ECLI:NL:RBNNE:2023:4666
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake openbaarmaking van UBN-nummers en dieraantallen
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster tegen de ongegrond verklaring van haar bezwaar tegen het openbaar maken van informatie over haar UBN-nummers en dieraantallen over de periode van 2015 tot en met februari 2023. De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is en doet uitspraak zonder zitting, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Verzoekster had op 24 februari 2023 een verzoek ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) op grond van de Wet open overheid (Woo) voor openbaarmaking van informatie over UBN-nummers en dieraantallen. De RVO besloot op 23 mei 2023 tot openbaarmaking, maar verzoekster maakte bezwaar. Het bestreden besluit van 3 oktober 2023 bevestigde de eerdere beslissing van de RVO. Verzoekster stelde beroep in en vroeg om een voorlopige voorziening, omdat zij vreesde dat haar bedrijfsvoering in gevaar zou komen door de openbaarmaking.
De voorzieningenrechter overweegt dat er geen spoedeisend belang meer is, aangezien verzoekster heeft aangegeven dat de gegevens inmiddels openbaar zijn gemaakt. Het verzoek om vergoeding van gemaakte kosten levert ook geen spoedeisend belang op. De voorzieningenrechter concludeert dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, in aanwezigheid van mr. S.I. Havinga, griffier, en is uitgesproken in het openbaar op 6 november 2023.