ECLI:NL:RBNNE:2023:4695

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
7 november 2023
Publicatiedatum
15 november 2023
Zaaknummer
17-081191-03
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met voorwaarden van veroordeelde

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 7 november 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een veroordeelde. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, op verzoek van de officier van justitie. De veroordeelde, die lijdt aan schizofrenie en een verslavingsgevoeligheid vertoont, verblijft momenteel in een instelling. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die eerder op 23 mei 2023 was ingediend, in overweging genomen. De rechtbank heeft daarbij gekeken naar verschillende adviezen, waaronder een psychiatrisch rapport van dr. T.W.D.P. van Os en een reclasseringsadvies van D. Franke. De rechtbank concludeert dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen vereisen dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd, omdat de veroordeelde nog steeds een ziekelijke stoornis vertoont en een beschermde woonvorm noodzakelijk is voor het risicomanagement. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat de veroordeelde recentelijk niet meer in zijn huidige woonomgeving kan blijven wonen, wat het risicomanagement in gevaar brengt. De rechtbank heeft de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht in acht genomen bij haar beslissing.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
Parketnummer 17-081191-03
Beslissing van de meervoudige strafkamer d.d. 7 november 2023 op een vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van de voorwaardelijk beëindigde terbeschikkingstelling
in de zaak tegen

[veroordeelde]

veroordeelde, geboren op [geboortedatum] 1979 te [geboorteplaats] , thans verblijvende in de [instelling] , hierna te noemen: veroordeelde.

Procesverloop

De officier van justitie heeft d.d. 23 mei 2023 schriftelijk gevorderd dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling van de veroordeelde, waarvan de verpleging van overheidswege voorwaardelijk is beëindigd, zal verlengen met één jaar. Daarbij is door de officier van justitie gesteld dat ter terechtzitting zal worden overwogen om de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling af te wijzen onder toewijzing van een nog in te dienen verzoek tot een zorgmachtiging.
De vordering tegen de veroordeelde is eerder behandeld op de zittingen van 4 juli 2023 en 15 augustus 2023.
De inhoudelijke behandeling van de zitting heeft plaatsgevonden op 7 november 2023, waarbij aanwezig waren:
  • de officier van justitie mr. H.J. Mous,
  • de veroordeelde,
  • zijn raadsvrouw mr. C.M. Peeperkorn, advocaat te Amsterdam (inzake de verlenging van de terbeschikkingstelling);
  • zijn raadsman mr. F.H. Gart advocaat te Drachten (inzake het verzoekschrift tot het afgeven van een zorgmachtiging);
  • mevrouw D.A. Franke, reclasseringswerker bij GGZ Verslavingszorg Noord-Nederland, als deskundige.
De rechtbank heeft acht geslagen op de stukken, waaronder met name het reclasseringsadvies opgemaakt door [naam] , reclasseringswerker bij GGZ Verslavingszorg Noord-Nederland, locatie [plaats] d.d. 12 mei 2023 en de aanvullingen op voornoemd rapport, opgemaakt door mevrouw D.A. Franke van 26 juli 2023 en 27 oktober 2023, alsmede de voortgangsverslagen opgemaakt door voornoemde reclasseringsinstelling en het psychiatrisch rapport, opgemaakt door dr. T.W.D.P. van Os, forensisch psychiater, d.d. 7 april 2023.
Motivering
De opgelegde terbeschikkingstelling
Bij vonnis van 4 mei 2004 heeft de rechtbank Leeuwarden veroordeelde wegens het meermalen plegen van een poging tot zware mishandeling, begaan tegen zijn moeder, een terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd. Bij beslissing van de rechtbank Leeuwarden van 21 oktober 2004 is bevolen dat de veroordeelde alsnog van overheidswege wordt verpleegd. Bij beslissing van de rechtbank Noord-Nederland van 11 juli 2019 is de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd.
De terbeschikkingstelling is aangevangen op 13 juli 2004 en de termijn van de voorwaardelijk beëindigde dwangverpleging is laatstelijk op 6 juli 2021 verlengd met twee jaren waarbij de voorwaarden zijn gewijzigd.
Het advies van de psychiater
Uit het psychiatrisch onderzoek van 7 april 2023, opgesteld door dr. T.W.D.P. van Os, forensisch psychiater, blijkt – zakelijk weergegeven – onder meer als volgt.
Bij veroordeelde is sprake van schizofrenie die, ondanks medicatie, bij hem tot uiting komt in auditieve hallucinaties, een achterdochtige houding en beperkt ziekte- en probleembesef en inzicht. Daarnaast komt het tot uiting in een beperkte algemene draagkracht met daardoor een groot risico om hem te overvragen. Vanuit zijn beperkte probleembesef en inzicht is er tevens een groot risico dat hij zichzelf overschat dan wel de hulpverleners ertoe brengt hogere verwachtingen te hebben dan hij kan waarmaken. Daarnaast is veroordeelde een verslavingsgevoelige man met een actuele cannabisverslaving met terugkerende terugvallen in met name amfetamine- en alcoholgebruik.
Veroordeelde valt weliswaar geregeld terug in middelengebruik maar hij ontregelt dan niet door extra psychotisch te worden en hij veroorzaakt ook geen agressieve incidenten. Zijn consistente gebruik van een antipsychoticum is daarbij cruciaal. Hierdoor wordt het risico op gewelddadig gedrag in de toekomst als laag ingeschat met tbs-maatregel en als laag tot matig zonder tbs-maatregel. Als veroordeelde zijn antipsychotische medicatie zou laten staan dan is het risico hoog op een delict zoals het indexdelict via een pad van toenemend drugsgebruik, toenemende achterdocht, een toename van een gevoel van onveiligheid, verdere teloorgang en agressieve aanvallen vanuit paranoïde waanideeën.
Doordat veroordeelde therapietrouw is en zijn medicatie als een belangrijk aspect ziet voor zijn stabiliteit, maar wel een verslavingsgevoelige man is met terugkerende terugvallen wordt door de psychiater geadviseerd om de voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel niet te continueren en een zorgmachtiging te verlenen om zo het wankele evenwicht te kunnen blijven monitoren. Hierdoor blijft de mogelijkheid bestaan voor een tijdelijke time-out in een kliniek in het geval van bijvoorbeeld een substantiële terugval in harddrugsgebruik.
Het advies van de reclassering
Het reclasseringsadvies van 27 oktober 2023, opgesteld door D. Franke, reclasseringswerker bij GGZ Verslavingszorg Noord-Nederland, locatie [plaats] , vermeldt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende.
In het rapport van 12 mei 2023 is door de reclassering geadviseerd de terbeschikkingstelling te beëindigen en een zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte GGZ uit te spreken, mits veroordeelde bij [instelling] te [plaats] kon blijven wonen. De hiervoor benodigde WLZ-woonindicatie was tijdens de terechtzitting van 4 juli 2023 nog niet afgegeven en daardoor kon de beëindiging van de terbeschikkingstelling niet worden uitgesproken. De zaak werd door de rechtbank aangehouden voor zes weken om voornoemde woonindicatie te bewerkstelligen. Uit het aanvullend rapport van 26 juli 2023 bleek echter dat de woonindicatie die werd afgegeven ontoereikend was voor de behoeften van veroordeelde en het risicomanagement. Op de terechtzitting van 15 augustus 2023 werd de zaak daarom nogmaals door de rechtbank aangehouden zodat een nieuwe WLZ-woonindicatie kon worden aangevraagd.
De juiste indicatie is onlangs afgegeven, maar door het ontstaan van een onveilige situatie binnen [plaats] heeft de reclassering zich blijkens het aanvullend rapport van 27 oktober 2023 genoodzaakt gezien om veroordeelde in het kader van een time-out in de [instelling] te plaatsen. Er zou binnen [plaats] een seksueel delict hebben plaatsgevonden gepleegd door medebewoners en veroordeelde heeft aangegeven dat hij hiervan videobeelden heeft gezien. Ook is gebleken dat actief drugs werden verhandeld dan wel actief werden aangeboden binnen [plaats] en is er door een medebewoner meermalen is getracht brand te stichten in dezelfde gang als waar het appartement van veroordeelde zich bevindt. Hierdoor acht de reclassering een terugkeer van veroordeelde naar [plaats] in deze situatie niet mogelijk.
De verwachting is niet dat deze situatie binnen korte tijd opgelost zal worden en daarmee is de reclassering een belangrijke factor in het waarborgen van het risicomanagement, namelijk een beschermde woonvorm, kwijtgeraakt. In laatstgenoemd advies heeft de reclassering aangegeven dat het wonen in een beschermde woonvoorziening waar veroordeelde de mate van begeleiding kan krijgen die hij nodig heeft, onlosmakelijk is verbonden met het wel of niet oplopen van spanningen en daarmee de risico’s voor veroordeelde om af te glijden en mogelijk in delict gedrag te vervallen. De juiste begeleiding is essentieel om de spanningen en het risicomanagement laag te houden.
Door het wegvallen van een beschermde woonvorm en de inzet van een time-out om het risicomanagement te waarborgen heeft de reclassering zich genoodzaakt gezien om het advies in de huidige situatie is te wijzigen. Daarom wordt geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar onder de reeds gestelde bijzondere voorwaarden. Dit met als doel om de tijd te krijgen om de levensgebieden opnieuw in te kunnen bedden zodat het risicomanagement gewaarborgd kan worden. Wanneer dit is gelukt kan de beëindiging van de terbeschikkingstelling en het afgeven van de zorgmachtiging bij een volgende verlenging alsnog aan de orde komen, mits er zich geen nieuwe delicten of andere ernstige incidenten hebben voorgedaan.
De deskundige D.A. Franke heeft tijdens de terechtzitting van 7 november 2023 het advies bevestigd en nader toegelicht. Deze toelichting houdt – zakelijk weergegeven – in:
Door het grote personeelsverloop en diverse incidenten kan veroordeelde niet terugkeren naar [plaats] . Dit om het risicomanagement te behouden en veroordeelde te beschermen opdat hij niet in een neerwaartse spiraal terechtkomt. Het is de verwachting dat binnen afzienbare tijd (waarschijnlijk een kwestie van maanden) een nieuwe woonsetting voor veroordeelde wordt gevonden. De zaak nogmaals aanhouden is volgens de reclassering niet wenselijk gelet op de spanningen en onzekerheid die dit veroorzaken bij veroordeelde.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft verlenging van de voorwaardelijk beëindigde terbeschikkingstelling gevorderd met één jaar.
Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsvrouw
De veroordeelde en zijn raadsvrouw hebben zich niet verzet tegen een verlenging van de voorwaardelijk beëindigde terbeschikkingstelling met één jaar. De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht direct mondeling uitspraak te doen.
Het oordeel van de rechtbank
Op grond van de inhoud van voormelde adviezen, de door de deskundige gegeven toelichting en hetgeen overigens uit het onderzoek ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen vereist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling, overeenkomstig de vordering en het verlengingsadvies van de reclassering, met één jaar verlengen.
De rechtbank overweegt daartoe dat uit de adviezen blijkt dat op dit moment nog altijd sprake is van een ziekelijke stoornis bij veroordeelde, maar dat het risicomanagement op verantwoord niveau kan blijven wanneer veroordeelde komt te wonen in een beschermde woonvoorziening waar hij de juiste begeleiding krijgt. Uit de adviezen is gebleken dat een beschermde woonvorm dan ook noodzakelijk is om de terbeschikkingstelling te kunnen beëindigen en de zorgmachtiging te kunnen toewijzen. Doordat veroordeelde – recentelijk en geheel buiten zijn schuld om – niet meer binnen [plaats] kan blijven wonen kan het risicomanagement niet meer gewaarborgd worden en dient de terbeschikkingstelling met één jaar te worden verlengd om de juiste beschermde woonvoorziening voor veroordeelde te vinden.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van veroordeelde met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.H.M. Dölle, voorzitter, mr. M.E. Joha en mr. H.K. de Haan, rechters, bijgestaan door M. Linde, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 7 november 2023.
Mr. H.K. de Haan is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.