ECLI:NL:RBNNE:2023:4939

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
14 november 2023
Publicatiedatum
30 november 2023
Zaaknummer
18.730307.17
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot verlenging van de tbs-maatregel na positieve ontwikkeling van de veroordeelde

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 14 november 2023 uitspraak gedaan in het kader van een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van de veroordeelde. De officier van justitie had op 10 oktober 2023 gevorderd om de termijn van terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen, maar de rechtbank heeft deze vordering afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde zich aan de voorwaarden heeft gehouden en een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. Het recidiverisico is ingeschat als laag-matig, en er zijn geen concrete behandelingen of begeleiding meer nodig. De rechtbank heeft de adviezen van de psychiater en psycholoog gevolgd, die ook tot de conclusie kwamen dat het recidiverisico laag-matig is, zelfs bij beëindiging van de tbs-maatregel.

De rechtbank heeft in haar overwegingen ook het reclasseringsadvies betrokken, waaruit blijkt dat de veroordeelde stabiliteit heeft bereikt in zijn leven, met een vaste baan en een stabiele relatie. Ondanks een incident op Koningsdag, waarbij de veroordeelde zich in een risicovolle situatie bevond, heeft de rechtbank geoordeeld dat dit niet voldoende reden is om de terbeschikkingstelling te verlengen. De rechtbank concludeert dat de veiligheid van anderen niet in het geding is en dat de vordering van de officier van justitie moet worden afgewezen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
Parketnummer 18-730307-17
Beslissing van de meervoudige strafkamer d.d. 14 november 2023 in de rechtbank NoordNederland
in de zaak tegen

[veroordeelde]

geboren op [geboorte datum] 1995 te [geboorte plaats] , wonende [adres] , hierna te noemen: veroordeelde.

Procesverloop

De officier van justitie heeft op 10 oktober 2023 schriftelijk gevorderd dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling van de veroordeelde zal verlengen met n jaar.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 14 november 2023, waarbij aanwezig waren:
  • de officier van justitie mr. B. Rademacher;
  • de veroordeelde;
  • zijn raadsvrouw mr. H.M. Terpstra, advocaat te Leeuwarden;
  • dhr. [reclasseringsmedewerker] , reclasseringswerker, als deskundige.
De rechtbank heeft acht geslagen op de stukken, waaronder:
  • het reclasseringsadvies van 2 oktober 2023, opgesteld door [reclasseringsmedewerker] ;
  • het Pro Justitia rapport van 4 september 2023, opgesteld door mevr. drs. P.A. de Mon (psychiater);- het Pro Justitia rapport van 15 augustus 2023, opgesteld door L.M.L. Thung (klinisch psycholoog).

Motivering

De opgelegde terbeschikkingstelling
Bij vonnis van 20 november 2018 heeft de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, de veroordeelde ter beschikking gesteld en daarbij een aantal voorwaarden gesteld, wegens poging tot doodslag, twee mishandelingen en mishandeling van zijn levensgezel.
De terbeschikkingstelling is aangevangen 20 november 2018 en laatstelijk op 24 november 2022 verlengd met n jaar.
Het advies van de reclassering
Uit het reclasseringsrapport blijkt dat aangaande de gediagnosticeerde stoornissen van veroordeelde er inmiddels sprake is van stabiliteit. Van excessief drugsgebruik is geen sprake, de toenmalige relatie is verbroken en ook is er geen contact met negatieve netwerkcontacten. Sinds de beindiging van de klinische behandeling heeft veroordeelde een stabiel bestaan opgebouwd met een vaste baan, een partnerrelatie, zelfstandige woonruimte, ondersteunende familiebanden, een pro sociaal netwerk en een meewerkende houding ten opzichte van de behandeling en het reclasseringscontact. Veroordeelde is meewerkend ten aanzien van de behandeling bij het Forensisch FACT-team (verder: ForFACT). Veroordeelde houdt zich aan de bijzondere voorwaarden.
Recent is de reclassering op de hoogte gebracht van een al dan niet tijdelijke 'break' tussen veroordeelde en zijn partner, tevens de moeder van zijn kinderen. Verder blijkt dat er op Koningsdag een incident heeft plaatsgevonden. Een inhoudelijke zitting heeft nog niet plaatsgevonden, maar wel kan worden gesteld dat veroordeelde zich heeft begeven in een risicovolle situatie. Gezien de voorgeschiedenis en zijn behandeltraject had veroordeelde kunnen weten dat het uit de auto stappen hem in de problemen zou kunnen brengen en had hij beter een andere keuze kunnen maken.
De risico's zijn voldoende teruggedrongen. Het risico op recidive wordt ingeschat als gemiddeld. Bij overschrijding van zijn draagkracht is de huidige coping van veroordeelde mogelijk ontoereikend om de situatie te overzien, laat staan de gevolgen van zijn handelen en gedragskeuzes. Ongeacht de uitkomsten van de nieuwe zaak lijkt ondersteuning aangewezen in het licht van het risicomanagement. De reclassering schat in dat spanningen de risico's kunnen verhogen, zeker als het netwerk vanuit de tbs-maatregel wegvalt. Er is op dit moment onvoldoende vertrouwen dat veroordeelde adequaat, tijdig en uit eigen beweging hulp zal inroepen in het geval van situaties waarbij zijn frustratietolerantie en vaardigheden om met spanningen om te gaan op de proef worden gesteld, met een mogelijk verhoogd risico op delictgedrag tot gevolg. De reclassering adviseert de tbs-maatregel met n jaar te verlengen.
De deskundige heeft tijdens de terechtzitting van 31 oktober 2023 het advies bevestigd en nader toegelicht. De pijler van het risicomanagement is stabiliteit. ForFACT ziet mogelijkheden om veroordeelde daarbij te begeleiden. Veroordeelde dient stabieler te worden voordat beindiging van de maatregel aan de orde is. Het is de deskundige onbekend waaruit de opschaling van ForFACT vanaf september bestaat.
Het advies van de psychiater
De psychiater concludeert dat veroordeelde een 27-jarige man is die bekend is met persoonlijkheidsproblematiek (een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van ADHD, grotendeels in remissie, en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van antisociale persoonlijkheidstrekken) en met een verleden van verslavingsproblematiek. De risicofactoren komen voort uit de psychopathologie van veroordeelde met name de persoonlijkheids- en verslavingsproblematiek. Door de aanwezige persoonlijkheidskenmerken is het empathisch vermogen van veroordeelde beperkt en zijn zijn copingvaardigheden weliswaar verbeterd maar nog immer kwetsbaar. De verslavingsproblematiek is nu niet actueel maar zou altijd onder invloed van stress en oplopende spanningen de kop op kunnen steken.
Veroordeelde functioneert binnen de huidige omstandigheden waarin hij structuur heeft, en hem enige ondersteuning, controle en toezicht wordt geboden, stabiel. Zijn impulscontrole en affectregulatie zijn verbeterd. Van fysieke agressie lijkt geen sprake meer te zijn, maar zodra veroordeelde zich gehinderd voelt in zijn autonomie of onheus bejegend voelt, kan hij verbaal agressief gedrag vertonen. Op
Koningsdag heeft veroordeelde zich in een risicovolle situatie begeven waarvan verondersteld kan worden dat hij met zijn voorgeschiedenis en het doorlopen behandeltraject weet had kunnen hebben en hij beter een andere keuze had kunnen maken.
De kans op recidive wordt binnen de huidige omstandigheden als laag-matig ingeschat. De kans op recidive wordt bij het vervallen van de maatregel ook ingeschat als laag-matig, mits veroordeelde abstinent blijft van harddrugs en alcohol, zijn relatie harmonieus blijft verlopen, hij een goede dagbesteding heeft, zijn netwerk steunend en pro sociaal is en hij weet om te gaan met voor hem risicovolle situaties. De meest recente risicoprognose binnen het verloop van de maatregel wordt beoordeeld als adequaat. Het advies met betrekking tot het risicomanagement is in overeenstemming met het advies van de reclassering.
Geadviseerd is om de tbs-maatregel met n jaar te verlengen, zodat binnen de behandeling/begeleiding van ForFACT aandacht kan zijn voor het omgaan met voor veroordeelde risicovolle situaties.
Het advies van de psycholoog
De psycholoog concludeert dat veroordeelde bekend is met een persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken, ADHD en diverse stoornissen in middelengebruik. De persoonlijkheidsstoornis lijkt thans in ernst verminderd.
Het recidiverisico in de huidige context wordt ingeschat als laag en als matig wanneer veroordeelde afstevent op een conflictvolle situatie gekenmerkt door overprikkeling, overschrijding van zijn draagkracht en waar hij consequenties van zijn gedragskeuzes niet kan overzien. Bij een abrupt einde van de tbsmaatregel, waarbij elke vorm van hulpverlening abrupt zou wegvallen en veroordeelde verstoken raakt van een pro sociaal netwerk en/of terugval in middelengebruik, zal dit risico naar verwachting oplopen naar hoog vanaf de (middel)lange termijn, wanneer hij onder invloed raakt van stress, spanningen of destabiliserende omstandigheden en opnieuw genvolveerd raakt bij een (rand)crimineel milieu. Dit risico wordt echter niet heel waarschijnlijk geacht in de huidige woonsituatie met zijn gezin, met ondersteuning van zijn partner en een evenwichtige dagbesteding.
Het risico op toekomstig geweld in bredere zin wordt ingeschat als laag omdat veroordeelde zich al geruime tijd onthoudt van geweldsincidenten en zich distantieert van zowel delictgedrag als van een randcrimineel milieu. De verwachting is dat dit risico pas zal oplopen naar matig-hoog onder invloed van de hiervoor genoemde ontregelende omstandigheden zoals op Koningsdag.
De meest recente risicoprognose binnen het verloop van de maatregel wordt beoordeeld als adequaat. Het advies met betrekking tot het risicomanagement is in overeenstemming met het advies van de reclassering.
Geadviseerd is om de tbs-maatregel met n jaar te verlengen.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met n jaar.
Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsvrouw
De veroordeelde en zijn raadsvrouw hebben zich verzet tegen een verlenging van de terbeschikkingstelling. De raadsvrouw heeft gesteld dat er altijd een risico op instabiliteit is en veroordeelde thans geen concrete behandeling en begeleiding meer krijgt.
Het oordeel van de rechtbank
Uit de adviezen en hetgeen ter zitting is besproken blijkt dat veroordeelde grote stappen heeft gemaakt. Veroordeelde heeft geruime tijd geleden zijn klinische behandeling afgerond, woont al enige jaren zelfstandig en heeft een baan. Veroordeelde houdt zich voorts aan alle voorwaarden. De rechtbank twijfelt niet aan de positieve ontwikkeling die veroordeelde heeft doorgemaakt.
De rechtbank sluit zich aan bij de schriftelijke adviezen van de psychiater en psycholoog waaruit blijkt dat het recidiverisico als laag-matig is ingeschat, ook bij beindiging van de maatregel van de terbeschikkingstelling. Veroordeelde leidt al enige jaren een stabiel leven en lijkt goed met spanningen uit zijn relatie en werk om te gaan. Verder zijn er geen concrete behandelingen dan wel begeleiding aangewezen die veroordeelde zou moeten volgen om het recidiverisico te verlagen dan wel de door de deskundigen beoogde stabiliteit te krijgen. De onduidelijkheid omtrent het Koningsdag incident is onvoldoende reden voor een verlenging van de terbeschikkingstelling.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat niet gezegd kan worden dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen vereist dat de termijn van terbeschikkingstelling van veroordeelde wordt verlengd. De vordering van de officier van justitie zal daarom te worden afgewezen.
De rechtbank zal derhalve de terbeschikkingstelling van veroordeelde niet verlengen.
De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling af.
Deze beslissing is gegeven door mr. M. Brinksma, voorzitter, mr. T.M.L. Wolters en
mr. G.C. Koelman, rechters, bijgestaan door mr. R.G. Bakker-Dees, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 14 november 2023.