ECLI:NL:RBNNE:2023:4680

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
19 juni 2023
Publicatiedatum
14 november 2023
Zaaknummer
189717
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van vier maanden

Op 19 juni 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een tussenbeschikking gegeven in de zaak betreffende de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedag] 2008. Deze beschikking volgt op een eerdere spoedmachtiging van 8 juni 2023, waarbij de minderjarige voor vier weken in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp werd geplaatst. De kinderrechter heeft de zaak op 19 juni 2023 voortgezet, waarbij de minderjarige en haar advocaat, mr. E.M.A. Leijser, digitaal aanwezig waren. De vader van de minderjarige was niet aanwezig.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige een lange voorgeschiedenis heeft van ernstige opgroeiproblemen, waaronder verlating, mishandelingen en seksueel misbruik. De minderjarige heeft eerder in een gesloten setting verbleven, maar heeft zich daar meermalen aan onttrokken. De kinderrechter oordeelt dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om de veiligheid van de minderjarige te waarborgen en om haar te helpen bij haar ontwikkeling. De kinderrechter verleent daarom een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor de duur van vier maanden, tot 19 oktober 2023, en houdt de beslissing op het overige aan tot een volgende zitting.

De kinderrechter benadrukt dat de machtiging zo kort mogelijk moet duren en dat de minderjarige een stip op de horizon moet hebben. De betrokkenen zijn het erover eens dat de minderjarige nog niet klaar is voor een open setting en dat de gesloten machtiging noodzakelijk is om verdere onveilige situaties te voorkomen. De kinderrechter heeft geen mogelijkheid geboden voor het opstellen van een familiegroepsplan, gezien de concrete bedreigingen in de ontwikkeling van de minderjarige.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Leeuwarden
Zaaknummer: C/17/189717 / JE RK 23-500
Datum uitspraak: 19 juni 2023
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
het college van Burgemeester &Wethouders van de gemeente Tytsjerksteradiel,
gevestigd te Burgum, hierna te noemen: het college.
betreffende
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2008,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. E.M.A. Leijser, te Tilburg.
De rechtbank merkt als belanghebbende aan:
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende te Burgum.

1.Het verdere procesverloop

1.1.
Bij beschikking van 8 juni 2023, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast moet worden beschouwd, heeft de kinderrechter een spoedmachtiging verleend om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van vier weken, te weten tot 6 juli 2023. De beslissing op het verzoek is voor het overige aangehouden tot de zitting met gesloten deuren op 19 juni 2023.
1.2.
Na 8 juni 2023 heeft het collega desgevraagd op 14 juni 2023 opnieuw bij de rechtbank ingediend:
- de (aanvullende) instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 8 juni 2023;
- de instemmingsverklaring van de vader van 2 juni 2023.
1.3.
Op 19 juni 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de zitting met gesloten deuren voortgezet. Verschenen en gehoord zijn:
- [minderjarige] , bijgestaan door mr. E.M.A. Leijser (digitaal aanwezig);
- [naam] , namens het college.
1.4.
De vader was niet aanwezig.

2.De feiten

Voor de vaststaande feiten verwijst de kinderrechter naar de beschikking van 8 juni 2023, met dien verstande dat [minderjarige] niet langer bij Fier in [plaats] verblijft maar op een gesloten groep van Elker in [plaats] .

3.Het verdere verzoek

3.1.
Het college handhaaft het verzoek om, in aansluiting op de verleende spoedmachtiging gesloten jeugdhulp, een machtiging te verlenen om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de resterende duur van de verzochte zes maanden. Voor de onderbouwing van het verzoek verwijst het college naar het verzoekschrift en de daaraan gehechte bijlagen.
3.2.
Ter zitting heeft het college het verzoek kort toegelicht en naar voren gebracht dat [minderjarige] de gesloten kaders nodig heeft om aan zichzelf te kunnen werken en om ervoor te zorgen dat haar veiligheid gewaarborgd blijft. Daarbij is niet het uitgangspunt dat [minderjarige] de gehele duur gesloten moet blijven. Afhankelijk van het gedrag van [minderjarige] wordt steeds meer toegewerkt naar het toekennen van meer vrijheden.

4.Het standpunt van de belanghebbenden

4.1.
[minderjarige]
heeft aangegeven dat het op dit moment prima met haar gaat. [minderjarige] ziet in dat zij nu een gesloten setting nodig heeft en dat zij hier aan zichzelf kan werken.
4.2.
Door de advocaat is ter zitting aangegeven dat iedereen het erover eens is dat er sprake is van ernstige opgroeiproblemen bij [minderjarige] . [minderjarige] is het er mee eens dat een gesloten machtiging noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat zij zich niet aan de benodigde behandeling onttrekt en niet meer in onveilige situaties terecht komt. [minderjarige] heeft een goed plaatsingsgesprek gehad en doelen voor zichzelf opgesteld waarbij zij aangeeft vier maanden nodig te hebben om echt de volgende stap te maken. Om die reden wordt door en namens [minderjarige] verzocht de gesloten machtiging toe te wijzen voor de duur van maximaal vier maanden en de resterende duur af te wijzen of aan te houden, om een nieuw toetsingsmoment in te lassen.
4.3.
De vader
Uit de instemmende verklaring komt naar voren dat de vader instemt met het verblijf van [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp.

5.De verdere beoordeling

Ten aanzien van de verleende spoedmachtiging
5.1.
Gelet op de concrete onveilige situatie waarin [minderjarige] verkeerde is de kinderrechter van oordeel dat de bij beschikking van 8 juni 2023 verleende spoedmachtiging gesloten jeugdhulp op de juiste gronden is verleend en in stand dient te blijven.
Ten aanzien van het resterende verzoek
5.2.
Aan de kinderrechter ligt het verzoek voor om een machtiging gesloten jeugdhulp ten aanzien van [minderjarige] te verlenen voor de resterende duur van de verzochte zes maanden. De kinderrechter overweegt als volgt.
5.3.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de rechtbank deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
5.4.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling op zitting is gebleken dat [minderjarige] een lange voorgeschiedenis kent met verlating, mishandelingen, seksueel misbruik en diverse verhuizingen. [minderjarige] heeft problemen op onder andere het gebied van trauma, gedrag en drugsgebruik. [minderjarige] is eerder gesloten geplaatst geweest omdat zij zich onttrok aan het gezag van de vader en er veel zorgen waren over haar ontwikkeling en kwetsbaarheid in contacten met (meerderjarige) mannen. [minderjarige] is in februari 2023 overgeplaatst naar de behandelgroep bij Fier in Leeuwarden. Begin april 2023 is de gesloten machtiging van [minderjarige] niet verlengd en vanaf dat moment is zij meermalen weggelopen van de groep en onttrok zij zich aan de behandeling. Er was weinig zicht op [minderjarige] en niet duidelijk was wat zij deed als zij niet op de groep verbleef. Als [minderjarige] weer terugkwam op de groep, leek zij telkens onder invloed te zijn. Begin juni is [minderjarige] door de politie aangetroffen in een kamer vol met mannen. [minderjarige] overziet de gevaren van haar gedrag niet en accepteert de benodigde behandeling onvoldoende waardoor het verblijven op een open groep niet meer lukt. [minderjarige] heeft zelf ook ter zitting erkend dat zij nog niet klaar is voor een open groep. [minderjarige] kan nog niet goed met vrijheden omgaan waardoor zij onjuiste keuzes maakt en daardoor in onveilige situaties terechtkomt. De kinderrechter is dan ook van oordeel dat aan de gronden van artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet is voldaan en dat het verzoek om [minderjarige] langer in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven, dient te worden toegewezen.
5.5.
Ten aanzien van de duur overweegt de kinderrechter het volgende. Ter zitting is duidelijk naar voren gekomen dat alle betrokkenen het er over eens zijn dat er zorgen zijn over de opgroeiproblemen van [minderjarige] en dat het noodzakelijk is dat zij langer gesloten geplaatst blijft om de benodigde behandeling aan te kunnen gaan en om te voorkomen dat [minderjarige] wederom in onveilige situaties terecht komt. De kinderrechter is van oordeel dat de komende maanden daar zeker nog voor nodig zijn. Daarbij is de kinderrechter ook van oordeel dat de gesloten machtiging altijd zo kort mogelijk moet duren en het is belangrijk dat [minderjarige] een stip op de horizon heeft. Dit temeer omdat [minderjarige] nog zo jong is en al eerder een periode (van ongeveer negen maanden) gesloten heeft gezeten. Om die reden zal de kinderrechter (deels) meegaan in het verzoek van de advocaat, in die zin dat de kinderrechter de machtiging gesloten jeugdhulp vanaf heden zal verlenen voor een periode van vier maanden, te weten tot 19 oktober 2023. De kinderrechter zal de beslissing op het verzoek voor het overige deel aanhouden tot de zitting van
6 oktober 2023, 13.00 uur. [minderjarige] kan dan laten zien hoe het gaat en beoordeeld wordt dan of de gesloten machtiging nog langer nodig is. Mocht het college van oordeel zijn dat een gesloten machtiging na vier maanden niet langer noodzakelijk is, dan kan het college het resterende deel van het verzoek intrekken en hoeft er geen zitting meer plaats te vinden.
5.6.
De kinderrechter heeft niet de mogelijkheid geboden een familiegroepsplan op te stellen. Gelet op de concrete bedreigingen in de ontwikkeling van [minderjarige] heeft de rechtbank hiervan afgezien.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang vanaf heden tot 19 oktober 2023;
6.2.
houdt de beslissing op het overige aan tot de zitting met gesloten deuren op
6 oktober 2023, 13.00 uur, waarvoor betrokkenen nog een nadere oproep zullen ontvangen;
6.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 19 juni 2023 door mr. I.M. Dölle, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. Y. Bos als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 3 juli 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.