Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Verdere procesverloop
2.De vaststaande feiten
3.De resterende wederzijdse verzoeken
4.De verdere beoordeling
"alle rechten op de echtelijke woning in de gemeenschap vallen. Inderdaad ook alle overwaarde, ongeacht van wiens zijde deze is ingebracht. Dit uiteraard met uitzondering van ingebracht vermogen welke is verkregen krachtens erfrecht of schenking met een uitsluitingsclausule. Bovenstaande is inderdaad besproken tijdens het voorgesprek en ook tijdens het passeren van de akte. Wanneer er een wens geweest zou zijn om privé inbreng privé te houden, hadden wij dit genoemd in het slot van de akte. Daar noemen we dan dat er een vordering is vanwege privé inbreng in een gemeenschappelijke zaak. Dat is de wens van partijen niet geweest en daarom is daar niets over opgenomen en wordt er in het slot enkel bevestigd dat partijen geen prijs stellen op vermelding van door hen aangebrachte goederen."De vrouw betwist tot slot dat de beleggingsleer van toepassing is, zoals de man heeft betoogd.
Dat zij voornemens zijn om op [datum 1] in de [gemeente] met elkaar een geregistreerd partnerschap aan te gaan.
Zonder het maken van partnerschapsvoorwaarden zal de wettelijke beperkte gemeenschap van goederenop hun geregistreerd partnerschap van toepassing zijn.
Deze wettelijke regeling van de vermogensrechtelijke gevolgen van voormeld voorgenomen geregistreerd partnerschap willen partijen niet, althans niet onverkort.
Partijen zijn de volgende voorwaarden overeengekomen, aangezien zij gescheiden vermogens wensen te behouden, doch de echtelijke woning waar zij gezamenlijk hun hoofdverblijf in zullen hebben, gemeenschappelijk willen hebben.
Dat alles overwegende regelen partijen thans bij deze akte de vermogensrechtelijke gevolgen van hun voorgenomen geregistreerd partnerschap door de volgende:
- iedere woning met bestemming "echtelijke woning",met inbegrip van de bijgebouwen, tuin, ondergrond, erf en verder toebehoren, hierna te noemen: "onroerende zaak";
- de schulden uit geldlening aangegaan ter financiering waarvoor de onroerende zaak al of niet hypothecair is verbonden;
- alle eigenaarslasten van de onroerende zaak;
- alle na het sluiten van het geregistreerd partnerschap vervallende baten en inkomsten van de onroerende zaak.
5.Beslissing
Arnhem-Leeuwarden