ECLI:NL:RBNNE:2023:4692

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
18 september 2023
Publicatiedatum
15 november 2023
Zaaknummer
189709
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige

Op 18 september 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland een tussenbeschikking gegeven in de zaak van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, betreffende een minderjarige, geboren in 2007. De kinderrechter heeft eerder op 19 juni 2023 een spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van drie maanden, tot 4 oktober 2023. De GI heeft nu verzocht om verlenging van deze machtiging voor een periode van zes maanden, tot 4 januari 2024. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 september 2023 waren de minderjarige en haar advocaat aanwezig, evenals vertegenwoordigers van de GI. De ouders van de minderjarige waren niet verschenen.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige positieve stappen heeft gezet, maar dat de situatie nog pril is. Er is nog onvoldoende zicht op de diagnostiek en de benodigde ondersteuning. De kinderrechter heeft daarom besloten de machtiging voor gesloten jeugdhulp te verlengen tot 4 november 2023, met een aanhouding van de beslissing over de resterende periode tot een zitting op 23 oktober 2023. De kinderrechter benadrukt het belang van een goede informatievoorziening over de situatie van de minderjarige en de betrokkenheid van de jeugdzorgwerker. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 18 september 2023.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Leeuwarden
Zaaknummer: C/17/189709 / JE RK 23-499
Datum uitspraak: 18 september 2023
Tussenbeschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: de GI (gecertificeerde instelling),
over
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2007 in Sneek,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. M.R. Rauwerda, te Leeuwarden.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder], wonende in Joure,
hierna te noemen de moeder,
[de vader], wonende in Joure,
hierna te noemen de vader.

1.Het verdere procesverloop

1.1.
Bij beschikking van 19 juni 2023, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast dient te worden beschouwd, heeft de kinderrechter een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van drie maanden, te weten tot 4 oktober 2023. Een beslissing op de resterende duur van drie maanden is aangehouden.
1.2.
Na 19 juni heeft de kinderrechter (opnieuw) kennisgenomen van het verzoekschrift van de GI d.d. 7 juni 2023, ingekomen bij de griffie op 8 juni 2023. Daarnaast heeft de kinderrechter kennisgenomen van de aanvullende informatie van de GI, ingediend bij de rechtbank op 1 september 2023 en van de nieuwe verklaring van de gedragswetenschapper d.d. 8 september 2023.
1.3.
Op 18 september 2023 heeft de kinderrechter de mondelinge behandeling van de zaak met gesloten deuren voortgezet. Daarbij waren aanwezig:
  • [minderjarige] , met haar advocaat mr. M.R. Rauwerda;
  • [naam] , namens Woodbrookers;
  • [naam] , namens de GI.
De vader en de moeder zijn juist opgeroepen voor de mondelinge behandeling, maar niet verschenen.

2.De feiten

2.1.
Voor alle relevante feiten verwijst de kinderrechter naar de tussenbeschikking d.d. 19 juni 2023.

3.Het (resterende) verzoek

3.1.
De GI heeft de kinderrechter verzocht om een machtiging te verlenen om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden, van 4 juli 2023 tot 4 januari 2024. De kinderrechter heeft het verzoek voor de periode tot 4 oktober 2023 toegewezen en dient thans nog een beslissing te nemen over de resterende periode van 4 oktober 2023 tot 4 januari 2024.
In een brief van de GI d.d. 8 september 2023 heeft de GI kenbaar gemaakt het verzoek voor de resterende periode te handhaven. Daarbij heeft de GI een nieuwe verklaring van een gedragswetenschapper overgelegd. De GI heeft het verzoek schriftelijk onderbouwd en aangegeven dat de betrokkene jeugdzorgwerker de situatie nog te pril vindt om over te gaan naar een open setting. Omdat het nu beter gaat met [minderjarige] , wil de GI voorkomen dat zij straks weer een teleurstelling te verwerken krijgt.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de GI het verzoek nader toegelicht en daarbij - kort samengevat - aangevoerd dat het momenteel weliswaar veel beter gaat met [minderjarige] , maar dat zij nog wel middenin een traject zit. Nog niet alle geplande testen zijn afgerond en de diagnostiek moet nog uitwijzen wat voor ondersteuning [minderjarige] nodig heeft. Dit geldt ook voor het toekomstig woonverblijf. Zo wil [minderjarige] zelf graag terug naar de Bosk in Joure, echter moet er nog worden onderzocht of dat haalbaar is.

4.Het standpunt van [minderjarige]

4.1.
[minderjarige] vindt ook dat het nu een stuk beter gaat, maar ze kan zich niet helemaal vinden in de regels die gelden op de gesloten groep en die gelden voor haar verlof. Zij gaat dan ook liever naar de open groep.
Namens [minderjarige] heeft de advocaat - omdat de machtiging een ultimum remedium betreft - gepleit voor een kortere termijn van de machtiging, zodat er goed wordt gekeken naar de mogelijkheden voor een verhuizing naar de open groep en of er dan een voorwaardelijke machtiging zou moeten komen. De advocaat heeft daarbij aangevoerd dat [minderjarige] heeft geprofiteerd van de huidige gesloten setting en dat zij toe is aan een volgende stap. [minderjarige] had daarbij ook de indruk dat zij na de eerste drie maanden van deze machtiging naar de open setting kon. Daar heeft zij naartoe gewerkt en haar best voor gedaan. De advocaat is daarbij van mening dat onvoldoende duidelijk is wat het concrete plan is.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter kan de machtiging tot gesloten jeugdhulp ten aanzien van [minderjarige] slechts voor de resterende duur verlenen indien naar haar oordeel deze jeugdhulp nog steeds noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren en de opneming en het verblijf noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [minderjarige] zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter overweegt hierover als volgt
5.2.
De kinderrechter is van oordeel dat voldaan is aan de vereisten zoals genoemd in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet en dat het verzoek dient te worden toegewezen. Het is de kinderrechter voldoende gebleken dat [minderjarige] in de afgelopen periode een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt, echter is deze situatie nog zeer pril. Hierdoor vraagt de kinderrechter zich af of een overgang naar een open setting niet te snel komt. Daarnaast is er nog onvoldoende zicht op de diagnostiek en de ondersteuning die [minderjarige] nodig heeft. De kinderrechter zal de machtiging voor het verblijf van [minderjarige] in een gesloten accommodatie dan ook verlengen.
Tijdens de mondelinge behandeling is gesproken over de resterende termijn en wat het plan is van de GI. De betrokken jeugdbeschermer mevrouw [naam] was niet op de mondelinge behandeling aanwezig en haar vervanger kon het verzoek inhoudelijk onvoldoende toelichten. Omdat het over een ingrijpende maatregel gaat vindt de kinderrechter het belangrijk om goed te worden ingelicht over de resterende termijn. [minderjarige] heeft positieve stappen gezet en ook voor haar motivatie is het van belang dat er meer duidelijkheid komt over haar perspectief. Gelet op het voorgaande zal de kinderrechter de machtiging verlengen voor de duur van één maand en een beslissing op de resterende duur van twee maanden aanhouden. Het is van belang dat de betrokken jeugdzorgwerker mevrouw [naam] het verzoek op de mondelinge behandeling toelicht. Indien in de tussentijd blijkt dat de GI het verzoek voor de resterende termijn van twee maanden niet langer handhaaft, draagt de kinderrechter de GI op om de rechtbank hierover te informeren.
De beslissing op de resterende duur zal worden aangehouden tot de zitting met gesloten deuren op maandag 23 oktober 2023 om 13:00.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de machtiging gesloten jeugdhulp ten aanzien van [minderjarige] tot 4 november 2023;
6.2.
houdt de beslissing op het verzoek voor het overige aan tot de zitting met gesloten deuren op
maandag 23 oktober 2023 om 13:00, waarvoor de belanghebbenden een nadere oproep zullen ontvangen.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 18 september 2023 door mr. S.M. Barkhuijsen-Venselaar, kinderrechter, in aanwezigheid van J.S. Andringa als griffier, en op schrift gesteld op 2 oktober 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.