Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Stichting Jeugdbescherming Noord en Veilig Thuis Groningen,
[minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] 2007 in [geboorteplaats] , hierna te noemen [minderjarige 1] .
[belanghebbende 1] ,
[belanghebbende 2] ,
de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,
Het verloop van de procedure
Inzake C/19/144839 / JE RK 23-354 (verzoek verlenging ondertoezichtstelling):
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 11 augustus 2023;
- de brief van 14 augustus 2023 van de Raad voor de Kinderbescherming, hierna te noemen: de Raad;
- de brief van de vader van 11 september 2023;
- het e-mailbericht met bijlagen van mr. Schlepers van 19 september 2023.
- de brief van LJR, binnengekomen bij de rechtbank op 12 september 2023;
- het e-mailbericht met bijlagen van mr. Schlepers van 19 september 2023.
- mevrouw [vertegenwoordiger van de GI 1] , namens de GI;
- mevrouw [vertegenwoordiger van de GI 2] , namens LJR.
De feiten
De verzoeken
Toetsing Raad
De standpunten
De beoordeling
'Maar van wat hij hoort "flikt" moeder het wel met [minderjarige 1] . Iets wat vader niet is gelukt. Moeder behoort die credit ook te krijgen',leidt de kinderrechter af dat vader zich kan vinden in de keuzes die moeder maakt inzake de opvoeding en verzorging van [minderjarige 1] , althans daarin berust. De verstoorde relatie tussen ouders en een ontbrekende samenwerking staat dus niet langer aan het tot stand komen of voortzetten van hulp voor [minderjarige 1] in de weg.
De beslissing
[minderjarige 1] van den berg, geboren op 12 juli 2007 in Scheemda, af;