De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden. Tevens vordert de officier van justitie een onvoorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 9 maanden.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit om een hoge voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen en af te zien van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur dan de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht. Ten aanzien van het reclasseringsrapport heeft de raadsvrouw opgemerkt dat zij zich niet kan vinden in de volgende bijzondere voorwaarden: een klinische opname en begeleid wonen. De raadsvrouw heeft zich met betrekking tot de gevorderde ontzegging van de rijbevoegdheid gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting het reclasseringsrapport van 27 oktober 2023, het uittreksel uit de justitile documentatie van 12 oktober 2023, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een drietal strafbare feiten. De verbalisanten hebben verdachte zien rijden in een voertuig, gaven hem een stopteken en vervolgens heeft een doorzoeking van het voertuig plaatsgevonden. In totaal is er 52,77 gram cocane en 45,31 gram MDMA bij verdachte aangetroffen. De aangetroffen hoeveelheden drugs duiden op handel in harddrugs en verdachte heeft ook erkend dat hij een deel van de drugs verkocht om zijn eigen verslaving te kunnen financieren. Het is algemeen bekend dat harddrugs een ernstige bedreiging vormen voor de gezondheid van de gebruikers ervan. Het gebruik van verdovende middelen leidt bovendien vaak tot andere vormen van criminaliteit die de samenleving ontwrichten. Verdachte heeft er met zijn handelen blijk van gegeven dat hij meer waarde heeft gehecht aan het voorzien in zijn eigen behoefte dan aan de ernstige maatschappelijke gevolgen die het gebruik van harddrugs met zich meebrengen. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
Daarnaast heeft verdachte een semiautomatisch (gas)pistool dat naar behoren functioneert en 80 stuks munitie voorhanden gehad. Ook dit rekent de rechtbank verdachte aan. Het aanwezig hebben van een vuurwapen en munitie kan gemakkelijk leiden tot het gebruik ervan en vormt daarom een onaanvaardbaar risico in de maatschappij. Daarnaast leidt ongeoorloofd wapenbezit tot gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Dat verdachte bij de politie heeft verklaard dat hij het vuurwapen voorhanden had ter zelfbescherming wegens een conflict met een voormalig buurman, doet daar niet aan af. Verdachte heeft ter terechtzitting zelfs verklaard dat het goed was dat de politie hem heeft aangehouden anders was het misschien wel anders afgelopen. Dat geeft reden tot zorg.
Verder heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het rijden onder invloed van een forse hoeveelheid drugs. Hier was verdachte zich van bewust en de rechtbank rekent dit verdachte dan ook aan.
De reclassering heeft in haar rapport van 27 oktober 2023 uitvoerig beschreven dat zij een klinische opname gendiceerd acht om de verslavingsproblematiek van verdachte in beeld te krijgen en om zicht te krijgen op zijn netwerk. Dit heeft prioriteit om tot recidivevermindering te kunnen komen. Daarnaast adviseert de reclassering om een deels voorwaardelijke straf op te leggen met bijzondere voorwaarden.
Verdachte heeft ter terechtzitting echter duidelijk aangegeven niet mee te zullen werken aan een klinische opname. De rechtbank acht het daarom niet opportuun alsnog een klinische opname als bijzondere voorwaarde aan verdachte op te leggen. Een pakket met bijzondere voorwaarden zonder klinische opname is onvoldoende voor het terugdringen van het recidiverisico alsook voor het verhelpen van verdachtes problematiek. Dat blijkt niet alleen uit het reclasseringsrapport, maar ook uit de gang van zaken rondom de recente schorsing van de voorlopige hechtenis in onderhavige zaak. Daarbij was sprake van een ambulant kader en heeft verdachte binnen een week het middelenverbod overtreden. Hoewel de rechtbank het van belang acht dat verdachte de juiste hulp en ondersteuning krijgt voor zijn problematiek, ziet zij gelet op vorenstaande geen meerwaarde in het opleggen van een voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met daarnaast een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 9 maanden, passend en geboden is.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.