Op 27 november 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Nederland een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van verzoekster, die een motie van wraking had ingediend tegen mr. M. Jansen, de rechter in een lopende familiezakenprocedure. Het wrakingsverzoek was ingediend op 3 november 2023, nadat verzoekster op 18 oktober 2023 een brief had gestuurd naar de rechter, waarin zij haar bezwaren uiteenzette. Verzoekster stelde dat de rechter niet had gereageerd op haar brief en beschuldigde haar van eenzijdigheid en incompetentie, wat volgens haar de belangen van haar kind en de familiebanden in gevaar bracht.
De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk was, omdat de rechter al op 2 november 2023 een beslissing had genomen in de onderliggende zaak, voordat het wrakingsverzoek was ingediend. De rechter had aangegeven dat zij de brief van verzoekster pas op 3 november 2023 had ontvangen, en dat zij niet op de hoogte was van het wrakingsverzoek toen zij haar beslissing nam. De wrakingskamer concludeerde dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid van wraking na een einduitspraak, waardoor verzoekster niet in haar verzoek kon worden ontvangen.
De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak. De procedure in de onderliggende zaak met nummer C/17/175220/FA RK 20-1134 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.