Uitspraak
1.Het procesverloop
2.Beoordeling
3.De beslissing
Arnhem-Leeuwarden
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 14 juli 2023 uitspraak gedaan over een verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming tot beëindiging van het ouderlijk gezag van de ouders van een minderjarige. De rechtbank heeft in een eerdere beschikking van 5 december 2022 vastgesteld dat er onvoldoende informatie was om een belangenafweging te maken op basis van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank heeft de Raad en de gecertificeerde instelling (GI) verzocht om nadere informatie te verstrekken, maar deze informatie bleef uit. Tijdens de zitting op 22 juni 2023 werd duidelijk dat de GI niet in staat was om de vragen van de rechtbank te beantwoorden over de impact van een gezagsbeëindiging op de minderjarige en de onzekerheid over zijn opgroeiperspectief. De rechtbank concludeerde dat, ondanks dat een beëindiging van het gezag mogelijk was op basis van artikel 1:266 van het Burgerlijk Wetboek, het verzoek van de Raad niet voldoende was onderbouwd om aan de vereisten van artikel 8 EVRM te voldoen. De rechtbank heeft daarom het verzoek van de Raad afgewezen, omdat er geen noodzaak was aangetoond voor de beëindiging van het gezag.