In deze zaak heeft de kinderrechter op 4 juli 2023 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlening van een machtiging voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, geboren in 2006, die te maken heeft met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. De kinderrechter had eerder op 21 juni 2023 een spoedmachtiging verleend voor een periode van vier weken, waarna de zaak op 4 juli opnieuw werd behandeld. De voogd, vertegenwoordigd door de gecertificeerde instelling (GI), heeft het verzoek ingediend om de machtiging voor gesloten jeugdhulp te verlengen tot de meerderjarigheid van de minderjarige, die op 14 januari 2024 zal plaatsvinden.
De minderjarige heeft een belaste voorgeschiedenis, waaronder huiselijk geweld en kindermishandeling, en is na verschillende plaatsingen in instellingen in een gezinshuis geplaatst. De voogd heeft grote zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige, die kwetsbaar is en een onveilige gehechtheid vertoont. De minderjarige heeft recentelijk een relatie onderhouden met een volwassene en is gedurende een periode van bijna twee maanden vermist geweest. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de zorgen van de voogd terecht zijn en dat de minderjarige in een gesloten setting moet worden geplaatst om haar veiligheid te waarborgen.
De kinderrechter heeft het verzoek voor een machtiging gesloten jeugdhulp toegewezen, maar voor een kortere periode dan verzocht, tot 4 oktober 2023. Er zal een tussentijds evaluatiemoment plaatsvinden op 14 september 2023 om de voortgang te bespreken. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat de minderjarige, indien mogelijk, voor haar achttiende verjaardag in een open setting kan verblijven, mits dit veilig is. De voogd is opgedragen om over drie maanden te rapporteren over de stand van zaken en een nieuwe verklaring van een gedragswetenschapper te overleggen indien het verzoek voor de resterende duur wordt gehandhaafd.