ECLI:NL:RBNNE:2023:5094

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
12 december 2023
Publicatiedatum
12 december 2023
Zaaknummer
C/18/229166 / JE RK 23-685
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking spoedmachtiging gesloten jeugdhulp en benoeming bijzondere curator voor minderjarige asielzoeker

Op 12 december 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een beschikking gegeven in de zaak van een vijftienjarige minderjarige, aangeduid als [de minderjarige], die als alleenstaande minderjarige asielzoeker in Nederland verblijft. De kinderrechter heeft de op 24 november 2023 verleende spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp ingetrokken. Deze spoedmachtiging was verleend op verzoek van Stichting Nidos, die als voogd van de minderjarige optreedt, en was gebaseerd op ernstige zorgen over het gedrag van de minderjarige, waaronder suïcidale uitingen en automutilatie. De kinderrechter oordeelde dat de verleende machtiging niet op de wet kon worden gegrond, omdat Nidos niet had aangetoond dat de minderjarige zich aan de jeugdhulp zou onttrekken en er geen gekwalificeerde gedragswetenschapper was geraadpleegd die de minderjarige zelf had gesproken. De kinderrechter benadrukte dat een gedwongen opname in een gesloten jeugdzorginstelling een ernstige inbreuk op de vrijheid van de minderjarige vormt en dat dit alleen kan worden toegestaan als dit bij wet is voorzien en noodzakelijk is voor de bescherming van de gezondheid of de rechten van anderen.

Daarnaast heeft de kinderrechter mr. M.J. Flach benoemd tot bijzondere curator voor de minderjarige, met de taak om ervoor te zorgen dat hij de juridische bijstand en de noodzakelijke medische en psychosociale zorg ontvangt. De kinderrechter heeft de bijzondere curator verzocht om binnen twee weken een begroting van de kosten van haar bijstand te maken. De beslissing om de spoedmachtiging in te trekken en de benoeming van de bijzondere curator zijn genomen in het belang van de minderjarige, die recht heeft op adequate zorg en ondersteuning.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Groningen
zaakgegevens: C/18/229166 / JE RK 23-685 (machtiging gesloten jeugdhulp)
C/18/230064 / FA RK 23/7646 (benoeming bijzondere curator)

beschikking van 12 december 2023 over de machtiging gesloten jeugdhulp

Stichting Nidos,

die is gevestigd in Utrecht,
en die hierna "Nidos" wordt genoemd,
die betrekking heeft op

[de minderjarige] ,

die is geboren op [geboortedag] [geboortemaand] 2008 in [geboorteplaats] ,
en die hierna " [de minderjarige] " wordt genoemd,
advocaat: mr. M.J. Flach, die kantoor houdt in Groningen.

Het (verdere) procesverloop

Deze procedure is ingeleid met een verzoekschrift van Nidos dat de rechtbank heeft ontvangen op 22 november 2023. Daarin verzoekt Nidos in haar hoedanigheid van voogd over [de minderjarige] , een spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp te verlenen voor de duur van 4 weken zonder voorafgaand verhoor van [de minderjarige] , en om aansluitend een machtiging te verlenen voor de duur van 6 maanden en bij een uitspraak van kortere duur het overige aan te houden.
Bij beschikking van 24 november 2023 heeft de kinderrechter die piketdienst had, een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp ten aanzien van [de minderjarige] verleend voor de duur van vier weken en de beslissing voor het overige aangehouden.
De spoedmachtiging is verleend, zonder dat eerst de belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld om hun mening kenbaar te maken. Daarom is een mondelinge behandeling bepaald waarvoor Nidos, [de minderjarige] en zijn advocaat zijn uitgenodigd.
Op 29 november 2023 heeft de rechtbank een instemmende verklaring van een daartoe gekwalificeerde gedragswetenschapper ontvangen.
Op 8 december 2023 heeft de kinderrechter die deze beschikking geeft, de zaak mondeling behandeld. De kinderrechter heeft toen gesproken met [naam 1] en [naam 2] , die Nidos vertegenwoordigen en met de advocaat van [de minderjarige] .
Ten slotte is bepaald dat vandaag deze beschikking wordt gegeven.

De feiten

De kinderrechter gaat bij de beoordeling van het verzoek uit van de volgende feiten, die blijken uit de niet weersproken inhoud van het verzoekschrift en de daarop tijdens de mondelinge behandeling gegeven toelichting.
[de minderjarige] is een nu vijftienjarige jongen van [afkomst] afkomst. Zijn moeder is op jonge leeftijd overleden en de vader van [de minderjarige] is onbekend.
[de minderjarige] heeft geen vaste verblijfstatus in Nederland en verblijft als alleenstaande minderjarige asielzoeker in een vestiging van het Centraal Orgaan Asielzoekers in [plaats] (hierna “het COA”). Omdat niet werd voorzien in het gezag, is door deze rechtbank Nidos tot voogd over hem benoemd.
Nidos heeft op 22 november 2023 een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verzocht. Daaraan is voorafgegaan dat aan Nidos grote zorgen over [de minderjarige] werden gerapporteerd door het COA en door “Spoed voor jeugd”, een samenwerking verband van Accare, Jonx, Elker en Molendrift, Groninger gemeenten, RIGG en andere jeugdhulpaanbieders gericht op het organiseren van crisiszorg voor kinderen en jongeren in de regio Groningen. Nidos begrijpt uit wat wordt gerapporteerd dat [de minderjarige] in de dagen voorafgaand aan haar verzoek aan de kinderrechter suïcidale uitspraken heeft gedaan en ook naar die uitspraken lijkt te hebben gehandeld, onder meer door zich met scheermessen in zijn buik te snijden. Gerapporteerd werd in ieder geval dat [de minderjarige] automutileerde en dat ingrijpen vanuit het COA om dit te verhinderen, op hevig verzet bij [de minderjarige] stuitte. [de minderjarige] zou daarom door het COA zijn gefixeerd in afwachting van de komst van de politie. [de minderjarige] is vervolgens bewusteloos naar het ziekenhuis overgebracht. Aan Nidos wordt gerapporteerd dat hij zich daar uit als verdrietig, dat hij niet begrijpt waarom hij leeft en dat hij een gebaar maakt dat hij zich gaat verhangen. Nidos weet dat [de minderjarige] al langer bekend is met suïcidale uitingen en het daarnaar handelen. Gerapporteerd wordt dat hij zich voor een auto heeft geworpen, het water is ingelopen en chloor heeft gedronken. De aanzienlijke zorgen over [de minderjarige] worden versterkt doordat van hem ook bekend is dat hij middelen gebruikt, deels voorgeschreven, deels niet. Het gaat om middelengebruik door [de minderjarige] , waarvan is waargenomen dat het ontwrichtend bij hem werkt. [de minderjarige] gebruikt rivotril, lyrica en “raket” (2cb, een designerdrugs met een hallucinerende werking).
Over [de minderjarige] wordt verder gerapporteerd dat hij als gevolg van zijn gedragsproblematiek niet alleen agressief is naar zichzelf, maar ook naar anderen. Hij wordt als gevaarlijk ervaren, wat wordt geobjectiveerd doordat [de minderjarige] tot tweemaal toe heeft getracht een wapen van een politieagent af te nemen en later in het ziekenhuis heeft getracht een schaar van een arts af te pakken.
Tegen de achtergrond van deze feiten en omstandigheden concludeert Nidos op 22 november 2023 dat [de minderjarige] een gevaar is voor zichzelf en voor anderen en dat een opname in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg noodzakelijk is om dat gevaar af te wenden. Nidos schat het gevaar zodanig in dat zij niet alleen verzoekt om een spoedmachtiging te verlenen, maar ook om [de minderjarige] daarover niet te informeren en om ermee in te stemmen dat de wettelijk vereiste instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper ontbreekt. Gelet op de grote zorgen die zijn opgekomen bij Nidos en vervolgens ook bij de kinderrechter die piketdienst had, is de machtiging verleend.
De kinderrechter die deze beschikking geeft heeft vervolgens, via de griffier, op 30 november 2023 een e-mail gestuurd aan Nidos, onder gelijktijdige zending daarvan aan de advocaat van [de minderjarige] . In die e-mail is opgenomen, voor zover hier van belang:
(…)
In bovenvermelde zaak is op 8 december 2023 een mondelinge behandeling bepaald. Bij de voorbereiding van die mondelinge behandeling heeft de rechter aan wie de zaak is gekoppeld nadat een piketbeslissing is genomen, mr. B.R. Tromp, vastgesteld dat het verzoekschrift niet beantwoordt en/of ingaat op de wettelijke eisen die voor een plaatsing van een jeugdige voor de JeugdzorgPlus gelden. Weliswaar wordt ernstige gedragsproblematiek beschreven, maar niet welk onttrekkingsgevaar geldt.
Wat meer klemt is het ontbreken van een gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Wat verder voorliggend lijkt te zijn is niet de gedragsproblematiek, maar onderliggende problematiek, die wijst op een psychiatrisch toestandsbeeld. Uit de toelichting en de stukken waarover de rechter tot zover beschikt, blijkt niet dat dit tot ver is beoordeeld door een (jeugd)psychiater.
Onder deze en gelijkblijvende omstandigheden heeft u ervan uit te gaan dat de rechter tot de slotsom komt dat het plaatsen van de minderjarige neerkomt op een ongeoorloofde detentie en dat de rechter daar direct een einde aan zal maken.
Deze uitkomst is onafwendbaar, tenzij bovenvermelde essentiële verzuimen worden geheeld. Daartoe is een nadere toelichting gericht op artikel 6.1.2. van de Jeugdwet vereist en zeker een verklaring van de gekwalificeerde gedragswetenschapper die de minderjarige zelf heeft onderzocht. Voorts vindt de rechter dat een psychiatrische beoordeling van de minderjarige moet hebben plaatsgevonden, voordat hij überhaupt aanleiding ziet voor een opname van de minderjarige in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp.
U krijgt hierbij een termijn van vier dagen om voornoemde verzuimen te helen door toezending van de informatie waarom wordt verzocht, onder gelijktijdige toezending van een kopie daarvan aan de advocaat van de minderjarige, mr. Flach, die kantoor houdt in Groningen. Wordt binnen deze termijn de nadere informatie niet gegeven, dan zal de rechter de zaak niet mondeling behandelen en zal hij direct een beschikking geven waarin hij de gesloten jeugdzorg beëindigd wegens schending van fundamentele rechten van de minderjarige. Mocht u naar aanleiding van het voorgaande nog vragen of opmerkingen hebben, dan kunt u mij bellen op onderstaand telefoonnummer.
Op 6 december 2023 bericht Nidos de kinderrechter dat zij bij nadere beschouwing de situatie niet meer zo ernstig vindt dat een gesloten machtiging nodig is en dat Nidos daarom haar verzoek wil intrekken. Nidos gaat ervan uit dat de verzoeken niet meer mondeling zullen worden behandeld.
De kinderrechter heeft vervolgens via de griffier de voogd en de advocaat van [de minderjarige] laten weten dat hij gelet op de reeds gegeven beschikking en de inhoud van de e-mail Nidos, heeft besloten dat de mondelinge behandeling wel doorgaat.

De (verdere) beoordeling

Waar gaat het om in deze zaak?
Het gaat in deze zaak om de nu vijftienjarige [de minderjarige] . Nidos heeft op de grond dat hij voor zichzelf en voor anderen gevaarlijk is, een spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp verzocht die deels ook is verleend. Die machtiging is verleend zonder voorafgaande mondelinge behandeling en dus zonder [de minderjarige] in de gelegenheid te stellen op dat verzoek te worden gehoord. De wet maakt dat mogelijk, maar bepaalt dat dan binnen uiterlijk veertien dagen na het verlenen van de machtiging alsnog de gelegenheid aan de jeugdige en de belanghebbenden moet worden geboden om te worden gehoord.
Wat staat er in de wet?
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. Op grond van artikel 6.1.3, eerste lid, Jeugdwet kan de kinderrechter een spoedmachtiging verlenen om een jeugdige in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven, indien, samengevat weergegeven, voldaan is aan voornoemde criteria en een machtiging niet kan worden afgewacht.
Wat vindt de kinderrechter?
De kinderrechter vindt dat als hij uitgaat van de juistheid van de door Nidos gerapporteerde feiten en omstandigheden, sprake is van ernstige opgroei- en gedragsproblematiek die de ontwikkeling van [de minderjarige] van jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmert en dat dit noodzaakt dat jeugdhulp wordt ingezet.
Nidos heeft niet aangevoerd welke hulpverlening is ingezet en evenmin heeft Nidos concrete feiten of omstandigheden aangevoerd waaruit kan worden afgeleid dat [de minderjarige] zich aan die jeugdhulp onttrekt of zal gaan onttrekken als die jeugdhulp wordt ingezet. Het verlenen van een machtiging voor gesloten jeugdhulp kan daarom niet op de wet worden gegrond.
Een en ander brengt met zich dat de kinderrechter de reeds verleende spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp, intrekt. Daarvoor is redengevend dat een gedwongen gesloten behandeling van een jeugdige een inbreuk vormt op de vrijheid en het privéleven van een jeugdige. Een dergelijke vrijheidsbenemende maatregel kan alleen worden genomen voor zover daarin bij wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de bescherming van de gezondheid of de goeden zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen (zie hiervoor de artikelen 5 en 8 EVRM, 9 en 10 IVBR en 16 IVRK).
Ten overvloede overweegt de kinderrechter als volgt.
Als het gaat om de
regulieremachtiging, zoals aanvankelijk door Nidos is verzocht te verlenen in aansluiting op de spoedmachtiging, geldt dat die machtiging alleen op de wet kan worden gegrond als, zoals artikel 6.1.2. lid 5 van de Jeugdwet voorschrijft, het verzoek de instemming heeft van een gekwalificeerde gedragswetenschapper die de jeugdige met het oog daarop kort tevoren heeft onderzocht. Een dergelijke verklaring ontbreekt. Daarover is in de instemmende verklaring opgenomen:
“Onderzoek is feitelijk wel mogelijk, maar niet wenselijk. Nidos heeft zorg over veiligheidsrisico’s voor hemzelf en mensen in zijn omgeving als Nidos het voornemen van een gesloten plek met hem zou bespreken. [de minderjarige] laat onvoorspelbaar destructief en suïcidaal gedrag zien en hij doet agressieve uitingen naar andere mensen. In de setting waar hij nu verblijft kan de veiligheid niet worden gewaarborgd.
Uit de Jeugdwet, uit de Memorie van Toelichting en uit de toepasselijke
Handreiking voor de gekwalificeerde gedragswetenschapper bij instemmingsverklaring gesloten jeugdhulpvan het NIP, is af te leiden dat het gesprek met de jeugdige een onmisbaar element is in de oordeelsvorming van de gedragswetenschapper. Wanneer sprake is van een spoedmachtiging kan aan dat gesprek met de jeugdige worden ontkomen. Dat kan dan uitsluitend als de vindplaats van de jeugdige niet bekend is of wanneer er direct gevaar is voor de gedragswetenschapper bij het voeren van het gesprek. Als het gaat om de reguliere machtiging geldt dat die hoe dan ook niet kan worden verleend als de gedragswetenschapper niet een persoonlijk gesprek met de jeugdige heeft gevoerd.
De kinderrechter kan zich daarom beslist niet verenigen met de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper die zich louter baseert op mededelingen van Nidos over het vermeende gevaar dat [de minderjarige] oplevert voor zichzelf of voor anderen en daarom niet zelf het gesprek met [de minderjarige] aangaat. De verklaring van de gedragswetenschapper klemt te meer, omdat uit het dossier dat de gedragswetenschapper stelt te hebben gelezen blijkt dat [de minderjarige] wel benaderbaar is voor een persoonlijk gesprek. Van een behoorlijk onafhankelijk onderzoek door een gedragswetenschapper die zelfstandig toetst of plaatsing inderdaad noodzakelijk is, is onder zodanige omstandigheden geen sprake.
Een en ander heeft met zich gebracht dat ten aanzien van een vijftienjarige jongen die overduidelijk kampt met ontwrichtende gedragsproblematiek de situatie is ontstaan dat Nidos op gronden die de Jeugdwet niet kent (het gevaarscriterium uit de Wvggz) een gesloten machtiging heeft verzocht, niet wil dat de jeugdige dat weet of daarvan kennis neemt, en zonder dat een gekwalificeerde gedragswetenschapper met de jeugdige zelf heeft gesproken.
De advocaat van [de minderjarige] heeft in dit verband aangevoerd, samengevat weergegeven en voor zover hier van belang, dat zij vindt dat de rechten van [de minderjarige] zijn geschonden, ook al wordt de verleende spoedmachtiging ingetrokken. Zij heeft erop gewezen dat aan [de minderjarige] die hier te lande verblijft als alleenstaande minderjarige asielzoeker geen asieladvocaat is toegevoegd en dat hij niet de minimale zorg krijg die hij nodig heeft voor de problematiek die aanleiding heeft gegeven om een spoedmachtiging te verzoeken en waarvan zij vreest dat die opnieuw kan gaan opspelen en zelfs alweer is gaan opspelen als wordt uitgegaan van de laatste informatie die Nidos tijdens de mondelinge behandeling heeft gegeven. Nidos heeft verteld dat [de minderjarige] op 5 december 2023 opnieuw is gekomen tot grensoverschrijdend gedrag door te dreigen het asielzoekerscentrum waar hij verblijft in de brand te steken. De advocaat heeft in dit verband een beroep gedaan op uiteenlopende verdragsrechtelijke bepalingen waaruit volgens haar volgt dat de minimale zorg waarop [de minderjarige] aanspraak kan maken, hem wordt onthouden.
De kinderrechter deelt de zorgen die de advocaat van [de minderjarige] uit. Hij ziet in de aangevoerde feiten en omstandigheden aanleiding om haar als bijzondere curator te benoemen om voor [de minderjarige] te regelen dat hij de juridische bijstand en medische en/of psychosociale zorg krijgt waar hij recht op heeft.
De advocaat van [de minderjarige] is niet bij de Raad voor Rechtsbijstand ingeschreven als specialist personen- en familierechtzaken (familiemediator) en daarom kan zij niet door de rechtbank worden toegevoegd. Dit doet echter niet af aan de wettelijke bevoegdheid van de kinderrechter tot haar benoeming als bijzondere curator. De kinderrechter neemt hierbij in overweging dat hij de advocaat kent als een bekwaam advocaat in het jeugdrecht die zonder meer haar taak behoorlijk kan en zal vervullen.
Omdat een toevoeging niet kan worden afgegeven, verzoekt de kinderrechter de bijzondere curator om binnen twee weken een begroting te maken van de kosten van haar bijstand. Hij zal die kosten als voorschot begroten en ten laste van ’s Rijks kas brengen.
Een en ander brengt met zich dat de volgende beslissing moet worden genomen.

De beslissing

De kinderrechter:
In de zaak met het zaaknummer C/18/229166 / JE RK 23-685:
trekt de op 24 november 2023 verleende spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp in;
wijst af wat meer of anders is verzocht.
In de zaak met het zaaknummer C/18/230064 / FA RK 23/7646:
benoemt mr. Flach, die als advocaat kantoor houdt in Groningen, tot bijzondere curator met als taakstelling dat zij ervoor zorgt dat [de minderjarige] de juridische bijstand en medische en/of psychosociale zorg krijgt waar hij recht op heeft;
verzoekt de bijzondere curator om uiterlijk binnen twee weken na het geven van deze beschikking een begroting te maken van de kosten van haar bijstand en daarbij een indicatie te geven van de duur van haar bijstand;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.R. Tromp, kinderrechter, bijgestaan door mr. S. Eding, de griffier, en in het openbaar uitgesproken op 12 december 2023.