ECLI:NL:RBNNE:2023:4685

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
24 maart 2023
Publicatiedatum
15 november 2023
Zaaknummer
188405
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige in het kader van de Jeugdwet

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 24 maart 2023 een beschikking gegeven over de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, als gecertificeerde instelling (GI), heeft verzocht om een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van drie maanden. Dit verzoek is gedaan in het kader van de Jeugdwet, waarbij de GI heeft aangegeven dat de gesloten plaatsing noodzakelijk is om de veiligheid van [de minderjarige] en zijn omgeving te waarborgen, gezien eerdere incidenten en de noodzaak voor structuur en begeleiding.

De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij [de minderjarige] en zijn moeder aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van de GI. De vader was opgeroepen maar is niet verschenen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er positieve ontwikkelingen zijn, zoals een nieuwe bijbaan en deelname aan therapieën, maar dat er ook zorgen blijven bestaan over de veiligheid en het gedrag van [de minderjarige].

De kinderrechter heeft geconcludeerd dat, ondanks de positieve ontwikkelingen, de gesloten plaatsing noodzakelijk blijft totdat er een geschikte vervolgplek voor [de minderjarige] is gevonden. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de duur van drie maanden, met de hoop dat er in die periode een passende vervolgplek kan worden gevonden. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Leeuwarden
Zaaknummer: C/17/188405 / JE RK 23-207
Datum uitspraak: 24 maart 2023
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: de GI (Gecertificeerde Instelling),
betreffende
[naam], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [de minderjarige] ,
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam],
hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
[naam],
hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats] .

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 1 maart 2023, ingekomen bij de griffie op 3 maart 2023;
- het aangepaste verzoekschrift van de GI van 10 maart 2023, ingekomen bij de griffie op 14 maart 2023;
- de instemmende verklaring van de gekwalificeerde gedragswetenschapper van 10 maart 2023, ingekomen bij de griffie op 17 maart 2023.
1.2.
Op 24 maart 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de zitting met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- [de minderjarige] , bijgestaan door mr. mr. T.W. Delhaye;
- de moeder;
- [naam] en [naam] , namens de GI.
1.3.
De vader is op de juiste wijze opgeroepen, maar niet ter zitting verschenen.

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [de minderjarige] .
2.2.
[de minderjarige] verblijft bij de [locatie] .
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 28 oktober 2022 [de minderjarige] onder toezicht gesteld tot 28 oktober 2023. Bij dezelfde beschikking heeft de kinderrechter een machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verleend tot 28 oktober 2023.
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft verder bij beschikking van 3 januari 2023 een spoedmachtiging verleend [de minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van vier weken. Vervolgens heeft de kinderrechter bij beschikking van 10 januari 2023 een machtiging verleend [de minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 31 maart 2023.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt een machtiging om [de minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden. Voor een onderbouwing van het verzoek verwijst de GI naar het verzoekschrift met bijlagen.
3.2.
Ter zitting heeft de GI aangegeven dat de afgelopen tijd positieve ontwikkelingen hebben plaatsgevonden. Zo heeft [de minderjarige] inmiddels een bijbaantje en dit lijkt goed te gaan. Daarnaast is [de minderjarige] onlangs gestart met therapie. Ondanks de positieve ontwikkelingen hebben zich de afgelopen periode wel nog incidenten voorgedaan tijdens het verblijf bij [locatie] , met name op de momenten waarbij [de minderjarige] meer vrijheden kreeg. Zo is [de minderjarige] tijdens (begeleid) verlof weggelopen en is hij betrokken geraakt bij twee incidenten, te weten een verdenking van winkeldiefstal en het ingooien van ruiten van een woonhuis. Gelet hierop in combinatie met de zorgen die er al lagen, meent de GI dat [de minderjarige] langer gesloten geplaatst moet blijven, om zijn veiligheid te kunnen waarborgen en waarbij ondertussen gekeken wordt naar een betere plek voor hem. De gesloten setting is volgens de GI noodzakelijk om te voorkomen dat [de minderjarige] zich onttrekt aan de hulpverlening en de therapieën.
3.3.
De GI heeft verder aangegeven dat zij de afgelopen tijd intensief gezocht heeft naar een passende vervolgplek voor [de minderjarige] en dat er nog geen concrete toezegging is voor een vervolgplek. Veel instanties vinden de situatie te complex, vanwege onder andere de 1 op1 begeleiding die [de minderjarige] nodig heeft en de therapieën die hij volgt. Zij raden de GI dan ook aan om het over een paar maanden weer te proberen wanneer [de minderjarige] meer gestabiliseerd is. Bij [locatie 2] wordt nog onderzocht of [de minderjarige] daar terecht kan, maar een garantie kan [de minderjarige] niet geven. Verder heeft er afgelopen week een intakegesprek bij REX plaatsgevonden, die nader onderzoek gaat doen naar de geschiedenis en de thuissituatie van [de minderjarige] en vanuit daar een duidelijk en passend advies kan geven over wat aansluit bij [de minderjarige] . De GI heeft nog steeds als doel om zo snel mogelijk een geschikte vervolgplek te vinden voor [de minderjarige] die hem meer toekomstperspectief geeft. [de minderjarige] kan - totdat er een andere plek gevonden is - bij de [locatie] verblijven.

4.Het standpunt van de belanghebbenden

4.1.
Het standpunt van [de minderjarige]
voelt zich eenzaam bij de [locatie] en wil graag naar een andere plek, het liefste in de buurt. [de minderjarige] wil niet langer gesloten geplaatst zijn . Dan wordt er toch op een bepaalde manier naar je gekeken. Bovendien ziet hij het nut hier niet van in, aangezien hij nu dezelfde vrijheden heeft als die hij zou hebben als op een open groep. [de minderjarige] heeft verder aangegeven zich inmiddels wat beter te voelen door de therapie en het feit dat hij een nieuwe bijbaan heeft. Volgens [de minderjarige] zijn er de afgelopen periode niet veel dingen verkeerd gegaan en hij gebruikt bijna geen drugs meer.
4.2.
De advocaat van [de minderjarige] heeft ter zitting verzocht om het verzoek af te wijzen. De zorgen die er zijn ziet [de minderjarige] niet zo. Er gebeurt weliswaar wel eens wat, maar in zijn beleving is dat niet zo ernstig als dat het gepresenteerd wordt. [de minderjarige] zit nu al enige tijd gesloten en hij wil graag meer perspectief en ergens (anders) naar toe. [de minderjarige] heeft het gevoel dat hij blijft hangen en niet verder komt. De advocaat heeft nog benoemd dat het 'label' gesloten plaatsing de kans op het vinden van een passende vervolgplek mogelijk verkleint. Indien dit anders gepresenteerd wordt bij andere instellingen, wordt de zoektocht naar een vervolgplek wellicht ook makkelijker. Subsidiair is door de advocaat verzocht het verzoek voor een kortere duur te verlenen omdat een voorwaardelijke machtiging een mogelijke optie kan zijn. [de minderjarige] maakt immers positieve ontwikkelingen door. Hij heeft een nieuwe bijbaan, gebruikt minder drugs én de voorwaardelijke jeugddetentie die onlangs is opgelegd is voor hem een stok achter de deur. De GI kan dan onderzoeken welke voorwaarden gesteld kunnen worden en [de minderjarige] kan dan laten zien dat hij de positieve ontwikkelingen door kan zetten, zich aan de voorwaarden houdt en op die manier een vervolgplek verdient. De advocaat heeft betoogd dat het niet de bedoeling mag zijn om de gesloten machtiging telkens te verlengen om de reden dat er geen vervolgplek is. Er dient specifiek zicht te worden verkregen op wat er dan precies is gedaan om een vervolgplek te vinden.
4.3.
Het standpunt van de moeder
De moeder heeft ter zitting aangegeven dat zij een positieve verandering ziet bij [de minderjarige] . [de minderjarige] is blij dat hij een nieuwe bijbaan heeft waar hij voldoening uit haalt. De moeder heeft het gevoel dat [de minderjarige] daardoor beter in zijn vel zit en ook het contact tussen de moeder en [de minderjarige] is toegenomen.

5.De beoordeling

5.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter overweegt hierover het volgende.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling op zitting is het de kinderrechter gebleken dat er positieve ontwikkelingen zijn. Zo heeft [de minderjarige] een nieuwe bijbaan en is hij gestart met (een deel van) de noodzakelijke therapieën. De omstandigheid dat de positieve lijn nog heel pril is maakt dat de kinderrechter het te vroeg vindt om het onderhavige verzoek af te wijzen. De kinderrechter neemt hierbij ook in overweging dat [de minderjarige] in de afgelopen tijd een keer is weggelopen, en zich een keer heeft onttrokken aan het zicht van de begeleiding en betrokken is geweest bij (strafbare) incidenten.
5.3.
De kinderrechter is van oordeel dat in ieder geval totdat een geschikte vervolgplek voor [de minderjarige] is gevonden, de gesloten plaatsing bij [locatie] voort moet duren om de veiligheid van zowel [de minderjarige] als zijn omgeving te waarborgen. De kinderrechter is van oordeel dat [de minderjarige] op dit moment nog de structuur, 1 op1 begeleiding en de geborgenheid van een gesloten machtiging nodig heeft om te voorkomen dat [de minderjarige] verder afglijdt en opnieuw betrokken raakt bij incidenten. De kinderrechter meent verder dat de gesloten machtiging kan borgen dat de noodzakelijk therapiesessies - waar [de minderjarige] onlangs mee is gestart - op een goede manier worden volbracht, zodat [de minderjarige] de positieve ontwikkelingen hopelijk langdurig kan vasthouden en voortzetten.
5.4.
De kinderrechter is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat de GI voldoende heeft onderbouwd dat een vrijwillig en open kader nog onvoldoende mogelijkheden biedt om de zorgen over [de minderjarige] en de ontwikkelingsbedreigingen weg te nemen. Er bestaat nog een te groot risico dat [de minderjarige] zich vanuit een vrijwillige en open setting aan de noodzakelijke hulpverlening zal onttrekken.
De kinderrechter spreekt de hoop uit dat [de minderjarige] over drie maanden - en zo mogelijk en bij voorkeur eerder - daadwerkelijk terecht kan bij een passende vervolgplek en dat [de minderjarige] zich daarnaast blijft inzetten voor de therapieën en zijn bijbaan. Hoe meer stabilisatie er komt, hoe meer kans [de minderjarige] heeft op een passende vervolgplek.
5.5.
Gelet op het voorgaande is de kinderrechter van oordeel dat er is voldaan aan de wettelijke vereisten zoals genoemd in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet. De kinderrechter ziet, anders dan de advocaat, geen aanleiding om de duur van de machtiging te bekorten en zal daarom de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen voor de verzochte periode van drie maanden.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [de minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 24 maart 2023 tot 24 juni 2023.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 24 maart 2023 door mr. M. Jansen, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. Y. Bos, als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beslissing is vastgesteld op 7 april 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.