ECLI:NL:RBNNE:2023:4655

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
12 september 2023
Publicatiedatum
13 november 2023
Zaaknummer
190996
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een machtiging voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter op 12 september 2023 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlening van een machtiging voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, geboren in 2007, die onder toezicht is gesteld. De aanvraag voor de machtiging is ingediend door het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid, de gecertificeerde instelling (GI), die zich zorgen maakt over de ontwikkeling van de minderjarige. De minderjarige verblijft op een gesloten groep bij Elker en vertoont positief gedrag, maar er zijn nog steeds zorgen over zijn emotionele stabiliteit en gedrag. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige en zijn vader aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van de GI.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de gronden voor de machtiging zijn voldaan, zoals beschreven in artikel 6.1.2 van de Jeugdwet. De minderjarige heeft ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die zijn ontwikkeling belemmeren, en er is een risico dat hij zich aan de jeugdhulp onttrekt. De kinderrechter heeft besloten de machtiging voor een periode van zes maanden te verlenen, met de mogelijkheid tot verdere diagnostiek en behandeling. De beslissing is genomen in het belang van de minderjarige, om hem de nodige structuur en toezicht te bieden, en om te voorkomen dat hij een gevaar voor zichzelf of anderen vormt. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 20 september 2023.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaakgegevens : C/17/190996 / JE RK 23-769
datum uitspraak: 12 september 2023
beschikking machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
Regiecentrum Bescherming en Veiligheid, hierna te noemen de GI (gecertificeerde instelling), gevestigd te Leeuwarden,
betreffende
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2007 te Leeuwarden, hierna te noemen [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[moeder] ,hierna te noemen de moeder,
wonende te Leeuwarden,
[vader] ,hierna te noemen de vader,
wonende te Leeuwarden.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 24 augustus 2023, ingekomen bij de griffie op 24 augustus 2023;
- de instemmende verklaring van 1 september 2023 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper, ingekomen bij de griffie op 1 september 2023.
1.2.
Op 12 september 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn:
- de [minderjarige] , bijgestaan door mr. K.E. Wielenga,
- de vader,
- namens de GI, mevrouw [naam] .

2.De feiten

2.1.
Het ouderlijk gezag over [minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
2.2.
[minderjarige] verblijft op een gesloten groep bij Elker.
2.3.
Bij beschikking van 23 juni 2023 is [minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld tot 23 september 2023 en bij beschikking van 12 september 2023 is [minderjarige] definitief onder toezicht gesteld tot 12 september 2024.
2.4.
Bij beschikking van 19 juli 2023 is de machtiging gesloten jeugdhulp verlengd tot 23 september 2023.

3.Het verzoek

3.1.
De GI heeft een machtiging gesloten jeugdhulp verzocht voor de duur van zes maanden.
3.2.
De GI voert hiertoe aan dat de gronden voor een machtiging gesloten jeugdhulp nog aanwezig zijn. [minderjarige] verblijft sinds begin juli bij Elker en hij laat hier positief gedrag zien:
hij volgt de groepsregels, doet zijn taken en is netjes richting groepsgenoten en begeleiders. [minderjarige] ervaart meer rust en duidelijkheid sinds hij op de gesloten groep verblijft en met name het beloningssysteem (de feedbackkaart) stimuleert hem om zich positief te gedragen. Ondanks deze mooie, eerste stapjes lukt het [minderjarige] niet om zijn spanning en emoties onder controle te houden en er vinden daardoor nog steeds incidenten plaats. De GI heeft grote zorgen over de ontwikkeling van [minderjarige] . De meeste zorgen omtrent [minderjarige] en de onveiligheid spelen al enkele jaren. Er is sprake van ASS-problematiek in combinatie met een disharmonisch bovengemiddeld intelligentieprofiel (gediagnosticeerd in 2015), sterke vermoedens van drugsgebruik, externaliserend gedrag, agressief gedrag, schoolverzuim, geen dagbesteding en een wisselende motivatie tot verandering. [minderjarige] lijkt een bepaalde coping stijl te hebben aangenomen waarbij hij extreem gedrag inzet om voor zichzelf duidelijkheid te scheppen. De diagnostiek van [minderjarige] dateert van acht jaar geleden en het is onduidelijk wat er, mogelijk naast de gestelde diagnostiek, onder zijn gedrag ligt en waardoor dit in stand wordt gehouden. Duidelijk is dat [minderjarige] gedrag heftig kan escaleren en daarmee een gevaar voor zichzelf en anderen vormt. Dit is zowel naar voren gekomen in de thuissituatie als in de andere opvoedingssituaties waar hij tot nu toe heeft gewoond. Deze duidelijkheid is vanuit een zo stabiel mogelijke en rustig mogelijke situatie nodig om daarmee escalaties en verdere beschadiging van [minderjarige] in de toekomst te voorkomen. De GI is van mening dat [minderjarige] nu eerst verder tot rust moet komen binnen de geslotenheid en dat er vervolgens opnieuw diagnostiek gaat plaatsvinden, zodat passende hulpverlening voor hem kan worden ingezet. Dit is vanuit een open kader niet mogelijk. De gesloten plaatsing biedt een stabiele situatie waardoor het beter kan worden gezien wat er precies met [minderjarige] gebeurt en wat hij nodig heeft om zich positief te ontwikkelen. Zowel voor [minderjarige] als voor zijn omgeving moet meer duidelijk worden over het te volgen traject en moeten zaken geregeld worden (zoals school) zodat voordat een open plaatsing weer mogelijk is.

4.Het standpunt van de belanghebbenden

4.1.
Door en namens [minderjarige] wordt ingestemd met het verzoek. [minderjarige] begrijpt dat een langere
gesloten plaatsing op dit moment nodig is. Wel heeft [minderjarige] moeite met de gevraagde duur van
de machtiging en namens [minderjarige] wordt daarom verzocht het verzoek toe te wijzen voor de duur
van vier maanden en de beslissing op het verzoek voor het overige aan te houden. Op dit
moment is diagnostiek van [minderjarige] nog niet van start gegaan en het is daarom ook van belang dat
er vinger aan de pols kan worden gehouden en er een eerder toetsmoment is. [minderjarige] heeft dan een stip op de horizon. Verder leeft bij [minderjarige] de vraag of hij na afloop van zijn verblijf bij Elker nog welkom is thuis. Het zou goed zijn als de gezinsvoogd daarover met [minderjarige] en zijn ouders in gesprek zou gaan. Hij zou het liefst naar huis gaan, maar als dat niet kan, heeft hij voorkeur voor begeleid wonen.
4.2.
De vader stemt in met het verzoek. De vader denkt, gelet op het tempo bij Elker tot
op heden, dat de termijn van zes maanden wel nodig is om tot een verandering bij [minderjarige] te komen.

5.De beoordeling

5.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
5.2.
De kinderrechter is van oordeel dat aan de gronden uit artikel 6.1.2. Jw is voldaan en zal het verzoek dan ook toewijzen. De kinderrechter is van oordeel dat de GI de zorgen over de ontwikkeling van [minderjarige] , zijn persoonlijke problematiek, zijn gedragsproblematiek, zijn agressieve gedrag, waardoor hij soms een gevaar voor zichzelf als ook voor anderen is en zijn middelengebruik voldoende heeft toegelicht en onderbouwd. Gelet op deze ernstige zorgen over de ontwikkeling van [minderjarige] , is de kinderrechter van oordeel dat hiervoor dringend nadere diagnostiek nodig is, zodat een passende behandeling kan worden ingezet. Door het feit dat [minderjarige] soms een gevaar is voor zichzelf als ook voor anderen, is de kinderrechter van oordeel dat er op dit moment geen andere mogelijkheid is dan dat [minderjarige] langer op een gesloten afdeling verblijft. De kinderrechter is van oordeel dat de veiligheid van een gesloten setting noodzakelijk is om [minderjarige] de structuur en het toezicht te bieden die hij nodig heeft. Verder kan dan worden gestart met de noodzakelijk geachte diagnostiek en behandeling, zonder dat [minderjarige] zich hieraan kan onttrekken. Daarnaast acht de kinderrechter het van belang dat in de komende periode gekeken gaat worden naar wat het uiteindelijke perspectief voor [minderjarige] is.
5.3.
Gelet op de concrete ontwikkelingsbedreigingen heeft de kinderrechter niet de mogelijkheid geboden een familiegroepsplan op te stellen.
5.4.
De kinderrechter ziet geen aanleiding om het verzoek voor een kortere periode toe te wijzen dan verzocht en zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de periode van zes maanden. De diagnostiek moet nog van start gaan en daarna zal mogelijk nog een behandelingstraject ingezet gaan worden, dit alles kost tijd en zal niet in vier maanden afgerond zijn. De kinderrechter merkt daarbij op dat mocht een overplaatsing naar een open setting eerder mogelijk zijn, deze machtiging daaraan niet in de weg staat.

6.De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 23 september 2023 tot uiterlijk 23 maart 2024 betreffende de [minderjarige] .
Deze beschikking is gegeven door mr. C.W. Couperus-van Kooten, kinderrechter, in tegenwoordigheid van O.C.F. de Haan als griffier en in het openbaar uitgesproken op 12 september 2023. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 20 september 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden
c589