ECLI:NL:RBNNE:2023:4674

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
19 juli 2023
Publicatiedatum
14 november 2023
Zaaknummer
190190
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een machtiging voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige met ernstige gedragsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter op 19 juli 2023 een beschikking gegeven over de verlening van een machtiging voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, geboren op 29 april 2007, die momenteel verblijft bij Elker. De kinderrechter had eerder op 7 juli 2023 een spoedmachtiging verleend voor gesloten jeugdhulp voor de duur van vier weken. De ouders van de minderjarige zijn op de juiste wijze opgeroepen, maar zijn niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling. De Gecertificeerde Instelling (GI) heeft verzocht om een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, omdat eerdere hulpverlening niet effectief was gebleken en de minderjarige ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen vertoont, waaronder ASS-problematiek en agressief gedrag. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de veiligheid van de minderjarige en zijn omgeving in een open setting niet gewaarborgd kan worden en dat een gesloten setting noodzakelijk is om de minderjarige te beschermen en de benodigde hulp te bieden. De kinderrechter heeft de machtiging verleend tot uiterlijk 23 september 2023, met de mogelijkheid tot doorstroming naar een open setting indien de minderjarige daar eerder klaar voor is.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Leeuwarden
Zaaknummer: C/17/190190 / JE RK 23-604
Datum uitspraak: 19 juli 2023
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid,
gevestigd te Leeuwarden, hierna te noemen: de GI (Gecertificeerde Instelling),
betreffende
[minderjarige], geboren op 29 april 2007 te Leeuwarden,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. K.E. Wielenga te Leeuwarden.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende te Leeuwarden,
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende te Leeuwarden.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Bij beschikking van 7 juli 2023, waarvan de inhoud hier als herhaald en ingelast moet worden beschouwd, heeft de kinderrechter een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp betreffende [minderjarige] verleend voor de duur van vier weken, te weten tot 4 augustus 2023. De kinderrechter heeft de beslissing op het meer of anders verzochte aangehouden.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 19 juli 2023. Daarbij zijn verschenen en gehoord:
- [minderjarige] , bijgestaan door zijn advocaat mr. K.E. Wielenga;
- mevrouw [naam] , namens de GI.
1.3.
De ouders zijn op de juiste wijze opgeroepen, maar niet verschenen.

2.De feiten

2.1.
Voor de vaststaande feiten verwijst de kinderrechter naar de beschikking van 7 juli 2023.
2.2.
Aanvullend feit dat van belang is, is dat [minderjarige] momenteel op basis van de spoedmachtiging bij Elker verblijft.

3.Het verzoek

3.1.
De kinderrechter moet de spoedbeslissing van 7 juli 2023 toetsen. De GI verzoekt aansluitend op de spoedmachtiging een machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, te weten tot 23 september 2023. De GI verwijst voor een onderbouwing van haar verzoek naar het verzoekschrift en de daaraan gehechte bijlagen.
3.2.
De GI heeft tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht dat de GI gelet op de voorgeschiedenis wil inzetten op het doorbreken van patronen. In de afgelopen jaren zijn verschillende vormen van hulpverlening ingezet, maar ook weer vroegtijdig afgebroken. Zo is er ambulante hulpverlening ingezet, is er een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp verleend, heeft [minderjarige] een hulpverleningstraject bij TriASScare doorlopen en is hij bij de Omegagroep geplaatst. De ingezette hulpverlening heeft echter tot nu toe onvoldoende geholpen. Ook bij de Omegagroep kon hij niet langer verblijven, waardoor er naar een andere plek gezocht moest worden. Uiteindelijk kon [minderjarige] bij Elker worden geplaatst, onder de voorwaarde dat er een psychiater betrokken wordt. Hierdoor heeft de GI de afspraak met Kinnik gemaakt dat er een kinder- en jeugdpsychiater betrokken wordt. De GI is van mening dat het verblijf van [minderjarige] bij Elker voortgezet moet worden, waarbij het belangrijk is om te kijken wat er aan aanvullende diagnostiek nodig is. De insteek is om de problematiek van [minderjarige] in beeld te krijgen zodat een passend traject ingezet kan worden en er hulpverlening komt die helpend gaat zijn voor [minderjarige] .

4.Het standpunt van [minderjarige]

4.1.
Door en namens [minderjarige] is ingestemd met het verzoek. [minderjarige] vindt het zelf ook beter om een tijdje bij Elker te verblijven, alhoewel hij het wel vervelend vindt dat hij zo weinig vrijheid heeft. De advocaat wijst erop dat het feit dat het bij de Omegagroep mis ging, niet betekent dat [minderjarige] zich aan de jeugdhulp onttrekt of wegloopt. Tegelijkertijd begrijpt de advocaat dat [minderjarige] als noodingreep bij Elker geplaatst is om een plan van aanpak te maken over hoe verder en om te kijken waar [minderjarige] op de lange termijn kan verblijven.

5.De beoordeling

Ten aanzien van de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat de beschikking van 7 juli 2023 waarbij de spoedmachtiging tot gesloten jeugdhulp is verleend op terechte gronden is gegeven en dat deze beschikking in stand moet blijven. De crisis en de zorgen die er op dat moment waren rechtvaardigen die beslissing.
Ten aanzien van de reguliere machtiging gesloten jeugdhulp
5.2.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien moeten de opneming en het verblijf noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
5.3.
De kinderrechter is van oordeel dat aan de hiervoor genoemde gronden is voldaan. De kinderrechter onderschrijft de zorgen van de GI over de huidige ontwikkeling van [minderjarige] naar zijn volwassenheid. Het is de kinderrechter duidelijk geworden dat er in de afgelopen tijd veel is gebeurd en dat er al een uitgebreide hulpverleningsgeschiedenis is. Bij [minderjarige] is er sprake van ASS-problematiek, drugsgebruik en extreem naar buiten gericht probleemgedrag. [minderjarige] heeft moeite om zijn emoties te regeluren en dit leidt tot impulsief, onvoorspelbaar en agressief gedrag. Ondanks zeer intensieve begeleiding, is het op de Omegagroep volledig geëscaleerd. [minderjarige] heeft met meubels gegooid en meerdere ramen vernield. Daarbij was hij dreigend naar het personeel. Ter zitting heeft [minderjarige] verklaard dat hij zich hier niets meer van kan herinneren en ook niet meer weet hoe het zover is gekomen, wat ook zeer zorgelijk is. Duidelijk is dat [minderjarige] behandeling nodig heeft voor de gedragsproblemen waar hij mee kampt. Hierbij kan de aanvullende diagnostiek waar de GI aan denkt helpend zijn om een goed beeld van [minderjarige] te krijgen en om te bepalen welke hulpverlening bij hem past. Vanwege de escalatie mag [minderjarige] niet terugkomen bij de Omegagroep. Ook is er op dit moment geen andere plek voor hem beschikbaar, anders dan op de gesloten groep bij Elker.
5.4.
Gelet op de gebeurtenissen in de afgelopen weken en de algehele voorgeschiedenis is het de kinderrechter duidelijk geworden dat de veiligheid van [minderjarige] en zijn omgeving op dit moment in een open setting onvoldoende gewaarborgd kan worden, vanwege zijn agressieve gedrag en de heftigheid hiervan. Daarnaast is een verblijf in een gesloten setting nodig om [minderjarige] te beschermen tegen de negatieve beïnvloeding van anderen en om ervoor te zorgen dat hij de hulp blijft krijgen die hij nodig heeft. In het verleden is immers gebleken dat [minderjarige] wisselend gemotiveerd is voor behandeling. De kinderrechter is daarom van oordeel dat een langer verblijf van [minderjarige] binnen de geslotenheid onvermijdelijk is. Een machtiging gesloten jeugdhulp is daarom noodzakelijk. De kinderrechter acht het positief dat [minderjarige] dit zelf ook inziet. De kinderrechter heeft ook gezien dat [minderjarige] op dit moment gemotiveerd is en zich wil inzetten voor de hulp die hij nodig heeft om ook aan zijn verdere toekomst te werken. De kinderrechter vindt dat [minderjarige] daar een compliment voor verdient.
5.5.
De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, te weten tot 23 september 2023. Mocht [minderjarige] eerder klaar zijn om door te stromen naar een open setting, dan staat deze machtiging daaraan niet in de weg.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot uiterlijk 23 september 2023.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2023 door mr. I. Zetstra, kinderrechter, in aanwezigheid van E. Massink als griffier. De schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 31 juli 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.