De psychiater heeft bij verdachte een stoornis in het gebruik van heroïne en cocaïne, in detentie in gedwongen remissie, en daarnaast een antisociale persoonlijkheidsstoornis en zwakbegaafdheid vastgesteld. Deze stoornissen waren ook aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde. Volgens de psychiater is het onduidelijk of deze stoornissen de gedragskeuzes en gedragingen van verdachte beïnvloedden ten tijde van het tenlastegelegde. Daarom wordt door de psychiater geen uitspraak gedaan over de mate van toerekeningsvatbaarheid van verdachte. Het recidiverisico wordt als hoog ingeschat. Verdachte heeft een omvangrijk strafblad en zonder significante verandering lijken de patronen die zich hebben afgetekend voort te zullen gaan. Diverse (ambulante en klinische) behandelingen in het verleden hebben vooralsnog niet geleid tot een betekenisvolle reductie van verdachtes problematiek. Er is geen sprake van beschermende factoren. Gelet op het hoge recidiverisico wordt geadviseerd om over te gaan tot een klinische behandeling en van daar uit toe te werken naar een beschermde woonvoorziening. Gelet op de diverse mislukte pogingen in een voorwaardelijk strafkader door onttrekkingen aan behandelingen en terugvallen in drugsgebruik en ter verlaging van het recidiverisico en ter beveiliging van de maatschappij wordt geadviseerd om een tbs-maatregel met verpleging van overheidswege op te leggen.
De psycholoog heeft bij verdachte geconstateerd dat hij op een licht verstandelijk beperkt niveau functioneert en lijdt aan een aandachtsdeficiëntiestoornis met hyperactiviteit. Verder is bij verdachte sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis en jarenlange verslavingsproblematiek. Deze stoornissen waren ook aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde en ook bestaat er een causaal verband tussen de stoornissen en het tenlastegelegde. Het is zeer waarschijnlijk dat verdachte voorafgaand aan de overval een enorme behoefte had aan drugs en de overval heeft gepleegd om aan geld voor drugs te komen. Verdachte heeft de overval waarschijnlijk gepleegd onder invloed van alcohol, cannabis en cocaïne, wat van invloed zal zijn geweest op het beoordelingsvermogen van verdachte. Verdachtes geweten zal weinig sturend zijn geweest in zijn handelen, nu de gewetensfuncties onvoldoende ontwikkeld zijn gelet op zijn antisociale persoonlijkheidsstoornis. Tot slot maken verdachtes verstandelijke beperkingen dat hij zich niet goed staande kan houden in de maatschappij, hij kwetsbaar is en gevoelig is voor negatieve beïnvloeding. Verdachte is verminderd in staat om oorzaak-gevolgrelaties te begrijpen en verstandige keuzes te maken op basis van verwachtingen over de gevolgen van zijn handelen. De psycholoog adviseert verdachte de feiten in verminderde mate toe te rekenen. Nu verdachte zich vermomd heeft en een nepwapen heeft meegenomen naar de overval is wel sprake geweest van enige controle over zijn denken en handelen, waardoor de feiten niet volledig kunnen worden verklaard vanuit de stoornissen.
De psycholoog schat het recidiverisico evenals de psychiater in als hoog. Er is sprake van een belaste voorgeschiedenis en veel risicofactoren. Verdachte heeft een zeer omvangrijke justitiële voorgeschiedenis met veroordelingen voor verschillende typen delicten, eerdere schendingen van voorwaarden, geweld jegens zowel bekende als onbekende slachtoffers, negatieve beïnvloeding vanuit het sociale netwerk en een lange voorgeschiedenis van problematisch middelengebruik. Het ontbreekt verdachte aan inzicht in zijn problematiek, hij overschat zijn eigen mogelijkheden en er zijn tekortkomingen op het gebied van zelfredzaamheid. Ook is hij niet echt gemotiveerd voor behandeling of begeleiding en accepteert hij professionele ondersteuning amper. Een langdurige en intensieve klinische behandeling waaraan verdachte zich niet kan onttrekken en waarbij direct kan worden ingegrepen wanneer verdachte vervalt in problematisch gedrag is nodig om de risico’s te verminderen. Vanwege verdachtes blijvende beperkingen zal hij vermoedelijk altijd enige externe controle en toezicht nodig hebben om recidive op langere termijn te voorkomen. De behandeling moet plaatsvinden in een gespecialiseerde instelling voor de behandeling en begeleiding van mensen met een licht verstandelijke beperking, zoals [instelling] .
Gelet op de ernst van de feiten, de aard van de problematiek en het hoge recidiverisico wanneer verdachte onbehandeld en onbegeleid terugkeert in de maatschappij, wordt de tbs-maatregel geadviseerd. Nu te verwachten valt dat verdachte zich aan de behandeling en het toezicht zal onttrekken als dit hem in het kader van een voorwaardelijke veroordeling of tbs met voorwaarden wordt opgelegd, wordt tbs met verpleging van overheidswege geadviseerd.
De rechtbank kan zich met de inhoud en de conclusies van de adviezen verenigen en neemt ook de conclusies van de psycholoog ten aanzien van de toerekeningsvatbaarheid van verdachte over. De rechtbank verklaart verdachte daarom verminderd toerekeningsvatbaar.
De rechtbank heeft eveneens acht geslagen op het hiervoor genoemde reclasseringsrapport. De reclassering acht het recidiverisico hoog en verzet zich niet tegen het advies van de deskundigen om aan verdachte een tbs-maatregel met verpleging van overheidswege op te leggen. De reclassering is niet in staat om een alternatief plan op te stellen dat strekt tot het opleggen van recidivebeperkende of gedragsveranderende interventies in het kader van een voorwaardelijke gevangenisstraf en adviseert om een onvoorwaardelijke straf zonder bijzondere voorwaarden, dan wel een (tbs)maatregel op te leggen.
Oplegging gevangenisstraf
De rechtbank is van oordeel dat in beginsel een langdurige gevangenisstraf passend is, nu de bewezenverklaarde feiten ernstige feiten betreffen en er bovendien sprake is van forse recidive. De rechtbank neemt voor wat betreft de hoogte van de gevangenisstraf de LOVS-oriëntatiepunten als uitgangspunt. Het uitgangspunt voor een overval op een winkel met ‘ander geweld’ dan enkel licht geweld betreft drie jaren onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De feiten dat verdachte een wapen heeft gebruikt dat op een echt vuurwapen leek, verdachte tijdens de overval vermomd was en verdachte flink geweld heeft gebruikt tegen de slachtoffers, kunnen daarbij als strafvermeerderende factoren worden meegewogen.
Zoals hiervoor is overwogen is verdachte verminderd toerekeningsvatbaar en wordt geadviseerd om aan verdachte een tbs-maatregel met verpleging van overheidswege op te leggen. Zoals de rechtbank hierna zal motiveren, acht de rechtbank oplegging van een tbs-maatregel met verpleging van overheidswege onvermijdelijk. De rechtbank ziet daarin aanleiding om een gevangenisstraf van kortere duur op te leggen dan het genoemde uitgangspunt, omdat het van groot belang is dat de tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel spoedig kan aanvangen. De rechtbank zal daarom, conform de eis van de officier van justitie, aan verdachte een gevangenisstraf van twee jaren opleggen.
De tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, zal op de gevangenisstraf in mindering worden gebracht.
Oplegging tbs-maatregel
De rechtbank is van oordeel dat een langdurige en intensieve behandeling van verdachte noodzakelijk is om het gevaar op herhaling terug te dringen. Uit de deskundigenrapporten en uit het strafrechtelijk verleden van verdachte volgt dat een strafkader met bijzondere voorwaarden niet volstaat. Als verdachte dan niet meewerkt, moet hij de voorwaardelijke straf alsnog uitzitten en komt hij onbehandeld weer buiten. Dat is in het verleden meermaals gebeurd en onwenselijk.
De rechtbank stelt vast dat aan de wettelijke voorwaarden voor oplegging van de tbs-maatregel is voldaan. Blijkens de hiervoor al genoemde psychiatrische en psychologische rapportages bestond bij verdachte tijdens het begaan van het bewezen verklaarde een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens. Het door verdachte onder 1 primair begane feit is een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld. Het gaat bovendien om een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Verder eist de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de oplegging van die maatregel.
Verdachtes gebrek aan motivatie voor behandeling en begeleiding, in combinatie met de ernst van de stoornissen, zijn gebrekkig ziekte-inzicht en het feit dat eerdere trajecten niet hebben voorkomen dat verdachte wederom ernstige strafbare feiten heeft gepleegd, nopen de rechtbank om verdachte tbs met verpleging van overheidswege op te leggen. De rechtbank zal dan ook de terbeschikkingstelling van verdachte gelasten en bevelen dat hij van overheidswege wordt verpleegd.
Duur van de tbs-maatregel met verpleging van overheidswege – niet gemaximeerd
De tbs-maatregel met verpleging van overheidswege wordt opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten poging tot afpersing, zoals in de bewezenverklaring gespecificeerd. De totale duur van de maatregel kan daarom een periode van vier jaar te boven gaan.
Afwijzing verzoek verdediging
Voor zover de raadsman een voorwaardelijk verzoek heeft ingediend om nader onderzoek te doen naar de type stoornissen van verdachte en de daarvoor aangewezen behandeling, zal dit verzoek gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, worden afgewezen.