In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 28 maart 2023 een beschikking gegeven inzake de machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De kinderrechter onderschrijft de zorgen van de gecertificeerde instelling (GI) over de mentale en fysieke veiligheid van [de minderjarige]. De GI heeft ernstige zorgen geuit over de thuissituatie van [de minderjarige], waar zij mogelijk wordt mishandeld en waar risico's op eergerelateerd geweld aanwezig zijn. De kinderrechter heeft vastgesteld dat een plaatsing in een gesloten setting noodzakelijk is om [de minderjarige] te beschermen en haar de kans te geven tot rust te komen.
De kinderrechter heeft eerder op 18 maart 2023 een spoedmachtiging verleend voor gesloten jeugdhulp voor de duur van vier weken. Tijdens de zitting op 28 maart 2023 is de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij [de minderjarige] aanwezig was, bijgestaan door haar advocaat, mr. H.W. de Jong. De ouders van [de minderjarige] zijn niet verschenen. De GI heeft verzocht om een machtiging gesloten jeugdhulp voor de resterende duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, tot 10 mei 2023. De kinderrechter heeft de zorgen van de GI bevestigd en de machtiging verleend, waarbij is opgemerkt dat binnen een open setting onvoldoende bescherming kan worden geboden.
De kinderrechter heeft ook overwogen dat het noodzakelijk is om te voorkomen dat [de minderjarige] zich aan de jeugdhulp onttrekt. De beslissing houdt in dat de kinderrechter de machtiging gesloten jeugdhulp verleent voor de periode van 28 maart 2023 tot 10 mei 2023. Dit oordeel is gebaseerd op de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [de minderjarige] ernstig belemmeren. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 6 april 2023. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.