ECLI:NL:RBNNE:2023:4676

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
4 juli 2023
Publicatiedatum
14 november 2023
Zaaknummer
189943
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een machtiging voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige met complexe problematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter op 4 juli 2023 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlening van een machtiging voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, geboren in 2006, die te maken heeft met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. De kinderrechter had eerder op 21 juni 2023 een spoedmachtiging verleend voor een periode van vier weken, waarna de zaak op 4 juli opnieuw werd behandeld. De voogd, vertegenwoordigd door de gecertificeerde instelling (GI), heeft het verzoek ingediend om de machtiging voor gesloten jeugdhulp te verlengen tot de meerderjarigheid van de minderjarige, die op 14 januari 2024 zal plaatsvinden.

De minderjarige heeft een belaste voorgeschiedenis, waaronder huiselijk geweld en kindermishandeling, en is na verschillende plaatsingen in instellingen in een gezinshuis geplaatst. De voogd heeft grote zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige, die kwetsbaar is en een onveilige gehechtheid vertoont. De minderjarige heeft recentelijk een relatie onderhouden met een volwassene en is gedurende een periode van bijna twee maanden vermist geweest. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de zorgen van de voogd terecht zijn en dat de minderjarige in een gesloten setting moet worden geplaatst om haar veiligheid te waarborgen.

De kinderrechter heeft het verzoek voor een machtiging gesloten jeugdhulp toegewezen, maar voor een kortere periode dan verzocht, tot 4 oktober 2023. Er zal een tussentijds evaluatiemoment plaatsvinden op 14 september 2023 om de voortgang te bespreken. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat de minderjarige, indien mogelijk, voor haar achttiende verjaardag in een open setting kan verblijven, mits dit veilig is. De voogd is opgedragen om over drie maanden te rapporteren over de stand van zaken en een nieuwe verklaring van een gedragswetenschapper te overleggen indien het verzoek voor de resterende duur wordt gehandhaafd.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaakgegevens : C/17/189943 / JE RK 23-554
datum uitspraak: 4 juli 2023
Beschikking machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
Het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid,hierna te noemen de GI (gecertificeerde instelling), hierna te noemen de voogd, gevestigd te Leeuwarden,
betreffende
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2006 te Heerenveen,
hierna te noemen [minderjarige] .

1.Het verdere procesverloop

1.1.
Bij beschikking van 21 juni 2023, waarvan de inhoud hier als overgenomen en ingelast moet worden beschouwd, heeft de kinderrechter een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 21 juni 2023 voor de duur van vier weken en de beslissing op het verzoek voor het overige aangehouden tot de zitting met gesloten deuren op 4 juli 2023.
1.2.
Op 4 juli 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn:
  • [minderjarige] , bijgestaan door mr. M.R. Rauwerda,
  • namens de voogd, de heer [naam] .

2.Het verzoek

2.1.
De voogd handhaaft het verzoek om aansluitend aan de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp een machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen voor de resterende duur tot aan de meerderjarigheid van [minderjarige] , te weten tot 14 januari 2024.
2.2.
De voogd maakt zich grote zorgen over (de ontwikkeling van) [minderjarige] . [minderjarige] is een zeer kwetsbaar meisje waarbij sprake is van een belaste voorgeschiedenis en complexe persoonlijke problematiek. [minderjarige] heeft tot haar tiende jaar bij haar ouders gewoond in een situatie die onveilig en onvoorspelbaar voor haar was en waar sprake was van huiselijk geweld en kindermishandeling. Zij is na verblijf in een aantal instellingen in januari 2019 in een gezinshuis geplaatst en het ouderlijk gezag van beide ouders is bij beschikking van 14 augustus 2019 beëindigd. Er lijkt bij [minderjarige] sprake te zijn van een onveilige gehechtheid. Er zijn grote zorgen over de beïnvloedbaarheid van [minderjarige] en volgens de laatste informatie vanuit de open groep waar [minderjarige] eerder verbleef (na een eerder verblijf binnen een gesloten setting) zou [minderjarige] een relatie onderhouden met een 39-jarige man. Half april 2023 is zij vanuit De Buurderij te Burgum weggelopen en vanaf dat moment tot medio juni 2023 is [minderjarige] vermist geweest. Al die tijd is zij ook uit het contact met de voogd geweest. [minderjarige] is uiteindelijk aangetroffen bij de man van 39 jaar. Tegen hem is aangifte gedaan en hij zal (mogelijk) worden vervolgd. [minderjarige] is niet in staat om zelf beslissingen te nemen zonder rekening te houden met haar eigen veiligheid, welzijn en welbevinden. De buitenwereld trekt aan haar (en dit zijn vaak de verkeerde mensen voor [minderjarige] ) en [minderjarige] kan er geen weerstand aan bieden. [minderjarige] heeft ook bij terugkomst aangegeven dat als ze weer vrij is, ze weer naar deze man terug gaat. Vanwege de zeer grote zorgen over [minderjarige] is het noodzakelijk dat zij in een gesloten voorziening wordt geplaatst. Alleen dan kan haar veilig gewaarborgd worden en kan haar situatie stabiliseren. Voor de periode vanaf haar meerderjarigheid wil de voogd op zoek gaan naar een beschermde woonvorm voor [minderjarige] . Dat acht de voogd het beste voor [minderjarige] vanwege haar kwetsbaarheid.

3.Het standpunt van [minderjarige]

Door en namens [minderjarige] wordt niet ingestemd met het verzoek. [minderjarige] wil graag nog één laatste kans om binnen een open groep te laten zien dat zij zich aan de afspraken zal houden. Een machtiging gesloten jeugdhulp voor de verzochte duur voelt voor [minderjarige] als afstraffen. Daarnaast is [minderjarige] bijna achttien jaar en zij wil gaan werken aan haar toekomst. Een machtiging gesloten jeugdhulp voelt als terug bij af. [minderjarige] zal moeten leren veilige keuzes te maken, maar dit kan ook in een open setting. [minderjarige] is bereid om hierover afspraken te maken en zich hier ook aan te houden. Een gesloten plaatsing is niet de oplossing. Namens [minderjarige] wordt verzocht de machtiging voor een heel korte duur toe te wijzen, zodat de voogd in die periode met een plan kan komen waarbij [minderjarige] in een open setting wordt geplaats, al dan niet met een voorwaardelijke machtiging, dan wel in een voorziening voor pleegzorg, waarbij zij een soort van één op één begeleiding heeft. Namens [minderjarige] wordt geen verweer gevoerd tegen de spoedmachtiging.

4.De verdere beoordeling

4.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend als naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien moet de opneming en verblijf noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
4.2.
De kinderrechter is van oordeel dat aan de gronden uit artikel 6.1.2. Jeugdwet is voldaan en zal het verzoek dan ook - zij het op dit moment gedeeltelijk - toewijzen. De kinderrechter onderschrijft de zorgen van de GI over (de ontwikkeling van) [minderjarige] . Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat de zorgen terecht zijn. Daar komt bij dat [minderjarige] niet inziet dat zij door haar problematiek en met haar gedrag in voor haar onveilige situaties terechtkomt. De afgelopen periode is [minderjarige] diverse malen weggelopen en de laatste keer was zij bijna twee maanden vermist, waarbij zij al die tijd uit contact was met de voogd en het onduidelijk was waar zij verbleef en met wie. De kinderrechter acht dit zeer zorgelijk. Gelet op het voorgaande is de kinderrechter van oordeel dat [minderjarige] moet worden geplaatst binnen een gesloten setting zodat zij kan worden beschermd tegen zichzelf en haar gedrag dat haar in onveilige situaties brengt kan worden tegengegaan. De kinderrechter acht het van belang dat er met [minderjarige] vanuit een veilige en beschermde woonomgeving kan worden gewerkt aan haar weerbaarheid en zelfstandigheid voordat zij de overstap maakt naar een passende vervolgplek.
4.3.
Wel ziet de kinderrechter aanleiding om het verzoek op dit moment voor een kortere periode toe te wijzen dan verzocht en de beslissing op het verzoek voor het overige aan te houden. De kinderrechter acht het van belang dat er een tussentijds evaluatiemoment is om de voortgang te bespreken en te beoordelen of gesloten jeugdzorg dan nog langer noodzakelijk is. De kinderrechter overweegt in dit verband dat het juist in het belang van [minderjarige] is dat zij enige tijd voor haar achttiende verjaardag in een open setting kan verblijven, mits dat voor haar voldoende veilig is. De voogd zal daarom worden opgedragen om over drie maanden te rapporteren over de stand van zaken van dat moment, waarbij de voogd tevens een nieuwe verklaring van een gekwalificeerde gedragswetenschapper moet overleggen in geval de voogd het verzoek voor het overige handhaaft.
4.4.
Dit oordeel houdt tevens in dat de spoedmachtiging van 21 juni 2023 op terechte gronden is gegeven.

5.De beslissing

De kinderrechter:
5.1.
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 4 juli 2023 tot uiterlijk 4 oktober 2023 betreffende [minderjarige] ;
5.2.
houdt de beslissing op het verzoek voor het overige aan tot de zitting met gesloten deuren van
14 september 2023 om 9:00 uur;
5.3.
draagt de voogd op om uiterlijk
7 september 2023schriftelijk te rapporteren over de stand van zaken;
5.4.
draagt de voogd op om uiterlijk
7 september 2023een nieuwe verklaring van een gekwalificeerde gedragswetenschapper over te leggen, als het verzoek voor de resterende duur wordt gehandhaafd.
Deze beschikking is gegeven door mr. I. Zetstra, kinderrechter, in tegenwoordigheid van O.C.F. de Haan als griffier en in het openbaar uitgesproken op 4 juli 2023. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 14 juli 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden
c589