ECLI:NL:RBNNE:2023:4688

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
14 november 2023
Publicatiedatum
15 november 2023
Zaaknummer
19-810021-03
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor een veroordeelde wegens moord en verkrachting

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 14 november 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een veroordeelde, die in 2004 was veroordeeld voor moord en verkrachting. De officier van justitie had gevorderd de termijn van de tbs met twee jaar te verlengen. De behandeling van de vordering begon op 17 augustus 2023, maar door technische problemen kon de veroordeelde niet worden gehoord. Uiteindelijk is de veroordeelde op 10 oktober 2023 rogatoir gehoord door de rechter-commissaris. De rechtbank heeft de adviezen van deskundigen, waaronder psychologen en psychiaters, in overweging genomen. Deze adviezen wezen op een verhoogd risico op recidive, vooral bij beëindiging van de tbs-maatregel. De rechtbank concludeerde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen vereisen dat de termijn van de dwangmaatregel wordt verlengd. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, in overeenstemming met de vordering van de officier van justitie en de adviezen van de deskundigen.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Assen
parketnummer 19.810021.03
beslissing van de meervoudige strafkamer d.d. 14 november 2023 in de rechtbank NoordNederland
in de zaak tegen

[veroordeelde]

geboren op [geboortedatum] 1974 te [geboorteplaats] , thans verblijvende in [instelling] , hierna te noemen: veroordeelde.

Procesverloop

De officier van justitie heeft schriftelijk gevorderd dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling van de veroordeelde zal verlengen met twee jaren.
De behandeling van de vordering is aangevangen op 17 augustus 2023, waarbij de raadsman van veroordeelde, mr. C.J.J. Kwint, de officier van justitie en als deskundige mevrouw S.H. Kruisdijk, GZpsycholoog, aanwezig waren en gehoord zijn. Door technische problemen kon er geen videoverbinding worden gemaakt met veroordeelde vanuit de kliniek. Nu veroordeelde niet kon worden gehoord op de vordering, heeft de rechtbank besloten om veroordeelde rogatoir te laten horen in de kliniek door de rechter-commissaris. Het onderzoek op voornoemde datum is daarom geschorst voor onbepaalde tijd.
Veroordeelde is op 10 oktober 2023 rogatoir gehoord door de rechter-commissaris, waarvan het proces-verbaal aan het dossier is toegevoegd. De raadsman van veroordeelde heeft op
10 oktober 2023 per e-mail aangegeven dat de verklaring van veroordeelde geen aanleiding heeft gegeven voor aanvullende opmerkingen.
De behandeling van de vordering is voortgezet ter zitting van 2 november 2023, waarbij de officier van justitie aanwezig was. De raadsman van veroordeelde heeft met voorafgaande kennisgeving laten weten dat hij niet ter terechtzitting aanwezig zal zijn.
De rechtbank heeft acht geslagen op de stukken, waaronder met name het door het
plaatsvervangend hoofd van de inrichting ondertekende rapport met advies d.d. 10 juli 2023 (inclusief de aanvullend opgemaakte risicotaxatie), van het behandelteam van de instelling waar de veroordeelde van overheidswege wordt verpleegd en de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de veroordeelde.
De rechtbank heeft voorts gelet op de adviezen als bedoeld in artikel 6:6:12, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), opgemaakt door M.M. Sprock, psychiater en
M.M. Beijer, psycholoog (de zogenaamde vierjaarsadviezen), beiden niet verbonden aan de instelling waar de veroordeelde wordt verpleegd.

Motivering

De opgelegde terbeschikkingstelling
Bij arrest van 19 november 2004 heeft het toenmalige gerechtshof te Leeuwarden de veroordeelde wegens moord en verkrachting ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege.
De terbeschikkingstelling is aangevangen op 8 september 2009 en laatstelijk op 5 oktober 2021 verlengd met twee jaar.
Het advies van de instelling
In het verlengingsadvies wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar. In dit verlengingsadvies en de aanvullende risicotaxatie is onder meer het volgende aangegeven, zakelijk weergegeven:
Er is bij veroordeelde sprake van (chronische) complexe problematiek waarbij zowel door de kliniek als externe rapporteurs consistent wordt aangetoond dat recidive vooral gerelateerd is aan woede voorkomend uit krenking, verlies, onvermogen en overbelasting. Op basis van eerdere en huidige bevindingen wordt ingeschat dat veroordeelde vanwege zijn verhoogde krenkbaarheid en een te hoog aspiratieniveau, permanent onder druk staat. Recent is besloten mee te gaan in zijn wens om medicatie af te bouwen. Aanvankelijk wordt een positief effect waargenomen, maar al snel ontregelt veroordeelde manifom en (rand)psychotisch met een toenemend verlies van zijn realiteitstoetsing. Hij wordt teruggeplaatst in de [instelling] . Ter stabilisatie worden zowel medicamenteuze als gedragsmatige interventies ingezet. Met het huidige risicomanagement, zowel bij intramuraal verblijf als met begeleide als onbegeleide verloven, wordt het risico op terugval in (seksueel) gewelddadig gedrag als laag ingeschat. Het risico op verbaal geweld wordt ingeschat als matig. Kanttekening is dat als wordt afgebouwd met medicatie, de risico’s kunnen toenemen omdat spanning zich zichtbaar opbouwt. Het risicomanagement, verblijf op een individuele afdeling met een hoge mate van structuur, begeleiding en controle, is passend doordat er voldoende vat is op de risicofactoren en begeleiding hem vroegtijdig in de kraag kan vatten. Zonder het kader van de tbs-maatregel wordt het risico op terugval in gewelddadig gedrag ingeschat als matig tot hoog, wat op termijn oploopt naar hoog. Het risico op terugval in seksueel gewelddadig gedrag wordt ingeschat als matig tot hoog. Dit risico ontstaat waarschijnlijk op langere termijn. Overvragende omstandigheden vanuit de maatschappij leiden tot negatieve emotionaliteit, gevoelens van wraak en het willen terugwinnen van controle. Als hij frustraties niet langer het hoofd kan bieden neemt de kans op (seksueel) geweld toe. Een mogelijk vervolgtraject zal nog aanzienlijke tijd in beslag nemen. Voortzetting van de terbeschikkingstelling, het
dwingende kader met medicatie, toezicht, begeleiding en controle op met name de mate van negatieve emotionaliteit wordt noodzakelijk geacht daar dit op dit moment de voornaamste beschermende factoren zijn met het oog op het voorkomen van terugval in seksueel gewelddadig delictgedrag, gegeven de kernproblematiek van veroordeelde.
De deskundige mevrouw S.H. Kruisdijk heeft tijdens de zitting van 17 augustus 2023 het advies bevestigd en nader toegelicht.
De adviezen van de deskundigen als bedoeld in artikel 6:6:12, derde lid Sv.
In het door de deskundige M.M. Sprock, psychiater, op 10 juli 2023 opgemaakte rapport wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. Het advies houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
Bij veroordeelde is sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met narcistische en afhankelijke trekken (waarbij overeenkomsten worden gezien met autismeproblematiek) en zwakbegaafdheid. Daarnaast is sprake van een psychotrauma- of stressgerelateerde stoornis en een andere gespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis. Concluderend is er na gebruik van risicotaxatie-instrumenten en klinisch oordeel sprake van een ingeschat laag risico op recidive, geweld en zeden, bij voortzetting van de maatregel. Er zijn zeer weinig beschermende factoren zodat bij beëindiging van de maatregel de belangrijke beschermende prothese van het tbs-kader wegvalt en het recidiverisico kan oplopen naar matig tot hoog op de langere termijn. Het risicomanagement dient extern vormgegeven te worden waarbij een beschermende setting met voldoende mogelijkheden voor inschatting van zijn functioneren/spanningsniveau door middel van een signaleringsplan belangrijk is om eventueel tijdig bij te kunnen sturen. Monitoring van zijn seksualiteitsbeleving is eveneens noodzakelijk. Gezien de aanwezige recidiverisico’s bij beëindiging van de maatregel en veroordeelde nog een lange weg te gaan heeft voordat er gedacht kan worden aan voorwaardelijke beëindiging waarbij voorafgaand een fase van proefverlof verstandig lijkt, wordt een verlenging van de maatregel met twee jaar geadviseerd. Geadviseerd wordt om de verpleging te continueren.
In het door de deskundige M.M. Meijer, psycholoog op 24 mei 2023 opgemaakte rapport wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. De bevindingen en conclusies van de psycholoog met betrekking tot de diagnostiek, de recidiverisico’s en het verlengingsadvies van twee jaar, komen in de kern overeen met de bevindingen van de psychiater.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft zowel ter zitting van 17 augustus 2023 als ter zitting van
2 november 2023 gepersisteerd bij haar vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar.
Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsman
De veroordeelde en zijn raadsman hebben zich niet verzet tegen verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling, maar wel tegen de gevorderde duur van twee jaren.
Veroordeelde wil graag een verlenging met één jaar zodat over een jaar de rechtbank kan zien hoe veroordeelde er voor staat.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de in het onderliggende arrest voorkomende bewezenverklaring, de kwalificatie en de motivering van de opgelegde straf en maatregel, in onderling verband en samenhang bezien vast, dat het evident is dat de maatregel van terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van misdrijven gericht tegen of gevaar veroorzakend voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten moord en verkrachting. Dit betekent dat de maatregel niet in duur beperkt is en dus verlengd kan worden.
Op grond van de inhoud van voormelde adviezen, de door de deskundige gegeven toelichting en hetgeen overigens uit het onderzoek ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen vereist dat de termijn van de dwangmaatregel wordt verlengd. Met betrekking tot de verlengingstermijn overweegt de rechtbank dat gelet op de aanwezige recidiverisico’s bij beëindiging van de tbsmaatregel en de recente terugplaatsing in de [instelling] en de reeds ingezette dwangmedicatie waarvan over het effect nog weinig bekend is, er geen gronden aanwezig zijn om te verwachten dat de verpleging van overheidswege na een jaar voorwaardelijk zal worden beëindigd. Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank geen aanleiding om de termijn van de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen. Overeenkomstig de vordering en het verlengingsadvies zal de termijn met twee jaar worden verlengd.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van de veroordeelde met twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door mr. G. Eelsing, voorzitter, mr. H.R. Eising en mr. R. ter Haar, rechters, bijgestaan door mr. R.L.M. Meulman, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 14 november 2023.
Mr. R ter Haar is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.