer ( [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 1989 en wonende: [adres] ), zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. De politie ziet toe op dit verbod. Een uitzondering op dit contactverbod is een mogelijk traject bij Perspectief Herstelbemiddeling, wat door de reclassering in gang kan worden gezet.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een ofmeer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van hetWetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan te betalen:
  • het bedrag van 7.626,49 (zegge: zevenduizendzeshonderdzesentwintig euro en negenenveertigeurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 23 september 2022 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging vandeze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat te betalen een bedrag van 7.626,49 (zegge: zevenduizendzeshonderdzesentwintig euro en negenenveertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 september 2022 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit 2.126,49 aan materiële schade en 5.500,- aan immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 73 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Jongsma, voorzitter, mr. H. van der Werff en mr. R. Tesfai, rechters, bijgestaan door mr. H.A. Vonk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 december 2023.