ECLI:NL:RBNNE:2023:4684

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
23 maart 2023
Publicatiedatum
15 november 2023
Zaaknummer
188517
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bekrachtiging van een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp en afwijzing van een aansluitende machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige met complexe problematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter op 23 maart 2023 uitspraak gedaan over een verzoek tot het verlenen van een machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De kinderrechter bekrachtigt de eerder verleende spoedmachtiging gesloten jeugdhulp van 14 maart 2023, die was verleend voor de duur van vier weken. Het verzoek van de gezinsvoogd om aansluitend een machtiging tot gesloten jeugdhulp te verlenen, wordt afgewezen. De kinderrechter oordeelt dat de huidige situatie, waarbij [de minderjarige] bij zijn moeder verblijft en er een Bed op Recept beschikbaar is, een goede constructie kan zijn, maar dat deze constructie niet juridisch kan worden ondersteund door een machtiging tot gesloten jeugdhulp. De Jeugdwet biedt geen mogelijkheid om een machtiging te verlenen als van tevoren al bekend is dat deze zal worden geschorst. De kinderrechter wijst erop dat er eerst sprake moet zijn van een opname voordat er geschorst kan worden. De kinderrechter benadrukt dat de situatie van [de minderjarige] complex is, met een voorgeschiedenis van risicovol gedrag en verschillende plaatsingen die niet succesvol zijn geweest. De kinderrechter concludeert dat de huidige constructie, hoewel niet ideaal, voorlopig de beste optie is voor [de minderjarige].

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaakgegevens : C/17/188517 / JE RK 23-229
datum uitspraak: 23 maart 2023
Beschikking van de kinderrechter over een (spoed)machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
Regiecentrum Bescherming en Veiligheid,
hierna te noemen de voogd,
gevestigd te Leeuwarden,
betreffende
[naam], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , hierna te noemen [de minderjarige] .
De kinderrechter merkt als informant aan:
[naam], hierna te noemen de moeder,
wonende te [woonplaats] .

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 14 maart 2023, ingekomen bij de griffie op diezelfde dag;
- de beschikking van de kinderrechter van 14 maart 2023;
- de instemmende verklaring d.d. 14 maart 2023 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper;
- een brief van Jeugdhulp Friesland met bijlagen van 17 maart 2023, ter zitting overgelegd door de GI.
1.2.
Op 20 maart 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- namens de voogd, [naam] ,
- [de minderjarige] , bijgestaan door mr. A. Atema,
- de moeder.

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van 2 mei 2018 is [de minderjarige] onder voogdij gesteld van het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid, gevestigd te Leeuwarden.
2.2.
Bij beschikking van 14 maart 2023 is een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp betreffende [de minderjarige] verleend voor de duur van vier weken, tot 11 april 2023. De beslissing op het verzoek om de machtiging aansluitend te verlenen voor de duur van drie maanden is voor het overige aangehouden.
2.3.
[de minderjarige] verblijft bij zijn moeder.

3.Het verzoek

3.1.
De voogd handhaaft het verzoek om [de minderjarige] aansluitend op de verleende spoedmachtiging in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden. De voogd heeft dit verzoek onderbouwd in het verzoekschrift met bijlagen en ter zitting nader toegelicht.
3.2.
[de minderjarige] is een veertienjarige jongen die belast is met een heftige voorgeschiedenis, waarbij er sprake is van een reactieve hechtingsstoornis en trauma. Vanuit deze problematiek kan hij tot risicovol handelen komen, zoals weglopen, brandstichten, slopen van ruimten en bedreigen van anderen. Dit gedrag wordt met name gezien tijdens escalaties, waarbij [de minderjarige] ook uit het contact met anderen gaat en lijkt te dissociëren. [de minderjarige] verbleef de afgelopen jaren op verschillende locaties, onder andere in een crisispleeggezin, [locatie 1] , [locatie 2] en [locatie 3] . Deze plaatsingen verliepen wisselend en zijn uiteindelijk allemaal beëindigd en/of vastgelopen. Hierdoor woont [de minderjarige] op dit moment bij zijn moeder en krijgen de moeder en [de minderjarige] ambulante hulpverlening vanuit [locatie 3] . [de minderjarige] volgt geen onderwijs en behandeling is tot op heden niet van de grond gekomen.
3.3.
De reden van het spoedverzoek is gelegen in het volgende. [de minderjarige] is in de nacht van 13 maart 2023 naar [locatie 3] afgereisd. Daar heeft hij een ruit van een kantoor ingeslagen met een hamer. [de minderjarige] heeft op deze manier sleutels van de locatie in bezit gekregen waardoor hij bij een andere cliënt op de kamer kon komen. [de minderjarige] heeft deze andere cliënt bedreigd met de hamer en heeft diverse spullen met de hamer vernield. [de minderjarige] is na dit incident door de politie aangetroffen op het kantoor van [locatie 3] en meegenomen voor verhoor.
3.4.
Inmiddels is de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp geschorst in die zin, dat bij [locatie 2] een Bed op Recept voor hem beschikbaar is voor de momenten dat [de minderjarige] zichzelf niet onder controle heeft en er een time out nodig is. Omdat [de minderjarige] af en toe verkeerde keuzes blijft maken waarbij hij de gevolgen niet kan overzien, is de GI van mening dat [de minderjarige] op die momenten een bedreiging is voor zichzelf of zijn omgeving. Daarom is een gesloten plaatsing ter stabilisering van drie maanden noodzakelijk is. Een reguliere open plek is niet geschikt voor [de minderjarige] omdat men daar niet de expertise heeft gericht op de problematiek van [de minderjarige] . Als het verzoek wordt toegewezen, zal ook die machtiging direct bij aanvang worden geschorst en enkel gebruikt worden om [de minderjarige] de mogelijkheid van een time out, in feite een Bed op Recept, te kunnen bieden op een plek met professionele begeleiders. Het is niet de bedoeling om hem gesloten te plaatsen. De GI ziet een voorwaardelijke machtiging niet als een effectieve mogelijkheid, omdat [de minderjarige] zich naar alle waarschijnlijkheid niet aan de voorwaarden zal kunnen houden. Aan de schorsing ligt geen verklaring van een gedragswetenschapper ten grondslag.

4.Het standpunt van [de minderjarige]

4.1.
Door en namens [de minderjarige] is verzocht om het verzoek af te wijzen. [de minderjarige] wil niet gesloten worden geplaatst. Hij wil wel gebruik maken van de mogelijkheid van een Bed op Recept. De situatie is complex. De ene dag wordt verzocht om een machtiging gesloten jeugdhulp, ondersteund wordt door een gedragswetenschapper. De andere dag wordt de machtiging geschorst, ondersteund door een advies van Elker en Jeugdhulp Friesland, waarbij aangegeven wordt dat een gesloten plaatsing escalerend en destructief gedrag in de hand werkt. De verleende spoedmachtiging kan op grond van het verzoek en het advies van de gedragswetenschapper bekrachtigd kunnen worden. Om op voorhand een nog niet afgegeven machtiging te schorsen is een brug te ver. Er zijn teveel onduidelijkheden. Er heeft zich bovendien geen gedragswetenschapper uitgelaten over de schorsing van de spoedmachtiging. [de minderjarige] wil het vertrouwen hebben. Hij is nu wel bereid om mee te werken aan een voorwaardelijke machtiging. Dit verzoek zou binnen de termijn van de verleende spoedmachtiging ingediend kunnen worden.

5.Het standpunt van de moeder

5.1.
De moeder voelt niets voor een gesloten plaatsing van [de minderjarige] . Hij verblijft nu bij haar en dat gaat goed. Omdat [de minderjarige] in een hele korte tijd erg boos kan worden is het wel goed dat hij ergens terecht kan voor een time out. Een stok achter de deur is misschien ook wel een goed idee. De moeder denkt dat de situatie verbetert als [de minderjarige] weer naar school kan gaan.

6.De beoordeling

6.1.
De kinderrechter is van oordeel dat de beschikking van 14 maart 2023, waarbij de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp is verleend, op terechte gronden is gegeven en dat deze beschikking in stand moet blijven. De crisis en de zorgen die er op dat moment waren rechtvaardigen die beslissing.
6.2.
De kinderrechter zal het verzoek voor het overige afwijzen en overweegt daartoe als volgt.
6.3.
Er zijn al lange tijd zorgen over [de minderjarige] die belast is met een heftige voorgeschiedenis, waarbij er sprake is van een reactieve hechtingsstoornis en trauma. Hij vertoont risicovol gedrag waarbij hij zichzelf en anderen in gevaar brengt. [de minderjarige] heeft al veel verschillende opvoedsituaties gehad. Deze plaatsingen zijn beëindigd dan wel vastgelopen. Het is lastig gebleken om een goede en passend plek voor [de minderjarige] te vinden. Het is positief dat er uiteindelijk met behulp van het Regionaal Expertiseteam afspraken zijn gemaakt over de hulpverlening en dat ingestoken wordt ambulante hulpverlening en ook dat er zicht is op dagbesteding en onderwijs. Vanwege het incident op 13 maart 2023 is [de minderjarige] gesloten geplaatst. Deze plaatsing is kort daarna geschorst, omdat zowel Elker als Jeughulp Friesland een gesloten plaatsing voor [de minderjarige] niet passend vinden. Jeugdhulp Friesland heeft wel aangegeven voor de duur van vier maanden garant te staan voor een Bed op Recept voor [de minderjarige] . Omdat er geen andere geschiktere plek is voor [de minderjarige] , verblijft hij momenteel bij zijn moeder.
Hoewel een onafhankelijk gedragswetenschapper zich niet hierover heeft uitgelaten, kan de kinderrechter zich goed voorstellen dat de huidige constructie, waarbij [de minderjarige] bij zijn moeder verblijft, maar waarbij er wel een Bed op Recept achter de hand blijft, een goede constructie kan zijn voor [de minderjarige] . De kinderrechter is echter van oordeel dat deze constructie juridisch niet kan door middel van een machtiging gesloten jeugdhulp. De Jeugdwet kent niet de mogelijkheid om een machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen waarbij op voorhand al bekend is dat deze wordt geschorst. Uit artikel 6.1.12 van de Jeugdwet blijkt dat er geschorst kan worden indien de hulpverlening van mening is dat een opname niet
langernoodzakelijk is. Daaruit kan worden afgeleid dat er wel eerst sprake moet zijn van een opname. Daarvan is hier geen sprake. [de minderjarige] verblijft namelijk gewoon thuis bij zijn moeder. Juist voor deze situaties heeft de wetgever een voorwaardelijke machtiging bedoeld. In dat kader kan bijvoorbeeld een voorwaarde geformuleerd worden die gelijk is aan de het criterium waaraan nu voldaan moet worden als er gebruik gemaakt gaat worden van een Bed op Recept. Overigens kan een eenmaal omgezette voorwaardelijk machtiging die daardoor onvoorwaardelijk wordt ook geschorst worden.

7.De beslissing

De kinderrechter:
7.1.
bekrachtigt de beschikking van 14 maart 2023, waarbij de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp is verleend voor de duur van vier weken;
7.2.
wijst het verzoek van de GI om aansluitend op de verleende spoedmachtiging van
14 maart 2023, een machtiging gesloten jeugdhulp betreffende [de minderjarige] te verlenen, af.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.J. Baken, kinderrechter, in tegenwoordigheid van de griffier en in het openbaar uitgesproken op 23 maart 2023. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgelegd op 29 maart 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden
fn 315