ECLI:NL:RBNNE:2023:4672

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
21 september 2023
Publicatiedatum
14 november 2023
Zaaknummer
190994
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een machtiging voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige met ernstige gedragsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 21 september 2023 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlening van een machtiging voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, geboren in 2007. De aanvraag voor deze machtiging is ingediend door het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid, de gecertificeerde instelling (GI), die zich zorgen maakt over de ontwikkeling van de minderjarige. De minderjarige verblijft momenteel bij Accuraat in Amsterdam en heeft eerder te maken gehad met ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing. De GI heeft grote zorgen over het functioneren van de minderjarige, die zich inlaat met criminele activiteiten en een gevaar vormt voor zichzelf en zijn omgeving. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren en heeft de minderjarige, bijgestaan door zijn advocaat, gehoord. De minderjarige heeft aangegeven niet in te stemmen met het verzoek, maar de kinderrechter heeft geconcludeerd dat de zorgen van de GI gerechtvaardigd zijn. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen heeft, die zijn ontwikkeling ernstig belemmeren. Daarom is besloten om de machtiging voor gesloten jeugdhulp te verlenen voor de duur van zes maanden, met als doel de minderjarige te beschermen en hem de noodzakelijke structuur en begeleiding te bieden. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is om in de komende maanden te kijken naar het uiteindelijke perspectief van de minderjarige en naar een passende vervolgplek voor hem.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaakgegevens : C/17/190994 / JE RK 23-767
datum uitspraak: 21 september 2023
beschikking machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
Regiecentrum Bescherming en Veiligheid,hierna te noemen de GI (gecertificeerde instelling), gevestigd te Leeuwarden,
betreffende
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2007 te Skarsterlân,
hierna te noemen [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[de moeder] ,hierna te noemen de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • het verzoek met bijlagen van de GI van 24 augustus 2023, ingekomen bij de griffie op 24 augustus 2023
  • de instemmende verklaring van 25 augustus 2023 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper, binnengekomen bij de griffie op 30 augustus 2023.
1.2.
Op 14 september 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn:
  • [minderjarige] , bijgestaan door mr. M.R. Rauwerda;
  • namens de GI, mevrouw [naam] en mevrouw [naam] .

2.De feiten

2.1.
Het ouderlijk gezag over [minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
2.2.
[minderjarige] verblijft bij Accuraat te Amsterdam
2.3.
Bij beschikking van 10 juli 2023 is [minderjarige] onder toezicht gesteld tot 10 juli 2024 en tevens is er een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder verleend tot 10 juli 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De GI heeft een machtiging gesloten jeugdhulp verzocht voor de duur van zes maanden.
3.2.
De GI voert het volgende aan. Er zijn grote zorgen over het functioneren van [minderjarige] op de groep waar hij verblijft. Hij laat zich in met jongens die in het criminele circuit zitten. Hij krijgt opdrachten die hij uit moet voeren en hij doet voor hen wat van hem wordt gevraagd, zoals het verstoppen van wapens en het verhandelen van drugs. Dit handelen maakt hem een gevaar voor zichzelf en ook voor zijn omgeving, maar hij ziet zelf niet in dat dit negatieve consequenties heeft voor hem. [minderjarige] kan geen link leggen tussen oorzaak en gevolg. Hierdoor blijft hij slechte keuzes maken en is hij een gevaar voor zichzelf. [minderjarige] komt herhaaldelijk in zowel fysieke als verbale conflicten terecht. Dit was eerder ook zo bij de zorginstelling De Oase, waar hij toen verbleef. [minderjarige] heeft geen netwerk waar hij op kan bouwen. De moeder en [minderjarige] hebben wisselend contact en [minderjarige] overstijgt de moeder in het contact. Ook zijn er eerder fysieke conflicten geweest tussen de moeder en [minderjarige] . De moeder is niet bij machte om haar positie als moeder/opvoeder in te nemen en zij wil hem ook niet vertellen wie zijn vader is. [minderjarige] heeft hier last van. Er is sprake van middelengebruik door [minderjarige] . Hij blowt dagelijks en drinkt dagelijks alcohol. [minderjarige] gaat momenteel niet naar school en heeft ook geen andere dagbesteding. Er zijn meerdere gevallen geweest waarin er een vermoeden was dat [minderjarige] suïcide wilde plegen, hierover zijn er eveneens zorgen. Samenvattend maakt de GI zich grote zorgen over de algehele ontwikkeling van [minderjarige] . Het is belangrijk dat [minderjarige] uit deze situatie wordt gehaald en beschermd wordt tegen zichzelf en tegen de beïnvloeding van anderen. Tot op heden is dit [minderjarige] in een open setting niet gelukt en daarom verzoekt de GI een machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen. Vanuit daar kan gekeken worden wat er onder het gedrag van [minderjarige] ligt en hoe hij hieraan kan werken en vervolgens kan er gekeken worden naar een geschikte vervolgplek voor na de gesloten plaatsing.

4.Het standpunt van de belanghebbende

4.1.
Door en namens [minderjarige] wordt niet ingestemd met het verzoek. [minderjarige] begrijpt de
zorgen van de GI over hem, maar hij is zelf op dit moment niet (meer) bang, nu er iemand is
opgepakt en vastzit voor de wapenvondst. [minderjarige] vindt dat hij een tweede kans verdient. Hij
wilde snel geld verdienen en liet zich daarom in met criminele activiteiten, maar dat wil hij
niet meer. Hij wil graag blijven op de plek waar hij nu zit, totdat hij naar Burgum kan, en op
een eerlijke manier zijn geld gaan verdienen. De afgelopen weken heeft [minderjarige] ook niet meer
gevochten en hij heeft nu rust. Er is sprake van een goede klik tussen [minderjarige] en de
gezinsvoogden. [minderjarige] heeft alleen nog weinig kunnen profiteren van deze samenwerking,
omdat hij nog maar kort onder toezicht staat. Een gesloten plaatsing is een ultimum
remedium en daarom wordt namens [minderjarige] verzocht het verzoek af te wijzen, zodat eerst de
mogelijkheden van een voorwaardelijke machtiging kunnen worden onderzocht. Daar heeft
[minderjarige] meer baat bij en bovendien zijn er op dit moment ook geen gesloten plaatsen
beschikbaar.

5.De beoordeling

5.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
5.2.
De kinderrechter is van oordeel dat aan de gronden uit artikel 6.1.2. Jw is voldaan en zal het verzoek dan ook toewijzen. De kinderrechter onderschrijft de zorgen van de GI over (de ontwikkeling van) [minderjarige] , zijn externaliserende gedragsproblematiek (agressief gedrag), zijn internaliserende gedragsproblematiek (vermoedens van suïcidale gedachten), de signalen van (dagelijks) middelengebruik (blowen en alcohol), zijn delictgedrag en het feit dat hij geen probleeminzicht heeft. Hierdoor brengt [minderjarige] zichzelf steeds opnieuw in gevaarlijke en risicovolle situaties, waarbij hij zowel een gevaar voor zichzelf als ook voor zijn omgeving vormt. De kinderrechter is met de GI van oordeel dat [minderjarige] daarom tegen zichzelf moet worden beschermd en is voor nu van oordeel dat de veiligheid van een gesloten setting noodzakelijk is om [minderjarige] te begrenzen en hem de structuur en het toezicht te bieden die hij nodig heeft. Maar met name kan dan worden gestart met de noodzakelijk geachte diagnostiek en behandeling, zonder dat [minderjarige] zich hieraan kan onttrekken. Nu [minderjarige] ter zitting heeft aangegeven niet gemotiveerd te zijn voor een nieuw behandelingstraject omdat eerdere hulpverlening ook niet heeft geholpen, verwacht de kinderrechter dat het mogelijk ook enige tijd zal kosten om [minderjarige] te laten meewerken met de hulpverlening en om hem vervolgens voldoende van de hulp te laten profiteren. De kinderrechter zal het verzoek toewijzen voor de verzochte duur, omdat bij een kortere periode het risico bestaat dat [minderjarige] terugvalt in zijn oude patronen en gedrag. Wel zal in de komende maanden ook goed moeten worden gekeken naar wat het uiteindelijke perspectief van [minderjarige] is en wat een passende vervolgplek voor hem is. Mocht blijken dat [minderjarige] - gelet op de inzet tijdens de gesloten plaatsing en de voortgang van de behandeling - op kortere termijn geplaatst kan worden op een geschikte open plek, dan staat deze beschikking daar uiteraard niet aan in de weg.
5.3.
Gelet op de concrete ontwikkelingsbedreigingen heeft de kinderrechter niet de mogelijkheden geboden een familiegroepsplan op te stellen.
5.4.
Gelet op het voorgaande zal de kinderrechter de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de periode van zes maanden.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 21 september 2023 tot uiterlijk 21 maart 2024 betreffende [minderjarige] .
Deze beschikking is gegeven door mr. I. Zetstra, kinderrechter, in tegenwoordigheid van O.C.F. de Haan als griffier en in het openbaar uitgesproken op 21 september 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden
c589